Als er een crisis komt in je overtuiging, wat dan?
Essay
11 maart 2025 · 10:30| Leestijd:10 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Het kan je zomaar overkomen: je hebt een bepaalde overtuiging en dan komt de werkelijkheid langs. Schrijver en coach Reinier Sonneveld zoekt uit hoe je hier goed mee om kunt gaan. Spoiler: een geloofscrisis hoeft niet zo erg te zijn.
Soms leer je iets met een schok. Het lijkt wel alsof je wakker wordt. Ik zat in groep 7 en de meester vertelde over de hiëroglyfen van de Egyptenaren. Ik stak mijn vinger op en vertelde trots dat ze later letters kregen. De meester keek me schamper aan, zei één woord: “Nee”, en ging weer verder. Mijn hart klopte. Ik wist het zeker. De meester had ongelijk. Een volwassene had ongelijk… Wacht even, konden álle volwassenen weleens ongelijk hebben?
Ik sprak Katie (niet haar echte naam), die zich nog sterk herinnerde hoe haar dominee beweerde dat alle ongelovigen naar de hel gingen, maar zij gelukkig naar de hemel. Haar oren klapperden. Maar dat zou toch helemaal niet leuk worden in die hemel, zonder haar niet-gelovige vriendinnetjes? Hij beweerde dat ze die zou vergeten. Katie durfde niets meer te zeggen, maar dacht: dat is toch nóg erger, dat ik hen voor eeuwig moet vergeten?
Iedereen heeft wel dit soort ervaringen. Je groeit op met bepaalde zekerheden. De wereld lijkt overzichtelijk. Papa en mama houden van me, we eten om zes uur, de buurvrouw heeft drie katten. En dan gebeurt er iets. Je ouders gaan scheiden. Een van hen vergeet een keertje te koken. De buurvrouw verhuist. Wat dan ook, je hebt bepaalde zekerheden en dan komt de werkelijkheid langs. En het klopt niet meer. Wat doe je dan? En zeker als het over grote kwesties gaat, zoals je diepste overtuigingen. We maken het allemaal op een dag mee, en misschien wel meerdere keren.
Hoe kun je een beetje fatsoenlijk door zo’n crisis heen komen? Hoe kun je daar misschien wel persoonlijk door groeien en een wijzer mens van worden?
De werkelijkheid komt langs
Er zijn grofweg twee manieren waarop een crisis in je overtuigingen begint. De eerste noemde ik al: de werkelijkheid komt langs. Katie had bijvoorbeeld ook geleerd dat christenen gelukkiger zijn dan anderen. Maar toen werd haar beste vriendin depressief en die geloofde. Dus daar moest ze iets mee. Ze overwoog dat haar vriendin dan blijkbaar niet genoeg geloofde – zo bleven haar oude ideeën tenminste overeind. Maar haar vriendin leek juist veel dichter bij God te leven dan zijzelf. Hoe kon ze dit rijmen met haar oude overtuigingen? Moest ze die dan aanpassen?
De andere manier waarop je een crisis in je overtuigingen kunt ervaren, is als je bijzondere andersdenkenden ontmoet of hun ideeën ergens tegenkomt. Katie had bijvoorbeeld eens een hoogleraar gesproken die ook gelovig was. Ze durfde haar vragen aan hem te stellen en hij zei: “Nee hoor, wij zijn helemaal niet gelukkiger dan anderen.” “Maar wel op een dieper niveau, toch?” vroeg ze. Waarop de hoogleraar reageerde met: “Nee, ook dat niet.” En toen moest ze wel even schakelen. Geloofde ze deze geleerde persoon? Of haar eerdere ideeën, die ooit van haar ouders kwamen, maar toch ook echt van haarzelf voelden? Of kon ze een soort combinatie vinden?
Een zoekende vriend(in) steunen
- Luisteren, luisteren, luisteren. Probeer het eerst echt te begrijpen voor je reageert.
- Maak onderscheid tussen je geloofsgemeenschap en God. Kritiek op een leider is anders dan kritiek op je diepste waarden.
- Durf los te laten. Druk op iemand zetten werkt averechts.
- Vertrouw op God. Hij kan ingewikkelde kronkelwegen met iemand gaan.
We maken allemaal dit soort ontwikkelingen door. Je komt ze al tegen in een van de oudste boeken, de Bijbel. De vroegste gedeeltes daarvan komen soms wat simpel over: ‘Als je Gods wet volgt, word je gezegend. Zo niet, dan word je vervloekt.’ Dat leek best wel op het geloof van Katie. Maar later beleven de Joden een grote crisis, die wel lijkt op wat er gebeurde toen Katies beste vriendin depressief werd. De Babyloniërs vallen hun land binnen en ontvoeren duizenden Joden als slaven naar hun eigen land. Hoe kon dit? Geloofden ze niet helemaal correct? Was God misschien oneerlijk? Speelde er meer mee wat ze niet konden overzien?
Ze stellen dat soms juist de vroomste mensen lijden.
De latere gedeeltes van de Bijbel zijn gewijd aan dit probleem: hoe ga je ermee om als je overtuigingen niet kloppen met de werkelijkheid? Hoe reageer je op een geloofscrisis? En deze latere Joodse denkers vinden allerlei oplossingen. Ze stellen bijvoorbeeld dat soms juist de vroomste mensen lijden. Dat zie je ook bij Jezus. Geloviger ga je niet vinden, maar Hij werd ook het wreedst gemarteld. Is geloof misschien geen bescherming tegen ongeluk, maar nodigt het dat soms zelfs uit?
Zo zie je dat de Bijbel met de tijd mee ingewikkelder wordt. Het eenvoudige schema krijgt allerlei nuances. Net als in een mensenleven eigenlijk.
Of-of
Als kind delen we de wereld simpel in, vaak in tweeën. Het is of-of. Je bent voor Ajax óf tegen. Je bent gelukkig óf niet. Je gelooft óf niet. En als de werkelijkheid dan langskomt, proberen we die tweedelingen eerst nog in stand te houden. Begrijpelijk, want ze zijn prettig en voor kinderen ook nodig. Maar als we dat blijven proberen, ziet dat er meestal niet zo fijn uit. Bij volwassenen wordt of-of-denken bozig, bekrompen, of erger: extremistisch.
Bij volwassenen wordt of-of denken bozig, bekrompen, of erger: extremistisch.
Je kunt ook helemaal de andere kant op gaan en cynisch worden. Katie voelde die neiging. Als je toch niks aan geloven hebt, dacht ze een tijdje, dan maar weg met dat hele geloof! Het is veel te ingewikkeld zo… Tot ze besefte dat dit eigenlijk net zo of-of was als eerder. Ze had de scheidslijn alleen wat verplaatst: het was niet meer voor of tegen gereformeerd, maar voor of tegen religie. En ze merkte dat ze van dit simplisme geen leuker mens werd.
De wereld is veel te ingewikkeld voor tweedelingen. Geen enkel of-of is bestand tegen al je ervaringen. Want natuurlijk, net toen Katie zo boos werd op haar geloof, ontmoette ze een gelovige die toch best verstandige dingen zei en haar zoektocht ook echt begreep. Moest ze nu weer een nieuwe tweedeling maken, tussen ‘echt’ geloof en ‘nep’ geloof bijvoorbeeld? Of… zou ze het deze keer wat ingewikkelder maken?
Meestal worden we er prettiger mensen van als we minder in tegenstellingen gaan denken, minder of-of. Je hoeft dan minder tegen de werkelijkheid te vechten en die in je mal te proppen. Je kunt eerlijker kijken naar hoe mensen echt zijn. Het wordt allemaal wat zachter en voorzichtiger in je hoofd. En ja, dat is ingewikkelder. Maar ook eerlijker.
Je kunt dit bij jezelf checken. Welke tweedelingen maak jij graag? Links-rechts? Man-vrouw? Noem maar op. En welk voordeel biedt dit jou? En zou het je helpen als je ideeën op dat vlak wat ingewikkelder worden?
Nieuwe stappen in je (on)geloof
- Heb geduld met jezelf als je twijfelt of zoekt. Laat het gebeuren, op een dag vind je vanzelf een nieuwe plek.
- Vraag je af wanneer je of-of denkt. Hoe kun je die tweedelingen verzachten en de werkelijkheid meer recht doen?
- Vraag je af waarin je opvallend of extreem bent opgegroeid. Welke tegenreactie heeft dit opgeroepen? Hoe kun je aan beide kanten van jezelf recht doen?
- Maak van je groei een ervaring.
Tegenreactie op extremen
Het zijn vooral extreme overtuigingen die stuklopen op de werkelijkheid. Die hebben wel een groot voordeel: ze inspireren. Katie had als tiener nog op de markt gestaan om mensen te bekeren, terwijl ze best verlegen was. De angst voor de hel was sterker dan haar verlegenheid.
Maar van binnen ging het knagen. Want elke extremiteit roept zijn tegendeel op. Elke extremiteit van buiten, roept innerlijk een tegenreactie op. Als je bijvoorbeeld in een groep opgroeit waarin alles heel zeker is en alles vaststaat, dan geef je je eigen vragen te weinig aandacht en worden die alleen maar groter. Hoor ik er wel bij? Schiet ik niet tekort? Iedereen lijkt zo vroom, waarom voel ik me dan zo anders? Of als je vroeger veel gepest bent, kan dat een sterke drang opleveren om anderen te beschermen. Of als je als kind tig keer bent verhuisd, word je later misschien overdreven honkvast.
Elke extremiteit roept zijn tegendeel op
Volwassen worden betekent vaak dat je met dit soort tegenstellingen aan de slag gaat. Je moet wel, anders zul je je voortdurend verscheurd voelen of iets in jezelf moeten verstoppen. Je hebt die omgeving die aan je trekt, die opvoeding, die naasten. En je hebt die tegenreactie van binnen, die iets vertelt over wat je ook nodig hebt en wat belangrijk voor je is. Luister naar die innerlijke drang. Je opvoeding kan niet alles van jou recht doen. Er zijn kanten van je die ook aandacht verdienen.
Ook dit kun je bij jezelf checken. Wat was er opvallend of zelfs extreem in hoe je opgroeide? En wat zou de tegenreactie kunnen zijn die dit innerlijk bij je opriep? En zou er een manier zijn om die tegenstellingen wat zachter te maken en misschien wel met elkaar te verenigen?
Dit ‘wat’ heeft een andere functie dan het eerdere ‘wat’ (onderwerp ipv lijdend voorwerp), dus het moet herhaald worden
Meer dan woorden
Persoonlijke groei is ook een ervaring. Het gaat niet alleen over ideeën en woorden en je kunt er niet alleen in je gedachten of via gesprekken je in ontwikkelen.
Voor sommige mensen is het belangrijk om bijvoorbeeld te verhuizen. Katie woonde in een vrij conservatief dorp waar ze dagelijks strenggelovigen ontmoette en dat maakte het een stuk lastiger voor haar om nog iets positiefs over het geloof te kunnen denken. In de stad is het makkelijker voor haar om te geloven, omdat ze daar minder geconfronteerd wordt met de pijn uit haar jeugd. En ook meer ziet hoe nodig geloof kan zijn.
Anderen kiezen een andere kerk of verlaten de kerk zelfs helemaal. Dat werkt een beetje hetzelfde als bij Katie. Als je steeds een vorm van geloven ontmoet die niet werkt voor jou, ga je al snel elke vorm van geloof afschrijven. Dan kan het je geloof redden, als je korter of langer kerkloos bent. Of niet natuurlijk. Want je kunt nooit voorspellen hoe je leven gaat lopen.
Katie koos ervoor om regelmatig het Pieterpad te gaan lopen, een pelgrimsroute door heel Nederland. Dat was voor haar een manier om minder te gaan piekeren en weer meer open te staan. Want daar gaat persoonlijke groei vaak over. Dat is vaak wijsheid. Jezelf echt kunnen zien. Geen kanten van jezelf wegdrukken, verlangens, angsten, leugens misschien. Dan kun je ook anderen meer zien. Je ‘hoeft’ minder van anderen. Zij ‘hoeven’ niet zus of zo te denken, ze hoeven het niet met je eens te zijn of dezelfde schema’s als jij te volgen.
De wereld is ingewikkeld. Niets past echt in ons hoofd, wijzelf ook niet, anderen niet, zeker God niet. Laten we een beetje geduld hebben. Echt luisteren en kijken. Niets proberen te laten zijn wat er niet is. Dan zal op een dag de ware schoonheid en diepte van het leven zich vanzelf tonen.