
Geloof, hoop en liefde als kompas voor het goede leven
Essay Alain Verheij
25 september 2025 · 13:47| Leestijd:8 min

Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Oude slogans verliezen vaak hun glans, maar deze beroemde drieslag van Paulus niet: geloof, hoop en liefde. Theoloog Alain Verheij vindt het hoog tijd nog eens in te zoomen op de betekenis van deze woorden, als kompas voor het goede leven met God.
Het is mooi om een samenvatting te kunnen geven van wat je nou eigenlijk gelooft. Hoe de wereld en het leven er volgens jou uit zouden moeten zien. Dankzij Paulus, de gedreven Bijbelschrijver, hebben christenen zo’n samenvatting. Van drie woorden: geloof, hoop en liefde. Een dierbaar motto, dat al bijna tweeduizend jaar met gelovigen meereist.
Maar zoals dat met overbekende uitdrukkingen gaat, kan het ook een beetje een cliché worden. Want wat zeggen we nou eigenlijk als we dromen over geloof, hoop en liefde? Wat betekenen die woorden voor ons? En wat betekenden ze voor Paulus, die deze woorden voor het eerst op een rijtje zette? Laten we ze stuk voor stuk eens langsgaan.
Geloof
De Marianentrog, het laagst bekende punt in de oceaan, is elf kilometer diep. Er leven meer dan acht miljard mensen op deze aarde. Op Venus duurt een jaar maar 225 dagen. Dit zijn allemaal dingen die ik geloof zonder ze persoonlijk te hebben gecontroleerd. Daar zijn er veel meer van. Toch maakt het geen verschil in mijn leven dat ik dit alles geloof. Het zijn hooguit grappige weetjes (waarmee ik misschien ooit een quiz kan winnen).
Voor Jakobus, de broer van Jezus, was dat het probleem met het woord ‘geloof’. Hij vond het te vrijblijvend. Als je in God gelooft, is dat mooi, zei hij – maar demonen geloven óók in God. Het gaat er in ons geloof niet om dat we bepaalde dingen voor waar houden. Dat we een checklist afvinken en zeggen: “Ja, dit geloof ik en dit geloof ik en dit geloof ik.” Nee, het gaat er voor volgelingen van Jezus om dat de dingen die we geloven ook de juiste impact hebben op ons dagelijks leven.
Het woord voor ‘geloof’ dat de schrijvers van het Nieuwe Testament in het Grieks gebruiken, spreek je uit als ‘pistis’. Je kunt het ook op andere manieren vertalen. Bijvoorbeeld als ‘vertrouwen’, of zelfs als ‘trouw’. Dan krijgt het weer een heel andere lading. In het Engels werkt dat trouwens hetzelfde: faith kan geloof betekenen, maar ook trouw: a faithful friend is een trouwe vriend. Het is belangrijk dat we die betekenis van het begrip geloof weer wat meer gaan oppoetsen. Geloven is absoluut niet iets wat we met ons hoofd doen – het is iets wat met ziel en zaligheid gebeurt.
Ik geloof bijvoorbeeld wel dat de Marianentrog elf kilometer diep is, maar dat is geen gegeven waaraan ik houvast ontleen of waaraan ik trouw ben. Als ze me morgen vertellen dat hij toch twee keer zo diep is, knik ik en haal ik mijn schouders op.
Heel anders is dat met mijn geloof in God. Daar kan ik op leunen en daar richt ik mijn leven op in. Dát is het type geloof waar Paulus op doelt in zijn beroemde drieslag ‘geloof, hoop en liefde’.
Waar het nu in brieven van Paulus gaat over ‘het geloof in Christus’ willen sommige Bijbeluitleggers dat liever vertalen met ‘de trouw van Christus’. Een inspirerende manier van omdenken. Ook in ons land draaide dominee Claartje Kruijff het om. Ze ging in haar laatste boek niet meer uit van de vraag of zij in God gelooft – ze koos voor het uitgangspunt van een God die in háár gelooft. Niet dat het er niet toe doet wat wij wel of niet geloven. Maar het is goed om het relationele van het geloof weer in te gaan zien. Geloof is niet iets wat ik met mijn verstand doe – het is een vertrouwensband die God en ik met elkaar opbouwen.
Hoop
Met hoop is net zoiets geks aan de hand als met geloof. Als wij het tegenwoordig over hoop hebben, gaat dat vaak over onzekerheid. Ik hoop dat het Nederlands elftal ooit wereldkampioen wordt. Ik hoop dat mijn dierbaren en ik nooit ernstig ziek worden. Ik hoop dat je als lezer iets hebt aan wat ik schrijf. Maar zeker weten doe ik al deze dingen niet. Het is onmogelijk om erop te rekenen of te bouwen. Als je zegt: “Nou, ik hoop het maar”, zeg je eigenlijk dat je twijfelt aan de goede afloop. Hoop kan een twijfelwoord zijn.
In de Bijbel is dat heel anders. De brief aan de Hebreeën noemt het “een betrouwbaar en zeker anker voor onze ziel”. Hierbij zien we een schip voor ons dat op de golven meedeint. Het zou stuurloos zijn en God weet waar stranden, ware het niet dat er een anker was. Dat anker is de hoop. Hoop is in dit beeld dus niet een wilde gok of een onzekere tred. Hoop ís de vastigheid.
Voor mij bestaat hoop uit de eerste en de laatste bladzijde van de Bijbel. De meeste bladzijden daartussenin bevatten veel ellende: strijd, honger, ziekte. Maar op de eerste bladzijde van de Bijbel maakt God een prachtige tuin waar mens, flora en fauna in harmonie met elkaar, zichzelf en God leven. En op de laatste bladzijde van de Bijbel maakt God een stad waar we diezelfde harmonie mogen hervinden – of een nog mooiere. Het is er altijd licht en er is heling voor iedereen die daarnaar zoekt.
Deze twee bladzijden, het tomeloze begin en het eindeloze einde van Gods verhaal met ons, vormen mijn anker als hoopvolle gelovige. Het maakt dat mijn wereldbeeld een kop en een staart heeft. Het vriendelijke scheppingsverhaal vertelt mij dat God goede bedoelingen heeft. Dat deze aarde in principe veilig en vredig kan zijn. Dat jij en ik gewild en geliefd zijn. Hoop gaat voor mij in eerste instantie om die zekerheid: dat we stevige grond onder de voeten hebben. Deze planeet is geen chaotisch strijdtoneel van tegenstrijdige belangen – hemel en aarde zijn een decor voor Gods majestueuze scenario.
In tweede instantie gaat hoop over de toekomst. Deze schepping had niet alleen een goed begin, maar zal ook een goede voleinding kennen. Jezus komt terug. Wat krom is, zal recht worden gemaakt. Waar pijn is, zal genezing zijn. Dit voelt misschien als een verre stip op de horizon. Toch is die stip een geweldig punt om op te navigeren. Doordat ik als christen weet waar het allemaal naartoe moet en zal gaan, kan ik mijn eigen leven ook beter richting geven. Hoop is dat ik een vertrouwde basis heb en vanuit die basis vastberaden onderweg kan gaan naar de juiste bestemming.
Liefde
Die bestemming is de liefde. Paulus zei: ‘Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.’ Hiermee vat hij de essentie van het leven met God samen. Eerst met drie woorden, maar hij kan het nog kernachtiger en destilleert de allerhoogste waarde uit het christendom: liefde. Briefschrijver Johannes kon het ook al zo kernachtig zeggen in de Bijbel: ‘Ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.’ Of we als mens geslaagd zijn, wordt uiteindelijk niet bepaald door wat we geloofden. Ook niet door hoe goed we konden hopen. Het wordt bepaald door de mate waarin we vertrouwd waren met de liefde.
God is en heeft de puurste vorm van liefde. Alle andere goede vormen van liefde die wij kennen, zijn daarop geënt. Dat blijft niet beperkt tot een goed huwelijk of een verliefd stelletje. Je kunt houden van je broer, je vriendinnen, van je werk, de natuur, je dorp en het leven. Alle geslaagde uitingen van en oefeningen in liefde die wij schepselen kunnen opbrengen, zijn kleine weerspiegelingen van onze Schepper.
Verder kan Paulus zelf ons het beste vertellen hoe liefde in elkaar zit: ‘De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.’ Prachtige woorden, die vaak in een trouwdienst klinken – maar waarom lezen we ze eigenlijk niet ook eens wat meer in andere contexten? De wereld snakt naar dit soort liefde.
Als Paulus vervolgens zegt dat de liefde nooit zal vergaan, mogen we ons rijk rekenen. Daar heb je de samenvatting van alles wat we geloven en hopen. De zin van ons bestaan. Wij mensen willen allemaal dat er van ons gehouden wordt. We hebben zelf stuk voor stuk allemaal veel liefde te geven. Als we maar weer durven. Als we de weg maar weer vinden. Als we maar durven vertrouwen dat die liefde niet beschaamd zal worden of zal vervliegen, maar veilig gegrond is. Gegrond in de God van Paulus, die ook onze God is.
Meer Visie-artikelen?
Schrijf je in voor de emailnieuwsbrief en blijf op de hoogte!
Lees onze privacyverklaring.