
Terug in de tijd met Wim de Knijff: ‘Mijn dochter werd gepest omdat ik voor de EO presenteerde’
Hoe is het nu met de voormalig 'De Kinderkrant'-presentator?
vandaag · 11:45| Leestijd:8 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
“U komt me zo bekend voor!” hoorde voormalig EO-presentator Wim de Knijff onlangs nog op een Deense camping. Het tv-icoon van het eerste uur, inmiddels 81 jaar, loopt nog altijd warm voor een goed verhaal, het liefst om daarmee het evangelie te vertellen.
Als we Wim spreken, heeft hij net zijn verjaardag gevierd. “Er verandert niet zoveel hoor, het is slechts een getal. Hoewel het natuurlijk wel behoorlijk oud is. Dankzij een nieuwe heup ben ik weer helemaal fit. Het is louter genade dat mijn vrouw en ik de gezondheid nog hebben. Sinds mijn pensioen hebben we meer tijd voor onze kinderen en kleinkinderen.”
‘De Kinderkrant’
De EO-erfenis, zoals die op de camping weer even naar boven kwam, stamt uit de jaren zeventig en tachtig, toen Wim bijna twintig jaar lang De Kinderkrant presenteerde. Dit was het eerste EO-programma voor kinderen. “Mensen die nu boven de 50 zijn, hebben het vaak wel gezien.”
Hoewel zijn carrière bij de EO gevarieerd was, vond hij De Kinderkrant misschien wel de leukste tijd. “We hadden een ontzettend leuk team, met de creatieve input van Dick Baarsen en Lanny van Rhee – helaas allebei al overleden. Ik was de schoolmeester die je meeneemt en verhalen vertelt. Met Yvonne Sprunken-Versteegh en Willem van Schaaijk trok ik het land in.”
Dat ik zo veel mensen op de Here Jezus mocht wijzen - dat was ongekend
De verjaardag van patat
Wim geeft een voorbeeld van hoe dat destijds ging: “We hadden ergens gelezen dat patat honderd jaar bestond. Dus gingen we op de bonnefooi ergens heen om, bij een willekeurige patatkraam, de verjaardag van patat te vieren. Al patat etend draaiden we ons item. We kwamen op zo’n trip altijd nog wel andere dingen tegen, waar ik dan spontaan een verhaaltje bij hield. Het was natuurlijk een heel ander metier. Alles moest op een filmrol die na vijf tot acht minuten gewoon op was. Het was een heel leuke tijd. Ik noem mezelf wel een geofiel: ik ben geografisch ingesteld, houd van reizen. Deze baan gaf me vrijheid. We toerden door het hele land. Dat vind ik nog steeds heerlijk om te doen.”
Praise op de Dam
Na De Kinderkrant werd Wim verantwoordelijk voor de afdeling Jongerenprogramma’s. Gevraagd naar mooie herinneringen, noemt Wim twee hoogtepunten. “Ik mocht eens spreken op de EO Jongerendag. De hele vaderlandse pers liep uit, want hoe kreeg die christelijke omroep zo veel jeugd op de been? Zo mooi. Ook organiseerden we met Ronduit talloze praise-avonden. Met onze eigen band gingen we het hele land door en kregen we sporthallen vol. Zo hebben we eens de samenwerking gezocht met de Mars voor Jezus, in 1992. Dat konden we combineren met een praise op de Dam in Amsterdam. Vijftienduizend mensen deden mee aan die mars. Het was bij een praise gebruikelijk dat er een meditatie van tien minuten in het programma zat. Die mocht ik verzorgen. Op de Dam, in het centrum van het land! Dat ik daar voor zo veel mensen het woord mocht voeren en op de Here Jezus mocht wijzen – dat was ongekend.”
Vertel over je ervaringen!
Keek jij graag naar De Kinderkrant?
Gratis inloggen
Super dat je jouw perspectief wil delen! Log in om je reactie te plaatsen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Je zat echt op je plek bij de EO?
Wim knikt. “Ik heb met ontzettend veel plezier voor de EO gewerkt. In de eerste jaren had ik nog een baan als onderwijzer op een basisschool in Den Helder en deed ik dit ernaast. Dan kon ik dus niet naar Hilversum voor de opnames, en kwamen ze naar Den Helder om het programma op te nemen. Het werk voor de EO was voor mij echt een roeping. De eerste EO-medewerkers waren, denk ik, meer zendeling dan uitzendeling. Ik merkte dat dat gevoel bij de generaties na mij minder sterk is. Zij zitten er anders in. Weet je waarom destijds De EO-Kinderkrant zo’n succes was? Het kwam tegemoet aan een grote behoefte. Televisie speelt nu een kleinere rol, de smartphone heeft veel vervangen. Maar in die tijd waren er slechts twee netten. De Kinderkrant stond op hetzelfde tijdstip als het programma Toppop op het andere net. De popcultuur was overheersend, met harde muziek. Veel mensen, ook bijvoorbeeld de VARA-gezinnen, vonden De Kinderkrant daarom een goed alternatief. Die kinderen kenden de Bijbelverhalen niet. Daar maakten we gebruik van om het evangelie te delen.”
‘Tot de benzine opraakte’
Er zat ook een schaduwzijde aan zijn werk, vertelt hij. “Televisie ging altijd voor. Zo had ik eens met De Kinderkrant een opname in Broek op Langedijk. Daar verkenden we het zogenaamde ‘Rijk der Duizend Eilanden’ met een platboomschuit. Tot de benzine opraakte... We waren in the middle of nowhere en moesten terugroeien. Die avond was de diploma-uitreiking van mijn dochter op de mavo. Toen ik daar uiteindelijk rond 21.00 uur kwam aanzetten, was het al voorbij. Dat vond ik een van de ergste dingen die me in dit werk zijn overkomen.”
Hebben jullie kinderen geleden onder je werk?
“De combinatie van werk en gezin schuurde, ja. We waren als presentatoren afhankelijk van een cameraploeg. Hoe laat het ook werd, het moest altijd af, dus alles ging ervoor opzij. En met Ronduit was ik ook in de weekenden actief. Mijn oplossing was om er in de vakantie volledig voor de kinderen te zijn. Wat ze maar wilden – badmintonnen, bergwandelen –, ik was er helemaal. Ook in de kleinere vakanties. Dan waren we er als gezin echt voor elkaar.”
Overal herkend
Toch achtervolgde ook op die vakanties zijn werk hem. Het gesprekje dat Wim onlangs in Denemarken had op de camping, typeerde lange tijd zijn privéleven. “Dat ik overal herkend werd, was voor onze kinderen het lastigst. Ik weet nog dat we in een voorjaarsvakantie met twee kleine tentjes in de Achterhoek kampeerden. Op de eerste dag kwam onze zoon tijgerend uit de bosjes tevoorschijn, z’n toilettas onder de arm. Wij natuurlijk verbaasd: waarom doe je dit? Zegt-ie: ‘Ze zitten overal achter me aan, om te kijken waar wij staan.’ Dat was voor hen heel vervelend. En mijn dochter werd rond haar 16e op school gepest met haar vader bij de EO. Ze wilde toen liever niet dat ik op de ouderavond kwam.”
Opvoeding geëvalueerd
“Later hebben we met onze kinderen de opvoeding geëvalueerd”, vervolgt Wim. “Dat was best spannend. Natuurlijk hadden ze vragen. Waarom ging het altijd op die manier? Soms kun je dingen verklaren, en soms kun je ook zeggen dat het anders had gemoeten. Maar ik heb ze nooit horen klagen en ook in de evaluatie kwam er niet veel teleurstelling boven. Het heeft hun ook leuke dingen gebracht.”
Het geloof was een pakketje dat je van je ouders overnam
‘De Kinderkrant’ was een evangeliserend tv-programma. Welke rol hebben media nu in de opvoeding, volgens jou?
“Vroeger was alles christelijk: de zondagsschool, de club, en de schoolmeester op de christelijke school becommentarieerde het nieuws. Het geloof was een pakketje dat je van je ouders overnam. Nu spelen media een grote rol in de opvoeding. Kinderen leven in een open wereld, met ‘levensvullende’ boodschappen. Dat is spannend. En daar moet je als ouders en kerk veel meer tegenover stellen. Mijn pleidooi is: maak van kinderen je topprioriteit! Bied tegenwicht aan de wereld, geef je kinderen een inkijk in je eigen leven. Niet belerend of verbiedend – dat helpt niet –, maar juist nieuwsgierig. Toon meer van jezelf, ook als het twijfel is. Want dat helpt kinderen om mensen te worden die stevig staan in de wereld van vandaag.”
Veel jonge kinderen
“In onze kerk zijn veel jonge kinderen. Ik hoor de groep ouderen – waar ik zelf natuurlijk ook bij hoor – weleens mopperen dat kinderen te veel aandacht krijgen, met eens per maand een kinderdienst. Dan zeg ik: met ons komt het wel goed. Wij kunnen onze eigen geestelijke voeding wel bij elkaar sprokkelen. Daarin blijf ik nog steeds de kinderprogrammamaker: alle aandacht voor de kinderen! Hier in Den Helder verdwijnt veel jeugd, omdat er weinig te studeren is. Dus zorg dat je ze voor die tijd genoeg meegeeft. Ik geef geen zondagsschool meer, maar train mensen nog wel; in het vertellen van een goed verhaal bijvoorbeeld.”
- Herman Wegter: 'Mijn tijd bij de EO was net een jongensboek!'
Herman Wegter: 'Mijn tijd bij de EO was net een jongensboek!'
Waarom is een goed verhaal zo belangrijk?
“Ik merk dat veel mensen die in de kerk met kinderen werken, voorlezen uit de kinderbijbel. Ik hoop dan altijd dat ze het goed voorbereiden. Maar wat mij betreft, is het mooier als je zelf het verhaal vertelt. Je schildert met woorden, op zo’n manier dat je er echt bént. Je voelt de warmte en de wind, je ziet de palmbomen. Het verhaal is een belangrijke communicatievorm, die blijft. Je ziet het in de populariteit van films. Ook Facebook vraagt: wat is jouw verhaal vandaag? En het is wat influencers doen. Dat moet je uitbuiten, een verhaal geeft kinderen iets om zich mee te identificeren.”
Een goed verhaal
Zelf vertelt Wim nog regelmatig verhalen. “Sinds mijn pensioen ben ik meer gaan preken. Dat is de schoolmeester in mij: het verlangen om dingen over te dragen aan anderen blijft. Ook dwingt het me om in de Bijbel te studeren. Ik wil Jezus’ boodschap blijven communiceren en nadenken over welke vragen er vandaag de dag leven. En ook in elke preek hoort een middenstukje te zitten, zo ongeveer op twee derde, waarin je met een persoonlijk verhaal moet komen. Als je dat mooi inkleedt in taal, dan zie je de mensen weer opveren. Een goed verhaal werkt dus ook bij volwassenen.”
Tekst: Riejanne Wolswinkel
Op de hoogte blijven van de nieuwste Visie-artikelen?
Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief!
Lees onze privacyverklaring.