
PremiumDebora (56) worstelt al jaren met de overgang: ‘Nachtdiensten draaien gaat niet meer’
Persoonlijk verhaal
gisteren · 14:56| Leestijd:8 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Ze werkte haar hele leven in de zorg. Altijd in de weer voor anderen, het liefst tijdens nachtdiensten, want dat vindt ze “het mooiste wat er is”. Tot de overgang bij Debora Loman (56) insloeg als een mokerslag en haar zwaar depressief, oververmoeid en prikkelbaar maakte. “In de zorg werk je in de zesde versnelling. Ik moest terug naar twee.”
Denk je aan zelfdoding? Praat erover. Je kunt met 113 geheel anoniem chatten of bellen. Bel gratis 0800-0113 of chat op 113.nl met een hulpverlener.
De meeste zorgprofessionals zijn nachtdiensten liever kwijt dan rijk, maar dat was bij Debora nooit het geval. “Ik kan er niks aan doen, ik vind het zo mooi. Mensen zijn vaak wat angstiger ‘s nachts en wat onrustig. Hoe mooi is het dat je dan gewoon even bij iemand kan zitten en een praatje maakt of een hand vastpakt? Dat mensen weten: ze zijn niet alleen. Daar heb je overdag en ’s avonds vaak minder tijd voor dan ’s nachts. Voor mij zijn nachtdiensten op en top zorg.”
Wanneer Debora over haar werk in de zorg praat, begint ze onmiddellijk te stralen. “Ik heb vanaf jonge leeftijd in de zorg gewerkt, op allerlei plekken. Bejaardenzorg, kraamzorg, verpleeghuiszorg, van alles. Daar ligt mijn hart, dat is gewoon het mooiste werk wat er is.”
Tekst gaat hieronder verder.
Zit je in de overgang én werk je in de zorg? Dit is waarom dat zo lastig is
De overgang
Zo’n vijftien jaar geleden gooit de overgang roet in het eten. “Rond mijn veertigste kreeg ik last van allerlei klachten: stemmingswisselingen, vermoeidheid, prikkelbaarheid, slechte concentratie. We hebben ook best wel een gecompliceerd gezin, dus ik dacht in eerste instantie: o, het ligt daaraan. Maar het werd steeds erger. Uiteindelijk werd ik echt depressief en zelfs suïcidaal – terwijl ik normaal gesproken de positiviteit zelve ben. Alleen tijdens mijn zwangerschappen had ik ook last van extreme depressies. Daardoor wist ik al snel dat het hormonaal was en dus met de overgang te maken moest hebben.”
Debora gaat naar de huisarts, maar die gelooft niet dat ze al in de overgang zit. “Hij vond me te jong en dacht dat mijn klachten door mijn drukke baan kwamen. Uiteindelijk heb ik doorgedrukt toen het echt niet meer ging, waarop we heel voorzichtig begonnen zijn met tabletten met hormoontherapie. Nou, dat was direct een wereld van verschil.”
Depressie
De depressies en suïcidale gedachten noemt Debora “heel donker”. “Het is zo eng. Tijdens mijn laatste zwangerschap kreeg ik 40 uur thuiszorg en was er 24 uur per dag iemand bij me, om te voorkomen dat ik voor een trein zou springen. Je weet dat je het niet wilt – je wilt gewoon leven – maar je weet ook dat je ertoe in staat bent. En dat is zo eng, met geen pen te beschrijven. Het verschil met toen is dat ik tijdens mijn zwangerschappen wist: na negen maanden is het over. Maar die depressieve periode tijdens de overgang was zó uitzichtloos. Het was echt heel donker.”
Tekst gaat hieronder verder.
De stemmingsstoornis PMDD dreef Heleen maandelijks tot wanhoop: ‘Ik wilde zo graag rust in mijn hoofd’
Geen cola meer, wel regelmaat
Debora wordt doorgestuurd naar Dorenda van Dijken, gynaecoloog in het OLVG in Amsterdam. “Zij is echt een goeroe op dit gebied, ze heeft heel veel kennis. Ook zij constateerde dat mijn klachten extreem waren.” In eerste instantie krijgt Debora wat algemene adviezen. “Zoals gezonder eten en drinken. Dat deed ik al, ik had alleen nog een colaverslaving. Ook daar ben ik volledig mee gestopt. Verder was regelmaat heel belangrijk. Ik mocht alleen nog avonddiensten werken en op de dagen dat ik niet werkte, moest ik hetzelfde dag- en nachtritme aanhouden.”
Zelf had Debora ook al gemerkt hoe zwaar de voortdurende omschakelingen in ritme haar vielen. “Mijn lijf kon niet tegen die onregelmatige werktijden. Ik was alleen maar moe en kon me totaal niet concentreren. Ik ben ook weleens naar een slaappoli geweest, omdat ik veel problemen had met slapen: slecht inslapen, snel wakker worden of juist veel te laat. Het ging gewoon niet meer. Gelukkig dacht mijn werkgever goed mee en kon mijn dienstrooster aangepast worden naar enkel avonddiensten. Dat heeft mij erg geholpen.”
Hulp van collega’s
Naast een bereidwillige werkgever, heeft Debora ook veel steun aan haar collega’s. “Ik had momenten dat ik niet in staat was om bijvoorbeeld medicijnen uit te delen, omdat ik me echt een zombie voelde. Terwijl je daar juist alert voor moet zijn. Een collega zei dan: ‘Doe jij wat extra patiënten voor mij, dan deel ik de medicatie voor jou.’ Kijk, zorgen voor mensen zit in mijn genen, dat gaat automatisch: mensen aandacht geven, naar het toilet helpen, wassen, noem het maar op. Dat is voor mij geen inspanning. Maar taken die concentratie vereisten, dat was een ander verhaal.”
Ik heb relatief makkelijk om hulp gevraagd, juist omdat ik me niet ziek wilde melden.
Veel vrouwen ervaren de overgang als een taboe en vinden het lastig om op werk over hun klachten te praten. Debora niet. “Het helpt juist om er open over te zijn. Ik heb relatief makkelijk om hulp gevraagd, juist omdat ik me niet ziek wilde melden. Ik dacht: daar word ik alleen maar zieker en naarder van, en dan kom ik helemaal in een negatieve spiraal terecht. Mijn collega’s en werkgever hebben daar altijd heel goed rekening mee gehouden.”
“En,” benadrukt Debora, “de laatste jaren heb ik altijd mannelijke leidinggevenden gehad. Er wordt weleens gezegd: die bagatelliseren de overgang. Maar ik merk dat mijn mannelijke collega’s en leidinggevenden begripvoller zijn dan sommige vrouwelijke collega’s.”
‘In volle hevigheid terug’
Een combinatie van leefstijlaanpassingen, een hoge dosering hormoontherapie door middel van pleisters, daglichttherapie én antidepressiva blijken uiteindelijk een schot in de roos voor Debora. “Daar heb ik het eigenlijk gewoon heel lang heel goed op gedaan.”
Haar klachten verdwijnen op de achtergrond. Tot er zo’n twee jaar geleden een flinke terugval volgt. “Ik moest geopereerd worden aan mijn buik en daarbij is een van mijn eileiders eruit gehaald. Ineens kwamen mijn klachten in volle hevigheid weer terug. Dat overviel me toen, het lag helemaal niet in de lijn der verwachting dat ik zo zou reageren.”
Daarnaast krijgt Debora last van nachtelijk zweten. “Een paar maanden lang heb ik na elke nacht vier handdoeken moeten verschonen, omdat ik zoveel zweette. Zelfs de gynaecoloog stond er versteld van hoe heftig dat was. Het heeft een hele tijd geduurd voordat het weer gestabiliseerd is.”
Een verhoging van de antidepressiva helpt voor haar mentale klachten. Toch blijft ze gevoelig voor stemmingswisselingen. “Laatst is er in de sauna per ongeluk een hormoonpleister afgegaan. Dat zag ik pas twee dagen later. O, dacht ik toen, dáárom heb ik me twee dagen zo rot gevoeld. Dat merkte ik onmiddellijk. Ik heb er gewoon nog steeds veel last van.”
Tekst gaat hieronder verder.
Jeuk, gewrichtspijn en paniekaanvallen: dit zijn de minder bekende symptomen van de overgang
Andere functie
Inmiddels werkt Debora, tot haar spijt, niet meer als verzorgende IG. “Vorig jaar ben ik wederom geopereerd aan mijn buik en daar is restschade ontstaan. Ik heb nu blijvende pijn in mijn lies en in mijn been, omdat de zenuw beschadigd is. Daardoor was het niet meer te doen om aan het bed te staan. Mijn werkgever heeft me gelukkig altijd gesteund, dat is echt heel fijn. Inmiddels heb ik een andere functie binnen dezelfde zorgorganisatie: ik werk als coördinator facilitair, dus ik stuur het schoonmaakpersoneel aan.”
Die verandering liet haar niet onberoerd. “Natuurlijk heb er ik er verdriet van gehad dat ik mijn functie als verzorgende IG moest opgeven. Ik heb nu een ontzettend leuke baan, maar ik mis het contact met de patiënten. Ik denk dat dat altijd zo blijft. Dat zorgen zit zo in mijn genen.” Tegelijk blijft ze optimistisch. “Je moet gewoon naar de mooie dingen in het leven kijken, dat maakt het allemaal een stuk makkelijker. Tel je zegeningen en zoek zowel privé als op werk naar mogelijkheden. Ik heb nu een zorghond en zou graag weer vrijwilligerswerk gaan doen als het weer wat beter gaat. En ik weet nu al dat ik na mijn pensioen in een hospice ga werken, dat lijkt me zo mooi. Een rol als gastvrouw, zoiets.”
Tekst gaat hieronder verder.
Jeany negeerde haar overgangsklachten: ‘Ik ben niet gewend over dit soort dingen te praten’
Van zes kilometer naar twee
Haar overgangsklachten en chronische pijn hebben niet alleen impact op haar werk, maar ook op de rest van haar leven. “Ik kon eerst 100 kg deadliften, nu kan ik niet eens een koffer van 18 kg in de auto tillen. Als ik eerst een uur wandelde met de honden, liep ik vijf of zes kilometer. Nu wandel ik ook een uur en heb ik net twee kilometer afgelegd. Maar hoe erg is dat? Nu zie ik paddenstoelen en veel meer andere mooie dingen in de natuur die ik in die zes kilometer niet zag. En de honden zijn net zo lang aan het aan het rennen en het vliegen, die maakt het echt niet uit.”
Haar eigen ervaring laat haar anders kijken naar de werkdruk in de zorg. “Ik denk dat we in de zorg eigenlijk altijd in de zesde versnelling leven. We rennen, vliegen, draven door. Ik ben nu gedwongen om in versnelling twee te leven. Daardoor is het leven een stuk rustiger. Ik ben veel minder opgejaagd en maak dingen bewuster mee, doordat ik niet meer overal aan voorbij raas. En ik denk dat we dat in de zorg een beetje vergeten. Al ga je maar één of twee versnellingen terug, dat kan al een verschil maken, zeker als je in de overgang zit. Gun het jezelf eens om rustiger van de ene naar de andere kamer te lopen en kijk wat het met je doet.”










