
Marjolein Hund leeft met long covid: 'Het is alsof ik al 4,5 jaar een zware griep heb'
Hoe gaat de kinderboekenillustrator hiermee om?
9 september 2025 · 10:00| Leestijd:12 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Hoe blijf je goedsmoeds als je tegenslag op tegenslag moet incasseren? Kinderboekenillustrator Marjolein Hund (48) kreeg een burn-out en een aangezichtsverlamming, verloor een geliefd familielid door een roofmoord én ervaart sinds 2021 non-stop de zware impact van long covid. “Ik pluk iedere dag een madeliefje.”
Terwijl ze nog maar net zit, staat Marjolein plotseling weer op, om – op sokken met bloemetjesmotief – snel naar de openstaande achterdeur te lopen en die dicht te doen. De reden? Heel in de verte klonk het gedempte gerommel van een vrachtwagen die kliko’s komt legen. Zo’n alledaags achtergrondgeluid zullen de meeste mensen amper opmerken. “Maar voor mij is het alsof die wagen dwárs door me heen rijdt.” Met ‘dank’ aan long covid.
Wie is Marjolein Hund?
Vier jonge kinderen
Voordat het coronavirus haar leven voorgoed veranderde, kon Marjolein urenlang naar hartenlust tekenen en schilderen, leidde ze een druk sociaal leven en was ze als moeder van vier jonge kinderen dag en nacht in touw voor haar gezin.
En nu? “Het voelt of ik al 4,5 jaar een zware griep heb – elke dag opnieuw”, vertelt ze thuis in Amsterdam-Noord. “Per dag kijk ik wat ik kan doen, ook qua werk. Maar het is al snel te veel. Soms sta ik al op met zware hoofdpijn. Dan weet ik meteen: dit gaat ’m niet worden.”
Plat op bed
Het was in februari 2021 dat ze long covid opliep. Terwijl coronaklachten voor veel mensen hooguit hinderlijk waren en snel voorbijgingen, was dat voor Marjolein totaal anders. “Zeker de eerste anderhalf jaar lag ik meestal de hele dag plat op bed. Hondsberoerd.” Ze wijst naar haar hoofd. “Dan gaat je bovenkamer rare dingen met je doen. Je ligt eindeloos te malen, mede door het nieuws over sterfgevallen door corona. Bij mij vlamde de angst voor de dood weleens hoog op.”
Samen keken we naar de sterren, niet wetend dat hij corona had
Door een kus
Ze is ervan overtuigd dat ze long covid opliep door een kus. “Onze Jesse werd ziek en had koorts. Ik hield hem dicht bij me en gaf hem twee kussen op zijn koortsige hoofdje voordat ik hem in bed legde. Hij had eerst nog even bij mij op schoot gezeten. Het was een koude februariavond en we keken samen naar de sterren. Dat hij corona had, wist ik nog niet. De volgende dag hoorden we dat zijn juf corona had, en een klasgenootje. Al snel werd ons hele gezin ziek. Alleen zijn de klachten bij mij nooit overgegaan. En toch, als ik het vooraf had geweten, had ik Jesse alsnog een kus gegeven. Je bent moeder, en je zorgt voor een kind dat ziek is.”
In een dagboekje dat ze destijds bijhield, beschreef ze haar covidklachten zo: “Bij mij is met name het autonome zenuwstelsel flink aangetast; kou-aanvallen, trillen, uitputting, oorsuizen, tintelende (soms verlamde) armen en handen, verhoogde hartslag, maar vooral overprikkeling door omgevingsfactoren: geluid, beweging, aanwezigheid.”
Wat een waslijst.
“Zo veel en zulke vage klachten. Ik kon bijvoorbeeld spontaan gaan klappertanden terwijl bij iedereen het zweet van het hoofd gutste omdat het buiten dertig graden was.
Ik ging door de medische molen, met allerlei onderzoeken en een spoedopname. De dokter die het eindoordeel moest vellen, kwam binnen met deze boodschap: ‘Ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Op papier ben je kerngezond, maar tegelijk zie ik dat je doodziek bent. Ik kan je alleen maar terugsturen naar je eigen bed.’ Hij wist het ook niet. Daarna heb ik dus anderhalf jaar lang bijna permanent plat gelegen.”
Alledaagse schoonheid
Sinds haar wereld is geslonken tot het formaat van haar huis en tuin, heeft Marjolein veel meer oog gekregen voor alledaagse schoonheid om haar heen. “Zo’n drie jaar voor de coronacrisis had ik zaadjes voor madeliefjes geplant in het postzegel-grasveldje in de achtertuin, onder de pruimenboom”, vertelt ze. “Alleen: die kwamen nooit op. Tot ik long covid opliep. Een van de eerste keren dat ik, hoe ziek ik me ook voelde, beneden kwam en even in de achtertuin ging zitten, zag ik – tot mijn verwondering – veel madeliefjes in het gras. Ik kon mijn ogen niet geloven. Hoewel ik nog niet langer dan vijf minuten rechtop kon zitten, dacht ik: ik wil niet meer terug naar mijn bed, ik ben te moe om de trap op te gaan, ik wil tussen die prachtige bloemen liggen...”
Heb je dat gedaan?
“Ik ben er letterlijk tussen gaan liggen, op het gras. Misschien wel een halfuur, starend naar de hoge wolken. Vanuit mijn ooghoeken zag ik die madeliefjes. Even kon ik alles vergeten, alle zorgen en vragen, en helemaal in het moment zelf zijn – met God. Naderhand dacht ik: dit soort ervaringen moet ik opschrijven, ze zijn te kostbaar om te vergeten. Dat werd de basis voor mijn nieuwste boek met teksten en illustraties: Heden.”
De ondertitel is ‘Een tuin vol vreugde’. Ondanks jouw ziekte kun je vreugde ervaren?
“Ja. Die zware jas van ziek-zijn zou ik graag uitdoen. Daar staat tegenover dat ik veel bewuster en intenser leef. En me veel bewuster ben geworden van de gift van het leven.”
De moord op mijn oom hakte er enorm in
Een stapje terug in de tijd. Na de zomer van 2010 kreeg Marjolein spontaan last van een aangezichtsverlamming, die nooit is weggegaan. Op dat moment had ze ook al burn-outklachten. Zes weken erna werd haar oom vermoord. “Dat gebeurde tijdens een roofoverval, in zijn juwelierszaak in Amsterdam. De moord op mijn oom hakte er enorm in. We vormen een kleine, hechte familie. Die winkel was er zo’n beetje de spil van, want mijn vader werkte er ook. Met een schok besefte ik: dit leven kan dus zomaar voorbij zijn. Al mijn zekerheden vielen weg. Tot die bewuste dag was mijn wereldbeeld misschien veel te liefelijk, veel te naïef.”
Tot het aan gruzelementen ging.
“Door zo’n laffe moord. Mijn vader kon gelukkig wegduiken voor de kogels. Ik krijg nóg kippenvel als ik eraan denk. De veilige bubbel waarin ik altijd had geleefd, werd in één keer doorgeprikt.”
De nacht voor de moord heeft ze “urenlang lopen spoken en huilen”, helemaal van slag. Ze had een voorgevoel: er stond iets naars te gebeuren. “Ook de periode na de moord verdronk ik bijna in mijn verdriet. Ik wist gewoonweg niet waar ik het zoeken moest. Die overval kleurde alles ineens inkt- en inktzwart. Achteraf gezien, denk ik dat mijn zoektocht naar God daarmee is begonnen. Er moest toch érgens hoop, schoonheid en troost te vinden zijn? Maar waar?”
Op de hoogte blijven van de nieuwste Visie-artikelen?
Schrijf je in voor de gratis Visie-nieuwsbrief!
Lees onze privacyverklaring.
Van huis uit kreeg je niets over God mee?
“Nee. De enige plek waar ik iets over God hoorde, was op de van oorsprong lutherse scouting, waar Gideon – mijn man – en ik elkaar hebben leren kennen. Ik had een oude akela, een leider. Hij was zeldzaam sympathiek, diepgelovig en heeft veel indruk op me gemaakt. Gideon heeft overigens wel een christelijke opvoeding gehad. Maar pas op latere leeftijd is hij echt tot geloof gekomen, in 2009.”
Hoe was dat voor jou?
“Ik was bang dat dit een wig tussen hem en mij zou drijven. Gelukkig gebeurde dat niet. Na die moord zei Gideon vaak: ‘Schat, God is er hoe dan ook bij.’ Daar kon ik helemaal niks mee. In die periode vol verdriet en verwarring sprak ik een bevriend stel op het schoolplein. Ze waren christenen, en zouden een Alpha-cursus gaan geven. Ze gaven me een flyer: misschien iets voor mij? Mijn eerste reactie was: ja, doei!”
‘Moet je niet gaan?’
Marjolein vertelde Gideon dat ze die flyer had gekregen. Prompt hing hij de uitnodiging op hun prikbord. “Op de avond dat de cursus zou starten, vroeg hij: ‘Moet je niet gaan? Schrijf al je vragen maar op, dan kun je die daar stellen.’ Dat leek me wel een goed idee. Ik heb letterlijk A4’tjes vol met vragen meegenomen, vooral over ‘God en het lijden’. Toen de avond werd geopend met gebed, ging ik meteen helemaal stuk. Ik bleef maar huilen.”
Weet je waarom?
“Niet echt. Ik voelde dat dit een veilige plek was, en om de een of andere reden golfde al mijn verdriet er zomaar uit.”
De weken erna ging Marjolein weer, en nam ze deel aan de gesprekken. “Eén keer ging het erover dat God een persoonlijke relatie met ons wilde hebben. Er lagen kaartjes met foto’s, waarvan je er eentje mocht kiezen die je aansprak. Ik koos een regenboog, omdat ik van kleuren, schoonheid en van het buitenleven houd. Dat plaatje paste bij mijn zoektocht naar troost, houvast, en misschien ook wel naar God.”
Slechte moeder
“Een week later verzuchtte Bas – toen onze jongste – ’s ochtends dat hij niet lekker was. Hij wilde daarom niet naar school. ‘Joh,’ zei ik, ‘ga nou maar gewoon.’ Ik heb hem weggebracht, terwijl ik mezelf net zo goed belabberd voelde, door die burn-out. Weer thuis dacht ik: wat ben ik voor slechte moeder? Bas breng ik naar school, omdat ik het zelf niet aankan…? Toen ging ik voor het eerst van mijn leven op mijn knieën. Huilend heb ik gezegd, geschreeuwd: ‘Heer, als U er bent, wilt U dat dan laten zien op een manier die ik begrijp? Want ik snáp het gewoon allemaal niet.’”
- Leven met een zeldzame spierziekte: het verhaal van Kees Brouwer
Leven met een zeldzame spierziekte: het verhaal van Kees Brouwer
Gekleurd crêpepapier
“Daarna heb ik even geslapen, want ik was doodmoe. Tot mijn wekker ging: ik moest de kinderen van school halen. De juf had niet gebeld, dus met Bas was het kennelijk goed gegaan. Ik stond, nog hondsberoerd, op het schoolplein. Bas rende de school uit, stralend: ‘Mama, ik heb iets voor je gemaakt!’ Een regenboog, van gekleurd crêpepapier. Amper een uur nadat ik God om een teken had gevraagd! Later heb ik nog een keer de Alpha-cursus gedaan, en ben ik tot geloof gekomen. In 2015 ben ik gedoopt, in Hoop voor Noord in Amsterdam.”
Tijdens haar zoektocht naar God kreeg Marjolein een bijzonder verzoek van uitgeverij Ark Media. Of ze twee prentenboekjes wilde illustreren van Willemijn de Weerd, over Kerst en Pasen.
Ze zien ze vliegen! Mijn Bijbelkennis is minimaal!
Hoe reageerde je?
“Ik dacht: maar ik heb nog amper een letter in de Bijbel gelezen! ‘We hebben je website bekeken en vinden je werk mooi’, zeiden ze. Toen heb ik toch maar ja gezegd. En ik vond het heel mooi om te doen, want met die twee boekjes samen heb je het evangelie in een notendop. Vervolgens kwam Jongbloed met de vraag of ik de Kinderbijbel bij de Herziene Statenvertaling wilde illustreren. Driehonderd afbeeldingen. Ik dacht: ik? Ze zien ze vliegen! Mijn Bijbelkennis is minimaal!”
Dat was voor de uitgever geen probleem?
“Sterker nog, juist een pre: ik kon er met frisse ogen naar kijken. Dit megaproject heeft ook voor mijn eigen geloofsleven veel betekend. In totaal heb ik er zo’n tweeënhalf jaar aan gewerkt. En er komt een vervolg op deze kinderbijbel, voor de wat oudere kinderen. Weer driehonderd illustraties. Alleen zal ik er nu uiteraard veel langer over doen. Ik heb mijn studio gelukkig aan huis, en per dag kijk ik hoeveel ik kan doen.”
Vind je nog steeds dezelfde vreugde in het illustreren als vóór long covid?
“Ja, alleen kost het me meer moeite. Qua energie, qua handkracht – die valt soms weg – en qua aansturing van mijn fijne motoriek.”
Allerlei tinten groen
Haar blik glijdt naar een vierkant schilderij aan de muur tegenover haar, dat ook op de cover van Heden prijkt. Een sereen vrouwenhoofd, tussen bloemen, in allerlei tinten groen. “Dit is een van mijn dierbaarste werken, mijn impressie van dat ‘madeliefmoment’ in de achtertuin. Ik heb er wéken over gedaan. Elke keer kon ik slechts een paar strepen verf aanbrengen. Daarna moest ik weer gaan liggen. Tegenwoordig werk ik, noodgedwongen, in etappes. Maar dat komt de verdieping, gelaagdheid en symboliek ten goede: winst uit verlies.”
Met een exemplaar van Heden in haar hand: “Ik had eigenlijk totaal geen energie om zo’n nieuw boek te maken. Dat het er tóch is gekomen, vind ik heel kostbaar.”
Het ontroert je?
Een korte knik. “Omdat dit raakt aan wat ik als kind al merkte. Ik was altijd aan het tekenen en kleuren, en zag hoe blij je iemand kunt maken met een mooie tekening. Een vrouw appte me pas: ‘Dit boek heb je voor mij gemaakt.’ Dan denk ik: dank U, Here God.”
Plotseling genezen
Buiten spelen zon en schaduw haasje-over, terwijl Marjolein fronst. “Soms denk ik: wat als ik plotseling zou genezen? Natuurlijk zou ik liever niet in de berm van het leven staan. Tegelijk heb ik ontdekt hoeveel schoonheid er ook om je heen te vinden is. Sinds 1 januari heb ik elke dag een madeliefje geplukt, hier in de buurt, om daar steeds weer bewust bij stil te staan. En juist door mijn long covid heb ik ontdekt: als je langzamer loopt, zie je zoveel meer.”
Ze veegt een lange haarlok van haar voorhoofd en glimlacht. “Van de week liep ik in een veld vol madeliefjes en plukte er eentje. Een zielige, met zo’n gebogen rug. Die gaf precies weer hoe ik me op dat moment voelde… Ik bad: ‘Ik moet binnenkort geopereerd worden, hoeveel tegenwind moet ik nog krijgen?’ Ik liet het bloemetje ronddraaien tussen m’n vingers, en zag toen dat z’n hangende kopje werd opgetild – door de wind.”