Druk, druk, druk. Waarom hebben we altijd het gevoel dat we tijd tekortkomen?
Wil je weten
gisteren · 16:14| Leestijd:13 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Besteed je tijd wijs – maar hoe? Journalist Margaretha Coornstra voelt zich steeds vaker opgejaagd door haar eigen volle hoofd, uitstelgedrag en de continue stroom prikkels. Ze gaat te rade bij neuropsycholoog Margriet Sitskoorn en theoloog Alain Verheij. Kan het ook anders?
‘Wat je vandaag doet, bepaalt je toekomst’, luidt een fraaie oneliner van Margriet Sitskoorn. En die komt binnen bij mij. Sinds enkele maanden ben ik me bewust van mijn ingewikkelde relatie met de tijd. Naar menselijke berekening is twee derde van mijn leven voorbij. Dat idee bezorgt me een verlammende tijdsdruk: hoe maak ik van die resterende jaren nog iets moois?
Deze langetermijnvraag raakt ook direct aan mijn kortetermijngedrag. Als zzp’er worstel ik met de balans tussen werk en vrije tijd. Interviews plan ik liefst zo snel mogelijk in – ik wil flink wat tijd overhouden om ze uit te werken, want ik ben een stresskip met deadlines. Maar vlak na zo’n intensief gesprek slaat de uitstelleritis toe: ik schuif het schrijven voor me uit. Tegelijk voel ik me daar zo schuldig over, dat ik die tijd evenmin aan iets leuks durf te besteden. En de echte flow komt pas met de stress, vlak voor de deadline.
Tekst gaar hieronder verder.
Tijdarmoede
Blijkbaar ben ik hierin allesbehalve bijzonder, want Margriet Sitskoorn lacht als ik dit aan haar vertel. “Ik krijg van journalisten vaak terug: ‘Het lijkt wel of je mij kent, alsof je over míj schrijft.’” We praten over haar boek Tijd tekort | Tijd genoeg, waarin ik mijn valkuilen inderdaad benoemd zie. Sitskoorn beschrijft hoe ongezond en onpraktisch we vaak met onze tijd omgaan, maar deelt ook tips om dat te verbeteren. Ze is gespecialiseerd in neuroplasticiteit: het vermogen van je brein om te veranderen en zich aan te passen. “Je hersenen maken voortdurend nieuwe cellen aan en leggen weer nieuwe verbindingen. Dat doen ze op basis van wat jíj doet, denkt en voelt. Jij geeft zelf dus mede vorm aan je brein. Daarom is het nodig om je eigen omgang met tijd te herkennen, zodat je actief kunt werken aan verandering. Vraag iemand: ‘Waar liggen jouw prioriteiten?’, en het antwoord is: ‘Bij mijn gezin’, of: ‘Bij mijn gezondheid’. En toch blijken we daar relatief weinig tijd aan te besteden. We komen gewoon tijd tekort. Dat is wat ik tijdarmoede noem, of poverty: een van de zes p’s in mijn boek.”
Leef je in het verleden, het heden of de toekomst?
Nog een p is die van perspective: kijk je vooral naar het verleden, het heden of de toekomst? Of naar alle drie? “Je hebt mensen die met het verleden bezig blijven”, schetst Sitskoorn. “Soms negatief, soms nostalgisch: vroeger was alles beter…”
Inderdaad, naast de vraag hoe ik mijn verdere leven – dus mijn toekomst – wil invullen, hang ik momenteel ook veel rond in het verleden. Want ik ben aan het ontspullen. Lees: het sorteren en wegdoen van dierbare dingen die mijn familie in vier generaties heeft verzameld. Verdriet, nostalgie en opluchting strijden daarbij om voorrang. “Er is een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien”, zegt het Bijbelboek Prediker, en ook die zin komt stevig binnen.
“Gelukkig kun je dit als een oordeelvrije tekst lezen”, troost theoloog Alain Verheij. “Niet zo van: ‘Het bewaren van die spullen was fout, en nu ga je het goed doen.’ Nee, het is meer: ‘Och ja, dat deed je nou eenmaal, in een andere levensfase en een andere tijdgeest. Maar wat twintig jaar geleden een goed idee was, moet misschien nu weer anders.’ Het duidt op een ontwikkeling.”
Verdriet, nostalgie en opluchting strijden tijdens het ontspullen om voorrang.
Wie dan weer eenzijdig in het heden leeft, heeft meestal iets hedonistisch, weet Sitskoorn. “Alles moet groots en geweldig zijn! Er zijn ook mensen die zich in alles richten op de toekomst. Ook dat is niet ideaal, want je leeft wel nú, je hebt vandaag dingen te doen. Het beste is een integratie van alle drie: positief terugkijken op, of kunnen leren van je verleden, vandaag realistisch doen wat er te doen valt, en in de toekomst je gedrag van vandaag verwerken.”
De p van pressure verwijst naar interne tijdsdruk of tijdsurgentie. “Daar leed ikzelf heel erg aan, het idee dat ik altijd iets moest dóén”, bekent Sitskoorn. “Zat ik even op de bank, dan voelde ik al gauw onrust. Veel mensen denken dat ze het druk hebben, maar die drukte zit grotendeels in hun hoofd: ik moet dit, ik moet zus, ik moet zo, dit ligt er nog, dat ligt er nog… Sinds ik dat doorheb, heb ik mezelf aangeleerd om af en toe een poos rustig te blijven zitten.”
Nu, nu, nu!
Mensen met een hoge interne tijdsdruk krijgen ook gauw last van de p van precrastination, niet te verwarren met procrastination of uitstelgedrag. Bij precrastinatie moet juist alles direct gebeuren: nu, nu, nu! Die was moet nú in de wasmachine, dat rapport moet nú af! “Soms jaag je dan ook de omgeving op: ‘Heb je dat nou nóg niet gedaan?’ En veel mensen doen allerlei kleine klusjes om zo de belangrijkste klus alsmaar uit te stellen. Zo leidt precrastinatie ook tot procrastinatie van je eigenlijke taken en ervaar je weer tijdarmoede.”
Ik denk nu aan mijn neiging om e-mails en appjes onmiddellijk te beantwoorden in plaats van ze even te laten bezinken, want dan is dat maar vast gebeurd. Tot voor kort voelde ik dezelfde drang bij social media, maar gelukkig kan ik me daar steeds beter beheersen.
“Ik heb geen social media”, zegt Sitskoorn. “Dat is een bewuste keuze. Mensen vragen weleens: ‘Hoe kan het nou dat jij zo veel dóét?’ Volgens mij komt dat ook doordat ik niet op social media zit. Toegegeven, met mijn werk is dat relatief makkelijk; mensen weten me altijd wel te vinden. Maar dan via de e-mail – een veel trager medium, want ik open mijn mailbox pas als ik dat wil. Tot die tijd zit al die informatie niet in mijn hoofd en hoef ik er niks mee.”
Eva nieuwsbrief
Meer van dit? Schrijf je in voor de Eva nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag een selectie van levensverhalen, artikelen over (mentale) gezondheid en liefde & relaties in je inbox.
Lees onze privacyverklaring.
Fastfood tijdsbesteding
Alain Verheij lijkt weinig problemen te hebben met interne tijdsdruk: “Ik zit tijdens mijn werk graag uit het raam te kijken. Dat moet ook, want als auteur kun je niet non-stop schrijven.” Wel is hij bijna dagelijks actief op social media. “Er ligt meestal een smartphone naast me en ik ken de verleiding om die erbij te pakken. Maar veel mensen gebruiken social media om een leegte op te vullen. Fastfood tijdsbesteding, waarbij je veel ongezonde troep naar binnen werkt en toch ondervoed kunt blijven.”
Ik vrees dat ik al smartphoneverslaafd ben. Ja, ik heb die smartphone nodig voor mijn werk. Maar de grens tussen werk en privé vervaagt snel. Ook mijn sociale leven speelt zich deels af op X, Bluesky, Facebook en LinkedIn. Voeg daarbij dat je voor contacten met officiële instanties ook meestal online moet: de Belastingdienst, je zorgverzekering... Na gedane zaken glijd ik dan ongemerkt richting Facebook. Maar tijdens dit recreatieve telefoongebruik zie ik dan opeens weer iets waarvan ik denk: aha, zou daar een verhaal in zitten? Meteen even aan de redactie voorleggen!
‘Tijd is geld’
“Dat hangt samen met onze hedendaagse filosofie: tijd is geld”, vermoedt Alain Verheij. “Maar Prediker bekijkt de tijd meer met een helikopterview. Tijd is iets wat jou wordt gegeven. De Bijbel spreekt ook minder van levensjaren dan van levensdagen. De joodse dag begint als de zon ondergaat. Dan ga je eerst slapen. Dus als het ochtend wordt, is de eerste helft van je etmaal al voorbij. En daarin heb je niks geproduceerd: je dag begint met vrije tijd.”
Verheij hecht veel waarde aan vrije tijd. “Vrije tijd is in de Bijbel een plicht, zelfs een rode draad, zeker in het Oude Testament: één op de zeven dagen mocht er niemand werken. Er werden ook veel verplichte feesten ingesteld, wat inhield dat je dan weer niet werkte. Zelfs het land werd één op de zeven jaar niet bewerkt: het sabbatsjaar. Die verplichte rusttijden waren eigenlijk een pleidooi tégen ‘drukdrukdruk’. Je moest af en toe rust nemen − dagen, weken, jaren zelfs.”
Tekst gaat hieronder verder.
Als iedereen op vakantie is, is Hetty druk met haar bijen: ‘De natuur steekt wonderlijk in elkaar’
Per dag vooruitkijken in plaats van maanden vooruitplannen heeft “iets bescheidens en spiritueels” vindt hij. “Mét impliciet een oproep om die dagen verantwoord in te vullen, dag voor dag. Het lijkt op wat we nu mindfulness noemen: bewust omgaan met je tijd, observeren wat er gebeurt, leven in het hier en nu. Misschien paste dat beter bij de mensen in de Midden-Oosterse oudheid dan bij ons. Maar het is leerzaam en inspirerend. De dag als geschenk: ‘Wat fijn dat de zon weer is opgegaan’ – dat soort bewustzijn. Wij gaan daar meestal te consumptief mee om. Want ach, die zon gaat toch wel weer op.”
Over dagindeling gesproken: de p van perfect day stelt de vraag: ben je een ochtendmens, een avondmens of een geen-van-beide-mens? Margriet Sitskoorn: “Veel mensen roepen dat ze een avondmens zijn, al zijn de meeste mensen eigenlijk ochtendmensen. Maar doordat we zo veel in één dag willen proppen, overbelast raken en te laat gaan slapen, zijn we steeds moe. Dan kunnen we ’s ochtends amper uit bed komen of staan we niet fit op. Er zijn wel avondmensen, maar dan vooral pubers: in die periode verschuift je biologische klok. In de puberteit word je fitter wakker om elf of twaalf uur in plaats van zeven of acht uur ’s ochtends.”
De invloed van internet: 24/7 kunnen werken
Het internet heeft niet alleen onze dagindeling, maar ook het sociale leven gigantisch veranderd, memoreert Verheij. “Vooral tijdens de pandemie heeft dat een hoge vlucht genomen. Geen afspraken, geen bezigheden buitenshuis. Zo’n lockdown gaf een zee van tijd! Enerzijds was er de confrontatie: hoe geven we vorm aan die tijd? Anderzijds leerden we dat je dankzij internet overal kunt werken. Zo verviel al gauw het onderscheid tussen vrije tijd, werktijd en sociale tijd. Na de lockdown mochten we weer overal heen, maar ja – inmiddels hadden we toegestaan dat het werk en de productiviteitsdrang in ons privédomein infiltreerden. Het is nu volkomen geaccepteerd dat je na kantoortijd ook thuis je laptop openklapt en gewoon verdergaat. Wanneer je ’s avonds doorwerkt om een project af te krijgen en om tien uur een mail verstuurt: ‘Nou, ik heb flink doorgepakt en het is gelukt hoor!’, krijgt je als reactie: ‘Fijn zo collega, goed bezig!’ Maar eigenlijk ben je ongezond bezig. Je hebt je vrije tijd opgeofferd aan je productiviteit.”
Als je 's avonds doorwerkt, ben je eigenlijk ongezond bezig.
Is dat de invloed van het calvinisme? Alain: “Nou, het echte calvinisme heeft juist een verplichte rustdag. Natuurlijk legt het de nadruk op eigen verantwoordelijkheid. Maar waar het werkethos echt is doorgeslagen, mag het geen calvinisme meer heten. Daar is het kapitalisme geworden. Al zijn wij als Nederlandse calvinisten misschien wel extra gevoelig voor kapitalisme.”
Tempo en ritme
De p van pacing gaat over het tempo en ritme waarin je je energie verdeelt. Margriet Sitskoorn: “Sommige mensen beginnen meteen met een taak en maken die ook af. Anderen stellen taken uit en werken pas heel hard op het laatst, vlak voor de deadline. Er zijn ook mensen die hun energie gelijkmatig verdelen en anderen die in pieken werken, omdat ze tussendoor nog andere dingen moeten doen.”
Veel mensen slagen er niet in om zelf hun ritme en tempo te bepalen. “Ook doordat we steeds worden afgeleid door de smartphone. Dan laat je dus van buitenaf bepalen waar je je tijd en energie in steekt. Het gevolg is dat je steeds moeilijker je concentratie kunt vasthouden en alleen nog vluchtige aandacht opbrengt. Daardoor krijg je je werk soms niet af, voel je je opgejaagd en krijg je tijdtekort, die poverty. Dus grijp je weer naar de smartphone: die geeft instant bevrediging, dat voelt even lekker. Zo raak je steeds verder verwijderd van je taken en datgene waaraan je geluk ontleent. Genot en geluk zijn niet hetzelfde! Genot haal je uit chocola, alcohol, shoppen of op je smartphone kijken. Geluk ontleen je aan je bijdragen aan de maatschappij, goed contact met je kinderen of vrienden, een fijne baan, en af en toe aan zelfreflectie doen.”
Haar boek Tijd tekort | Tijd genoeg bevat zelftestjes om inzicht te krijgen in je patronen. “Want daar begint het mee. Je kunt jezelf voor de gek houden: ‘Bij mij valt het wel mee’ of ‘Ik heb dit nodig voor mijn werk.’ Maar in wezen kun je niet meer zonder, al zou je dat willen.”
Tekst gaat hieronder verder.
Deze vrouwen lieten hun eitjes invriezen. ‘Ik wilde niet meer wachten op mannen’
‘Je bent geen slaaf van je omgeving’
Inderdaad wordt concentratie bij mij een probleem, althans bij het lezen. Als kind verslond ik het ene boek na het andere; zolang ik niet sliep, las ik. Maar de enige boeken die ik nu nog lees, zijn manuscripten die ik moet redigeren of vertalen. Er ligt een stapel interessante boeken klaar die ik zielsgraag wil lezen − voor mezelf, recreatief lezen dus. Maar na een kwartier haak ik af. Dan hijgt het onafgemaakte werk in m’n nek en bekruipt me een schuldgevoel. De laatste keer dat ik twee romans achter elkaar uitlas, was tijdens een weekje Athene, want daar kón ik niet werken. Thuis lezen lukt amper meer.
Sitskoorn: “Maar dat kun je dus terugdraaien, hè? Daarom vind ik die neuroplasticiteit zo ontzettend hoopgevend! Je bent geen slaaf van je omgeving. Je kunt, eventueel met hulp, je gedragspatroon veranderen. En ja, dat kost moeite. Maar als een kind leert lopen, valt het en staat dan weer op. Nooit zegt dat kind: ‘Weet je wat, ik blijf kruipen, want lopen kost me te veel moeite.’ Gedragsverandering kost altijd moeite. Want die neuroplasticiteit is er wel, maar je moet die ook gebruiken en daar tijd en energie in stoppen. Dat is de zevende p, van power: de baas worden over je tijd. Ga eens op de bank zitten, of in de tuin. Ja, dan voel je onbehagen opkomen. Maar lees toch eerst een paar hoofdstukken of maak dat spelletje met je kinderen rustig af, in plaats van jezelf op te jagen: ‘Mijn werk moet af, en ik moet nog koken’, enzovoort.”
Maak dat spelletje met je kinderen rustig af, in plaats van jezelf op te jagen.
Alain Verheij: “Prediker heeft zelf dat jachtige ook gekend. In het begin somt hij op: ‘Ik heb kennis nagejaagd, ik ben schatrijk geweest, ik heb paleizen gebouwd, ik heb heel veel vrouwen gehad.’
Maar, zo concludeert hij: uiteindelijk blijkt het najagen van succes niet de manier om je tijd te vullen. Ten slotte is alles vergankelijk, en dat is niet negatief. Hij zegt zelfs: ‘Je kunt maar beter genieten van het leven, want het beste wat we te verwachten hebben, zijn die momenten waarop we vrij hebben en iets leuks kunnen doen.’ Dit staat lijnrecht tegenover dat grenzeloze, van zo veel mogelijk willen bereiken. Dan ben je alsnog heel dwangmatig aan het leven. Voor Prediker zit de zingeving in het kleine geluk.”
De zes P's van tijdsbesteding op een rijtje
Perspective: Hoe kijk je naar verleden, heden en toekomst en hoe beïnvloedt dat je denken en handelen?
Perfect day: Ben je een ochtend- of avondmens?
Pressure: Hoeveel interne tijdsdruk voel je? Ervaar je urgentie en stress?
Precrastination: Alles meteen willen doen, zonder uitstel, kan leiden tot stress en burn-out.
Pacing: In welk tempo en welk ritme verdeel je je energie? Werk je gelijkmatig of in pieken?
Uit: Tijd tekort / Tijd genoeg. Ontrafel je strijd met de tijd en leer om tijd genoeg te hebben, Margriet Sitskoorn. Prometheus, 2022