Sociale druk en ongeschreven regels, Eva-hoofdredacteur Griëtte heeft er een hekel aan. Waarom lijkt iedereen er tijdens Oud & Nieuw toch van uit te gaan dat je altijd samen bent met anderen?
Traditiegetrouw gingen we vroeger naar de oudejaarsdienst in de kerk. Ik genoot van het afdwalen van mijn gedachten en het vuurwerk dat tussen het zingen door knalde. Maar zodra ik buiten tussen het kerkpubliek stond, voelde ik me een buitenstaander. Ik zag anderen praten en lachen. Ze leken zich te vermaken. Ik dacht maar één ding: waar is hier de nooduitgang?
Datzelfde heb ik bij de koffie na de kerk door het jaar heen. “Ik zie Griëtte ook niet vaak meer”, hoorde ik eens via via. Het bleef haken. Blijkbaar werd mijn afwezigheid tijdens de koffie gelezen als afstand of desinteresse. Maar waarom zou je altijd tijdens die grootschalige momenten aanwezig moeten zijn?
Asociaal
En het gaat niet alleen om de kerk. In elke sociale setting zie je hoe snel normen ontstaan. “Samen uit, samen thuis” klinkt misschien warm, maar de impliciete boodschap is dat autonomie een bedreiging vormt voor de groep. Ik haat dat hartgrondig. Vrijheid blijheid, zeg ik altijd – niet om me af te zetten tegen de groep, maar omdat ik geloof in verbondenheid waarin ruimte is voor autonomie. Niet iedereen hoeft voortdurend in het middelpunt van de sociale kring te staan om erbij te horen.
Net als oud en nieuw. Iedereen lijkt ervan uit te gaan dat je samen bent met anderen. Tijdens een werkborrel verzuchtte een aantal jonge collega’s nog dat ze het liefst niets doen, maar ja, dat is ook zo sneu. Ik vraag me af: waarom voelen we toch zo’n sociale druk? Niet meedoen voelt als een aanklacht tegen de ongeschreven regels: als je er niet bent, ben je asociaal, eenzaam of wereldvreemd. Hoe benauwend die sociale structuren ook kunnen zijn, de ongemakkelijkheid van niet passen voelt vaak nóg erger.
Echte verbinding ontstaat wanneer we ontvankelijk durven zijn.
Wat maakt samenzijn dan wel waardevol? Hartmut Rosa, een socioloog die me werd aangeraden door een dierbare oud-collega, heeft het hierbij over resonantie. Resonantie kun je niet plannen of afdwingen. Het ontstaat wanneer je openstaat voor wat er gebeurt, wanneer je écht durft te luisteren, te kijken en geraakt durft te worden. Rosa stelt dat onze omgang met de wereld vaak gekenmerkt wordt door een drang tot controle en beschikbaarheid. Lees hierover ook het interview met Esther van Fenema in Eva 6. Alles en iedereen moet bereikbaar zijn, altijd. Maar echte verbinding, of zoals Rosa het noemt: resonantie, ontstaat juist wanneer we ontvankelijk durven zijn. Neem bijvoorbeeld Mien, een 97-jarige Rotterdamse uit het EO-programma Wie kent mij nog?. Haar verhaal over eenzaamheid raakte mensen, wat resulteerde in 130 handgeschreven kaarten van betrokken kijkers.
Luisteren
Verbondenheid ontstaat niet door de regels van het sociale spel te volgen, maar door oprecht te luisteren – naar jezelf én naar anderen.
Dus of je nu kiest voor de stilte van een stiltedienst, de chaos van een feest, of gewoon een avondje op de bank: laat het kloppen. Maak ruimte voor resonantie. Daar, in die momenten waarop alles klopt, vinden we wat samen en alleen werkelijk betekent.