
Heleen van Dijk: 'Volgen zonder vragen is niets voor mij'
Oud-EO-presentatrice over muziek en geloof
16 oktober 2025 · 09:50| Leestijd:8 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Haar hele leven werkte Heleen van Dijk (75) voor de EO. Ze werd vooral bekend als dé stem van 'De muzikale fruitmand'. Tien jaar na haar pensionering blikt Heleen terug op deze periode. Maar ze kijkt ook vooruit. “Ik ben bezig met het laatste stukje.”
Welk christelijk lied ze echt niet kan meezingen? Heleen schiet even in de lach. “Het lied ‘Wat God doet, dat is welgedaan’. Toen mijn man net was overleden, kreeg ik een kaartje met die tekst. Nou, daar kon ik niets mee. Ik had vooral behoefte aan mensen die naar me luisterden en een stukje met me meeliepen, niet aan christelijke dooddoeners.”
Gelukkig heeft ze aan andere liederen wel houvast. “Vooral liederen over de trouw van God. Dat thema is echt een rode draad door mijn leven. ‘Groot is uw trouw, o Heer’ was lange tijd mijn favoriet. En de laatste jaren een modernere versie daarvan: ‘Goedheid van God’. Juist in perioden dat Hij minder aanwezig leek en ik niet wist hoe het verder moest, was Hij er. Telkens weer.”
Hoe is het nu met?
Duizenden uren
Haar stem is nog altijd die van de warme, invoelende presentatrice die zich direct inleeft in haar gast. In de 43 jaar dat Heleen van Dijk voor de omroep werkte, was ze duizenden uren te zien en te horen bij de EO. Ze is de trotse moeder van vier zonen en vier schoondochters en oma van inmiddels tien kleinkinderen. In haar lichte appartement in Krimpen aan den IJssel vertelt Heleen hoe het nu met haar gaat.
Je was 22 toen je in 1972 bij de EO kwam werken. Hoe zag de omroep er toen uit?
“We werkten vanuit een klein herenhuis in Hilversum. De omroep was nog jong en ik keek mijn ogen uit. Ik was beschermd opgegroeid, in de Vergadering van Gelovigen. Daar stond vooral onze toekomst centraal, de hemel. De aarde was slechts een woestijn waar we even doorheen moesten. Men deed niet aan politiek en er was bovendien weinig contact met mensen van andere kerken.
Ik werd in het diepe gegooid en stond al snel voor de camera
Toen ging ik op kamers in Hilversum en leerde ik dat er veel meer te koop was in de wereld. Ik begon bij de EO op de boekhouding, maar voor ik het wist, werkte ik voor het radioprogramma Klankbord en het tv-programma Tijdsein. Daar ging het over politiek en allerlei maatschappelijke onderwerpen als abortus en euthanasie. Ik werd dus in het diepe gegooid en stond al snel voor de camera. Ik vond die tijd enerverend, maar ook moeilijk. Ik moest echt presteren, maar had alleen de mulo gedaan en mijn vader was melkboer. Van huis uit waren wij niet gestimuleerd om verder te leren.”
Hoe kwam je vanuit deze actualiteitenprogramma’s terecht bij de geestelijke muziek?
“Toen ik 30 was, trouwde ik en een jaar later werd onze oudste zoon geboren. De ongeschreven regel was dat je als moeder thuis was bij je gezin. Als getrouwde vrouw werken ging nog net. Maar zodra je moeder werd, hoorde je uit vaste dienst te gaan.
'Narcisme maakt je klein, maar ik heb mezelf hervonden'
'Narcisme maakt je klein, maar ik heb mezelf hervonden'
Als freelancer blijven werken kon wel. Maar niet voor actualiteitenprogramma’s. Zo kwam de vraag op mijn bord of ik iets met muziek wilde gaan doen. Liederen betekenden altijd al veel voor mij – in de Vergadering zongen we altijd vierstemmig en thuis zongen we bij het orgel –, dus dat zag ik wel zitten. Dit was bovendien goed te combineren met de kinderen. Uiteindelijk heb ik tot mijn 55e freelance voor de EO gewerkt, daarna ben ik toch weer in vaste dienst gegaan.”
In die periode werd ook je man ziek, en overleed hij.
“Hij overleed op de 13e verjaardag van mijn oudste zoon. De jongste was 4. De EO was voor mij toen een enorm goede werkgever. Ook al was ik freelancer, ik kreeg aan alle kanten hulp en er werden maatregelen getroffen zodat ik vanuit huis mijn werk kon blijven doen.
Ik begreep meer van het lijden van anderen
Na het overlijden van mijn man kon ik me nog beter inleven in de verzoeken die ik kreeg van luisteraars om liederen te draaien op de radio; vaak had dat toch te maken met lijden. Ik begreep meer van het verdriet van anderen. Dat was het mooie van De muzikale fruitmand presenteren: met dat programma kom je heel dicht bij mensen.”
Welk soort christelijke liederen zijn je favoriet?
“Ik kan van veel liederen genieten, maar zeker de psalmen ben ik steeds meer gaan waarderen. Die werden in de Vergadering nooit gezongen, maar bijvoorbeeld Psalm 68 en Psalm 42 werden wel vaak aangevraagd op de radio. Het zijn liederen waarin alles wordt benoemd: vreugde, boosheid, niet begrijpen… kortom, alle emoties. Dat geeft veel vrijheid en ruimte, zeker omdat veel psalmen uitmonden in het loven van God.”
Arie van der Veer
Heleen heeft veel samengewerkt met Arie van der Veer, tijdens de Nederland Zingt-avonden. “Hij noemde eens een regel uit Psalm 63: ‘Dan zing ik mij van zorgen vrij’. Dat zingen is soms tegen de klippen op, maar je kunt ervoor kiezen.” Haar toegenomen liefde voor de psalmen laat iets zien van de persoonlijke ontwikkeling die Heleen heeft doorgemaakt. “Toen ik net bij de EO werkte, nodigde een collega mij uit voor de doopdienst van zijn zoon. Ik ben niet gegaan, want ik vond dat mijn plek in de Vergadering was.”
Ze schudt haar hoofd. “Later heb ik me daarvoor geschaamd, voor die keuze. Gelukkig ben ik bevrijd van dat nauwe, beperkte denken en heb ik de breedte en de vrijheid van Gods koninkrijk mogen ontdekken. Er is veel meer ruimte bij Hem dan wij vaak denken.”
Je hebt je bijna een halve eeuw beziggehouden met geestelijke muziek. Hoe vind je dat de christelijke liederen zich hebben ontwikkeld?
“Ik volg het niet op de voet, maar in mijn huidige kerk – de Kerk van de Nazarener – zingen we van alles: Opwekking, Hillsong, noem maar op. Ik snap dat de moderne liederen de jeugd beter aanspreken. En ik kan genieten van mijn kleinzoon van 6 die in de auto uit volle borst ‘Praise the Lord, oh my soul’ meezingt.
Zelf hou ik van liederen die praktisch zijn: over hoe we onderweg zijn met elkaar als gelovigen en elkaar bij de hand nemen. In het lied ‘Wat de toekomst brengen moge’ staat de zin: ‘Leer mij volgen, zonder vragen’. Dat is dus niets voor mij. Ik ga liever achter Jezus aan mét mijn twijfels. Ik heb meer aan een geloof waarin ik mijn vragen mag stellen dan aan een systeem waarin alles vastligt.”
Je bent tien jaar met pensioen. Hoe ziet je leven er nu uit?
“Ik ben actief geweest in de kerk als coördinator van de diensten en heb een tijdlang reizen geleid voor Beter Uit. Tegenwoordig maak ik weer een radioprogramma met geestelijke muziek, bij de Reformatorische Omroep. Een heel andere doelgroep dan de EO, maar ik heb dat nooit als beperking ervaren. Verder pas ik graag op de kleinkinderen en geniet ik ervan oma te zijn.”
Als je terugkijkt op de afgelopen vijftig jaar, wat zou je anders hebben gedaan?
Heleen is even stil. “Ik zou andere keuzes hebben gemaakt na het overlijden van mijn man, zeker met het oog op de kinderen. Het is inmiddels 31 jaar geleden en het was een andere tijd. Maar met de kennis van nu denk ik: ik had meer begeleiding en hulp moeten vragen bij de rouwverwerking.
Ik heb zelfs mijn begrafenis al deels geregeld
Ik heb geprobeerd als moeder de kinderen te ondersteunen, maar zie nu in dat dit ook een prijs heeft gehad. De impact van het verliezen van je vader is zo groot, misschien heb ik daar te weinig bij stilgestaan en wilde ik vooral dat het goed met ze ging. Ik wil daarover met mijn zoons in gesprek: zijn er dingen die je daarover nog wilt zeggen tegen mij?”
Ben je bewust dingen aan het regelen voor als je straks niet meer bij ze bent?
“Ik ben 75, ik ben bezig met het laatste stukje. Mijn testament is in orde. En ik heb zelfs mijn begrafenis al deels geregeld. We zingen in elk geval ‘Goedheid van God’. Maar er is ook een ander testament dat ik achterlaat: rouw blijft altijd in je leven en laat overal zijn sporen na. Maar ik wil geen brokken achterlaten. Dus als er nog dingen zijn die uitgesproken moeten worden, wil ik daar ruimte voor maken.”
Liederen over de trouw van God liggen je na aan het hart, vertelde je al. Is Hij ooit uit beeld geweest?
“Mijn geloof heeft zich met vallen en opstaan ontwikkeld. Soms, als ik presenteerde, hoorde ik mezelf praten en dacht ik: hoor wie het zegt! Je praat hier wel over God, maar hoe dan? Toch heb ik ervaren dat ik altijd bij Hem terug mocht komen. God was dichtbij, maar ikzelf was soms ver weg, ontdekte ik dan.
Deze zomer was ik in Zwitserland, in Zermatt aan de voet van de Matterhorn. Eerst was het mistig en zag ik niets van die beroemde berg. Maar in de loop van de ochtend trokken de wolken op en zag ik de Matterhorn in al zijn glorie. Zo heb ik God ook mogen ervaren: al was ik Hem soms uit het zicht verloren, Hij is er altijd voor mij geweest.”