God als Vader: meewerken in het familiebedrijf
11 juni 2025 · 14:30| Leestijd:7 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Er zijn maar weinig woorden die zo vaak in de Bijbel staan als ‘vader’. Veel christenen bidden elke dag het Onze Vader. Anderen hebben een minder positief gevoel bij die aanduiding en hopen vooral dat God niet op hun eigen vader lijkt. Hoe werkt het Vaderschap van God precies in de Bijbel?
We noemen Abraham tegenwoordig de vader van alle gelovigen, maar voordat hij die bijnaam kreeg, was hij vooral de vader van Isaak. Op een dag hoorde hij de stem van God: “Haal je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak. Je moet hem offeren op een berg die Ik je wijzen zal.” Dat was een verschrikkelijke opdracht, en nog op een heel pijnlijke manier verwoord ook. Toch stond Abraham de volgende ochtend vroeg op om samen met Isaak de berg te beklimmen. De jongen vroeg zijn vader nog waarom hij wel hout, een mes en vuurstenen meenam, maar geen dier om te offeren. “God zal erin voorzien”, antwoordde Abraham nadat hij de brok in zijn keel had weggeslikt.
Isaak is wat zwijgzaam en passief
Na een zwijgzame reis bereikten de twee de plek des onheils. Hoe het precies ging, vertelt de Bijbel ons niet, maar Abraham bond zijn zoon vast en hief het mes in de lucht. Godzijdank greep een engel in: “Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet Ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt Mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.” God stelde Abraham een ram ter beschikking. Die kon hij offeren in plaats van Isaak. Het eindigde dus goed voor Isaak, al bleef hij in de rest van de Bijbel een wat zwijgzaam en passief personage. Ik weet niet of hij ooit is bekomen van dat moment dat hij het scherpe staal in de lucht zag blinken.
We offeren nog steeds kinderen
Abraham geldt in de synagoge, kerk en moskee als een geloofsheld, ook omdat hij bereid was om zelfs zijn zoon aan God te offeren. Toch zou het overgrote deel van de hedendaagse vaders niet luisteren naar een stem die om een kindoffer vraagt. Gelukkig maar: dat is iets vreselijks om te doen. In de joodse traditie heet dit verhaal dan ook niet het offer van Isaak, maar de binding van Isaak. Volgens de oude rabbijnen wil dit Bijbelverhaal het kindoffer niet promoten, maar juist afschaffen. God hield Abraham tegen toen hij bijna zijn zoon offerde; op diezelfde manier wil God ons nog steeds tegenhouden als wij onze kinderen op een altaar dreigen te leggen.
Alain Verheij
Kinderen kunnen ook worden opgeofferd aan andere idealen
Dat doen we namelijk helaas nog steeds. Niet meer op een berg met een bos hout, vuur en een mes. Maar er zijn zo veel manieren om je kinderen op te offeren aan je idealen. Oorlogen, bijvoorbeeld, worden bekokstoofd en aangestuurd door vaders en opa’s. Maar wie vechten ze uit? Jonge militairen. Kinderen kunnen ook worden opgeofferd aan andere idealen: de vader die meer in zijn werk dan in zijn gezin investeert. En dan heb ik het nog niet gehad over de vaders die hun nakomelingen niet opofferen aan idealen, maar aan hun eigen verlangens. Die hun woede, alcoholisme, lust, voetbalclub of behoefte aan stilte het laten winnen van het welzijn van hun kinderen.
Als vader onrijpe druiven eet
Het begin van de Bijbel wordt gevormd door een lange opeenvolging van vaders. Je sprak niet over God als je Vader – je sprak over ‘de God van je vader’. Dat heeft iets charmants zolang je vader het goed doet. Voor mijzelf is het mooi om over de God van mijn vader te spreken, want ik heb een goede vader. Ik ken ook genoeg mensen die denken: als God de God van mijn nare vader is, hoeft het voor mij niet zo. In de wereld van het Oude Testament was er dan ook een spreekwoord: “Als je vader onrijpe druiven eet, krijg jij stroeve tanden.” Het leven als casino: je moest maar hopen dat je een beetje geluk had met het karakter van je vader.
Zo’n kijk op het mens-zijn is niet houdbaar, vonden de profeten. Daarom verzetten Jeremia en Ezechiël zich hartstochtelijk tegen dat spreekwoord van die druiven. Ze zeiden dat het wel degelijk mogelijk was om het anders te doen dan je vader. Onder het juk uit te komen van een vader die jou slecht had voorgesorteerd. Andersom kan het natuurlijk ook. Je kunt een geweldig voorbeeld van een vader hebben en toch zelf een vreselijk figuur worden. We hebben allemaal onze eigen verantwoordelijkheid, ondanks de flinke dosis geluk of pech die je meekrijgt bij je geboorte. Zo hielpen de profeten om verder te kijken dan de afgezaagde vraag: “Van wie ben je er eentje?”
Onze Vader
Toch ben je er nog niet als je alleen maar gelooft in je persoonlijke verantwoordelijkheid. Natuurlijk, we zijn allemaal zelfstandige mensen die enigszins los kunnen komen van de erfenis van onze aardse ouders. Maar de profeten bedoelen natuurlijk niet dat we onszelf als verweesde individuen moeten zien. Daarom zie je tegelijkertijd in de Bijbel een nog revolutionairder idee opkomen: dat wij kinderen van God mogen zijn. De profeten beloofden het ons, de psalmen durfden het voorzichtig te zingen en Jezus zette er vol op in. “God is ook jullie Vader”, zei Hij, en daarom heet het gebed dat Hij zijn leerlingen voordeed ook het Onze Vader.
Alain Verheij
Leven als kind van God betekent dus meewerken in het familiebedrijf
God is niet onze Vader omdat alle aardse vaders zo op Hem lijken. Eerder andersom: God is onze Vader omdat alle aardse vaders op Hem móéten lijken. God is een Vader voor hen die geen goede aardse vader hadden – Vader door een hemelse adoptie. God laat alle mensen die wel een goede vader hadden, weten wat al die tijd de bron van dat goede vaderschap was: Gods liefde. Door die promotie die wij krijgen, van Gods schepselen (via Gods schapen) naar Gods kinderen, worden wij opgetild naar een hoger niveau. Waar we ook vandaan komen, we weten voortaan ‘van Wie we er eentje zijn’. Wij zijn allen in de wieg gelegd voor een mooier leven in het koninkrijk van God.
Wij als kinderen
De vraag wat het betekent dat God je Vader is, kun je ook omdraaien: wat betekent het dat je Gods kind bent? Veel volwassenen vinden het ongemakkelijk om zo over zichzelf te denken. Toch zei Jezus dat je moet worden als een kind om Gods nieuwe wereld te snappen. Een kind leeft in vertrouwen en van genade. Hij hoeft niet te werken voor het dagelijks brood en moet kunnen rekenen op een onvoorwaardelijk thuis. Een nieuwe kans na een zoveelste fout. Hij mag dingen leren door te zien hoe de ouders het doen. Hij mag vragen stellen zonder zich schrap te hoeven zetten voor afwijzende antwoorden.
Een kind van God heeft ook de eer van Gods naam hoog te houden. We zijn niet alleen erfgenamen van een eeuwigheid aan geluk – we zijn ook erfgenamen van Gods zorg voor deze schepping. Waar veel schapen wel een herder kunnen gebruiken. Waar de velden rijp zijn om te oogsten. Vader kan wel een handje gebruiken. Leven als kind van God betekent dus ook meewerken in het familiebedrijf, als het maar even kan. Vrolijk zingend: “Papa, ik lijk steeds meer op Jou.” .