
PremiumGé zoekt al veertien jaar naar zijn vermiste schoonmoeder: ‘Kerst hebben we nooit meer gevierd’
Interview
vandaag · 09:00| Leestijd:9 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
‘Waar ben je?’ Voor Gé Willemsen (61) uit Renkum is het een gekmakende vraag. Sinds zijn schoonmoeder Neli van der Schouw op 22 december 2011 van de ene op de andere dag verdween, denkt hij dagelijks aan haar. “Het stopt nooit. Want als het stopt, is er ook geen hoop meer.”
Het loopt al tegen middernacht als Gé Willemsen (61) die 22e december 2011 een telefoontje krijgt van zijn schoonvader. “Is Neli bij jullie? Ze is weg.”
Neli is Gé’s schoonmoeder en Gé is haar vertrouweling. “Ik had een waanzinnig goede band met haar.” Gé heeft er direct een slecht gevoel bij en springt in de auto.
Woordenwisseling
Die dag hebben Neli en haar man Gerard samen met de knutselclub van de kerk kerststukken gemaakt. Als ze ’s avonds thuiskomen, ontstaat er een kleine woordenwisseling. Neli wil de afwas doen, terwijl Gerard liever naar een sportprogramma kijkt. De geluiden van het afwassen irriteren hem, waarna hij naar boven gaat. Als Gerard een uur later weer beneden komt, ontdekt hij dat de voordeur openstaat. Op een reclamefolder vindt hij een krabbeltje: “Je weet al heel lang niet wat je met me aan moet. Het ga je goed. Ik ga.”
Neli is verdwenen. Haar jas is weg, maar ze heeft geen telefoon, portemonnee of paspoort bij zich.
Waarom had je er meteen een slecht gevoel bij?
“Door de gesprekken die wij hebben gehad. Daar zeg ik verder niets over, tegen niemand. Ook niet tegen mijn vrouw Henny, Neli’s dochter. Dat heb ik mijn schoonmoeder beloofd en daar houd ik me aan. Het enige wat ik erover kan zeggen, is dat ze geen fijn huwelijk had.”
Past haar verdwijning bij wat ze je had verteld?
“Het klinkt heel raar, maar ik keek er niet van op. Het verontrustte me, dat wel. Aan de andere kant: als je weet hoe gek ze was met haar kinderen en kleinkinderen, past haar verdwijning daar weer helemaal niet bij.
Soms ga ik twijfelen aan mezelf. Dan denk ik: heb ik signalen niet goed opgevangen? Had ik niet veel doortastender moeten optreden? Maar dat is achteraf. Je gaat je ook niet zomaar mengen in iemands relatie.”
Had je schoonmoeder steun aan haar geloof?
“Ja, zeker wel ja. God speelde een belangrijke rol in haar leven. Heel soms vertelde ze hoe ze dingen beleefde, maar ze was niet iemand die je met Bijbelteksten om de oren tikte. Ze was meer iemand die het geloof praktisch handen en voeten gaf. Ze leefde altijd wat op de achtergrond, maar was wel een heel warm mens.”
Eitjes op het fornuis
Als Gé nog diezelfde decemberavond in 2011 de politie belt, gaan alle registers open. Familie, vrienden en gemeenteleden gaan op zoek naar Neli. Ook twee hondenzoekteams worden ingezet. Dagenlang wordt er met man en macht gezocht, en Gé draait puur op adrenaline. Er komen diverse tips binnen. Neli zou zijn gezien op de begraafplaats een dorp verderop. Een paar dagen later slaan de honden aan op een plek bij de Rijn.
“Uiteindelijk heeft het allemaal niets opgeleverd”, zegt Gé. “Neli kon niet zwemmen en had een enorme angst voor water. Dus het lijkt me niet dat ze de rivier in gelopen is. Wat er dan wel is gebeurd? Alle opties liggen open. Het kan zijn dat ze zelf het besluit heeft genomen om te gaan. Zelfstandig, of misschien met hulp. Het kan ook zijn dat ze slachtoffer is geworden van een misdrijf; buitenshuis of binnenshuis. Niemand die het weet. En weet je wat het bizarre is? De eitjes voor de volgende ochtend stonden al klaar op het fornuis. Wat ik me al die jaren al afvraag: als je dan ineens bedenkt ‘ik ga’, waarom doe je dan nog de afwas?”
Denk je dat het haar bedoeling was om voor altijd weg te blijven?
“Ze heeft die stap gezet, en terugkomen is dan natuurlijk moeilijk. En naarmate je langer weg bent, wordt die drempel om terug te komen ook steeds hoger. We wonen bovendien in een dorp, heel veel mensen weten ervan. Die gaan allemaal vragen stellen. Ik kan me voorstellen dat je daar geen zin in hebt. Maar of het echt allemaal gepland is? Ik weet het niet.”
Weekendje in de duinen
Onlangs werkte Gé mee aan de EO-podcast Verdwenen. Daarin zegt hij dat dit de laatste keer is dat hij zijn verhaal vertelt. Toch doet hij nu opnieuw zijn verhaal. Waarom? “Als het stopt, verlies je ook alle hoop. Mijn vrouw en ik waren laatst een weekendje in de duinen. Mijn schoonmoeder zou nu 82 zijn, dus tijdens zo’n uitje bekijken we iedere oude vrouw die we tegenkomen. We spreken het niet naar elkaar uit, maar we denken allebei steeds: zou zij het kunnen zijn? Je zou zeggen: daar word je toch overspannen van? Maar het is een manier van leven geworden.
De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.
Toestemmingen aanpassenWe hebben ook een lijst van plekken waar we nog naartoe willen. Locaties waarvan we weten dat ze daar graag kwam. Regelmatig bezoeken we zo’n plek en kijken en vragen we rond in bijvoorbeeld kerken. Zijn we er geweest, dan strepen we ’m af. Het zijn locaties in Nederland, maar ook in Duitsland, België, Hongarije zelfs. We weten dat ze helemaal idolaat was van dat land. Ze was daar samen met mijn schoonvader op vakantie geweest en vond het een prachtig gebied. Het kan zomaar zijn dat ze daarnaartoe vertrokken is. De grenzen zijn open, dus een paspoort heb je niet per se nodig.”
Je zegt: ‘Als het stopt, verliezen we de hoop.’ Maar als het stopt, kun je het ook afsluiten…
“Mijn ouders waren voor de verdwijning van Neli al overleden, dus ik weet inderdaad: met het sluiten van de kist breekt er een nieuw hoofdstuk aan. Dan kun je het oude afsluiten. Maar er is geen kist, we weten niets. Dus afsluiten gaat niet. Soms hoor je dat ze ergens een schedel opvissen, of dat er botresten aanspoelen. Ze vinden hier in de bossen soms nog soldaten uit de Tweede Wereldoorlog…”
Gé roert in zijn kop cappuccino en lepelt het laatste schuim op. “Heerlijk!” zegt hij zacht. Zijn ogen worden vochtig, zijn blik dwaalt naar buiten, waar de zachte najaarszon gouden randjes langs de herfstbladeren tekent. “Van mij mag het na november gelijk januari worden. December is zo’n beladen maand, ik zie daar nu al tegen op. Kerst hebben we na 22 december 2011 nooit meer gevierd. Ja, natuurlijk staan we stil bij de geboorte van Jezus. Maar als op 31 december om twaalf uur het vuurwerk de lucht in gaat, slaak ik een zucht van verlichting. Dan hebben we het weer gehad.”
Neem je je schoonmoeder iets kwalijk?
Resoluut: “Absoluut niet.”
Wat als ze ineens weer op de stoep zou staan?
“Dat is waar je al die jaren op hoopt en naar uitkijkt. Tegen beter weten in misschien. Maar heel vaak als ik bij ons de deur uit loop, kijk ik eerst links en rechts de straat in. Wie weet…
Wat ik zou zeggen tegen haar? Niet veel, denk ik. Of ze koffie wil.”
Fractie van een seconde
“Henny vraagt weleens: zou ik haar nog herkennen?” vervolgt Gé. “Neli is natuurlijk ook vijftien jaar ouder. Dan zeg ik tegen haar: ‘Geloof mij nou, op het moment dat jij aan de ene kant van de winkel staat en je moeder aan de andere kant, herken je haar direct. In een fractie van een seconde.
Maar eerlijk is eerlijk, ik denk ook weleens: stel dat het mij gebeurt. Ik ben buschauffeur, stel dat ik de deur van de bus opendoe en haar zie instappen. Dat zou gek zijn. En dan druk ik me nog zachtjes uit. Ik denk dat ik de verkeersleiding inschakel en zeg: ‘Jongens, ik ben op dit moment even niet in staat om verder te rijden.’”
Een zwaar kruis
Steun ervaarde Gé de afgelopen jaren vooral van zijn vrouw Henny. Onvoorstelbaar, vindt hij zelf. Hij legt zijn hand naast zijn voorhoofd: “Zij zit zelf hier, hè? Zij zit helemaal tjokvol, nog steeds. Natuurlijk genieten we van de dingen die daarna zijn gebeurd. De kinderen die een partner tegenkomen, een huis kopen. Eentje gaat volgend jaar trouwen, daar kijken we naar uit.
En hoewel we de afgelopen jaren niet meer zo frequent een kerk bezoeken, heb ik toch ook wel steun van God ervaren. Hoe kom ik anders aan de kracht om de dingen te doen die ik destijds gedaan heb in de zoektocht naar haar? En die we nog steeds doen? Het is af en toe best een zwaar kruis om te dragen. Dan is het fijn dat er iemand achter je aan loopt die de last even een stukje verlicht. En dat ervaar ik gelukkig ook wel.”
Bid je of je je schoonmoeder ooit mag vinden?
“Of het bidden is? Ik weet het niet. Maar ik denk er wel vaak aan. Een soort lijntje naar boven.”
Of er ooit duidelijkheid komt? Gé hóópt het met alle vezels in zijn lijf. “Ergens denk ik dat er ooit een antwoord komt. Het zou mooi zijn als dat in dit leven is, als je nog volop in de wedstrijd zit. Maar misschien is het pas in het hierop volgende leven. Het is precies de reden waarom ik toch nog weer een keer mijn verhaal vertel: misschien leest iemand dit die nét dat ene puzzelstukje kan leggen.”








