Het lijkt alweer zo lang geleden: de ontroerende kerstreclames met gezellig tafelende mensen. Sinds 1 januari worden we gebombardeerd met reclames over afvallen en lid worden van de sportschool. Ik weet hoe het werkt, en toch trap ik erin.
Ik bestel het roeiapparaat waarmee ik mijn hele lichaam zal trainen zonder mijn gewrichten te zwaar te belasten. Ik schrijf me in voor Weight Watchers, want hé, eten wat je wilt en dan ook nog afvallen? Klinkt goed, helemaal met die kortingsdeal die vanavond afloopt. Die mag ik niet laten liggen natuurlijk.
Het roeiapparaat verkoop ik een jaar later via Marktplaats, omdat het in de weg staat en we het nooit gebruiken. Met Weight Watchers stop ik op dag twee omdat ik honger heb.
Mensen onderschatten hun eigen wilskracht, leerde ik van gedragswetenschapper Ben Tiggelaar. De kans dat je een goed voornemen ook in daden omzet, is maar een paar procent. Geen wonder dat het niet lukte met dat roeiapparaat en die Weight Watchers. Ik hoor bij de overweldigende meerderheid van mensen die het niet van hun wilskracht moeten hebben.
Van Ben Tiggelaar leerde ik om leerdoelen te stellen. Om superkleine, concrete stapjes te bedenken om zo’n doel te bereiken, en ook: om nieuwe gewoontes in te passen in mijn routines.
Ik zorg dat ik geen chips meer koop
De Bijbel in een jaar? Supermooi, maar de kans is groot dat ik dat niet ga volhouden. In plaats daarvan doe ik iets kleins: ik luister elke ochtend tijdens het ontbijt naar Eerst Dit. Ontbijten doe ik toch, en die telefoon heb ik altijd bij de hand. Inmiddels is het een routine geworden waar ik niet meer over nadenk.
Afvallen? Ik ga er niet aan beginnen. Ik zorg dat ik geen kaas en chips meer koop, dat scheelt alvast een heleboel calorieën. Wat je niet in huis hebt, kun je ook niet opeten. En ik ben gaan hardlopen. Niet op wilskracht, maar door het makkelijk te maken voor mezelf: bij het opstaan meteen hardloopkleren aantrekken. Ik hoef nog helemaal niks, maar ik heb een sportbeha aan die zo strak zit dat je er niet lekker mee op de bank gaat zitten chillen. Je kunt maar één ding: hardlopen. Treurig dat ik zo in elkaar zit, misschien. Maar hé, het werkt.