
PremiumChristine verhuisde van de Biblebelt naar Rotterdam-Zuid: 'Soms ben ik blij dat ze míj́ verdragen'
Interview
vandaag · 15:40| Leestijd:12 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
“Dus jij komt met vier jonge kinderen van de prachtige Veluwe naar deze rotstad om mensen te helpen?” De man met wie Christine in het buurtspeeltuintje aan de praat raakt, snapt er niets van. En toch weet Christine van der Sluijs zeker dat Rotterdam-Zuid de plek is waar ze moet zijn.
Of ze weleens in een Tesla gereden hebben, vraagt de buurman van een paar huizen verderop. Het is 20 februari 2024 en de familie Van der Sluijs heeft net de sleutel gekregen van hun Rotterdamse woning. Christine heeft deze buurman – grote oorbellen en beplakt met tatoeages – gevraagd even zijn auto te verplaatsen zodat de volgende ochtend de grote verhuiswagen voor de deur kan parkeren. Als antwoord geeft hij haar zijn autosleutels; kan ze zelf zijn bolide verplaatsen zodra de verhuiswagen de straat in rijdt.
Christine grinnikt bij de herinnering. Dan, serieus: “Toen we nog in Ede woonden, associeerden we tatoeages met gevaarlijk, agressief of aso. Maar dat ís gewoon niet zo. En dat vind ik een heerlijke ontdekking. Je moet met andere ogen naar mensen kijken. Want dat uiterlijk is zo ontzettend nietszeggend.”
We vroegen aan God: ‘Wat bedoelt U met dit geknaag?’
Klein Ankara
Jaren van wikken en wegen, gebed, gesprekken en twijfels gaan eraan vooraf, voordat Christine (38) met haar man Harry (44) en vier kinderen besluit te verhuizen. Van Ede naar ‘klein Ankara’ – zoals het Rotterdamse stadsdeel waar ze wonen ook wel wordt genoemd. Want hoewel Rotterdam voor Christine en haar man geen onbekende stad is – beiden komen oorspronkelijk uit het Zuid-Hollandse Dirksland – is wónen in deze metropool voor hen verre van vanzelfsprekend. Na hun huwelijk zijn ze neergestreken in Ede, waar ze betrokken zijn bij de Gereformeerde Gemeenten, een kerkverband in de reformatorische hoek. “We hadden het in Ede heel goed”, zegt Christine. “We genoten van familie, vrienden en andere waardevolle contacten. En toch ging het knagen. Alsof de vreugde van het zijn op de Veluwe wat werd weggenomen. We legden die onrust in gebed aan de Here voor: ‘Wat bedoelt U met dit geknaag in ons? Is het een hang naar iets nieuws, of is het van U?’ We hadden beiden een missionair verlangen om te dienen in Gods koninkrijk. We wilden zijn Naam verkondigen, maar wisten nog niet goed hoe. Dus we vroegen ons af: is Ede de plek waar we iets met ons verlangen mogen doen, of moeten we ergens anders naartoe?”
Wat bij Christine meespeelt, is dat ze al van jongs af aan geniet van diversiteit. Maar die diversiteit is op de Veluwe toch wat beperkt. “Ik wil geen mensen tekortdoen, maar in een beschermde omgeving ben je toch wat meer gericht op de overeenkomsten. En dat is goed, maar ik was juist benieuwd: kunnen we ook verschillend zijn en dan toch elkaar vinden? Wat Harry vooral raakte, was het feit dat er in grote steden zo veel mensen zijn die nog nooit van God gehoord hebben. In Ede woonden we met z’n allen bij elkaar en hoorden we elke zondag dat rijke evangelie. Maar moesten we ons als christenen niet wat meer verspreiden?”
Zaadje van liefde
Het is 2021 als Harry op een avond in een krantje van de IZB iets leest over ‘missionair verhuizen’. Die term wordt genoemd in een interview met een echtpaar dat met hun gezin van Houten naar Rotterdam verhuisd was. Zij zijn betrokken bij Licht op Zuid, een missionair initiatief vanuit de Maranathakerk in Rotterdam.
Christine: “De volgende ochtend lazen we de dagtekst uit de Bijbel: Psalm 107 vers 7. Daar staat: ‘En Hij leidde hen op een rechte weg, om te gaan tot een stad ter woning.’ Dat kwam binnen. Dit was precies waar we de avond ervoor mee bezig geweest waren. Het leek of de Here daarmee aanwees: Ik ga jullie de weg naar een stad wijzen.”
“Er kwam veel vreugde en verwachting bij mij boven”, vervolgt Christine. “Maar ook veel vragen, want hoe moest dat met een gezin met vier jonge kinderen? Ik herinnerde me ineens een krantenartikel van jaren terug, over de Petrus Datheenschool, een kleine reformatorische basisschool in Rotterdam. Daar komen zo’n beetje alle culturen samen. Ik weet nog dat ik toen al geraakt was door dat artikel en tegen Harry zei: ‘Daar wil ik met onze kinderen zijn.’ Maar goed, we woonden in Ede, dus dat was natuurlijk onmogelijk. Achteraf zeg ik: tóén is er al een zaadje van liefde in mijn hart geplant voor deze stad, voor die school.”
Wie is Christine van der Sluijs?
Versterking vanuit de Biblebelt
Voor Harry en Christine breekt een tijd van veel gebed en zoeken aan. Ze bezoeken diverse grote steden in het land, gewoon om te kijken wat er gebeurt met hen. Den Haag, Haarlem, Groningen... “We vroegen God elke keer heel eenvoudig: ‘Is dit de stad die U bedoelt? Of bedoelt U het geestelijk?’ Want dat kon natuurlijk ook nog; wie Hem liefheeft, is immers onderweg naar een hemelse stad.”
Twee jaar later, in 2023, leest Christine via Instagram opnieuw een interview met het echtpaar over wie ze eerder las. Zij doen daarin een oproep voor versterking, vooral van christenen uit de Biblebelt. “Ik voelde me zó aangesproken, ik wist: daar wil ik zijn.” Opnieuw houden Harry en Christine een verhuizing naar de stad tegen het licht. En ze besluiten op bezoek te gaan bij dit gezin.
Zo veel herkenning
Die ontmoeting staat Christine nog vers in het geheugen. “Onze harten en verhalen smolten daar samen. Er was zo veel herkenning: dat knagende gevoel, die zoektocht wat God ermee zou bedoelen, maar ook de weg die Hij hun zo duidelijk had gewezen. Daar verlangden wij ook naar. Want dit is niet iets wat je zomaar doet, helemaal niet met een jong gezin.
Op de terugweg in de auto vroeg Harry: ‘Zullen we een stukje uit de Bijbel lezen?’ Hij reed, dus ik zocht in mijn Bijbelapp een willekeurige psalm op: Psalm 96. Ik kende die niet zo goed, maar het is een heel missionaire psalm, ontdekte ik. In vers 3 staat: ‘Vertelt onder de heidenen Zijn eer, onder alle volken Zijn wonderen.’ Dat bemoedigde ons ontzettend, vooral Harry. Ik ben wat minder snel overtuigd, dus ik was ook nog wel een beetje voorzichtig: verbeeldden we het ons niet allemaal?
Toen ik bij thuiskomst onze jongste zoon ophaalde bij een vriendin, zei ze tegen me: ‘Weet je wat ik net aan tafel heb gelezen? Psalm 96. Ik moest zo aan jullie denken.’ Dat was voor mij alsof de Here twee keer sprak.”
Harry en Christine hebben intussen contact met Bert Davelaar, de voorganger van Licht op Zuid, die het stel graag ziet komen. Ook delen ze hun zoektocht met hun kinderen, wetend dat ze ook hún leven daarmee op z’n kop zetten.
Een gemeenschap als Licht op Zuid moet voor iemand uit de Gereformeerde Gemeenten een behoorlijke shock zijn.
“Dat klopt! Ons eerste bezoek aan die kerk herinner ik me nog goed: compleet anders dan wat wij gewend waren. Hoe ik ook van diversiteit houd, ik ben zó opgevoed met het traditionele beeld van een kerk, dat ik echt wel een paar drempels over moest. Waar ik vooral aan moest wennen? Aan de liederen en de muziekband. Ik heb veel tijd nodig gehad om me er écht aan over te kunnen geven, en om er niet vanuit een oordeel naar te kijken.”
Reken maar dat er hier in de stad veel armoede en eenzaamheid is
Bang voor een verkeerde stap
Waar Harry niet langer twijfelt over hun roeping, blijft Christine aarzelen. Ze voelt het verlangen om te gaan, maar is tegelijk bang een verkeerde stap te zetten. “Ik wilde zo graag een duidelijke bevestiging, iets waar ik later als het moeilijk zou worden op kon teruggrijpen. Ook omdat ik me realiseerde hoeveel er voor ons gezin zou gaan veranderen.”
Tot ze op een ochtend Jesaja 58 leest. Dat hoofdstuk is het antwoord op alle vragen die ze heeft. “‘Is dit het vasten dat Ik verkies?’ staat er in dat Bijbelgedeelte. Je keurig kleden, je keurig gedragen… dat is niet wat de Here van ons vraagt. Hij vraagt dat we zorgen voor de armen, dat we de naakten kleden, dat we de hongerigen voeden, dat we de behoeftigen te hulp komen. Toen wist ik: ik mag daar in Rotterdam in mijn liefde praktisch aanwezig zijn. Gewoon voor mensen zorgen in wat ze nodig hebben. Want reken maar dat er in de stad veel armoede en eenzaamheid is!
Dit Bijbelgedeelte eindigt met: ‘En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen.’ Toen dacht ik: het lijkt wel alsof de Here zegt: ‘Voor je kinderen heb ik ook een taak in die stad.’ Toen wist ik: als Hij hen daar wil hebben, mag het ze ook wat kosten om daarheen te gaan. Dat gaf een heel diepe rust.”
Berisping van God
En nóg durft Christine zich niet helemaal over te geven. Ze blijft het spannend vinden en wil het allemaal nog eens laten bezinken. Maar dan leest ze de volgende morgen Galaten 2 vers 21. “Daar staat: ‘Ik doe de genade Gods niet teniet.’ Dat raakte me diep, omdat het voelde als een soort berisping van God. Alsof Hij zei: ‘Als Ik tot je spreek, moet je niet elke keer met al je tegenwerpingen komen. Luister nu naar Mij.’ Het dagboekstukje dat ik erbij las, eindigde met: ‘Volg Mij met het weinige licht dat Ik u geschonken heb.’ Dat was voor mij de afronding, toen kon ik gaan. Ik wist: dit is wat God wil.”
En zo komt het dat er niet veel later een tekoopbord in de tuin van hun Edese woning staat en dat Christine, Harry en de kinderen hun intrek nemen in hun Rotterdamse jarendertigwoning. Van de voorganger van Licht op Zuid krijgen ze het advies het eerste jaar niets te doen, maar alleen te ‘zijn’, te landen met het gezin en energie te steken in de verbouwing. “Dat was een heel waardevol advies, want het eerste jaar word je overspoeld door van alles. De kinderen moesten wennen op hun nieuwe school, we leefden maandenlang in een grote bouwval en ik vroeg me af hoe we ooit relaties konden opbouwen met mensen in de buurt.”
Denk je weleens: waar zijn we aan begonnen?
“Vooral die begintijd was een heel intensieve periode, waarin ik me niet heel krachtig voelde. We kwamen hier in februari, een grauwe en sombere tijd, vooral in de stad – dat werkte ook niet mee. En hoewel we superblij waren dat we hier een huis hadden, dat we veel zegeningen ontvingen en er lieve mensen om ons heen waren, dacht ik soms echt: wat dóé ik hier?”
Wat is jullie missie in Rotterdam?
“Kort gezegd: we willen God dienen in de stad. Dat betekent dat we als christelijk gezin onze bescheiden plek innemen in de weerbarstigheid van dit bestaan. We hebben allebei onze eigen baan: Harry heeft een opleidingsbureau in de voedingsindustrie en een coachpraktijk voor mannen, ik heb een coachpraktijk voor vrouwen. Daarnaast geven we onze tijd aan Licht op Zuid.”
Ik heb me lange tijd geërgerd aan de rommel
Theehuis
Precies achter de treurwilg, aan de overkant van Christines woning, staat een pand van de Levend Woord Gemeente even verderop. Daar zat een kleine kringloop in, maar de dame die dat beheerde, was te oud geworden. Het pand kwam leeg te staan en van de voorganger van die gemeente hoorde Christine dat hij graag wilde dat het in gebruik bleef als plek voor Gods koninkrijk. “Toen we vroegen of we er als Licht op Zuid gebruik van konden maken, was hij meteen enthousiast. Hij heeft het pand kosteloos ter beschikking gesteld aan Licht op Zuid, en Harry en ik sturen dit project nu aan. We gaan er een repaircafé en theehuis openen. Daar kunnen mensen hun verhaal kwijt en kunnen we hen misschien zelfs verder helpen. Het mooie is: precies een jaar nadat we hier waren neergestreken, kwam dit op ons pad. Dus ook onze missie hier wordt stap voor stap geleid.”
Hoe zoek je de verbinding met mensen, in een tijd waarin polarisatie alleen maar lijkt toe te nemen?
“Ik merk dat veel mensen in deze tijd behoefte hebben aan begrip. Alsof je elkaar pas kunt accepteren of verdragen als je de ander begrijpt. Maar begrip is niet de deugd waar we naar op zoek moeten. Ik denk dat het veel meer gaat om liefde, om omzien naar elkaar. Vanuit die liefde kun je veel verdragen van elkaar. En eerlijk is eerlijk: soms ben ik blij dat ze míj́ verdragen, als die keurige christen die hier iets goeds wil doen.”
Na een korte stilte: “Ik zei net dat we hier onze bescheiden plek innemen. Dus niet vanuit de hoogte: ‘ik snap het en jij nog niet’. Want dat ik het snap, is slechts genade. Dus bescheiden, maar tegelijk wel trefzeker: wat jou gelukkig maakt, is als je Jezus gaat volgen. Hij is echt het antwoord op alles. En soms kunnen we dan iemand uitnodigen voor de huisgroep of een bijbel geven. Zo bouwen we hier waardevolle contacten op.”
Fietsen op het schuurdak
“Zie je die fietsen op dat dak?” Christine wijst door de grote raampartij in de keuken naar een schuurtje aan de achterkant. “Ik heb me lange tijd geërgerd aan die rommel. Tot we in contact kwamen met de mensen die daar wonen. Een man alleen, met vijf jongens. Moeder is niet meer in beeld. Ze hebben het niet makkelijk, dus we proberen er voor hen te zijn en brengen ze af en toe wat eten. Die fietsen liggen nog steeds op dat dak, maar echt, ik zie ze niet meer. Ik zie deze mensen.”






