Liefde achter tralies: mijn relatie met een terdoodveroordeelde
Persoonlijk
8 april 2025 · 08:46| Leestijd:10 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Na het lezen van een artikel over het corresponderen met gedetineerden besluit Mirjam (40) spontaan zich aan te melden bij een stichting die bemiddelt tussen gevangenen in de VS en mensen die hen willen schrijven. Haar intentie is eenvoudig: iets van Gods liefde en licht delen met iemand die dat nodig heeft.
Al snel krijgt ze contact met Kareem (45), een terdoodveroordeelde man in een Amerikaanse gevangenis. Wat begint als een briefwisseling groeit uit tot een intensieve en uiteindelijk verstikkende relatie, die haar leven volledig op z’n kop zet.
'Ik wilde gewoon iets goeds doen'
Ik had me aangemeld bij een stichting die Nederlanders koppelt aan Amerikaanse gevangenen," vertelt Mirjam. "Niet voor een vriendschap of een relatie, maar om iets van licht en liefde te delen. Een stukje hoop brengen in een donkere plek."
De stichting stuurt haar meerdere kandidaten met wie ze zou kunnen schrijven. Met Kareem voelt ze meteen een klik. In 2001 schrijft ze hem haar eerste brief, en al snel ontvangt ze een antwoord terug. Het begin van een intensief contact: gemiddeld sturen ze elkaar twee brieven per maand.
Ter dood veroordeeld
“Ik las hoe zwaar hij het had. Hij schreef over de diepten waar hij doorheen ging, zijn depressieve gevoelens. Ik vond het fijn om hem te bemoedigen en op afstand te helpen met mijn woorden. Hij was altijd heel geïnteresseerd in hoe het er in Nederland aan toeging. Hij schreef bijvoorbeeld over de boeken die hij las, en ik vertelde hem over mijn werk en over wat ik allemaal meemaakte.”
In zijn brieven vertelt Kareem over zijn heftige jeugd. Hij groeide op met een gewelddadige vader, belandde als tiener op straat en kwam al jong in aanraking met straatbendes. Langzaam maar zeker werd hij de criminaliteit ingezogen. In 1997 wordt hij ter dood veroordeeld voor de moord op twee mannen. Kareem houdt vol dat hij onschuldig is. Zijn executie stond gepland voor 2001, maar is sindsdien meerdere keren uitgesteld.
Geen uitleg, geen afscheid
In 2003 verandert de toon van Kareems brieven. Hij schrijft dat hij gevoelens voor haar heeft gekregen. Mirjam schrikt. "Ik kon daar helemaal niks mee," zegt ze. "Ik kende de verhalen over vrouwen die een relatie aangingen met een gedetineerde. Ik had altijd gedacht: dát overkomt mij nooit.
Van de ene op de andere dag heb ik niet meer teruggeschreven. Geen uitleg, geen afscheid. Daar heb ik me lang enorm schuldig over gevoeld, want ik had hem gevoelsmatig gewoon in de steek gelaten.”
Nieuwe executiedatum
Jarenlang is er geen enkel contact tussen hen. Toch blijft Mirjam hem op afstand volgen. “Ik zocht hem ieder jaar wel een keer op via Google. Eind 2013 zag ik ineens dat er een nieuwe executiedatum was vastgesteld: 3 april 2016. Dat raakte me diep, want 3 april is mijn geboortedag. Dit kon geen toeval zijn. Ik heb ervoor gebeden en besloot hem nog één laatste keer te schrijven. In ieder geval om mijn excuses aan te bieden voor het abrupte einde van onze briefwisseling.”
Hij kende elk detail van mijn dag
Ze vindt online drie verschillende adressen waar ze haar brief naartoe zou kunnen sturen. “Ik koos er één en bad: ‘Heer, als dit Uw plan is, laat deze brief dan aankomen. Ik geef het over aan U.’”
De brief komt daadwerkelijk aan. Kareem schrijft terug. Ze wisselen opnieuw een aantal brieven uit om elkaar bij te praten. Kareem vertelt dat zijn beide ouders in de tussentijd zijn overleden. En er is iets bijzonders veranderd: hij schrijft dat hij tot bekering is gekomen. Volgens Mirjam is dat ook te merken aan zijn toon, die lichter is dan voorheen.
Hun contact herstelt zich. Via een speciaal en gesloten systeem kunnen ze nu ook mailen. Dat maakt het contact makkelijker én intensiever. Ze mailen bijna dagelijks, een jaar lang. “Op een gegeven moment mailde Kareem dat hij veel gebeden had, en dat hij het idee had dat God hem duidelijk had gemaakt dat hij een relatie met mij moest beginnen. Hij schreef dat hij dat moeilijk vond, omdat zo’n relatie praktisch onmogelijk is, en vroeg of ik er ook voor wilde bidden.”
Mirjam besluit vier dagen geen contact te hebben. Ze wil bidden, Bijbel lezen, en zonder zijn invloed helder nadenken. In die periode keren drie Bijbelteksten telkens terug: Jesaja 41:9b-10, Jesaja 42:1 en Jeremia 29:11.
Ik wilde er tot het einde voor hem zijn
“Bij de tekst uit Jesaja 41 dacht ik: dit gaat over mij. ‘Jij bent mijn dienaar, jou heb ik gekozen, ik heb je niet afgewezen. Wees niet bang, want Ik ben bij je. Ik zal je sterken, helpen en steunen.’ Bij Jesaja 42 dacht ik aan Kareem: ‘Hier is mijn dienaar, hem zal Ik steunen, hij is Mijn uitverkorene.’ En de tekst uit Jeremia 29:11 voelde als een belofte voor ons samen: ‘Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk. Ik zal je een hoopvolle toekomst geven.’ Voor mij was dit de bevestiging om ‘ja’ te zeggen tegen God en tegen Kareem. En om in deze relatie te stappen.”
De belofte en de prijs
Kareem zit sinds 1997 vast voor een roofoverval waarbij twee mensen om het leven kwamen. Hij heeft altijd gezegd dat hij onschuldig is. Volgens Mirjam zijn er twee getuigenverklaringen die dat ondersteunen. Ze gelooft hem. “Ik heb tegen God gezegd: als dit van U is, en U hebt een plan voor de toekomst, wilt U dat dan uitwerken? En als het anders loopt, dan wil ik in ieder geval tot zijn executie voor hem blijven. Ik wilde er tot het einde voor hem zijn.”
In de loop van de jaren wordt hun contact nog intensiever. Ze kunnen nu ook bellen, en af en toe een half uur Skypen.
“De belafspraken waren ingewikkeld. We mochten vijftien minuten bellen, dan een uur niet, daarna weer vijftien minuten. Ik maakte geld naar hem over voor beltegoed. Hij kreeg van de staat zo’n vijftig dollar per maand. Ik wees hem er regelmatig op dat hij zijn beltegoed over een maand moest spreiden, maar vaak belde hij gewoon wanneer hij daar zin in had. Dan was het tegoed op, en kon ik weer aanvullen. Daar kregen we vaak woorden over.”
Steeds minder ruimte
Langzaamaan begint Kareem steeds meer grip te krijgen op Mirjams dagelijkse leven. “Hij kende elk detail van mijn dag. Ik draai onregelmatige diensten op mijn werk. Als ik werkte, kon hij niet bellen. Maar als ik vrij was, verwachtte hij dat ik de hele dag beschikbaar was. Soms belde hij terwijl ik net met iemand zat te praten. Als ik dan later opnam, werd hij boos. In het begin begreep ik dat nog. Hij had verder niks. Dus ik plande mijn hele dag om onze bel- en Skype-momenten heen.”
Ik zag aan zijn gezicht dat hij het niet leuk vond
Op den duur begint die structuur haar te verstikken. Ze vertelt hem dat ze ook tijd nodig heeft voor zichzelf, en dat ze graag dingen met vrienden wil doen.
“Kareem begreep dat niet. Hij vond dat alleen onze relatie al genoeg tijd en aandacht vroeg. Hij had moeite met het idee dat ik ook tijd met anderen doorbracht. Hij vroeg regelmatig of ik een ander had. Ik legde hem uit dat ik in een relatie stap met de intentie om voor het leven te blijven. Maar we kregen steeds vaker ruzie. Tijdens een Skype-gesprek, dat maximaal een half uur mocht duren en best prijzig was, had ik mijn haar geknipt. Ik zag aan zijn gezicht dat hij dat niet leuk vond. Toen ik vroeg wat er was, reageerde hij nergens op. Geen woord. Toen het half uur voorbij was, werd het gesprek beëindigd zonder dat hij ook maar iets had gezegd.”
Loslaten in geloof
Mirjam realiseert zich dat het zo niet langer door kan gaan. Maar ze worstelt met haar belofte aan God en aan Kareem.
“Ik kon hem toch niet weer in de steek laten? Ik wilde alles geven om deze relatie te laten slagen, maar het kostte me te veel. Hij bepaalde wanneer ik bereikbaar moest zijn en was op afstand enorm manipulatief over hoe ik mijn leven leidde. Ik mocht bijvoorbeeld niet naar een conferentie omdat ik dan een paar dagen niet bereikbaar zou zijn. Soms had ik gewoon geen energie meer om de telefoon op te nemen. En als ik wél opnam, zaten we binnen een minuut weer in een hevige ruzie. Ik werd er emotioneel compleet door leeggezogen.”
Wie gaat er nou een relatie aan met een terdoodveroordeelde crimineel?
Na een gesprek met een goede vriendin valt het kwartje. “Zij zei: ‘Jij neemt je verantwoordelijkheid in deze relatie, maar Kareem doet dat niet. Dan ben jij niet verplicht om te blijven.’ Dat gaf me de kracht om een besluit te nemen.”
Ze stuurt hem een lange mail waarin ze uitlegt dat ze rust nodig heeft en afstand wil nemen. Ze vertelt wat zij nodig heeft in de relatie. Kareem reageert in eerste instantie niet. Uiteindelijk komt er een mail terug – vol leugens en beschuldigingen. Voor Mirjam is dat het breekpunt.
Eindelijk rust
"Eind 2018 heb ik het contact rigoureus verbroken. Ik heb het belprogramma afgesloten zodat hij me niet meer kon bereiken. In eerste instantie voelde ik me opgelucht. Ik had mijn eigen leven weer. Ik kon zelf plannen maken. Maar daarna viel ik in een gat. Ik kreeg migraine, pijn in mijn nek en schouders. Alle stress van de afgelopen jaren kwam eruit.”
Ik was vooral boos op God
Het delen van haar verhaal vindt Mirjam lastig. “Ik schaam me. Mensen nemen zo’n relatie en de impact ervan totaal niet serieus. De veroordeling komt snel: ‘Wie gaat er nou een relatie aan met een terdoodveroordeelde crimineel?’ Gelukkig had ik een vriendin die me wel begreep. Ze luisterde, las mails van Kareem en opende mijn ogen. Ze zei: ‘Hij heeft jouw geloof gebruikt om binnen te komen. Door jou te vragen te bidden over jullie relatie, maakte hij je blind voor wat er echt gebeurde.’ Ik moest haar gelijk geven. Toen viel alles op zijn plek.”
Een geestelijke kilte
Mirjam worstelt met de nasleep van alles wat is gebeurd en zoekt naar een manier om zichzelf terug te vinden.
“Ik voelde van alles, maar was vooral boos op God. Hoe kon Hij dit toelaten? Hoe kon ik me zo laten manipuleren terwijl ik Hem probeerde te volgen? Ik had zo mijn best gedaan om naar Hem te luisteren. En dan dit? Ik kon het niet rijmen. Tijdens een kerkdienst, waar jongeren werden gedoopt, was ik op mijn dieptepunt. Ik was ziedend. ‘Leuk hoor, die beloftes. Ze komen er nog wel achter,’ dacht ik. Mijn hart was ijskoud.”
JHWH – Ik ben
Toch blijft één woord terugkomen: JHWH – de naam van God. “Ooit deed ik een Bijbelstudie van Beth Moore over JHWH. ‘Ik ben die Ik ben. Ik ben bij je. Ik ben er.’ En al voelde ik Zijn aanwezigheid niet, verstandelijk wist ik: Hij is er. Ik ben er nog lang niet. Schaamte en schuld spelen nog steeds een rol. Maar ik weet dat JHWH er voor mij zal zijn. Ook in de toekomst.”
Deathrow
Bron: Postfabriek.nl