Jade Chin (36) werd veroordeeld tot vier jaar cel wegens poging tot doodslag. Ze zat zeven maanden in de gevangenis en bracht daarna een jaar door op een gesloten psychiatrische afdeling. Tijdens haar detentie vond ze haar geloof in God terug, wat haar kracht gaf om de zwaarste periodes te doorstaan.
“God is bij de mensen die het meest gebroken zijn en daar in de gevangenis was ik echt gebroken. Ik miste mijn kinderen vreselijk en als je vastzit met vrouwen die zitten vanwege moord, dan heb je het zwaar. Soms wilde ik een einde aan mijn leven maken. Ik ben christelijk opgevoed, maar door het straatleven raakte ik van Gods pad af. Gelukkig heb ik in de gevangenis zijn genade mogen ontvangen. Zo mocht ik lesgeven, in de kerk uit de Bijbel voorlezen en kreeg ik allerlei verantwoordelijkheden op de afdelingen. In gevangenschap realiseerde ik me dat ik Gods hand had losgelaten, maar dat God mij niet had losgelaten.
Na mijn straf kwam ik thuis in een leeg huis. De Jeugdbescherming had mijn drie kinderen afgenomen. Dat was mijn echte straf en dat heeft me ook het meeste pijn gedaan. Mijn dochter, de jongste, woont nog altijd niet bij mij. Ze woont bij een tante die haar als haar eigen dochter ziet. Dat blijft een hele strijd. In de tijd dat ik in detentie zat, heeft mijn jongste zoon (toen 3) in maar liefst vijf verschillende pleeggezinnen gewoond. Dat was voor ons allebei een grote bron van stress.
Van watergevechten tot brandende poppen – zo vieren mensen over de hele wereld Pasen
Hoewel ik vrij ben, struggle ik al vier jaar met mijn terugkeer in de maatschappij. Toen mijn twee jongens net weer bij mij terug waren, overleed mijn vader. Ik stond echt in de overlevingsstand. Op een gegeven moment kreeg ik ruzie met de buren. Ze wilden me weg hebben omdat ze mij een crimineel vonden. De buurman lokte me uit en ik raakte in gevecht met de buurvrouw. De politie kwam en ik werd direct meegenomen vanwege mijn strafblad. De rechter zei dat ik een gevaar was voor de maatschappij en voor mezelf. Ik was het op dat moment zo zat. Mensen hebben altijd hun oordeel over je klaar. Nog altijd wordt alleen maar gekeken naar wat je vroeger hebt gedaan. Zelfs als de situatie daar helemaal los van staat, zoals bij de burenruzie. Ik kreeg twee jaar, maar gelukkig heb ik een heel rechtvaardige reclasseerder. Hij ziet mij als mens en niet als mijn delict. Ik werk mee aan alle voorwaarden en daarom hoef ik die twee jaar niet te zitten. Wel moet ik me houden aan strenge maatregelen en sta ik onder toezicht.
Al zit je in een gesloten cel, je geest is altijd vrij met God.
Soms mis ik de tijd in de gevangenis omdat ik daar God het dichtst bij me heb gevoeld. Nu help ik graag anderen die het net zo moeilijk hebben. Aan ex-gedetineerden met suïcidale gedachten vertel ik dat ik mij ook zo heb gevoeld. En dan vraag ik ze om God en zichzelf een laatste kans te geven. Ik heb zo veel gehad aan mijn geloof toen ik in diepe dalen zat. Nu kan ik niet anders dan het Woord van God verspreiden. God heeft niet beloofd dat het leven makkelijk zou zijn, maar wel dat het de moeite waard is. Dat probeer ik anderen mee te geven. Al zit je in een gesloten cel, je geest is altijd vrij met God.”
Tekst: Jessica de Jong-Visser Beeld: Nienke van Denderen Styling & visagie: Très Jolie visagie
Eva nieuwsbrief
Schrijf je in voor de Eva nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag een selectie van levensverhalen, artikelen over (mentale) gezondheid en liefde & relaties in je inbox.