Tooske Ragas over haar carrière, relatie en de Bijbel: ‘Ik kan de hele dag liefde uitdelen’
Interview
1 maart 2025 · 09:32| Leestijd:12 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Ze is twintig jaar getrouwd met haar allerbeste vriend, haar kinderen zijn (bijna) groot, ze heeft een leuke baan bij Shownieuws en een fijn huis vlak bij het strand. Presentatrice en actrice Tooske Ragas (51) zou de tijd wel stil willen zetten. “Ik wil nog blijven, maar als ik nu zou moeten gaan, ben ik zo’n freaking gezegend mens.”
Het geluid van een roerend lepeltje in een kop cappuccino. Zo begint Tooskes dag. Iedere ochtend wekt Bastiaan zijn vrouw met koffie op bed. Tooske glimt ervan: “Dat is puur geluk. Zowel de koffie als de liefde die daarin zit.” Door haar baan als presentatrice bij Shownieuws slaapt ze zelden voor half twee ’s nachts, dus haar ochtenden zijn heilig. Dat is de reden dat we pas aan het einde van de ochtend afspreken bij een strandtent naast het hondenstrand, niet ver van haar huis in Bloemendaal. Haar hond Nappie – van Napoleon – springt tegen haar knie op. Tooske geeft hem een aai over zijn bol, “ja poppedijntje, je bent braaf”, roert in haar koffie verkeerd en sluit haar ogen, zodat visagist en huisvriendin Mettina Jager kan beginnen. “Doe je ding.”
Eva nieuwsbrief
Schrijf je in voor de Eva nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag een selectie van levensverhalen, artikelen over (mentale) gezondheid en liefde & relaties in je inbox.
Lees onze privacyverklaring.
Zomer in huis
Haar ideale zomerdag beleeft ze thuis. Met een schuifpui die helemaal open kan en een man die al vroeg de tuinkussens schikt, verandert haar groene tuin bij de eerste zonnestralen in een oase. “Ik lees een roman, rommel in de keuken, maak wat schoon. Van opruimen word ik rustig. Daarna plannen we wat we gaan eten en met wie. Een barbecue eind van de middag, daar kan ik echt van genieten. Bas doet de hardware – tafels, lampjes – ik de software: salades en marinades.” Tooske lacht: “Ik wil alles af hebben voordat de gasten komen. Geen stress. Gewoon, de deuren open, muziekje aan, groentes snijden in het zonlicht. Aan het einde van de dag gaan we nog even naar het strand, net als iedereen weggaat. Of we nemen een duik in een van de duinmeertjes vlak bij ons huis.”
Haar eigen kindertijd in Zwolle was minstens zo zomers als die van haar kinderen nu, zij het zonder zee in de buurt. “Ik groeide op met twee oudere broers. We woonden in een doorzonwijk, met een enorme speeltuin en minstens vijftien kinderen van mijn leeftijd. Fietsen door de wijk, hutten bouwen: het was één groot feest.” Elke zomer ging haar gezin naar dezelfde plek in Oostenrijk. Haar ouders huurden een bovenverdieping van een kleine boerderij, met een zwemmeer om de hoek. “Mijn oudste broer Jan Pieter had het syndroom van Down. Boven op die heuvel kon hij niet verdwalen. Iedereen kende hem, dat voelde veilig. Ik vond het er heerlijk.”
Tooske viert de zomer: ‘Veel eten, veel drinken, veel lachen’
Vanuit de hele wereld komen mensen naar Bloemendaal om de zomer te vieren. Ook Tooske is er zelf het liefst te vinden. En áls ze dan op reis gaat, begint het vakantiegevoel al in alle vroegte, met een thermoskan vieze koffie en gesmeerde broodjes. Tooske deelt zeven plekken waar zij er echt even hélemaal uit is.
De helft verliezen
Als jong meisje wilde Tooske vooral moeder worden. Toen ze Bastiaan ontmoette, kregen ze al snel drie kinderen binnen 3,5 jaar. Met nog een oudere zoon van Bastiaan erbij, ging alle aandacht, liefde en energie uit naar het gezin. “Met volle overtuiging. Ik vind het moederschap nog steeds het briljantste, geweldigste, allerleukste wat er is. Ik kan de hele dag liefde uitdelen. Ik krijg ook een hoop liefde terug, trouwens.”
Door het drukke gezinsleven kon ze niet vol voor haar carrière gaan. “Op werk deed ik het hoogstnoodzakelijke, en ging dan heel snel weer naar huis. Ik sloeg het netwerken op borrels en feestjes over. Mijn carrière had er wellicht anders uit kunnen zien. Maar ik wilde het opvoeden heel graag zelf doen. Ik wilde mijn kinderen leren kennen, zelf snuffelen en knuffelen, weten wat er in hen omging. Dan moet je er gewoon zijn.”
Kiezen is de helft verliezen, zei mijn moeder altijd. Maar ik vind het ’t waard.
Of ze daar spijt van heeft? Geen spoortje. “Kiezen is de helft verliezen, zei mijn moeder altijd. Maar ik vind het ’t waard.” Ze ziet het echt als een roeping: “Erbij zijn, mijn kinderen begeleiden tot empathische, zelfstandige mensen, die durven delen. Die een zegen zijn voor hun omgeving, voor de wereld. Zulke mensen hebben we hard nodig.”
Naast veel tijd en aandacht vraagt dat ook eerlijkheid, weet Tooske. “Durf dingen te benoemen, Ook dingen die ingewikkeld zijn. Als mijn kinderen iets lastig vonden, ontkende ik dat niet. Dan zei ik: ‘Dat is inderdaad niet je sterkste punt, maar wat kunnen we doen zodat het wel lukt?’” Tooske wil vooral dat haar kinderen zichzelf leren kennen. “Je kunt pas de mooiste versie van jezelf zijn als je jezelf goed kent.”
Engelengeduld
Dat besefte ze opnieuw tijdens de opnames van Shaolin Heroes in Thailand. In deze Videoland-serie worden tien bekende Nederlanders ondergedompeld in de wereld van de ‘Shaolin Warrior Monks’ – monniken die bekendstaan om hun beheersing van de krijgskunst kungfu. “Iedereen wilde leren onthaasten, maar ik niet. Ik leef altijd al in het moment.” Ze ziet een link met haar jeugd met Jan Pieter. “Hij kon veel dingen niet heel snel. Je leert dan automatisch om niet te haasten. Mijn ouders hadden engelengeduld. Ik heb ook nooit haast. Ik maak me gewoon niet zo druk over dingen.”
Toch leerde Tooske in Thailand wel iets nieuws over zichzelf. “Ik wilde mijn kungfu-meester het liefst mee naar huis nemen, zó wijs was hij. Hij zei precies op het juiste moment wat je moet horen. Ik vroeg wat ik moest doen om een wijze oude vrouw te worden. Hij vergeleek me met een golf. Er zit een enorme oerkracht in mij, maar ook een bepaalde rust – net zoals het binnenste van een golf, waar het heel stil is. Om die wijze oude vrouw te worden, moet ik wat vaker de randjes van de golf opzoeken. Daar waar het schuimt, waar het eng is.”
Froukje de Both: ‘Zelfvertrouwen is geen kwestie van geluk, je kunt het leren’
Froukje de Both: ‘Zelfvertrouwen is geen kwestie van geluk, je kunt het leren’
Bevrijdend
Haar leeftijd helpt haar daarin een handje. Vorig jaar werd ze vijftig. “Dat zorghormoon, oestrogeen, gaat ervan af. Ik ga meer aan mezelf denken, weet wat beter wat ik wil, doe geen dingen meer waar ik geen zin in heb. Dat voelt wel bevrijdend. Ik pieker zelden over iets wat fout is gegaan. Ik kan ’s nachts áltijd slapen. Als iets me echt dwarszit, maak ik het bespreekbaar. Mijn man en dochter kunnen in hun emoties weleens dingen roepen. Dan denk ik: wacht maar, ik ken jou, je hebt slecht geslapen, je had een 3 voor wiskunde, ik hoor je over twee dagen wel weer. En vaak komen ze er dan inderdaad op terug.”
Dat schuim opzoeken zit voor Tooske in kleine momenten. Zoals die keer aan tafel met haar gezin. “Er lagen nog twee stukjes gebraden kip. Mijn dochter vroeg wie er nog wilde. Met andere woorden: zij wilde nog. En Bas wilde ook. Normaal gesproken zou ik het daarbij hebben gelaten. Maar nu zei ik: ‘Ik wil ook nog kip.’” Ze barst in lachen uit. “Waar gaat het over? Maar ik besefte dat ik dit tot dan toe in mijn leven nooit had gedaan. Waarop mijn man zei: ‘Neem jij maar.’ Ik at de kip op, zónder schuldgevoel. Met de realisatie: dit is zo’n golfmomentje. Klein, maar toch.”
Nu ik weer
Deze levensfase zet Tooske het liefst op pauze. “Iets minder van dat zorghormoon, iets meer ‘nu ik weer’. De kinderen hebben inmiddels hun eigen leven. Die kunnen zelf ook wat en hebben mij niet de hele tijd nodig. Ik kan met vriendinnen weg zonder allerlei georganiseer. De band met mijn kinderen wordt anders – het is niet meer top-down, maar we overleggen over hoe laat ze thuiskomen. Ik heb een hartstikke leuke baan, fijne collega’s, een lieve man, een heerlijk huis, leuke kinderen; ik ben aan het genieten van alles waar mijn leven uit bestaat. Deze tijd mag lang duren.”
Langzaam groeit ze naar de leeftijd van haar broer op het moment dat hij stierf. Ze had hem net daarvoor wel honderdduizend kusjes gegeven. Haar neus op zijn wangen gedrukt. Hem gewassen, aangekleed, verschoond. Naast dat Tooskes broer Jan-Pieter het syndroom van Down had, kreeg hij al jong alzheimer. Hij overleed in 2020, op 51-jarige leeftijd. ‘‘Dat was het dan, nu is hij dood.” Op dat moment stond voor Tooske de tijd even stil. Net als op het moment dat Leentje op haar borst werd gelegd. “Is dit echt mijn baby? Een kind baren, dat slaat alles. Het is net zo’n puur moment als een geliefde zien gaan. Hoeveel geld je ook hebt, bij welke club je ook hoort, hoeveel aanzien je ook hebt: het valt allemaal weg.”
Een kind baren, dat slaat alles. Het is net zo’n puur moment als een geliefde zien gaan.
Wat er overblijft? “Liefde, alleen maar liefde. Wat voel ik voor dit mens, wat heb ik gevoeld voor dit mens? Zowel bij Leentjes geboorte als Jan-Pieters sterven wist ik: jij bent voor eeuwig onderdeel van mij. Het was alsof ik mijn broer had ingeslikt. Ik denk nog heel vaak aan hem, wat hij zou hebben gedacht, wat hij zou zeggen. Dat benoemen vind ik fijn. ‘Doe mij nog maar een lekkere bak koffie’, zei hij altijd. Dus nu vraag ik vaak: ‘Wie wil er nog een lekkere bak koffie?’ Zo blijft hij onderdeel van ons dagelijks bestaan.”
Waar hij nu is? “Bij ons. Ik geloof niet in een hemel. Of in een ‘hiernanogmaals’, zoals onze goede vriend Ad van Nieuwpoort het verwoordt, die een paar jaar dominee was in Bloemendaal. De liefde die er tussen mensen kan ontstaan, het hemelse dat je kunt creëren: hier moet het gebeuren. Dat doe je door liefdevol eerlijk te zijn. Door oprechte relaties met elkaar aan te gaan, écht contact te maken, echte momenten te durven voelen, uit te spreken als je iets pijnlijk vindt. Jan Pieters energie heeft mij veranderd – net als al die andere mensen die hij heeft aangeraakt. Dat is wat blijft.”
Weer een Bijbelverhaal
Tooske is christelijk opgevoed, maar heeft door de jaren heen haar eigen pad gevonden. “Ik geloof niet dat Jezus letterlijk over water liep. Of dat een man door een vis werd opgeslokt en weer uitgespuugd. Ik geloof wél dat die verhalen ons iets leren. Water staat voor dat wat je overspoelt. Als je dat bespreekbaar maakt, kun je weer ademhalen.” Ze noemt zichzelf geen ‘christen’ in traditionele zin, want dé christen bestaat niet. “Ik laat me niet graag in een hokje stoppen. Geloven vind ik eigenlijk ook helemaal geen goed woord. Ik noem het liever vertrouwen. Vertrouwen dat je wel aankunt wat er komt, door echte verbinding te zoeken met de mensen om je heen.”
Ik laat me niet graag in een hokje stoppen.
In het dagelijks leven geeft de Bijbel haar vooral perspectief. Bas schreef een boek over de Bijbel en ging er vervolgens de theaters mee in. “Als de kinderen thuiskomen en vertellen wat ze hebben meegemaakt, zegt Bas vaak: ‘Daar ken ik nog een verhaal over.’ En dan komt er weer een Bijbelverhaal. ‘Hou het kort’, zeg ik dan streng.” Ze lacht. “Maar het helpt wel. De Bijbel verruimt onze blik. Het verhaal van de verloren zoon bijvoorbeeld, dat stopt zonder conclusie. Dan moet je er dus zelf mee aan de slag. Ik probeer me te verplaatsen in de verschillende karakters in dat verhaal. Daaruit leer ik dat ik soms misschien wat meer ruimte kan maken voor de ander, in mijn hoofd en mijn hart.”
Dit is ’m gewoon
Dat is misschien ook wel het geheim van haar relatie met Bastiaan, met wie ze deze zomer twintig jaar getrouwd is. “We zien mensen om ons heen uit elkaar gaan, maar wij zeggen dan altijd: dat kunnen wij niet betalen.” Ze lacht. En dan weer serieus: “Dit is ’m gewoon. Ik ben getrouwd met mijn aller-, aller-, allerbeste vriend, die ik ook nog eens knap en aantrekkelijk vind. Natuurlijk, hij kan ook drama’s maken. Maar na twintig jaar weet ik dat ik hem dan gewoon even moet laten.” Ze denkt kort na. “De crux is, denk ik: we willen dat het de ander goed gaat. Dat de ander zich goed en fijn voelt. En we willen daar allebei heel graag iets voor doen of laten. We hebben niet de wens om elkaar te veranderen. Het leuke aan lang samen zijn is dat je er steeds beter in wordt. Dat vertrouwen dat je ondanks alles toch wel bij elkaar blijft, groeit met de tijd.”
Mooier wordt het niet
Iedere ochtend weer, als Bastiaan met dat kopje koffie naast haar bed staat, voelt ze warmte en liefde. Datzelfde gevoel heeft ze als haar jongste gaat hockeyen of uit school komt. “Altijd als ze over het tuinpad loopt, zwaait ze naar me.” Tooske slaakt een zucht. “Echt, mooier wordt het niet. Dat mijn kind het kennelijk fijn vindt om door mij gezien te worden. En mij wil zien. Dat ze dan even zwaait voordat ze het leven in fietst. Dan denk ik: dít is waar het om gaat. De rest vind ik allemaal maar bezigheidstherapie. Ik geniet ervan, maar dít, dít is het.”
Of ze dan niets meer te wensen heeft? Tooske denkt na. “Ik wil nog heel lang blijven, maar in principe heb ik al genoeg liefde ervaren voor een mensenleven. Als ik nu zou moeten gaan, dan ben ik zó’n freaking gezegend mens. Ik heb zo veel liefde gevoeld, er wordt zo veel van mij gehouden. Ik heb toffe dingen gedaan, mooie plekken bezocht, spannende televisieshows gemaakt, heel veel kicks gehad. Ik wil nog van alles, maar ik hoef niks meer. Ik wil nog blijven voor mijn kinderen, maar ik ben volledig vervuld.” Lachend: “Het kan alleen maar slechter worden!”
Tooske Ragas
Tekst: Charlotte van Egmond
Beeld: Moon Jansen
Visagie: Mettina Jager
Styling: Lieve Heuvelmans