
Premium3 theologen, 2 zetels en 1 zingende monnik: TimZingt beleeft na een roerig jaar een retraite die ontspoort
Terugblik
gisteren · 15:51| Leestijd:8 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Visie.
Een oud klooster, een kleine lege kapel, ik schuif in een van de banken. Ik ben op retraite bij de monniken. Dat is hip en happening: een beetje zichzelf respecterende Nederlander doet dat tegenwoordig. Lekker bezinnen.
We geloven steeds minder in God, blijkt uit onderzoek, maar we worden wel steeds spiritueler. Wat is er dan leuker dan bij die aardige monniken op bezoek gaan met hun wijze uitspraken en hun heerlijke bier? Als we iets spiritueels beleven, zeggen we er wel bij dat dit niets met geloof of kerk te maken heeft. We houden niet van de instituten en de bijbehorende leerstelligheid.
Het is een groepsretraite, maar er is nog niemand. Ik schuifel heen en weer. De bank zit beroerd. Alsof die katholieken het erom doen: het is niet de bedoeling om lang in een kerk te zitten. Hoe anders zijn de evangelische kerken waar ik het afgelopen jaar heb opgetreden: dat zijn zalen vol gerieflijke theaterstoelen, van alle gemakken voorzien. De dienst is een professionele show met licht, geluid en projectie. Wel gek: al was het comfortabel, ik kwam er toch vaak dodelijk vermoeid en overprikkeld uit.
Zo’n eenvoudige kapel heeft ook wel wat. Op zoek naar een betere houding zak ik op mijn knieën. Ze knakken, dat doet pijn. Ik kniel niet vaak. Dat doen protestanten meestal niet. Als je gelijk hebt, kun je namelijk rechtop staan. En protestanten hebben altijd gelijk.
Grappig en erudiet
Ik sluit mijn ogen, maar word opgeschrikt door een deur die openzwaait. Henri Bontenbal komt binnen, loopt naar het orgel, trekt alle registers open en begint meteen te spelen. Geërgerd kijk ik op en kuch luidruchtig: hij ziet me zitten en stopt abrupt. “Sorry,” zegt hij, “dat is niet zo fatsoenlijk van me. Ben je ook op retraite? Ik was wel even toe aan rust na dit verkiezingsjaar!” Ik knik. Wil wat zeggen, maar de deur gaat weer open. Er komt weer een man binnen met een bekend gezicht. Impulsief roep ik: “Hé, jij bent toch Kees van der Staaij?”
Henri schiet in de lach: “Dat is Chris Stoffer!” Chris zegt geërgerd: “Ik ben al twee jaar het nieuwe gezicht van de SGP! Waarom blijft iedereen het altijd over Kees hebben?!” Henri begint op te sommen: “Nou, Kees was heel grappig, erudiet, staatkundig, sjoemelde niet met grondrechten van asielzoekers, was het geweten van de Tweede Kamer...”
Weet je wat het verschil is tussen een terrorist en een organist?
Ik gebaar naar Henri dat hij moet stoppen. Chris loopt naar het orgel en streelt het hout. “Mooi dat ze in zo’n katholiek gebouw toch nog iets Bijbels hebben staan”, mijmert hij. Er valt een stilte. Ik gooi er een grap in: “Weet je wat trouwens het verschil is tussen een organist en een terrorist? Met een terrorist kun je nog onderhandelen!” Henri schatert het uit. Chris vindt het niet kunnen: “Je moet niet spotten met organisten! Die hebben het al zwaar genoeg: elk jaar weer twintig nieuwe onspeelbare opwekkingsliederen. En over onderhandelen gesproken, Henri, dat middenkabinet gaat nooit lukken.” “Het kan wel! Het kan wel!” schreeuwt Henri drammerig.
Er stapt een slanke man in pak de kapel in. Hij loopt direct naar een kleine veiligheidscamera, kijkt recht in de lens en begint te praten: “Goedenavond dames en heren, Dit is Tijs! Zonder h! Ik ben lid van het CDA! Ik ben in de Kamer gekomen op basis van mijn bestuurlijke ervaring en politieke kwaliteiten.” Henri begint enthousiast te klappen: “Goed zo, Tijs! Dat klonk al bijna alsof je het zelf gelooft!” Tijs kijkt trots om zich heen: “Geleerd van mijn spindoctors!” Chris knikt: “Nu nog de CDA-standpunten uit je hoofd leren en waterige compromissen verdedigen en je bent een volbloed CDA’er!” Henri kijkt Chris nijdig aan.
- Tijs over zijn journalistieke blunders: 'Ik had niet door dat mijn microfoon nog open stond'
Tijs over zijn journalistieke blunders: 'Ik had niet door dat mijn microfoon nog open stond'
Strategische stemmers
Ondertussen is Mirjam Bikker binnengestapt. “Is er nog een plek vrij?” vraagt ze minzaam. “Ja, die twee zetels zijn voor jou!” grapt Tijs. Mirjam kijkt geërgerd. Tijs gaat door: “Ik ben zo blij dat ik niet voor de CU heb gekozen. Dan was ik nooit in de Tweede Kamer gekomen!” Mirjam moppert: “Al die strategische stemmers op een christelijke partij die de C weglaat als het moeilijk wordt.” “Ho ho!” roept Tijs. “Henri heeft heel onhandige dingen gezegd over homo’s op christelijke scholen! Dan ben je wel écht een christelijke partij.” Chris knikt instemmend.
Mirjam kijkt mij aan en vraagt wat precies de bedoeling is. Ik haal mijn schouders op: “Een retraite.” “Gaat er iemand nog verantwoordelijkheid nemen?” vraagt Mirjam. “Vrouwen moeten het ook altijd doen: ik zal wel voorgaan.” Ze beent naar het altaar. Chris grijpt Mirjam bij de arm en bijt haar toe: “Een politiek actieve vrouw is nog tot daaraan toe, maar een vrouw op de preekstoel ga ik niet meemaken!” Mirjam geeft een gil. Ik sta op om in te grijpen.
Ik zit wel aan mijn Stefan Paas taks
Derde zetel
Ineens zwaait de deur open. Er komen twee mannen binnen die een derde tussen zich in voortslepen. Het zijn Stefan Paas en Arnold Huijgen die samen Kees van Ekris overeind houden. “Ah, drie theologen, die kunnen vast wel iets zeggen over de rol van de vrouw!” roep ik. Stefan Paas begint meteen over wat Augustinus daarover heeft gezegd, maar Arnold snoert hem de mond: “Jij bent al Theoloog des Vaderlands geweest, nou mag ik een keer!”
Tijs valt Arnold bij: “Inderdaad, na een jaar Ongelooflijke podcast, Ongelooflijke geschiedenis en Dit is de Bijbel zit ik wel aan mijn Stefan Paas-taks.” Arnold beklimt de preekstoel en zegt: “Kijk, er zijn grofweg twee standpunten te onderscheiden over de rol van de vrouw: één is het christelijk-gereformeerde standpunt… en het andere ook. De mannenbroeders worden het niet eens welke nou Bijbels is.”
Mirjam mompelt dat de vrouwenzusters daar misschien ook iets van vinden. “Ik vind een vrouw op de preekstoel best, als ze maar preekt als een man!” roept Henri. “Heus niet grappig!” roept Stefan: “Mijn kerk staat op scheuren.” Tijs geeft advies: “Zorg dat de ander scheurt. Let goed op hoe je die boodschap gaat spinnen: wie breekt, betaalt! Dat zeggen mijn spindoctors altijd.” “Die polarisatie zelfs tot in de kerk! Nederland zinkt steeds dieper”, zeg ik. “Scheuren maakt dingen stuk”, sombert Mirjam. Chris reageert: “Als jullie vrouwen je nou gewoon bezighielden met gescheurde dingen naaien, dan was er niets aan de hand!” Mirjam staat abrupt op en loopt naar de deur. Tijs roept: “Nee, niet weglopen! Hier, je krijgt er een derde zetel bij!” Hij pakt een stoel en loopt ermee naar Mirjam.
De eindtijd
Ik loop naar Kees van Ekris en buig me over hem heen: “Wat is er met hem aan de hand?” Stefan zegt: “Het worstcasescenario: Kees is zijn stem kwijt.” “Echt?!” zeg ik, “terwijl zijn stem het allermooist is. Ik luister altijd alleen naar de Eerst Dit-afleveringen van Kees: als hij het zegt, klinkt het gewoon waar!” “Dat hebben theologen niet vaak”, mompelt Arnold. Tijs komt erbij staan: “Sinds Kees scriba van de PKN is, moet hij praten als een CDA-politicus: alle Protestantse Kikkers Nederland moet hij in de kruiwagen zien te houden.” “Dat is de CGK, maar dan nog tien keer ingewikkelder”, mompelt Stefan.
Je moet in die lens praten, zegt Tijs
Ik concludeer: “Kees heeft zo veel diplomatiek moeten praten, dat hij zijn eigen stem helemaal kwijt is.” “Dat kennen we bij het CDA maar al te goed, hè Henri”, grapt Tijs. Ik zeg: “Denk maar aan Israël-Gaza. Wat zo’n scriba ook zegt: het is nooit goed. Hij werd belaagd door allerlei moderne profeten. De ene profeteerde dat hij pro-Israël moest blijven, de ander bezwoer dat de rechten van de Palestijnen cruciaal zijn, weer een ander dreigde met de eindtijd, de ander met de opname van de gemeente en dat de PKN anders buiten de opname zou vallen. Kees schrikt ineens wakker en met piepende stem zegt hij: “Buiten de opname vallen?! Waar is de camera? Waar is de microfoon?!” “Je moet in die lens praten”, zegt Tijs en wijst naar de beveiligingscamera.
Opeens klinkt er een bel. Iedereen schrikt op. Er komt een monnik binnen. Een oude man, met een vriendelijk en wijs gezicht. Kees wordt in de bank gehesen door Stefan en Arnold. Chris gaat stilletjes zitten. Mirjam zijgt neer op haar derde zetel en Tijs trippelt achter Henri aan naar het orgel. De monnik steekt een kaars aan. Minutenlang is het doodstil in de kapel. Ik gluur naar de anderen. Sommigen hebben hun ogen dicht. Anderen staren naar hun handen. De gezichten staan ernstig. Alsof er iets begint te dagen.
Dan draait de monnik heel langzaam zijn hoofd omhoog. We volgen zijn blik en onze ogen zien wat we de hele tijd over het hoofd hebben gezien. Het plafond van de kapel is prachtig beschilderd: hemelsblauw, engelen en middenin een groot licht met daarin een klein kind. Een baby nog maar in de armen van een vrouw, zijn moeder. We staren ademloos naar het tafereel: zo bijzonder, zo gewoon, zo klein, zo teer. Dan begint de monnik te zingen, een oud lied: iedereen zingt mee. Goddank, Nederland zingt nog, denk ik. Ik kijk de kring rond. Zolang we blijven zingen, maken we geen ruzie. Zolang we blijven zingen, is er hoop.








