
‘Mijn ouders dachten in Nederland welkom te zijn, maar het tegenovergestelde was het geval’
Persoonlijk verhaal
11 oktober 2025 · 20:00| Leestijd:4 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Toen Indonesië onafhankelijk werd, werden de ouders van Sabby gedwongen te kiezen tussen het Indonesische en het Nederlandse staatsburgerschap. Ze kozen voor Nederland, maar op een warm onthaal konden ze niet rekenen. “In hun ogen las ik heimwee.”
“Het eten, de schilderijen van rijstvelden aan de muur, de kleding; in mijn ouderlijk huis was alles Indisch. Maar daarbuiten niet. Zodra mijn vader naar zijn werk ging, verruilde hij zijn batikblouse voor een net pak. Hij hamerde erop dat ik me aan moest passen aan de Nederlandse cultuur en mijn best moest doen. Daar zat zo’n ongelofelijke spanning achter dat het me angst inboezemde en me het gevoel gaf dat ik er niet mocht zijn.
Toen ik ouder werd, begreep ik dat die strenge, starre houding van mijn vader alles te maken had met het verlies van zijn moederland. Mijn ouders komen uit Nederlands-Indië, een voormalige kolonie van Nederland. Toen Indonesië onafhankelijk werd, werden ze gedwongen te kiezen tussen het Indonesische en het Nederlandse staatsburgerschap. Een onmogelijke keuze. Het liefst bleven mijn ouders in hun geliefde Indië, maar dat was te gevaarlijk. Ze werden gezien als ongewenst, als Indo’s die loyaal waren aan de Nederlandse regering, die de bevolking al sinds de VOC-tijd onderdrukten. Blijven zou gelijk staan aan het ondertekenen van hun doodsvonnis.
Blijven zou gelijk staan aan het ondertekenen van hun doodsvonnis.
Getraumatiseerd
Mijn ouders dachten in Nederland welkom te zijn, maar het tegenovergestelde was het geval. Hun behaalde diploma’s bleken niets waard. Met de kennis van nu begrijp ik waarom mijn vader zo getraumatiseerd was. In zijn moederland waren hij en onze familie niet veilig en in hun vaderland werden ze gezien als last. Die angst was voelbaar in heel de gemeenschap. Indo’s in Nederland konden geen kant op en werden gedwongen zich aan te passen.
Thuis werd er niet over emoties gesproken, maar ik voelde het verdriet van mijn ouders en grootmoeders, die ook in Nederland woonden. In hun ogen las ik heimwee. Ze verlangden naar een land dat niet meer bestond, wat het extra tragisch maakte. Ik snakte ook naar een zorgeloos leven waarin ik niet gezien werd als anders. Als ik de deur uitstapte, kreeg ik vragen over mijn getinte huidskleur en blauwe ogen.
Het maakte dat ik me vreemd en onbestemd voelde. Wie ben ik? Waar hoor ik thuis? Ik groeide op in twee culturen en voelde me vanbinnen verscheurd. Dat veranderde toen ik zo’n twintig jaar geleden een zoektocht begon naar mijn roots. Doordat ik gebukt ging onder de pijn van mijn voorouders en deze zware last absoluut niet wilde doorgeven aan mijn kinderen, wist ik dat ik hiermee iets moest.
Tekst gaat hieronder verder.
Charne liet alles achter om ver weg een nieuw leven te beginnen: ‘Ik mis mijn familie iedere dag’
Twee culturen
Na een lange weg lukte het me om de twee culturen waarin ik was opgegroeid in mezelf te verenigen. Mijn reis naar Indonesië was helend. Ik ontmoette er mijn tante, die me een batikkleed gaf. De doek was een familiestuk. Ik begon steeds meer te praten met anderen over de geschiedenis. De eerste generatie Indo’s sprak niet over het onrecht dat hun was aangedaan, maar inmiddels had ik ondervonden: onrecht moet aan het licht komen, omdat het anders op de volgende generaties blijft drukken.
Ik schreef het boek Rauw Blauw om mezelf, maar ook anderen te bevrijden van een oude last en om het erkennen van mijn bestaansrecht. De presentatie was in een historisch kerkje. Het was louterend om met mijn familie, vrienden en bekenden over gevoelige onderwerpen uit het verleden te kunnen praten. En hoe wonderlijk: aan het plafond hing een kleine replica van een VOC-schip. Toen ik dat zag zweven boven de hoofden van het publiek, wist ik dat de cirkel rond was en er een nieuw hoofdstuk was aangebroken.”