
Dirk De Wachter: 'Sinds de diagnose blaast de dood in mijn nek'
Psychiater en ‘verdrietdokter’ over kanker, zin en het kleine goede
13 augustus 2025 · 11:53| Leestijd:12 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. Geen verplichtingen, stopt automatisch.
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement? .
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
In Parijs, de stad waar hij altijd zo intens van schoonheid geniet, kreeg psychiater, hoogleraar en bestsellerauteur Dirk De Wachter (65) in de zomer van 2021 plotseling “helse buikkrampen”. De Belgische ‘verdrietdokter’ bleek uitgezaaide darmkanker te hebben. “Maar ik hoop tot mijn 94e te blijven werken.”
Hij ziet zichzelf nog zitten op dat bankje in het Centre Pompidou, een museum voor moderne en eigentijdse kunst in Parijs. Op de plek waar hij al zo vaak “de troost van kunst” heeft ervaren, klapte hij letterlijk dubbel van de pijn. Toen hij op het toilet veel bloed verloor, besefte hij meteen: dit is niet goed.
Veertig procent kans
Medische onderzoeken volgden. Toen hij korte tijd later de diagnose ‘uitgezaaide darmkanker’ kreeg, was het alsof hij opeens wankelend voor een diep ravijn stond: was dit dan het einde? Hij wist dat de kans dat hij in 2025 nog zou leven, statistisch gezien veertig procent was.
De Wachter – destijds 61 – onderging een zware operatie. Daarna volgde een pittig chemotraject. Hoewel hij minder energie heeft dan voorheen, is hij inmiddels weer volop aan het werk. Wel blijft hij onder controle, en is hij “geen zorgeloos mens meer”.
Wie is Dirk de Wachter?
Hoe gaat het momenteel met u?
“Het gaat wel weer de goede kant met me op”, vertelt De Wachter. Hij biedt koffie aan en neemt plaats aan een lange tafel in zijn Antwerpse woonkamer, met muren vol moderne kunst. “In augustus zijn er nieuwe controles. Dat is altijd spannend. En er zijn in mijn geval natuurlijk geen definitief ‘goede kanten’ meer.”
Hij wijst naar het hoge plafond van zijn art-nouveauherenhuis. “De rest van mijn levensdagen hangt er een zwaard van Damocles boven mijn hoofd.”
Kleurrijke bloemen
Hij legt zijn leesbril op tafel en schuift hem opzij, naast een stenen pot met kleurrijke bloemen. “En toch ben ik een gelukkig mens. Want ik ben er nog, en kan nog steeds van betekenis zijn voor anderen.”
Vóór uw 40e kreeg u een beroerte. Was dat de eerste confrontatie met uw sterfelijkheid?
Een korte knik. “Ik was 39 en zat achter mijn bureau in mijn werkkamer van het Universitair Psychiatrisch Centrum in Kortenberg, bij Leuven, toen dat gebeurde. Schrikken, jazeker. Een beroerte kan je dood betekenen. En onze kinderen waren nog jong.”
Misschien is dat wel een definitie van de liefde: niet weglopen van de lastigheid
Gelukkig kwam u er goed doorheen?
“Ik heb het overleefd, zonder restletsel. Maar die darmkanker heeft de dood nog veel sterker naar de voorgrond gebracht. Als een kille tocht die soms – onverhoeds – in mijn nek blaast. Door mijn werk ben ik uiteraard goed bekend met sterfelijkheid. Ik spreek vaak mensen die suïcidaal zijn, een euthanasiewens hebben, of rouwen. In Kortenberg, maar ook in mijn privépraktijk, hier in ons souterrain. Alleen ging het nu opeens om míjn sterfelijkheid.”
Liefde
“En,” zegt hij vooroverbuigend, “ik zal het vóór zijn, omdat ik die vraag altijd krijg: ik ben daardoor niet veranderd in mijn opvattingen over de zin van het leven, over de hemel – een concept dat u zal interesseren – en de liefde. Het is misschien een beetje hooghartig om te zeggen, maar het is echt zo. Ik ben juist in al die dingen bevestigd.”
Toen u na de operatie uw vrouw zag, stroomden de tranen uit uw ogen, las ik. Hebt u de kracht van de liefde in de afgelopen periode dieper dan ooit ervaren?
“In ieder geval ben ik mij er meer dan ooit van bewust geworden. De liefde was voorheen ook zeer aanwezig. Maar ik heb ondervonden dat in de lastigheden van het leven de liefde zeer noodzakelijk is, je nog dichter bij elkaar kan brengen. Als we juist op de momenten dat het écht moeilijk is, iets voor elkaar kunnen betekenen… dat definieert de liefde, denk ik.”
Dierbare jeugdvriend
Zijn persoonlijke confrontatie met darmkanker omschreef hij ergens als ‘een barst in het broze vlies van het bestaan’. “Met die broosheid komen we, vroeg of laat, allemaal in aanraking. En naarmate je ouder wordt, steeds vaker. Vorig jaar september lag ik in het ziekenhuis, nu in verband met een niertumor – het houdt niet op. Ik had veel pijn, door allerlei complicaties. Toen vernam ik dat een dierbare jeugdvriend plotseling was overleden. Voilà, dacht ik, ik lig hier. Ik lééf nog. Gelukkig.”
U leeft graag?
Enthousiast: “Zeer graag! Het leven is voor mij een geschenk, een aangenaam gebeuren. Ik zou het graag nog een poosje mogen meemaken.”
U gelooft niet in een persoonlijke God, vertelde u onder meer in ‘Adieu God?’ Aan wie of wat denkt u als u het leven een geschenk noemt?
“Ik ontvang het leven dagelijks in de ontmoeting met anderen. Dat heb ik van de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas, die ik zeer bewonder. ‘Wij zijn in de blik van de ander.’ Prachtig. Dus nu ben ik, door u. Het feit dat u geïnteresseerd bent in mijn leven en helemaal naar Antwerpen bent gekomen, maakt dat ik zinvol kan bestaan. Mijn menselijkheid ontstaat steeds opnieuw, als een vonk die – in de ontmoeting met de ander – steeds weer een gegevenheid is.”
Dirk de Wachter in 'Adieu God?'
Zinvol zijn
Door zijn boek Borderline times, waarin hij stelt dat onze westerse samenleving alle symptomen van een borderline persoonlijkheidsstoornis vertoont, raakte De Wachter in 2012 in één klap bekend. “Nou ja, bekend… ik ben geen voetballer, hè? Ik vind het nog altijd een relevant boek.”
In uw boek ‘De kunst van het ongelukkig zijn’ stelt u: “Streven naar het geluk als levensdoel is een vergissing. Streven naar zin en betekenis daarentegen is waar het leven om draait.”
“Zo is het. De essentie van het bestaan is: hoe kan ik zinvol zijn? En hét grote probleem van onze westerse cultuur is, zoals ik in Borderline times al aangaf, ledigheid, gebrek aan betekenis en zin. ‘Wat moet ik met dit leven? Waartoe dient het?’”
Hoe komt dat?
“Die zin is ons voorheen altijd gegéven. Door God in de hemel, en die boodschap klonk eeuwenlang in de kerk. God is in onze westerse cultuur op de achtergrond geraakt, zo niet weggehoond. Nu staan we met lege handen. En ik zeg niet: we moeten terug naar die goddelijkheid, terug naar de kerk, al heb ik daar niets op tegen. Zoals zovelen, geloof ik niet langer in een persoonlijk God, of in een hemel. Met Levinas zeg ik nu: de goddelijkheid zit in het beantwoorden van de zorgvraag van de gekwetste medemens. Daar ontstaat een barst in de burcht van onze ikkigheid. Dat is voor mij de zin van het leven. Iedereen mag iets anders vinden, hoor – ik ben geen goeroe.”
Het donut-effect
“Het leven draait om zorgzaamheid, omgaan met anderen”, benadrukt hij. “Barmhartigheid, naastenliefde. Ik gebruik graag Bijbelse woorden. Die zijn mij lief. Ik noem mijzelf een christelijke non-theïst, want de christelijke erfenis is mij dierbaar. Enfin, mijn punt is: velen in de westerse wereld zijn geobsedeerd door geluk. Met minder nemen ze geen genoegen. Dat noem ik het donut-effect. Er is een dikke rand, met een gat in het midden. Dat gat is de zinloosheid, het grootste probleem van onze tijd. We proberen het te maskeren door kleurrijke, gesuikerde versierselen op de rand te strooien: van shoppen en scrollen tot verre reizen maken. Maar ondertussen is die leegte er nog steeds. En daarmee de onrust.”
Kan dat gat worden gedicht?
“Ja, door verbinding met de ander. Ik heb overigens niets tegen die versierselen op zich. Ik ben geen strenggereformeerd profeet van het lijden, of een boeddhist die zegt: ‘Het leven is lijden.’ Het leven mag best aangenaam zijn. Alleen: het moeilijke – het ambetante, een Vlaams woord – is af en toe onvermijdelijk in het leven. Dat moeten we niet wegduwen, maar omarmen. Een goed leven is niet zo van: permanent fantastisch, geweldig, ongelofelijk. Wel: liefdevol, barmhartig samenleven met anderen. Verbinding. Juist dan is het belangrijk dat we zeggen: ‘Wat er ook gebeurt, ik ben er voor je.’”
‘Dat is het leven’
Er tuimelt één blaadje uit de bloemen naast hem op tafel. “Mensen overlijden, worden ziek, ervaren nood, worden eenzaam”, vervolgt hij. “Dat is het leven. Doen alsof dat niet zo is, is een veilige burcht om je heen bouwen. Maar die moeilijkheden slaan daar vroeg of laat een gat in. Ik citeer graag Leonard Cohen: het zijn die barsten waardoor het licht binnen kan vallen. Een meer Bijbelse artiest dan Cohen is er niet geweest.”
Goed, beter, best volgens Dirk De Wachter
“Ik heb bijna altijd goede dagen… Als ik het gevoel heb gehad, en dat is in mijn geval heel vaak: het is niet voor niets geweest, ik ben voor iemand van betekenis geweest.”
Waar wilt u beter in worden?
“Ik wil nog beter worden in het troosten van de medemens. Daar raak ik nooit in uitgeleerd.”
Wat is de beste les die u ooit kreeg?
“Wat Levinas mij leerde: dat de essentie van zin in het menselijk contact zit. In een blik, in een glimlach, een vriendelijk woord – in ‘het kleine goede’.”
In uw laatste boek, ‘Vertroostingen’, vertelt u hoe u omgaat met een levensbedreigende ziekte. Kreeg u er veel reacties op?
“Ongelofelijk veel. Heel bijzonder. Van diepgelovig tot zwaar atheïstisch: veel lezers herkennen zich erin, kennelijk.”
Zit die herkenning in de kwetsbaarheid die we als mensen delen?
“In de kwetsbaarheid, in de ménselijkheid... Mijn vrouw zegt vaak: ‘Eigenlijk zegt ge altijd hetzelfde.’ Goed om een vrouw te hebben die je met beide voeten op de grond houdt. Ze heeft gelijk. Met Levinas benadruk ik altijd weer: de essentie van het menselijk bestaan zit ’m in het echte contact met de medemens. En die grondt zich vooral in kwetsbare momenten, in verdriet. Die verbindingen zijn veel fundamenteler dan… partytimetoestanden.”
Zo’n kwetsbaar medemens
Peinzend: “De zin van het bestaan zit ’m, voor mij, in de zorg voor de kwetsbare medemens. Daar heb ik natuurlijk geluk mee, dat dit als psychiater mijn dagelijks werk is. Maar maak u geen illusies: het lukt niet altijd, verbinding maken met zo’n kwetsbaar medemens. Vaak wel. En soms op z’n minst een beetje. Met sommige patiënten trek ik zelfs jarenlang op. Mijn grootste troost is dat ik iets kan betekenen voor anderen.”
Ik keek wat rond en dacht 'Ik heb geluk'
Toen dochter Jozefien jaren geleden in de kleuterklas de vraag kreeg wat haar papa voor werk deed, antwoordde ze dat hij ‘verdrietdokter’ is. Een typering die nog steeds een glimlach op zijn lippen brengt.
Je moet verdriet niet wegduwen, waarschuwde u eens, want dan vliegt het met dubbele kracht terug in je gezicht.
“Dat klopt. Er was pas een herhaling van het Nederlandse tv-programma 'De verwondering' met mij, van tien jaar geleden, met dat soort uitspraken. Ik ben er niet jonger op geworden, maar mijn boodschap is gelijk gebleven. Bon, mijn vrouw heeft dus gelijk.”
Streven naar zin en betekenis is voor u de essentie van het leven. Tegelijk hebt u meermaals gezegd dat dit bestaan ‘absurd’ is. Is dat niet tegenstrijdig?
“Met de filosoof Martin Heidegger zeg ik: wij worden in het leven geworpen, hebben er niet om gevraagd. Dat is een fundamentele absurditeit. Maar toen ik wat ouder werd, keek ik wat rond en dacht: ik heb geluk, er is hier geen oorlog, er is altijd eten…”
… en u had ouders die van u hielden.
Opverend: “Dát is, inderdaad, het grootste geluk. En omdat ik zoveel geluk heb gehad, zie ik het als mijn plicht te zorgen voor hen die veel minder geluk hebben. Die ontmoet ik elke dag. Mensen die mishandeld of misbruikt zijn, of worstelen met andere misère.”
Het kleine goede
“Het is onze opdracht – niet alleen die van psychiaters – om iets te doen met de absurditeit van het bestaan. Zorgen voor de medemens. Barmhartigheid. Oog hebben voor wie eenzaam of verdrietig is. Wat Levinas la petite bonté noemt, ‘het kleine goede’ doen voor anderen. Dat is de essentie van het bestaan.”
In ‘Vertroostingen’ vertelt u dat uw dochter elke dag van uw ziek-zijn hier thuis tussen de middag een boterham kwam eten.
“Omdat Jozefien niet wilde dat ik zo lang alleen zou zijn. Een mooi voorbeeld van wat Levinas bedoelde.”
Zo schrijft u ook liefdevol over een poetsvrouw in het ziekenhuis die, op uw verzoek, een praatje met u maakte toen u er fysiek en mentaal even doorheen zat.
“Die paar minuten hebben inderdaad heel veel voor mij betekend. Ik heb haar nadien helaas niet meer gezien.”
Het mooiste vak
De afgelopen decennia heeft De Wachter talloze mensen geholpen via zijn werk, mediaoptredens en lezingen wereldwijd, en boeken. Op de vraag wat dit vak hemzelf heeft gebracht, antwoordt hij: “Elke dag weer nieuwe inzichten, nieuwe verbindingen.” Grijnzend: “Dit is – excuses voor uw metier – het mooiste vak dat bestaat.”
Ik wil tot mijn 94e blijven werken
Het verveelt nooit?
“Nee. Want elk levensverhaal is anders. Uniek. En elk leven is bijzonder, hoe gewoon het ook lijkt. Weet u wat zo paradoxaal is? Er zijn veel ‘interessante mensen’ – de beroemdheden, de geslaagden – bij wie achter hun façade een grote ledigheid gluurt. Juist de verhalen van ‘gewone’ mensen hebben soms een schoonheid zonder weerga, in hun menselijkheid. Dat ik hen mag ontmoeten en spreken, is een voorrecht. Maar volgend jaar moet ik officieel met emeritaat – zo gaat dat aan de universiteit.”
U wilt daarna – in uw eigen praktijk – blijven doorwerken tot uw 94e, las ik?
“Jazeker. En weet u waarom? Ik word beter, zonder twijfel. In dit vak blijf je leren. Daarom zeg ik vaak: ik wil tot mijn 94e blijven werken. Tenzij het cognitief minder wordt, of mijn vrouw op mijn 88e zegt: ‘Dirk, ge moet stoppen.’ Dan stop ik.”