
PremiumJeffrey werd onderuit geschoffeld tijdens ‘Gloria in excelsis Deo’: ‘Alsof mijn wereldbeeld werd gesloopt’
Interview
gisteren · 20:50| Leestijd:8 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
“Een honderd procent overtuigd atheïst”, noemde Jeffrey du Pree (33) zichzelf. Tot er scheurtjes in die overtuiging ontstonden. Op een dag in december 2023 ging zelfs “de beuk erin”. Op het kinderkerstfeest van zijn overbuurmeisje.
Drie keer was hij in zijn leven in de kerk geweest. Twee keer als kind – waarbij tot zijn grote ongenoegen zijn gameboy werd afgepakt – en één keer als volwassene, bij de uitvaart van zijn neef.
Interesse in het christendom had Jeffrey wel, maar dan vooral vanuit historisch perspectief. Hij hield van de vaderlandse geschiedenis en het christendom was daar nu eenmaal een rode draad in. Maar persoonlijk zei het geloof hem weinig. Sterker nog, zijn wereldbeeld stond vast: zowel het leven als de dood was het gevolg van chemische processen in je hoofd. Dood was dood, en God bestond niet, punt uit. Mensen die naar de kerk gingen, vond hij naïef – alsof God het antwoord op alles was; lekker makkelijk. En Jezus? Hij kwam al helemaal niet ter sprake – behalve als Jeffrey een keer struikelde of iets liet vallen.
Rammelend wereldbeeld
Gelovigen kende Jeffrey nauwelijks, maar dat veranderde toen hij zo’n acht jaar geleden met zijn vrouw en eerste kind in een kinderrijke wijk in Ede ging wonen. Rond het speelpleintje voor zijn huis woonde een aantal christelijke gezinnen. Vooral met een van de gezinnen aan de overkant kwam Jeffrey steeds meer in contact, doordat zijn oudste dochter veel speelde met de dochter uit dat gezin. “Al moet ik ook zeggen dat er na de geboorte van Alex, onze tweede, al wat gerammeld werd aan dat dichtgetimmerde wereldbeeld van mij. Is dit nou het leven? vroeg ik me af. Van die betreffende overburen hoorde ik later dat ik in die tijd weleens een vraag heb gesteld over het geloof. Maar dat ging allemaal zo gelijkmatig, dat ik me dit niet kan herinneren.”
Bidden voor het eten
Omdat de overburen hun geloof niet onder stoelen of banken staken, ving Jeffrey er geregeld iets over op. “Ze drongen het niet op, maar ik zag ze bidden voor het eten en hoorde ze christelijke liedjes zingen met elkaar. Dat vond ik bijzonder; ik had niet de indruk dat dit nog veel gebeurde in Nederland. Bovendien kon ik het niet plaatsen: hoe konden mensen met wie ik goede gesprekken voerde in God geloven? Dat matchte voor mijn gevoel niet.
En, zo vroeg ik me af: waarom zou je je kinderen belasten met het geloof? Je ziet toch waar het naartoe gaat in deze wereld? Ruim de helft van de Nederlanders gelooft niet meer en dat percentage wordt alleen maar groter. Dus wat is het nut ervan om je kinderen dat geloof nog bij te brengen?”
‘Onderuit geschoffeld’
Dan, in december 2023, vraagt het overbuurmeisje aan Jennifer, de dochter van Jeffrey, of ze mee wil zingen in het kinderkerstkoor in de kerk. Jeffrey vindt het prima en belooft zelfs te komen kijken als het zover is.
Op tweede kerstdag 2023, tijdens het kinderkerstfeest in de kerk van zijn overburen, wordt Jeffrey “onderuit geschoffeld”.
Alsof er een sloopkogel doorheen ging
“We zongen aan het eind van de dienst het lied ‘Gloria in excelsis Deo’. Die melodie kende ik natuurlijk wel, al zeiden de woorden me niet zoveel. En toch voelde het tijdens het zingen van dat lied alsof ik een moment werd opgetild. Zonder dat anderen iets aan mij zagen, stond voor mij ineens alles om mij heen stil. Ik was totaal overdonderd en dat gevoel heeft me de dagen daarna niet meer losgelaten.”
Wat gebeurde er precies tijdens het zingen van dat lied?
“Ik heb het vaak geprobeerd uit te leggen, maar het is moeilijk om daar recht aan te doen. Ik denk dat er op dat moment iets van mijn overtuiging werd afgebroken. Alsof er een sloopkogel doorheen ging, en er iets van mijn kwetsbaarheid bloot kwam te liggen.”
Ging er een sloopkogel door je opvattingen?
“Ik denk zelfs nog een laag dieper: er ging een licht aan op een niveau waarvan ik niet eens wist dat het bestond. Het raakte aan een soort bestaanszekerheid.”
Hoe kwam je thuis na die dienst?
“Ik had echt even tijd nodig om te beseffen wat er precies was gebeurd. Maar het gekke was: het leven ging ook gewoon door. Anderhalve maand daarvoor was Olaf, onze derde, geboren, en omdat het kerstvakantie was, waren de kinderen thuis. Drukte genoeg dus. En toch bleef er iets in mijn hoofd malen. Ik begon me af te vragen of ik wel echt zeker van mijn zaak was; klopten mijn overtuigingen wel?”
De zondag na het kinderkerstfeest wordt Jeffrey wakker met de gedachte: ik zou online een kerkdienst kunnen bekijken. Een gekke gedachte natuurlijk, die hij desondanks niet meteen wegwuift. Hij zet een kop koffie voor zichzelf, start zijn computer op en zoekt naar de kerkdienst van de gemeente van zijn overburen. De preek gaat over Asaf, die twijfelt aan zijn geloof. Jeffrey herkent zich in diens verhaal, al buitelen de vragen zich in zijn hoofd over elkaar heen. “Ik had geen idee wie Asaf was en de verwarring die ik al voelde, werd eigenlijk alleen maar groter. Waarom boeit mij dit? vroeg ik me af. Tegelijkertijd voelde het goed. Het was niet alsof ik een foute richting op ging.”
De vlag uit
Omdat die preek Jeffrey niet loslaat, vraagt hij zijn overburen of hij met hen mee mag naar de middagdienst. Jeffrey schiet in de lach: “Achteraf hoorde ik dat zij die dag bijna de vlag uithingen. Zij hadden niets meegekregen van wat er tijdens het kinderkerstfeest was gebeurd, dus voor hen kwam deze vraag echt als een verrassing.”
Hoe zat jij als atheïst in die traditionele hervormde kerk?
“Ik was vooral heel nieuwsgierig. De gebruiken of tradities in die kerk voelden voor mij ook niet vervreemdend, ik paste me graag aan. Ik ben iemand die echt voor dingen gaat, en ook op dit vlak ging ik er helemaal voor.”
- Otto de Bruijne haatte Kerst, maar raakte er nooit over uitgedacht: 'Zelfs je veters strikken heeft met Kerst te maken'
Otto de Bruijne haatte Kerst, maar raakte er nooit over uitgedacht: 'Zelfs je veters strikken heeft met Kerst te maken'
Gretig gaat Jeffrey na de dienst in op de uitnodiging van zijn buren om een kop koffie te komen drinken. Daar vertelt hij over zijn mokerslagervaring, waarop zijn buurvrouw vraagt of ze voor hem mag bidden.
Vanaf dat moment gaat Jeffrey wekelijks naar de kerk bij hem om de hoek. In het begin figuurlijk aan de hand van zijn overburen, maar inmiddels appen ze elkaar over en weer of ze al klaarstaan om te gaan. “En meestal willen mijn kinderen ook mee.”
Om de Bijbel te begrijpen, verslindt Jeffrey boeken van Augustinus, C.S. Lewis, Tim Keller en Tomáš Halík. Door wat zij schrijven, komt hij indirect in de Bijbel terecht. “Dat helpt mij heel erg. Want zomaar blanco de Bijbel lezen vind ik nog best moeilijk.”
Hoe kan zo’n overtuigde atheïst zo’n radicale ommezwaai maken?
“Dat heb ik mezelf ook meerdere keren afgevraagd. Er zijn momenten geweest dat ik mezelf hardop voor de spiegel in de badkamer afvroeg: ‘Wat ben je aan het doen?’ Ik probeerde de controle weer terug te krijgen.”
Ik wilde het wel van de daken schreeuwen
Want die was je kwijt?
“Voor honderd procent. Wat het nog verwarrender maakte, was dat ik dit verlies ook weer niet als beangstigend ervoer. Maar ik was wel in een rollercoaster vol emoties beland.”
Met Pasen 2025, anderhalf jaar na zijn bekeringsmoment tijdens het kinderkerstfeest, doet Jeffrey belijdenis en laat hij zich dopen.
Hoe reageerde jouw seculiere omgeving op je bekering?
“Ik merk dat er niet echt oor voor is. Een enkeling stelt er een vraag over, maar het geloof of God komt maar heel weinig ter sprake. Veel mensen houden het op afstand. Fijn voor jou, denken ze, maar val mij er niet mee lastig. Vooral in het begin vond ik dat frustrerend. Ik wilde het wel van de daken schreeuwen, maar ik ervaarde daar weinig ruimte voor. Er was gewoon geen interesse.”
Ben je soms niet bang dat het een bevlieging is? Dat je het geloof misschien weer kwijtraakt?
“Dat is precies wat Sandra, mijn vrouw, in het begin ook zei: ‘Ik zie wel hoelang het blijft plakken.’ Maar nee, ik heb nooit gedacht dat dit misschien slechts een bevlieging was. Er zijn wel momenten waarop ik dingen niet begrijp, of momenten waarop God verder weg voelt. Maar bang dat het voorbijgaat, ben ik niet. Wat me daarbij helpt, is de overtuiging dat ik echt een kind van God ben. Met de nadruk op ‘kind’. Zoals ik mijn kinderen dingen leer en hen soms ook fouten laat maken, zo ervaar ik dat God ook met mij omgaat. Dus ook daardoor voelt het niet als een bevlieging, maar als een leer- en groeiproces.”
Op zondag gaat Jeffreys vrouw Sandra niet mee naar de kerk, en Jeffrey heeft daar vrede mee. “Sandra helpt de kinderen de deur uit om naar de kerk te gaan. En als we aan tafel gaan bidden voor het eten, is zij soms de eerste die hen tot stilte maant. Willen de kinderen christelijke muziek draaien, dan zet ze die gewoon voor hen op. Natuurlijk, wat ik heb gevonden, gun ik iedereen, dus haar zeker. Daar bid ik ook voor. Maar ik kan niets forceren. Bij mij heeft het ook 32 jaar geduurd.” .








