
Hoe je geloof herfststormen kan doorstaan
Essay
vandaag · 10:34| Leestijd:8 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Als alles duister is, als verdriet, rouw, depressie of twijfel je leven donker kleurt, wordt het herfst in je geloof. De bladeren vallen, de regen klettert neer en jij bent alleen. Hoe houd je het uit in die eenzaamheid? En: waar is God?
De bomen verliezen hun blad en worden kaal. Hier in Zeeland, waar ik woon, wordt het landschap gaandeweg donkerder. Als straks de aardappels en de suikerbieten gerooid zijn, blijft alleen de grauwe klei nog over. Doe daar dan nog een mistige miezerlucht boven en het is echt herfst.
Geurige populieren
Er zijn mensen die de herfst een heerlijk jaargetijde vinden. Mijn man bijvoorbeeld geniet van de mooie wolkenluchten, de geurige populieren, het zachtgele zonlicht. Hij voelt zich thuis bij vallend blad en grijze regen, omdat het aansluit bij zijn melancholische aard.
Maar anderen hebben juist last van de ‘herfstblues’. Met het kaler worden van de natuur, voelen zij zichzelf vanbinnen ook kaal en leeg worden. Ze missen kleuren, warmte, vrolijkheid en zien alleen maar grauwheid en verval om zich heen.
Even niks, dacht ik destijds. Dikke doei met die Bijbel
‘Ik voel niks’
Wat maakt het toch veel uit met welke gemoedstoestand je kijkt naar de wereld om je heen. Ik weet nog goed dat ik een depressieve periode doormaakte en met mijn vader in een bos liep. “Wat zie je nu?” vroeg hij. “Kun je zien dat het hier mooi is? Zie je die mooie boom daar en dat vogeltje?” “Ik zie het wel,” antwoordde ik, “maar ik voel er niks bij.”
Mijn gevoel voor schoonheid, voor liefde, was helemaal weg. Vanbinnen voelde ik me kaal en leeg. Ik was nog jong, begin twintig, maar ik voelde me beslist niet zo. Ik voelde me oud en moe. Het was herfst in mijn leven en daarmee ook in mijn geloof. Want hoe ik ook bad om verlichting, om troost, om kracht, er gebeurde niks. Maandenlang niet. “Je instrument om te geloven is even uitgeschakeld”, zei mijn therapeut. Lekker dan, waarom gebeurt dat eigenlijk, net als je het geloof zo nodig hebt?
Boven is het stil
Als alles duister is, als verdriet, rouw, ziekte of depressie je leven donker kleurt, waar is dan het licht? Veel mensen hebben helemaal niet de ervaring dat God er altijd is als je Hem nodig hebt. Juist op donkere momenten kan de hemel hermetisch gesloten zijn. ‘Hallo? Waar bent U? Ziet U dan niet hoe ik lijd? Beseft U wel hoe beroerd ik me voel?’
Het voelt dan alsof het ook herfst is in de hemel, zoals ik dat lees in het gedicht van Rilke (zie hiernaast): ook in de verre hemelse gaarden vallen de bladeren en ’s nachts laten de sterren zich niet zien. Ook boven is het stil.
In die kille tijden
Natuurlijk is er een groot verschil tussen een echte depressie en ‘herfstblues’ of ‘winterdip’. En als verlies of ziekte je somber of verdrietig maakt, hoeft dat ook niet meteen ‘depressie’ te heten. Maar als je geloof het in die kille tijden ook nog laat afweten, is dat ronduit teleurstellend.
Trouwens, ook zonder dat er sprake is van verdriet of depressie kan geloofstwijfel je overvallen. Je gelooft het even – of langer dan even – helemaal niet meer (of niet meer helemaal). Dan wordt het herfst in je geloof. De bladeren vallen, de regen klettert neer en jij bent alleen. Wat nu?
Strak ritme
Even niks, dacht ik destijds. Dikke doei met die Bijbel, en bidden is alleen maar frustrerend. Kerkgang werkt averechts: zit je daar tussen mensen die het allemaal wel lijken te geloven, te voelen en te beleven. Ik bleef thuis en liet dat geloof in z’n sop gaarkoken. Al knaagde dat wel aan mij: wat als ik mijn geloof helemaal kwijt zou raken voor de rest van mijn leven? Daar moest ik toch niet aan denken.
Herfst
als dorden er verre hemelse gaarden;
ze vallen met afwerende gebaren.
En ’s nachts, dan valt de zware aarde,
weg van de sterren, in de eenzaamheid.
Wij allen vallen. Het geldt ook deze hand.
En zie nu toch de anderen: het is in allen.
Toch is er Iemand die dit algemene vallen
oneindig teder met zijn hand omvat.
Rainer Maria Rilke (vert. Arie Sonneveld)
Het klassieke advies voor een herfstig gemoed is: daglicht, beweging en gezonde kost. Sta elke dag op dezelfde tijd op, loop een rondje buiten, eet gezond en ga ’s middags met een omweg naar de supermarkt. Pak het daglicht zoveel je kunt en houd je aan een strak ritme.
Maar dat is ongelofelijk moeilijk als je nergens zin in hebt. Ik zette in die tijd de tv aan met Nederland beweegt: dat suffe programma hielp me om mezelf aan de gang te krijgen. Maar wat helpt je om je gelóóf weer aan de gang te krijgen? En waarom moet dat van één kant komen? Hoe vaak moet ik tot God naderen voordat Hij – zoals Hij belooft – tot mij nadert (Jakobus 4:8)?
Zing het in
Ooit mocht ik Liedboekdichter Willem Barnard interviewen voor Visie. Hij leefde eigenlijk permanent in een geloofsherfst. Wat je niet zou zeggen als je zijn liederen leest. “Ik zing niet uit, maar in!” zei hij in dat interview. “Ik geloof niet, maar het gelooft in mij!” Heel vaak dacht hij als hij een lied van hemzelf las of hoorde: heb ik dat gemaakt? Wat mooi! Alsof het niet uit hem maar tot hem was gekomen, wat denk ik ook zo was.
Ik denk dat het daarom goed is om in herfstige geloofstijden toch stug door te gaan. Niet met geloven, maar met doen alsof je gelooft. Zoals je jezelf naar buiten moet slepen om daglicht te vangen, zo kun je als het om je geloof gaat ook je toevlucht nemen tot rituelen. Tot vaste gewoontes die je domweg uitvoert. ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.’
Dus wat kun je doen in herfstige geloofstijden? Een kaars aansteken en in de vlam staren. Een lied niet uit- maar inzingen. Niet zelf bidden, maar de psalmen laten bidden, vooral die psalmen die roepen waar God nou toch blijft. En anderen voor je laten bidden, dat ook vooral. Ik geloof niet dat ik het mezelf zou opleggen om naar de kerk te gaan. Wel om de kerk in huis te halen, door een kerkdienst te kijken of The Chosen aan te zetten. Of door vrienden uit te nodigen die samen met jou in de vlam staren, een psalm lezen en een gebed uitspreken.
Meer essays lezen?
Schrijf je in voor de wekelijkse nieuwsbrief van Visie!
Lees onze privacyverklaring.
Geen verwijten
In de Bijbel is het Elia die eruit springt als het gaat om een geloofscrisis. Nota bene na een enorm gloriemoment trekt de profeet zich terug, gaat onder een struik liggen en wil dood. De engel die dan komt zegt niet: ‘Wat is dat nou, kom jij eens even onder die struik vandaan, je hebt toch net een enorm wonder meegemaakt?’ Nee, die engel raakt hem tot twee keer toe aan en zegt: “Sta op en eet en drink wat, anders is de reis te zwaar voor je.”
Dit is zo’n ontzettend pastorale reactie van de engel, zegt geestelijk verzorger Margriet van der Kooi in de podcast Dit is de Bijbel (aflevering 65): “Mensen helpen zonder oordeel is zo ontzettend belangrijk. Elia werd aangemoedigd om iets te doen en de engel helpt hem zonder verwijten.”
‘Ik ben zo alleen’
We weten hoe het afloopt: na veertig dagen lopen (een vastentijd lang) plus een zware bergbeklimming, compleet met storm, onweer en vuurhaarden – het is een lange, eenzame, moeilijke reis – ontmoet hij God dan eindelijk in een zachte, suizende stilte.
“Wat doe je hier?” vraagt God. Dit vat Elia op als een uitnodiging om zijn hart uit te storten: “Ik ben zo alleen, zo ontzettend alleen...” Dat denk je maar, zegt God en Hij vertelt hem dat er de hele tijd mensen zijn geweest die wel geloofden, ook al kon Elia dat even niet. Ook hier geen verwijten, constateert Margriet van der Kooi: “Elia krijgt de ruimte om verdriet te voelen. Hij mag de teleurstelling, moedeloosheid en wanhoop aankijken en God verwijt het hem niet. Dat vind ik troostend. God maakt duidelijk dat het goed is om te voelen wat je voelt en helpt je vervolgens om weer op te staan.”
Mensen helpen zonder oordeel is zo ontzettend belangrijk
Er is Iemand
Tijdens herfstige geloofstijden kan het lijken alsof God heel lang wacht met jou helpen om weer op te staan. Het wachten op God, tot Hij nadert, is ontzettend moeilijk. Je moet het al die tijd zien uit te houden. Bij Rilke lees ik dat hij troost haalt uit het feit dat veel meer mensen deze eenzaamheid kennen (‘het is in allen’). En hij besluit zijn gedicht met: ‘Toch is er Iemand die dit algemene vallen oneindig teder met zijn hand omvat.’
Als je buiten loopt, in de herfst, met je ziel onder je arm en je kijkt omhoog naar de bomen, probeer dan eens een vallend blad te vangen op je hand. Dat blad ben jij. Die hand is God. Of je het nu gelooft of niet.
Geloof, hoop en liefde als kompas voor het goede leven
Geloof, hoop en liefde als kompas voor het goede leven
Tekst: Theanne Boer