Dit zijn de 7 schoonmaakzonden, mét tips van Rotterdamse Poetsqueen
Wil je weten
gisteren · 15:06| Leestijd:13 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Niet lullen maar poetsen of liever niet poetsen maar lullen? We maken allemaal schoon en doen dat elk op onze eigen manier, met onze plus- en minpunten. Misschien kamp jij wel met luiheid of juist met dwangmatigheid. Schrijver Annemarie van Heijningen-Steenbergen neemt zeven van deze ‘schoonmaakzonden’ onder de loep. Wat zijn jouw poetszonden en wat zeggen deze wellicht over je karakter? Hou je vast, het kan hier en daar confronterend zijn.
1. Schijnheiligheid
De boomers onder ons hebben properheid met de paplepel ingegoten gekregen. De vroegere nadruk op huishoudelijk werk was niet zomaar een obsessie van de hobbyist, maar had, veel meer dan nu, alles met de bestrijding van ongedierte te maken. In de vooroorlogse roman Laterveer wil het rechte weten van D. van der Stoep las ik onlangs dat meneer Laterveer en zijn vrouw liever geen omgang met de buren hebben, ‘want moeder gelooft dat ze niet schoon is en ze ziet er ook altijd slordig uit. “Als ik met haar gepraat heb,” zegt moeder, “dan heb ik een vlo” en ’t spreekt dus dat ze d’r niet veel mee praat.’
Eva nieuwsbrief
Schrijf je in voor de Eva nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag een selectie van levensverhalen, artikelen over (mentale) gezondheid en liefde & relaties in je inbox.
Dit is een ongeldig e-mailadres.
Lees onze privacyverklaring.
Je wilde in de buurt dus niet bekendstaan als een slons. Er werd op je gelet. Uitspraken als ‘je tuin is je visitekaartje’ en ‘aan de vitrage kun je zien wat voor mensen er wonen’ deden de ronde. Poetsen dus. En wanneer het je aan tijd ontbrak (bijvoorbeeld vanwege een grote kinderschare), dan zorgde je ervoor dat je huis de schijn van schoon had. Onze moeders en oma’s gaven ons daartoe handige tricks en tips. ‘Zorg dat je aanrecht en je vloer glad zijn, dan lijkt het al heel wat.’ En: ‘Wat er achter een deurtje zit, dat zie je niet.’ Tijdens het schrijven van dit artikel postte ik regelmatig iets over schoonmaken en schoonmaakzonden op mijn socials. Steevast begon het reacties te regenen, want op ‘huishoudelijk werk’ slaan de meeste mensen aan. En wat blijkt? Bij sommige mensen zit deze vorm van schijnheiligheid nog steeds in het DNA. Facebookvriendin Jeannet (51) schreef me dat ze vlak voor ze bezoek krijgt een sterk geurende fles schoonmaakmiddel open in huis zet. Zodat de visite het opmerkt en zal zeggen: “Tjonge, wat ruikt het hier fris. Je had er zin in vandaag.”
Wat er achter een deurtje zit, dat zie je niet.
Wat zegt dit soort schijnheiligheid over iemands karakter? Zouden de Jeannets onder ons zich op andere fronten ook mooier voordoen dan ze zijn? Misschien. Misschien ook niet. Laten we het erop houden dat de Jeannets onder ons gevoelig zijn voor sociale druk en angst hebben voor veroordeling. Maar zit er ook niet iets grappig-vindingrijks in die openstaande fles? Een tamelijk onschuldige manier om jezelf en de ander een beetje voor de gek te houden.
2. Ongeordendheid
Waar de ene mens het liefst opruimt en boent volgens schema’s en lijstjes, doet de ander het op intuïtie, net hoe de pet staat. Dit zijn de chaoten onder ons. Niet dat chaoten per se een vies of slordig huishouden hebben, maar ze leven hun leven vanuit impulsen en spontane ingevingen en zijn vaak met honderd dingen tegelijk bezig. Ze hebben een creatief en springerig brein, maar worden in de wandelgang vaak ‘warhoofd’ of ‘ongeleid projectiel’ genoemd. Evengoed kunnen deze chaoten in een plotseling opkomende schoonmaakimpuls binnen een paar uur heel wat werk verzetten. Alleen weet je nooit wanneer en hoe vaak er zo’n schoonmaakvlaag tevoorschijn piept. Daar is de chaoot en diens huishouden afhankelijk van.
Via Facebook chatte ik met een aantal van deze ongeordenden. In de stromende regen kan Elseline (59) plots denken: ‘Ik ga de ramen zemen.’ Het water is er al, dus een emmer is niet nodig. Ze holt met regenjas, trekker en trapje naar buiten om na een kwartier weer binnen te zijn. De ruiten zijn weliswaar niet streeploos schoon, maar hun staat is aanmerkelijk beter dan een kwartier ervoor.
Hollen of stilstaan
Met sommige chaoten is het hollen of stilstaan. Marja (52) schreef me: ‘Hoe drukker ik ben, hoe productiever ik word in mijn huishouden. Dan zit ik in een flow en gaat alles als een malle.’ Herkenbaar bij Tineke (67): ‘Maar als ik dan een niks-dag heb, of niks-dágen, dan zit ik me doorlopend rot en schuldig te voelen dat ik niks doe.’
Hoe drukker ik ben, hoe productiever ik word in mijn huishouden.
Bij Frederike (43) wordt ook te hooi en te gras gewerkt. In één keer alle bedden afhalen en er dan achter komen dat er (zonder droger in huis) te weinig plek is om te drogen. Buiten regent het en om 22.45 uur is er dan ineens een tiener die roept: “Mam, mijn bed is niet opgemaakt.”
Petra (42) vergelijkt het schoonmaken vanuit haar impulsen met het voeden op verzoek van een baby. Tegen de tijd dat haar bedden erom smeken om verschoond te worden, dan verschoont ze ze. Het wijst zich vanzelf.
Joanne (63) werkt binnen het kader van de quote: ‘Dit huis is schoon genoeg om gezond te zijn en vuil genoeg om gelukkig te zijn.’
3. Vrekkigheid
Waar men bij huishoudelijke luiheid spaarzaam is met tijd, is de huishoudelijke vrek spaarzaam met geld: het schoonmaken moet zo goedkoop mogelijk gebeuren. Sinds jaar en dag volg ik op Facebook de groep ‘Vrekken en consuminderen’ en ik stelde een vraag over vrekken met betrekking tot schoonmaken. In no time had ik tientallen reacties.
Ik weet niet of het schoonmaken van je achterwerk behoort tot huishoudelijke taken, maar Iris (37) meldde in elk geval dat ze bij de kleine boodschap twee velletjes toiletpapier gebruikt, en bij de grote boodschap vier. Lina (41) is op schoonmaakmiddelen gaan bezuinigen door de helft minder schoon te maken, wat haar niet alleen geld, maar ook tijd scheelt. De diehard-vrek is dol op halveren: de vaatwasblokjes, het waspoeder, de shampoo en het afwasmiddel. Alles wat vloeibaar is, kun je aanlengen met water.
De diehard-vrek is dol op halveren: de vaatwasblokjes, het waspoeder en het afwasmiddel.
Een echte vrek gooit niet snel weg. Van oude handdoeken worden vaatdoekjes gemaakt en van oude shirts poetslappen. Vrek Anneke (54) gebruikt blaadjes van een klimop in plaats van waspoeder en Tirza (44) maakt schoon met zelfgebrouwde allesreiniger (iets met citroenschillen en azijn).
Een vrek klaagt graag over stijgende kosten (‘alles is dúúr!’), heeft een koopjesneus en wordt wild van ‘2 halen – 1 betalen’. Wanneer deze vrekkigheid doorslaat in absolute gierigheid (dat je moeilijk doet over een cent en het tegenovergestelde van vrijgevig bent), word je er als mens niet sympathieker op. Maar over het algemeen maakt een vrek keuzes die groen en duurzaam en dus aanbevelenswaardig zijn. In grote lijnen zou je kunnen zeggen dat een vrek begaan is met het milieu, een nauw geweten heeft en een groot verantwoordelijkheidsgevoel.
4. Luiheid
Ken jij zuiver luie mensen? Ik niet. Met onze hypercalvinistische en arbeidslustige genen zijn we niet snel lui te krijgen. Evengoed kennen we allemaal wel luie vlagen. Uitstelgedrag, geen zin. En aan het einde van de dag zeggen: ‘Ik ben zo moe van alle dingen die ik wéér niet heb gedaan.’ Deze quote kwam ik een keer tegen op Instagram, maar ik weet de bron niet meer. In elk geval vond ik hem zo geestig, dat ik hem naar mijn vriendin Christina (45) appte. Christina noemt zichzelf (wat betreft huishoudelijk werk) lui. Haar man vindt dat soms ook en gaat van tijd tot tijd geërgerd met stofzuiger en dweil aan de slag, terwijl zij B&B Vol Liefde kijkt. Ik vind Christina’s verhalen over dit kleine huwelijksleed nogal vermakelijk. Want ik weet dat ze allesbehalve lui is (en haar man weet dat ook). Punt is dat ze liever bij anderen schoonmaakt (als weldoener/vrijwilliger/mantelzorger) dan dat ze in haar eigen huis rondzwabbert.
Ik ben pleeboen-lui. De wc schoonmaken is een rotklus en stel het zo lang mogelijk uit.
Christina zou je thuispoets-lui kunnen noemen. Anderen zijn dweil-lui of strijk-lui. En ondergetekende pleeboen-lui. Ik vind dat een rotklus en stel het zo lang mogelijk uit (wat de klus niet plezieriger maakt). Voor het schoonmaken van de wc gebruik ik gewoon wc-papier. Vuil dat voor een nat doekje uit kruipt, is mijn schoonmaakergernis numero een. Maar met het oog op de hygiëne zal ik toch af en toe met een vaatdoek met chloor moeten zwaaien. Daarvoor moet de moed uit mijn tenen komen.
Dat is het probleem bij luiheid (en luie vlagen): je kunt het niet of nauwelijks opbrengen ergens moeite voor te doen. Wanneer je in geval van pleeboen-luiheid eindelijk met lome halen een borstel door de pot roert, ervaar je geen werkplezier. Troost je: luiheid is geen persoonlijkheidsstoornis. Het is een gewoonte die je ook weer kunt afleren. Nieuwe dag, nieuwe kans.
Tekst gaat hieronder verder.
Van sportvriendin tot familievriend: de ene vriendschap is de andere niet
5. Slaafsheid
Stel: er komt een oude schoolvriendin langs en vlak voor ze arriveert, kijk je ineens met andere ogen naar je woonkamer: stof op de schouw, een treurend plantje in de vensterbank. Je stroopt je mouwen op en gaat aan de slag.
Schoonmaken vanwege naderend bezoek, wie maakt zich daar nooit schuldig aan? Nu ja, schuldig… is hier sprake van schuld? Het kan fijn zijn om bezoek te gebruiken als ultimatum, als plezierige stok achter de deur. Zolang je het doet voor jezelf en niet om je bezoek te pleasen, is er weinig aan de hand.
Maar schoonmaken uit angst voor argusogen en veroordeling is niet grappig meer. Ik wijdde aan deze ‘schoonmaakzonde’ een topic op mijn socials en de reacties (doorgaans privé) logen er niet om. Met name in keurige (Biblebeltse) buurtjes willen mensen nogal eens aan de slag gaan om te laten zien dat ze hun leven prima onder controle hebben. Door deze of gene wordt er schoongemaakt uit angst om weggezet te worden als ‘tokkie’. Een enkeling gaat aan de poets vanwege een soort bewijsdrang richting schoonouders (kijk hoe goed ik voor jullie kind en kleinkinderen zorg). Schoonmaken uit angst voor de scherpe blik en dito tong van moeder of oma komt hier en daar ook voor.
Een enkeling gaat aan de poets vanwege een soort bewijsdrang richting schoonouders.
Uitgerekend deze ‘slaafse’ schoonmakers gebruiken als verwelkoming vaak de disclaimer: ‘Let niet op de rommel.’ Voor het geval er ergens nog een stofje of een pluisje ligt waar men dan schande van zal denken of spreken.
Lieve pleasende sopper, je inzet is overtuigend bewezen, maar waar komt die bewijsdrang nu feitelijk vandaan? Ben je op andere vlakken ook zo kritisch naar jezelf? Is het bij jou zelden goed genoeg? Wellicht zou een praatje met een therapeut je goeddoen. Een deskundige trekt de neus niet op voor jouw vuile was. Grote kans dat een paar gesprekken je leven lichter en vrijer zullen maken.
6. Gauwigheid
De efficiëntiejunks onder ons zijn dol op gauwigheid. Efficiëntiejunks zijn creatief en pragmatisch. Zo dweilt Instavolger Wieke (29) eens per jaar haar ramen. Je leest het goed: ze dweilt de ramen. ‘Want’, stelt Wieke, ‘waarom zou ik een speciaal ramenlaptelescoopsteelding kopen terwijl het ook gewoon met een dweilstok kan? Eerst met een natte dweil over de ramen, dan dweildoek eraf en droogdoek erop en klaar.’ Wieke haalt ook niet paniekerig de was af als het regent. Welnee, ze laat alles gewoon hangen, ooit wordt het droog (en heeft je was een aantal gratis extra spoelbeurten gehad).
Wieke haalt niet paniekerig de was af als het regent. Welnee, ooit wordt het droog.
Efficiëntie is in eerste instantie dan ook een deugd. De echt efficiënten onder ons lopen zelden met lege handen naar boven (of beneden) en zullen niet nalaten het nuttige met het aangename te combineren. Televisiekijken en strijken. Badkamer boenen en bellen. Alles voor wat tijdwinst. Want tijd is… ja, wat is tijd eigenlijk? Geld? Vergis je niet.
Mijn zus legde ooit een föhn in het vriesvak om het ontdooiproces te versnellen, zodat ze op tijd op haar werk zou zijn. Bam! Complete koelkast naar de gallemiezen. Zo efficiënt kan gauwigheid dus zijn.
De gauwigheidsverslaafde (ik spreek uit ervaring) werkt vanuit de gedachte dat al die tijdwinst iets zal opleveren: ruimte voor ontspanning, voor sociale contacten (so far, so good) of juist weer voor nieuwe werkzaamheden, die dan ook weer snel en efficiënt moeten worden volbracht. Wat betreft die laatste mogelijkheid: hoor ik daar een burn-out naderen?
Wees niet te streng met goede voornemens – waarom perfectionisme ons ongelukkig maakt
Wees niet te streng met goede voornemens – waarom perfectionisme ons ongelukkig maakt
7. Dwangmatigheid
En dan zijn er nog de ronduit dwangmatigen. Zij die geen verjaardag kunnen vieren zonder eerst de ramen te hebben gezeemd en de plinten te hebben gestoft (alsof de visite met een witzijden handschoentje aan je plinten zal checken). Zij die na afloop van het feest niet kunnen slapen voor alles weer aan kant is. Zij die niet op vakantie kunnen zonder strak opgemaakte bedden en een smetteloze badkamer.
Als je hier werkelijk gelukkig van wordt, blijf dit dan vooral lekker doen. Maar als je gebukt gaat onder Het Grote Moeten, is het misschien goed om je eens af te vragen wat daarvan nu de oorsprong is. Welke gedachte zit er achter je gedrag? En welke gedachte zit er achter de gedachte achter je gedrag? (Ja, graaf maar dieper, mensenkind.)
Ik zou ik weleens willen weten: welk verdriet heeft Truus willen wegpoetsen?
Ik denk aan Truus, de vrouw die in de jaren negentig schuin tegenover ons woonde. We hadden goed zicht op haar huis en op de werkzaamheden die Truus de ganse dag deed: kleden uitkloppen, ramen zemen, was ophangen, straatje vegen. Het huisje waarin Truus samen met haar man Cor (een doodgoeie vent) woonde, was piepklein. Er waren geen kinderen. Truus deed regelmatig bij mijn moeder haar beklag dat ze het zo druk had (met schoonmaken, want Truus had geen baan buitenshuis). Tijdens zo’n litanie liet ze zich een keer ontvallen: “En dan heb ik Cor ook nog.” Terwijl Cor weinig anders deed dan Truus ter wille zijn. Met Kerst kregen we altijd een kaartje, door haar in vliegende vaart geschreven, waardoor er niet stond ‘Cor en Truus’, maar zoiets als ‘Dorre Truus’. Zo zijn we haar uiteindelijk ook gaan noemen: Dorre Truus.
Ze is allang overleden (en Cor ook). Haar bijnaam is haar twijfelachtige nalatenschap. Een treurig verhaal. Nu zou ik weleens willen weten: welk verdriet heeft ze willen wegpoetsen?
3 schoonmaaktips van de Rotterdamse Poetsqueen
Ken je Charo Walop al, de Rotterdamse Poetsqueen die op TikTok en Instagram in onvervalst 010-accent al haar schoonmaaktippies met je deelt? Speciaal voor Eva deelt ze drie niet-alledaagse schoonmaaktips.
- “Veel mensen vergeten hun wasmachine schoon te maken, maar dat is wel belangrijk. Draai elke maand een kookwas: een lege trommel op 90 graden met een kopje natuurazijn, een vaatwastablet of een speciaal reinigingstablet. Vergeet ook de rubbers van de trommel niet. Als je die nooit schoonmaakt, krijg je van die vieze zwarte strepen op je schone was. En tot slot je filter. Als je wilt weten hoe dit moet: check mijn filmpje hierover op TikTok.”
Nog een vergeten dingetje: er komt altijd vet in dat randje tussen aanrecht en kookplaat.
- “Nog een vergeten dingetje: er komt altijd vet in dat randje tussen aanrecht en kookplaat. Een keer in de zoveel tijd inspuiten met ontvetter. Even laten inweken, een velletje keukenpapier om een mesje wikkelen en je kunt het vuil zo wegvegen.”
- “En vergeet je prullenbak niet schoon te maken, zodat er geen nare geurtjes in blijven hangen. Gebruik daarvoor een beetje allesreiniger en een doekje. Eén keer in de maand is genoeg hoor, anders blijft een mens bezig.”