
PremiumElise Mannah over geloof en roeping: 'Ik zing liever bij sterfbedden dan op grote podia'
Interview
vandaag · 08:40| Leestijd:12 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Van een onzeker tienermeisje groeide zangeres Elise Mannah – onder andere bekend van Nederland Zingt – uit tot een vrouw die zelfverzekerd in de spotlights staat. Toch zingt ze tegenwoordig het liefst in intieme kring, zoals bij sterfbedden en uitvaarten. “Ik pas niet meer in een kerkelijk hokje.”
54 was ze. Ze zakte zomaar in elkaar en vandaag stond ik naast haar bebloemde kist te zingen. Af en toe keek ze me aan, vanaf haar foto. Ik heb haar nooit ontmoet, maar leerde haar door alle verhalen een beetje kennen. Kraamverzorgster, echtgenote, moeder, vriendin, vrouw. En geliefd, heel geliefd. Een levensgenieter die klaarstond voor anderen. Het blijft bijzonder om als zangeres even in zo’n verdrietige situatie te stappen en om troostvol bij te mogen dragen aan het afscheid. Ik doe het ‘graag’, al klinkt dat wat gek.’
Met die woorden raakte Elise (43) veel volgers op Facebook. Ze schreef het na een uitvaart waarbij zij op verzoek van de nabestaanden enkele liederen zong.
“De laatste jaren heb ik ontdekt dat zingen rond sterfbedden en uitvaarten mijn hart heeft”, zegt ze. “Juist op zulke intieme momenten ervaar ik – sterker dan op welk podium ook – dat ik met mijn stem tot een zegen kan zijn voor anderen. Liederen kunnen een lach en een traan op je gezicht toveren, en op een diep niveau harten raken. In zo’n persoonlijke setting zie ik dat keer op keer, van heel dichtbij. Dat is ongelofelijk kostbaar.”
Van kaasstad naar kaasstad
We spreken elkaar in een verlaten Gouwekerk in de binnenstad van Gouda. Die ligt op een steenworp afstand van waar Elise woont. Lachend: “Ik ben van kaasstad naar kaasstad gegaan. Want ik groeide op in Alkmaar, waar mijn hele familie woont. Maar vanwege Arjan – mijn man, tevens mijn manager – ben ik naar deze geweldige stad verhuisd. Gouda ligt lekker centraal, en vanuit onze bovenwoning hebben we zicht op het stadsleven én op deze prachtige kerk. Een poosje terug heeft Arjan de exploitatie ervan op zich genomen. Hier worden geregeld concerten, evenementen en exposities georganiseerd. Ik zong bijvoorbeeld zelf pas nog in deze kerk op een huwelijksjubileum van een echtpaar dat me daarvoor heeft benaderd. In december pakken we groots uit met Christmas Dinner Concerts en deel ik hier het podium met Ralph van Manen en The Bowery.”
Juf
Jarenlang leek het er helemaal niet op dat Elise ooit haar brood zou verdienen als zangeres. Na de middelbare school koos ze voor de pabo. Vervolgens werkte ze vier jaar lang als juf in het basisonderwijs. Maar helemaal happy was ze daar op school bepaald niet.
“Ik woonde nog bij mijn ouders in Alkmaar. Op mijn 24e kwam ik weer eens zuchtend thuis. Ik had een stapel nakijkwerk meegenomen, na de zoveelste vermoeiende schooldag. ‘Ik wil zíngen, niet langer juf zijn’, zei ik tegen mijn ouders. Waarop mijn vader – altijd de nuchterheid zelf – antwoordde: ‘Nou, stop dan met dat geklaag, volg je hart en neem een demo op. Doe iets!’”
Daardoor ging er bij mij een knop om
Elise is haar vader nog altijd dankbaar dat hij haar die spreekwoordelijke ‘schop onder de kont’ gaf, vertelt de goedlachse zangeres. “Want daardoor ging er bij mij een knop om. Ik zong al wel van jongs af aan en deed wat dat betreft al van alles. Maar nu wilde ik daar echt de focus op gaan leggen.”
Die demo nam ze inderdaad op, vertelt ze. “Alleen had ik nog niet echt mijn eigen liedjes geschreven. Dus ik zong daarop iets van Marco Borsato, ‘Nooit meer een morgen’, maar ook gospels van bijvoorbeeld Lenny LeBlanc, ‘We all bow down’. Deze demo stuurde ik onder andere op naar Marcel en Lydia Zimmer. Dat vond ik uiteraard heel spannend. Uiteindelijk belde Peter van Essen me op: of ik deel wilde gaan uitmaken van de Opwekkingband. Ik dacht: wow, ík?”
‘Klop, klop, klop…’
Er verschijnt een grote glimlach op haar gezicht. “Bij die demo had ik een getypt briefje gevoegd, met daarop deze tekst: ‘Heel lang heb ik vooral biddend afgewacht tot de deuren open zouden gaan. Maar ik ben erachter gekomen dat je vooral ook zélf moet kloppen. Dus, bij dezen: klop, klop, klop...’ Toen de deur bij Opwekking openging, rolden daar allerlei andere dingen uit voort. Zoals het feit dat ik steeds vaker zelf liedjes ging schrijven. Al met al maakte ik zo’n twee jaar deel uit van de Opwekkingband, en zat ik dus volop in het worshipcircuit. Jaren later, toen ik opnieuw de vraag kreeg of ik weer in dat team wilde komen zingen, heb ik voor die eer bedankt.”
Waarom?
“Omdat ik gaandeweg merkte dat anderen meenemen in samenzang – hoe mooi ook – toch niet echt mijn primaire ding was. Veel liever wilde ik mensen zelf toezingen, aan het denken zetten of raken met een liedje. Dus de jaren daarna ben ik vaker solo gaan optreden, schreef ik nog meer eigen liedjes, nam ik cd’s op en zette ik mijn schouders onder diverse theatervoorstellingen, onder andere met Elly Zuiderveld.”
We kennen jou onder meer van ‘Nederland zingt op zondag’. Is dat weleens lastig voor jezelf, dat je vaak direct met dit EO-programma wordt geassocieerd?
Direct: “Heel eerlijk? Ja, nou en of. Sterker nog, dat begon bij mij meer en meer wel een beetje te wringen. Zo vaak vroegen mensen me: ‘Doe je ook dingen náást Nederland Zingt?’ Zij hadden geen flauw idee dat ik – naast kerkdiensten en Nederland Zingt – al jarenlang veel andere optredens deed. En dat ik ook in het theater stond. Daarom heb ik een poosje geleden ook aangegeven dat ik me meer op mijn eigen projecten wil richten, in ieder geval de komende tijd. Dat weet men bij Nederland Zingt. Dat is ook de reden waarom ik niet optreed tijdens het jubileum.”
Zie je jouw tijd bij ‘Nederland Zingt’ als een afgesloten hoofdstuk?
Fronsend: “Dat vind ik een lastige. Ben ik gestopt?” Elise, zelden om woorden verlegen, blijft een paar hartslagen stil. “Voor nu wel. Maar daarmee zeg ik niet dat ik nooit meer voor Nederland Zingt zal zingen.”
En hoe vaak treed je tegenwoordig nog op in kerkdiensten?
“Dat deed ik vóór corona bijna elke zondag. Ik croste het hele land door, van hot naar her. Nu doe ik dat bijna niet meer. Op zondag ben ik graag bij Arjan en de kinderen. Dus in kerken zing ik alleen nog bij hoge uitzondering. Die keuze geeft me veel meer rust.”
Elise haakt een losse haarlok achter haar oor en zegt er vrijwel direct achteraan: “Ik zing ook heel graag bij jubilea en rond sterfbedden en uitvaarten. Dat is zelfs wat ik het allerliefste doe.”
Verrassend. Bij professionele zangers denk je onwillekeurig toch vooral aan grote podia, spotlights en veel publiek. Jouw voorkeur heeft het intieme?
Elise knikt. “Het persoonlijke. Dat is voor mij het kernwoord. Door liederen te zingen die passen bij iemand die op sterven ligt, of is overleden, kun je als het ware een heel levensverhaal vertellen aan de hand van hun favoriete liederen. Dat is geweldig om te doen, iedere keer weer.” Glimlachend: “Het grappige is dat vooral bij uitvaarten het Nederland Zingt-repertoire natuurlijk vaak weer terugkomt.”
Iedereen heeft z’n eigen verhaal bij een lied
Wanneer begon je met die persoonlijke optredens?
“In de coronatijd. Een man die mij kende van Nederland Zingt wist dat hij niet lang meer te leven had. Hij wilde graag dat ik op zijn uitvaart zou zingen. Toen Arjan dat hoorde, zei hij: ‘Maar waarom doe je het dan ook niet nu al, nu hij nog leeft?’ Dus ik heb zowel bij hem thuis gezongen – met zijn vrouw en kinderen erbij – als bij zijn uitvaart. Onvergetelijk. Toen wist ik dat ik dit vaker wilde doen. Het mooie is dat iedereen z’n eigen verhaal heeft bij een lied, en dat het in zo’n intieme context een enorme zeggingskracht kan krijgen.”
Met verwondering in haar stem: “Het is zó bijzonder te ervaren dat ik, juist op die beladen momenten, als zangeres echt tot zegen kan zijn.”
Fantastische ervaring
Ooit was Elise “zo evangelisch als wat”, zoals ze het zelf omschrijft. Ze groeide op in een Alkmaarse pinkstergemeente, waar haar zangtalenten al vroeg alle ruimte kregen om zich te ontplooien. Naarmate ze ouder werd, verbreedde haar geloofshorizon zich.
Tja, die anderen hadden de Geest niet, hè?
“Als tiener reisde ik vier zomers op rij mee met de Continental Singers op hun Europese concerttournee. Een fantastische ervaring. In diverse landen deed ik podiumervaring op, van Duitsland en Finland tot Slovenië en Polen. Omdat we in gastgezinnen overnachtten, kwam ik bovendien in aanraking met allerlei verschillende mensen, die het geloof soms anders vormgaven dan ik van huis uit gewend was. Dat heeft mijn ogen geopend voor de rijkdom van de enorme breedte van de christelijke geloofstraditie. Als pinkstermeisje was ik ervan overtuigd dat wij, evangelische christenen, toch wel de waarheid in pacht hadden.”
En andere gelovigen?
Met hoog opgetrokken schouders: “Tja, die hadden de Geest niet, hè? Daar was ik toen echt van overtuigd. Mensen uit traditionele kerken? Die waren in mijn ogen toch eigenlijk wel… een beetje zielig. Laat staan katholieken: die vereerden béélden! Maar met dat ik ouder werd, ben ik me meer en meer gaan storen aan die houding in de evangelische wereld zoals ik die kende van: wíj hebben de waarheid. Daarnaast heb ik ook wel gemerkt dat het gevaar van manipulatie daarbij altijd op de loer ligt.”
Een rotte bloem
“Als tiener zat ik bijvoorbeeld in een worshipband van onze gemeente”, vervolgt ze. “Op een gegeven moment gaf ik aan dat ik ermee wilde stoppen. Een jongen uit die band kreeg altijd ‘beelden van de Heer’. Nou, die kreeg ik nooit, want daar was ik veel te nuchter voor. Maar hij zei toen letterlijk tegen me: ‘Dat kan wel kloppen. Ik heb een beeld gehad van een bos bloemen en eentje ervan – een rotte – moest eruit…’”
Dat klinkt inderdaad behoorlijk manipulatief.
Elise zucht. “Ja, zó bizar... Ik ken genoeg mensen die ik door manipulatie in de evangelische beweging klein heb zien worden. Dat is mij gelukkig nooit overkomen. Juist omdat ik best een onzeker tienermeisje was, over mijn lijf en zo, zou ik er behoorlijk van ondersteboven kunnen zijn geweest. Maar ik kon het van me af laten glijden. Ik denk vooral omdat ik nuchtere ouders heb, en ik iets van hun nuchterheid heb meegekregen.”
Je was een pinkstermeisje. Hoe zou je jezelf nu typeren?
Lachend: “Ik ben gewoon Elise. En pas niet meer in een kerkelijk hokje. Er zijn zo veel manieren waarop je het geloof kunt vormgeven. Overigens kan ik inmiddels wel zeggen dat ik oprecht dankbaar ben voor de goede dingen die ik in de evangelische wereld heb ontvangen. Ik heb er misschien wel een tijdlang tegenaan geschopt, maar het positieve overheerst nu.”
Je noemde net dat je vroeger onzeker was over je lichaam. Heb jij je ooit ook onzeker gevoeld over je stem?
“Ik heb wel een periode gehad waarin ik veel ‘kleiner’ ging zingen, omdat iemand tegen me had gezegd dat mijn stem schel klonk als ik op een bepaalde manier zong. Toen mijn moeder laatst een nieuwe single hoorde die heel binnenkort uitkomt, zei ze tegen me: ‘O, ik hoor gelukkig weer de Elise van vroeger…’ Zelf vond ik niet dat ik anders zong, maar zij hoorde wel degelijk verschil. Grappig, hè?”
Ik las dat Elly Zuiderveld jouw stem omschreef als “die van een engel”: dat is nogal een compliment.
Lachend: “Dat zijn niet mijn eigen woorden, hè? Maar ik prijs me gelukkig dat ik haar al jaren mijn artiestenmoeder mag noemen, en dat we samen al heel wat theatervoorstellingen en andere optredens hebben verzorgd. Elly is, net als mijn ouders en mijn gezin, goud.”
Elly en Rikkert
In gedachten gaat Elise – die opgroeide met de muziek van Elly en Rikkert – terug in de tijd, naar die eerste ontmoeting met Elly. “Rond diezelfde periode dat mijn vader me stimuleerde werk te gaan maken van mijn muziekdroom, zat ik te googelen en ontdekte ik informatie over het Christian Artists Seminar, dat plaatsvond in Doorn. Ik ben ernaartoe gegaan, in mijn eentje. Ik deed mee aan een seminar van Elly en Rikkert.”
Over liedjes schrijven?
“Klopt. Heel leuk en leerzaam. Toen zei iemand van een andere workshop tegen me: ‘Je moet ook meedoen aan het open podium.’ Niks voor mij, was mijn eerste gedachte. Maar hij stond erop dat ik het zou doen, en nam mij letterlijk mee naar de inschrijftafel. Ik dacht: oké, misschien dan toch maar. Samen met een gitarist heb ik vervolgens ter plekke twee liedjes ingestudeerd, en gezongen. ‘Faith’ van Hillsong en ‘Be still and know’ van Steven Curtis Chapman.
Elly zat te huilen toen ze mij hoorde zingen
Elly was die dag ‘toevallig’ jurylid, en zat te huilen toen ze mij hoorde zingen. Achteraf zei ze geraakt te zijn door mijn stem en performance. Dat was het begin van onze vriendschap, waar ik tot op de dag van vandaag enorm van geniet. We staan momenteel samen in het theater met ons programma ‘Samen met mij’. Zo bijzonder dat ze dit op haar 79e nog met mij wil doen! Binnenkort komt mijn nieuwe single uit, waar ik het net over had: Elly’s vertaling van ‘Bridge over troubled water’ van Simon and Garfunkel: ‘Brug over woelig water’.”
Wanneer komt die single precies uit?
Elise schiet in de lach en recht haar rug. “Ik denk dat ik er bij dezen voor moet zorgen dat-ie sowieso uit is vóórdat dit interview in Visie staat!”
De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.
Toestemmingen aanpassenWie is Elise Mannah?
Facebook.com/elise.mannah







