
Premium‘Natúúrlijk heb ik geen vriendengroep' Journalist Liesbeth Smit ontdekte rond haar veertigste dat ze introvert is
Interview
vandaag · 19:00| Leestijd:7 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Pas rond haar veertigste ontdekte historicus en journalist Liesbeth Smit (51) dat ze introvert is. Ze schreef hierover het boek Ik moet nog even kijken of ik kan. Hoe overleeft zij – en misschien jij ook – als introvert de feestdagen?
Wat is het verschil tussen introversie en extraversie?
“Introverten hebben vaak een rijke binnenwereld, kunnen zich lang concentreren en denken goed na voordat ze iets zeggen. Ze laden op door tijd alleen door te brengen. Bij extraverten werkt dat precies andersom: zij krijgen juist energie van praten. Ze beginnen vaak te praten en dán start hun denkproces. Een wezenlijk verschil, zowel in gedrag als in behoefte. Overigens is er niet één type introvert, er zijn allerlei varianten. Zo beschrijf ik in mijn boek onder andere ambiverten: mensen met zowel introverte als extraverte eigenschappen.”
Hoe ontdekte je zelf dat je introvert bent?
“Rond mijn veertigste liep ik onbewust vast in mijn werk, als manager human interest bij Libelle. Ik deed mijn werk, maar het voelde alsof ik daarnaast nog iets anders deed wat veel energie kostte, al wist ik niet precies wat. Ik dacht nog even dat ik een burn-out had, maar ontdekte later dat ik introvert ben. Introversie is overigens geen medische diagnose. Ik ben me erin gaan verdiepen toen ik na Libelle hoofdredacteur werd van Mynd.nu, een online platform over psychologie. Ik dacht altijd dat introverten heel stille en verlegen mensen zijn, maar dat klopt niet. Het gaat om energieverdeling.”
Ik dacht dat ik een burn-out had, maar ik bleek gewoon introvert
Je schrijft in je boek dat extraversie in Nederland de norm is, vooral op de werkvloer. In landen als Finland en Japan is dat heel anders.
“In de afgelopen zeventig jaar hebben we met elkaar bepaald wat sociaal wenselijk of populair gedrag is – en dat is niet introvert gedrag. Terwijl een op de drie mensen introvert is, introverte neigingen heeft of zich aangesproken voelt door de term. We leven in een land dat sterk extravert is ingesteld: snel en veel praten, meteen een mening hebben, die ook uiten en dat niet als onbeleefd zien. ‘Laat jezelf zien en horen, anders sneeuw je onder!’ Dit noem ik het extraverte ideaal. Als introvert kun je hierdoor denken dat je jezelf moet aanpassen. Maar als je dat lang genoeg doet, ben je op een gegeven moment gewoon kapot. Dat gebeurde bij mij. Ik was altijd moe, zonder te begrijpen waarom.”
Heeft je boek hier iets in veranderd? Zijn we introversie meer gaan waarderen?
“Helaas niet. De sociale norm is nog steeds hetzelfde. Het verschil is wel dat introverten zich enorm gesterkt voelen door het boek. Ze hebben het idee losgelaten dat er iets aan ze mankeert.”
Tekst gaat hieronder verder
Lauren Verster ontmaskert schoonheidsbeloftes: ‘Ik zal weinig vrienden overhouden in die industrie’
Hoe overleef je als introvert de feestdagen?
“Ik probeer in die periode juist rust te nemen. Iemand vertelde me ooit dat ze vijf kerstborrels in één week had. Bij de derde stond ze huilend in de gang. Dan denk ik: dat is het toch niet waard? Je hoeft niet als een negentiende-eeuwse freule een week aan zee te gaan zitten om bij te komen, maar je kunt wel zeggen: ‘Jongens, ik ben even een uurtje weg.’ Zelf ga ik hooguit naar een of twee belangrijke borrels, meestal van mijn opdrachtgevers. En met Kerst blijf ik rustig thuis met mooie films, lekker eten en een lange wandeling met mijn man of wat aangewaaide familie, that’s it. Dat zouden meer mensen mogen doen, want ik vind december ieder jaar weer een nogal opgejutte en overschatte maand, die ook nog eens veel verborgen eenzaamheid versterkt.
Sinds ik weet dat ik introvert ben, kan ik veel beter uitleggen wat ik nodig heb. En dan zeg ik niet: ‘Ik ben introvert, dus ik ben zielig’, maar: ‘Ik had gisteren al een drukke dag, dus ik neem vanavond vrij.’ Ik heb geen vriendengroep, wat ik lange tijd heel gek vond. Nu denk ik: natúúrlijk heb ik geen vriendengroep, ik ben introvert! Wel heb ik al bijna veertig jaar een beste vriendin en een kleine, maar trouwe vriendenkring. Ik vind de dynamiek van een-op-een veel prettiger: leuker, aardiger en eerlijker.”
Wat zijn jouw tips voor introverten op de werkvloer?
“Toen ik nog bij Libelle werkte, lunchten we altijd samen in een overvolle kantine. Samen werken in een drukke kantoortuin, samen lunchen, hard praten en daarna weer verder werken in diezelfde kantoortuin: ik dacht dat ik gek werd. Veel fijner is het om te doen waar jij in je pauze behoefte aan hebt. En dat ook op een rustige manier communiceren. Dat kan een rondje buiten zijn, even je moeder bellen, of gewoon een halfuur voor je uit staren. Als ik ooit weer in een kantoortuin terechtkom – wat ik niet verwacht – weet ik één ding: ik leg meteen mijn werkbehoeftes op tafel om zo goed mogelijk te kunnen functioneren. Vaker thuiswerken bijvoorbeeld. Als je erkent wie je bent en rustig voor jezelf opkomt, valt er een last van je schouders.”
Weten wie je bent is winst voor de rest van je leven
Dit jaar verscheen je nieuwste boek Aan ons is niets meer te zien, waarin je op zoek gaat naar je Surinaamse familiegeschiedenis. Hoe was het om zo’n persoonlijk boek te schrijven?
“Het is een van de spannendste dingen die ik ooit heb gedaan, en ook het meest persoonlijke, omdat het over mijn familie gaat. Maar ik dacht: als ik dit verhaal niet opschrijf, gaat het voor altijd verloren. Mijn moeder is half-Surinaams, mijn oma was een Surinaamse vrouw. Toch leek het alsof Suriname niet echt bij haar hoorde. Ze sprak er best negatief over, hoewel ik denk dat ze tegelijkertijd veel heimwee had naar haar land. In mijn familie werd er niet veel over gesproken en ik begreep nooit helemaal wat dat was. Het boek gaat over een familiepijn die ik wilde begrijpen, en over afkomst en identiteit. Ik heb blauwe ogen en een witte huid, maar voel me ook sterk verbonden met mijn Surinaamse roots. Ik beschrijf hoe het is om daar als onzichtbare nazaat naar terug te keren. Dat is een specifieke, gespleten ervaring, want je hoort erbij, en toch ook weer niet. Dat maakt het zo complex. Toch begrijp ik nu beter waar ik vandaan kom. Daar zitten prachtige kanten aan, maar ook pijnlijke, en dat leeft in mij.”
In jouw boeken draait het om ‘naar binnen keren’, ontdekken wie je bent en wat belangrijk voor je is. Wat zijn lessen die jij daarin hebt geleerd?
“Dat het heel waardevol is om te ontdekken wie je bent. En dan bedoel ik niet dat je de hele dag op jezelf moet inzoomen – dat is nogal saai – maar dat je onderzoekt: Wat vind ik belangrijk? Waar gaat mijn energie naartoe? Welke mensen en dingen horen daarbij? Wat wil ik weten? En: wie wil ik worden? Zodra je jezelf toestaat te zijn wie je bent, en daar ook naar leeft, merk je hoeveel rust dat geeft. Dat is winst voor de rest van je leven.”





