Marc Dik: ‘Als de camera ging lopen, voelde ik een enorme druk’
Op bezoek bij oude bekenden die al langere tijd niet meer in de spotlights staan.
7 januari 2025 · 09:17| Leestijd:7 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Marc Dik was ooit het gezicht van het taboedoorbrekende EO-programma Jong. Ondanks het grote succes van het programma, voelde Marc zich nooit comfortabel als presentator. “Voor elke opname zei ik: ‘Dit is de laatste keer, hierna stop ik ermee.’” Marc is nu creatief directeur van Mediawan Skyhigh, het productiebedrijf dat titels aflevert als 'Over mijn lijk' en 'De slimste mens'.
Hoe gaat het met je?
“Uitstekend, ik heb een heel mooi leven! Ik ben bijna 25 jaar getrouwd en heb twee kinderen van 19 en 15 waar ik heel goed mee ben. Zij fietsen eigenlijk heel relaxed door hun puberteit heen. Natuurlijk schuurt het weleens hier en daar, maar ik vind het vooral erg leuk. Mijn zoon en ik zijn allebei groot voetballiefhebber. Iedere twee weken gaan we naar de thuiswedstrijd van Feyenoord, dat doen we al vanaf dat hij 6 jaar is. Dat is heel goed voor onze vader-zoonband. Ik heb een fijn gezin, we boffen enorm met elkaar.”
En op tv-gebied?
“Ik vind tv-programma’s maken nog steeds heel leuk, dat is mij op het lijf geschreven. Meer dan – zeker in mijn eentje – een programma presenteren. Bij de radioprogramma’s die ik voor de EO maakte, was ik vaak de sidekick, dan kon ik gewoon een beetje meepraten en meelachen. Het allereerste tv-programma dat ik presenteerde, 50 Kamers, deed ik ook samen. Dat vond ik wel fijn. Maar bij Jong bleef ik alleen over. Dat vond ik zwaar. Ik wilde graag dat het goed werd en voelde me daar verantwoordelijk voor. Natuurlijk had ik een heel team om mij heen, maar op het moment dat de camera ging lopen, dacht ik: nu hangt het van mij af. Ik voelde een enorme druk.
Ik ging nooit fluitend naar de set
De mensen zagen het blijkbaar niet aan me, want ik kreeg vaak te horen dat ik er zo relaxed bij zat. Maar dat was slechts de buitenkant, vraag maar aan mijn vrouw. Het was voor haar echt niet leuk, de avond ervoor was ik altijd heel gespannen. Ik bereidde me goed voor, want ik wilde niets aan het toeval overlaten. Maar ik ging nooit fluitend naar de set. Voor elke opname zei ik: ‘Dit is de laatste keer, hierna stop ik ermee.’ Dan kwam Bernard, mijn eindredacteur, naar me toe en gaf hij me een stevige peptalk. Als de opnames klaar waren, viel er een enorme last van mijn schouders. Het was altijd heel intens.”
Toch was ‘Jong’ een enorm succes. Waardoor kwam dat?
“Wij waren als makers zelf ook jong en stonden midden in de doelgroep. De dingen die wij meemaakten en hoorden, konden we allemaal kwijt in het programma. Het was heel taboedoorbrekend. Sommige onderwerpen stonden heel dicht bij onszelf, andere stonden verder van ons af, maar vonden we vooral heel spannend om te bespreken. We spraken jongeren over kanker, abortus en uithuwelijking. Jong was een van de eerste programma’s waarin jongeren geïnterviewd werden die in transitie waren.
Het ging vaak over onderwerpen die niet alleen voor de EO-achterban nieuw waren, maar waar in het algemeen weinig over gesproken werd. We kregen veel ruimte van de EO en het programma werd breed omarmd. Bij het laatste EO-jubileum had de VARAgids een lijstje gemaakt met vijf EO-programma’s die je nooit vergeet. Jong stond daartussen, naast Het kleine huis op de prairie. Daar was ik best wel trots op.”
Heb je altijd tv willen maken?
“Nee, eigenlijk wilde ik radio maken. Maar het had nogal wat voeten in de aarde om daar te komen. Hoewel radio maken wel mijn droom was, had ik geen enkele ervaring. Veel jongens en meiden die bij de radio willen werken gaan, zodra het kan, aan de slag bij een lokale omroep om ervaring op te doen. Helaas was ik daar dan weer te lui voor.
We spraken jongeren over kanker, abortus en uithuwelijking
Ik heb een half jaar creatieve therapie gestudeerd, maar dat vond ik veel te zweverig. Daarna heb ik een jaar journalistiek gestudeerd. Ik haalde het eerste jaar niet en moest stoppen. Vervolgens heb ik allerlei verschillende baantjes gehad. Totdat ik een open sollicitatiebrief stuurde naar de afdeling jongerenprogramma’s van de EO. Ik werd uitgenodigd. Tijdens een van de gesprekken werd mij de vraag gesteld: ‘Stel, om 17.00 uur vandaag moet je een radioprogramma vullen, maar er is nog niets. Wat ga je doen?’ Ik heb toen een aantal dingen gezegd die zij origineel en creatief vonden, iets met Louis van Gaal en voetbal. Ik durfde wel dingen te doen die in die tijd niet per se ‘des EO’s’ waren. Dat trok hen over de streep. Zo ben ik binnengekomen.”
Terwijl je ‘Jong’ presenteerde, richtte je een eigen productiebedrijf op. Waarom?
“Ja, dat deed ik samen met mijn EO-collega’s Bernard van den Bosch en Wilfred Drechsler. In 1999 begonnen we Skyhigh TV, dat nu Mediawan Skyhigh heet. Dat we veel ruimte kregen bij de EO was te gek, maar we hadden nog veel meer ideeën voor formats, die niet per se allemaal bij de EO pasten. Al was het niet eenvoudig voor ons om ergens anders binnen te komen in die tijd. Wij waren toch ‘van de EO’, de verzuiling was nog erg merkbaar bij de omroepen. In het begin kwam ik vaak niet verder dan de secretaresse als ik belde om een afspraak te maken om een programma te pitchen. BNN was de eerste die naast de EO met ons in zee ging. We mochten het programma Over mijn lijk maken. Ze vonden het wel ‘lekker eigenwijs’ van zichzelf om met ons in zee te gaan.
Het kleurrijke en unieke van mensen kun je altijd op een nieuwe manier laten zien
Dat is een enorm breekijzer geweest. Het programma werd een groot succes en de deuren gingen voor ons open. We hebben met ons bedrijf ook echt veel aan het succes van Jong te danken. Veel programma’s die wij nu maken, gaan over onderwerpen die in Jong al voorbijkwamen: jongeren die ongeneeslijk ziek zijn, tienermoeders, adoptie en zo kan ik nog wel even doorgaan. Waar we vroeger één aflevering over maakten, daar maken we nu een hele serie van.”
Wat hopen jullie te bereiken met de programma’s die jullie maken?
“Er hangt niet een soort motto bij ons in de gang. Maar wij maken in de basis veel programma’s waarin mensen elkaar beter leren begrijpen, waarin mensen zich met elkaar kunnen verbinden. Wat wij maken, gaat meestal over mensen en hun bijzondere verhaal, dus eigenlijk wat we met Jong al deden. Dat verveelt nooit. De thema’s die we behandelen, zijn op zichzelf dan ook niet altijd vernieuwend, de uitdaging zit hem vooral in nieuwe en creatieve vormen vinden om het gesprek aan te gaan. Het kleurrijke en unieke van mensen kun je altijd op een nieuwe manier laten zien.”
Heb je ‘achter de schermen’ minder last van de druk om het goed te willen doen?
“Dat perfectionisme heb ik nog steeds, alleen wel veel minder. Ik vind het nu vooral belangrijk dat we er alles aan gedaan hebben om een programma goed te maken. Als het dan niet aanslaat, is dat gewoon pech. Ik ben door de jaren heen wel wat genuanceerder geworden. Als iets tegenzit, kan ik dat beter relativeren. In onze business word je de dag nadat je programma is uitgezonden gelijk afgerekend met de kijkcijfers. Als die cijfers niet goed waren, kon ik daar vroeger heel erg mee zitten. Nu kan ik nog steeds niet heel ontspannen naar onze eigen programma’s kijken, hoor. Ik ben alleen zelf niet meer bij het hele proces betrokken, alleen bij de beginfase. Ik kijk dan toch of het wel echt is geworden wat ik ervan had gehoopt.”
Wat zou je nog heel graag willen maken?
“Ik heb nog nooit fictie of drama gemaakt. Dat lijkt me heel leuk om te doen. Mijn telefoon staat vol ideeën en we zijn al een tijdje bezig om te kijken hoe we dat vorm kunnen geven. Het zal sowieso raken aan een thema dat bij ons past. We gaan het zien!”
Tekst: Francien Valk