Elke laatste dag van het jaar onderneem ik een zoektocht naar een gevoel dat eigenlijk niet meer bestaat. Alsof ik in een ideale kerstcommercial wil zitten, maar dan op oudejaarsavond.
Dat gevoel ziet er als volgt uit: terwijl we oliebollen ballen is er een in- en uitloop van mensen (dezelfde vrienden van mijn ouders die elk jaar langskomen), dan met z’n allen naar een kerkdienst, daar dan knallen tellen, spelletjes doen, ijs met advocaat eten (net zoals mijn oma al altijd deed), aftellen met de NOS-klok, op het moment suprême elkaar omhelzen en dan naar buiten rennen om naar het vuurwerk te kijken.
Er is een jaar voorbij en dat komt nooit meer terug
O nee, daar stopt het nostalgische. Want wij keken vanachter het raam naar het nachtelijke spektakel. In een straat waar amper vuurwerk was. Mijn ouders hadden één keer sterretjes gekocht die we binnen mochten afsteken. De verschroeide plekken op de nieuwe vloerbedekking waren stille herinneringen aan die ene oudejaarsavond.
Ik ben vaak weemoedig op deze dag. Er is een jaar voorbij en dat komt nooit meer terug. De tijd tikt door. Ik kan het niet vasthouden, niet terugspoelen of bevriezen. Alleen maar meebewegen met de tijd die me gegeven wordt.
Dat meebewegen is een levenskunst. Mijn overbuurvrouw wist dat en had dat begrepen. Ze is dit jaar overleden, veel te jong. Een keiharde diagnose: ongeneeslijk ziek. Ze heeft het niet bevochten, maar aanvaardde haar lot met een rust en wijsheid waar ik nog steeds diep van onder de indruk ben. Ik sprak met haar en wist: als mij dit overkomt, hoop ik het ook zo te dragen. Ze voegde leven toe aan de dagen die ze nog had.
Waarom Jorieke Eijlers niet wil evangeliseren: 'Zo wil ik niet met mijn buren omgaan'
Toen ik haar vroeg hoe het haar lukte om zo in het leven te staan, antwoordde ze: “Hoe vaker je al in je leven in het onbekende hebt gesprongen, hoe makkelijker het is om het allergrootste dat er is – het leven – los te laten. Die laatste sprong voelt dan niet zo groot. Als je het pas op het einde moet leren, ben je te laat.”
Springen in het onbekende: als christen geloof ik toch dat we ten alle tijden worden gedragen én opgevangen? Toch durf ik het vaak niet. Maar ik wil het wel - in de grote én in de kleine dingen. Dus laat ik meteen het jaar goed afsluiten om mijn nostalgische oudejaarsavond los te laten. Maar ik heb wel de oliebollen, spelletjes en advocaat in huis gehaald. En de sterretjes? Die doen we nu dan toch maar buiten. Maar niet om twaalf uur. Dan sta ik gewoon, net als vroeger, achter het raam.