Berichten over de dreigende scheuring in de Christelijke Gereformeerde Kerken sla ik nu het liefst over. Het is zo pijnlijk als christenen het niet meer met elkaar uithouden. Want dat is nooit alleen maar een meningsverschil, het is vaak een kras op je ziel. En het is niet wat de kerk is.
Bij ons in de kerk heb je de ‘vrijplaats’. Het moment in de dienst waarop we gebedspunten kunnen noemen en iets van ons leven delen. En oprecht meeleven met iemand die vertelt dat hij in een burn-out zit. Een arm om de schouder bij iemand die de volgende dag naar de dokter moet en het ergste vreest. Een warm dankgebed nadat een kind heeft verteld over het prachtige huwelijksfeest van zijn ouders. Kom daar eens om in onze wereld. Dit is dan ook de kerk. Als een tent die klappert in de wind, waarin we even schuilen tegen de regen. Een veldhospitaal waarin we tegen elkaar aan schurken, brood en wijn delen, een traan van een wang vegen, glimlachen omdat we ons geliefd weten.
Toen ik in Egypte woonde, zat ik geregeld tegenover Malik. Een Soedanese reus. Hij was ooit naar Cairo gekomen om imam te worden, maar had een droom van Jezus gekregen en was in een sloppenwijk een christelijke school voor vijfhonderd vluchtelingenkinderen begonnen. Als bestuurslid sjouwde ik een beetje mee. Maar soms snapte ik er helemaal niets van. Dan had het bestuur een leraar van een verkeerde stam benoemd, of was er een kind om onduidelijke redenen van school gestuurd. Dan zaten Malik en ik in parallelle universums. Totdat we het weer over Jezus hadden. Dan gingen zijn ogen glimmen en wisten we het weer: we zijn broers. Wij horen bij Jezus en niets kan ons scheiden.
Soms ben ik hele dagen aan het praten, maar op zondag wordt het mij gezegd. In mijn eentje zing ik soms vals, maar in het koor van de kerk klink ik als een klok. Soms heb ik niet de rust om te bidden, maar in de kring van medegelovigen komen de woorden vanzelf. En toen het geloof me een keer ontviel, hield het ritme van de kerk me gaande.
Dit is de kerk. Het lichaam van Christus. Wees er zuinig op.