
Marianne is ijsklimmer: ‘Ik heb drie universitaire studies afgerond, maar leerde het meest van klimmen’
Persoonlijk verhaal
18 augustus 2025 · 11:35| Leestijd:5 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. Geen verplichtingen, stopt automatisch.
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement? .
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Vier uur de wekker. Minstens twee uur wandelen om bij de beste klimroute te komen. Zo’n vijf uur klimmen, totdat de ijspegels aan je neus hangen. Om vervolgens weer dezelfde terugtocht te maken. Dag na dag. Voor Marianne van der Steen (41) is dat puur geluk.
“Dat sportieve zit in de familie: mijn ouders zijn allebei sportdocent. Als kind vond ik klimmen al leuk. Tijdens mijn studententijd klom ik regelmatig in een klimhal en stond ik binnen een jaar op het Nederlands kampioenschap sportklimmen. Toen ik daarna voor een andere studie in IJsland woonde, ontdekte ik het ijsklimmen. Eenmaal in Nederland kwam ik in contact met de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging. Daar leerde ik mijn man Dennis kennen. Hij motiveerde me om mee te doen aan de World Cup, waar ik eindigde in de halve finale. Na heel wat wedstrijden en trainingen sta ik nu in de top drie van beste vrouwelijke ijsklimmers ter wereld.
Tekst gaat hieronder verder.
Hilde rende vorig jaar elke dag een marathon: ‘Het mentale aspect was het zwaarst’
Mannensport
Klimmen wordt in sommige landen meer gezien als een mannensport, dat merk je wel. Ik klim regelmatig in Korea en daar kijken ze toch traditioneler naar de klimsport. Een vrouw kan wel binnen wedstrijden klimmen, maar niet buiten; dat zou te gevaarlijk zijn. Korea heeft een grote, bekende route die ik graag wilde klimmen. Maar toen ik aan de route begon, werd ik teruggeroepen. Ik luisterde niet en klom stug door. Eenmaal beneden bleek dat ik de eerste vrouw was die die route had geklommen. Sindsdien heb ik de bijnaam ‘Captain’ (een van de hoogste rangen in het Amerikaanse leger, red.), een titel die geen enkele vrouw in Korea draagt. Dat vind ik wel bijzonder.
Hoewel ik een van de beste ijsklimmers ter wereld ben, word ik niet behandeld zoals andere topsporters.
Het frustrerende aan de klimsport is dat het in Nederland vrij onbekend is. Hoewel ik een van de beste ijsklimmers ter wereld ben, word ik niet behandeld zoals andere topsporters. Zij krijgen financiële ondersteuning of een fulltime salaris voor hun prestaties; ik moet vrijwel alles zelf betalen. Daar kan ik soms van balen. Om op dit niveau te blijven, train ik twee of drie keer per dag, vijf tot zes dagen in de week. Hierdoor heb ik geen tijd om te werken, dus leven mijn man en ik enorm zuinig. We wonen in een tiny house en hebben zonnepanelen om energie te besparen en de elektrische auto op te laden. Het is weleens voorgekomen dat we naar de voedselbank moesten, omdat we echt niet rondkwamen. Het is een levensstijl, eigenlijk moet je een beetje gek zijn om het te doen.
Ondanks dat ik er veel voor moet laten, krijg ik er ongelooflijk veel voor terug. Het is zo gaaf dat ik de kans krijg om te reizen, om nieuwe plaatsen en culturen te ontdekken. Ik kom op plekken waar anderen niet komen en ben gemotiveerd om nieuwe talen te leren, bijvoorbeeld Koreaans. Ik wil graag kunnen communiceren met de lokale bevolking, om te begrijpen wat hen drijft. Ik heb drie universitaire studies afgerond, maar om eerlijk te zijn leerde ik het meest van klimmen.”
Sportarts Els van den Eede over extreme sporten
Zelfs drie keer per dag sporten, zoals Marianne doet, is volgens Els niet ongezond. “Als je ’s ochtends klimt, gebruik je een heel ander systeem dan bij een wandeling of hardlooprondje. Het eerste richt zich vooral op spierkracht – waarbij het anaerobe systeem wordt aangesproken – terwijl bij wandelen en hardlopen het aerobe systeem actief is. Daarom kunnen topsporters meerdere keren per dag trainen; ze kunnen hun training goed doseren en maken gebruik van verschillende energiesystemen.”
Het is gezond om minimaal 150 minuten per week matig tot intensief te bewegen, vertelt Els. “Idealiter werk je vijf keer per week een halfuur aan je uithoudingsvermogen en doe je daarnaast twee keer een krachttraining. Vergeet niet om daarbij je lenigheid te trainen. Maar het allerbelangrijkste is echt: kies iets wat je leuk vindt. Anders houd je het niet vol en blijven de gezondheidsvoordelen uit.”