Zo verdiep je je vriendschappen: ‘Doorvragen. Open. Zonder oordeel’
Reinier Sonneveld gaat op onderzoek
18 oktober 2024 · 12:00| Leestijd:11 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Weinig zo kostbaar als onze vrienden. Hoe kun je je vriendschappen verdiepen? En wat kun je doen als het een tijdje stroef loopt? Schrijver en coach Reinier Sonneveld zocht het uit.
Ik zat met een goede vriend buiten om een vuurtje. De zon ging onder, de hemel gloeide oranje. Voor ons lag een uitgestrekt weiland, een paar zwaluwen buitelden door de lucht. Op het gietijzeren rooster tussen ons lagen twee dikke, donkerbruine biefstukken. De rook was zoetig en ik slikte mijn overtollige speeksel weg. We staarden zwijgend voor ons uit. Perfect, zou je zeggen. En toch.
We kenden elkaar ruim vijfentwintig jaar. We hadden veel met elkaar meegemaakt. We hebben elkaar honderden keren gesproken, veel geouwehoerd uiteraard, maar ook zo diep als het maar kan gaan. Over onze fascinaties, onze angsten, onze overtuigingen, onze gektes. Alles waar je niet over begint bij een kennis, maar waarop je hoopt bij een goede vriend.
We konden elk moment de draad weer oppakken. Toch?
Dit keer hadden we elkaar al een half jaar niet gezien. Er moest verbouwd worden, gerouwd, verhuisd. Vijfentwintig jaar vriendschap kan wel tegen een stootje, dit was al eerder gebeurd. We konden elk moment de draad weer oppakken. Toch?
Ik keek opzij, naar zijn ruige kop, en dacht: wie ben jij? We probeerden het nu een uur. We begonnen met onderwerpen, vragen, grapjes, maar het sloeg telkens dood. Dit was ons nog nooit overkomen. Waar we eerder vanaf de eerste hug meteen losgingen, leken we nu opeens een vreemde taal te spreken. Moest ik genoegen nemen met een zo-zo-avond? Waarom ook niet eigenlijk, dat kan toch gebeuren? Maar wat als het de volgende keer ook zo ging? En daarna weer? Hoe kon ik mijn vriend terugvinden?
Pandemie van eenzaamheid
Of eigenlijk bedoel ik: hoe kunnen wíj onze vrienden weer vinden? En met vrienden bedoel ik ook: vriendinnen.
Want we verlangen allemaal naar contact. We willen zo graag gezien worden. We willen anderen bijstaan. Maar dan zit je tussen je vrienden en gaat het alwéér nergens over. Alleen maar dom geroddel en wat laatste nieuwtjes. Het voelt alsof niemand zich echt laat kennen. Niemand vraagt eens even door. Als iemand probeert zich kwetsbaar te tonen, wordt er meteen een grapje gemaakt of een advies gegeven, en dóór maar weer... Terwijl we vriendschappen zo nodig hebben. Misschien wel meer dan ooit.
Dan zit je tussen je vrienden en gaat het alwéér nergens over.
Onze tijd is raar. Heel raar. We kunnen elkaar op meer manieren dan ooit bereiken: met de bus, trein, auto; met mail, bellen, app, Zoom, enzovoorts. En tegelijk ervaren we een grotere afstand dan ooit. Vroeger kwam eenzaamheid zelden voor, maar inmiddels mist ongeveer de helft van de volwassenen contacten en vriendschap. De Wereldgezondheidsorganisatie spreekt zelfs over een eenzaamheidspandemie. Eenzaamheid blijkt even dodelijk als vijftien sigaretten per dag roken. Het aantal volwassenen met een depressie is in ons land de afgelopen tien jaar bijna verdubbeld. En de verdeeldheid was sinds de negentiende eeuw niet zo erg als tegenwoordig.
We hebben meer mogelijkheden om ons te verbinden dan ooit. En tegelijk missen we het meer dan ooit. Verbinding kunnen we ervaren in de natuur, met God, met een partner, met onze kinderen. En soms is dat genoeg. Maar de meeste mensen hebben ook vrienden nodig. Vriendschap is niet als lucht of water, waarbij je meteen sterft als je het mist. Het is meer als de zon: als je vriendschap mist, wordt je leven langzaam dor.
Zo gek nog niet
Hoe werkt dat gevoel nou precies? Waarom is het zo fijn om te merken dat je er niet alleen voor staat? Zoals we de zon nodig hebben voor vitamine D, zo hebben we menselijke blikken en aanraking nodig voor allerlei prettige hormonen. En vitamine D kun je nog uit een potje krijgen, maar oxytocine is niet te vervangen, ook niet door via een schermpje contact te hebben. Het zit nu eenmaal in onze genen dat we mensen willen zien, spreken, aanraken.
Pas als wij iets onthullen over onszelf, komt die ander over de brug.
Als mijn vrouw een week naar het buitenland moet voor haar werk, en ik spreek niet af met vrienden, dan ga ik malen. Ik heb alleen mijn eigen gedachten. Zonder tegenspraak. Als er dan iets tegenzit met mijn werk, voelt het na een tijdje alsof ik nooit meer een opdracht krijg. Als ik ons zoontje ophaal van school en hij is wat treurig, dan kan ik me zomaar voorstellen dat hij in de goot belandt. Dit is wat psychologen ‘catastroferen’ noemen. Herkenbaar toch? Als we piekeren, maken we steeds dezelfde cirkeltjes. We voeren telkens hetzelfde gesprek. En vaak worden die cirkeltjes een spiraal naar beneden. Dan gaat het van kwaad tot erger. Alles voelt veel groter en zwaarder dan het in feite is.
Vrienden zijn dan een realitycheck. Je bent niet meer overgeleverd aan je eigen gedachten. Als ik over gedoe bij mijn werk vertel, merk ik meteen: o wacht even, dit is eigenlijk heel normaal, iedereen heeft dit. En ik begin niet eens over die fantasie dat ik alles zou verliezen, want ik besef dat zoiets toch niet gaat gebeuren. En als ik andere ouders spreek, hoor ik dat hun kinderen ook weleens vervelend van school terugkomen, en in gedachten is mijn zoontje weer helemaal uit de goot. Oftewel, ik stop met catastroferen, en ik kan ‘normaliseren’: ik besef dat ik eigenlijk zo raar niet ben.
De wereld als kleuterklas
Want we zijn allemaal wel een beetje raar, toch? Van buiten zijn we best keurig en aangepast, maar onze gedachten zijn vaak wat vreemder. We zijn banger dan we laten merken. We twijfelen meer dan we durven toegeven. We schamen ons vaker dan we laten doorschemeren.
En prima dat we dit een beetje verstoppen. Kleuters hebben geen filter en vertellen alles. Als wij als volwassenen ook zo waren, werd het overal een soort kleuterklas. Maar vrienden zijn, naast onze partner, dé plek om wel die diepere gedachten te delen. Ik denk dat dit de definitie van vrienden is: mensen met wie je wel kunt delen wat publiek niet zo past.
Ik denk dat dit de definitie van vrienden is: mensen met wie je wel kunt delen wat publiek niet zo past.
Dat is een enorm voorrecht. Veel van onze gedachten zijn een soort experimenten. We weten niet precies wat we vinden, we zoeken naar onze plannen, we vragen ons af wie we zijn. Dit kun je niet aan iedereen vertellen, dat zou veel te kwetsbaar zijn. Maar onder vrienden wel en dan merken we hoe ze reageren. Soms vinden ze het belachelijk, soms juichen ze ons toe. Onder collega’s moet je zekerder zijn, bij je baas moet je geen beschamende dingen zeggen, maar onder vrienden kun je die ‘vreemde’ kant wel onderzoeken.
Dit is het grote cadeau dat vrienden ons kunnen geven: het gevoel dat wij er mogen zijn. Die stomme zelfscankassa’s behandelen ons als robots, op internet zijn we het zoveelste ‘contact’, onze baas noemt ons ‘human resources’. En dieper nog: als het echt tegenzit, dan lijkt het leven zelf ons te vergeten en zelfs uit te kotsen. God misschien wel. Vrienden luisteren dan naar ons, zien ons, en dan beseffen we dat we er wel degelijk toe doen. We zijn niet klein en nietig. Het is belangrijk dat we er zijn.
Diep luisteren
Hoe kun je dat verdiepen? Hoe kun je meer ‘uitpakken’ van dat geweldige cadeau van vriendschap?
Door daar meer ruimte aan te geven: die kant die er niet zo mag zijn. Die vreemde kant van ons, waar we twijfelen, waar we ons schamen, waar we bang zijn. Die kant die we op ons werk, bij sport, in de kerk eigenlijk niet goed kunnen uiten, maar die er wel degelijk is. Vriendschappen zijn ervoor om die kant juist wel ‘uit te pakken’. Hoe? Door echt te luisteren.
Iemand begint iets en je reageert meteen met: o ja, dat had ik ook…
Hét probleem van hedendaagse gesprekken heet: autobiografisch luisteren. Iemand begint iets en je reageert meteen met: o ja, dat had ik ook… En vervolgens gaat het dáárover, waarop die ander meteen reageert met: dat doet me denken aan … En zo trekken we telkens het onderwerp van de ander weg, naar onszelf toe, naar óns verhaal, zonder dat een verhaal echt de ruimte krijgt.
‘Diep’ luisteren is doorvragen. Open. Zonder oordeel. Hoe werkte dat voor jou? Wat voelde je toen? Wat gebeurde er? Wat dacht je daarbij? Hoe wil je dit aanpakken? Geef iemand het podium. Neem de tijd. Zoek samen uit hoe het werkelijk zat. En dán pas kom je met een associatie of je eigen verhaal.
Je eigen verhaal
En laat jouw eigen verhaal dan ook echt komen. Anders wordt je vriendschap hulpverlening. Ik ben zelf een goede luisteraar en kan iemands verhaal flink uitdiepen. Maar mijn vrienden moeten regelmatig tegen me zeggen: en jij dan? Een paar keer zijn ze zelfs verontwaardigd geweest. Het gaat hier niet alleen over mij, zeiden ze dan. Dat geluister is echt lief van je, maar het voelt alsof ik alleen maar problemen heb, en dat jij buiten schot blijft …
En gelijk hadden ze. Als jij de vragen stelt, heb je de touwtjes in handen. Het kan heel dienend voelen, bescheiden, maar als vragensteller ben je aan de leiding. De ander is kwetsbaar, jij niet. Maar er moet evenwicht zijn. Als je goed hebt geluisterd, geduldig, met aandacht, moet er daarna ruimte zijn voor jouw verhaal. En als de ander daar niet naar vraagt, kun je daar je ruimte voor opeisen.
Vertrouwen werkt alleen van twee kanten.
Om die reden ging het denk ik mis, toen daar met die vriend bij het kampvuur. We bestookten elkaar met vragen en duwden het gesprek de hele tijd naar de ander. We wilden luisteren, maar niet vertellen. Maar het moet een balans zijn. De ander geeft zich pas echt als jij je ook geeft. Pas als wij iets onthullen over onszelf, komt die ander over de brug. Vertrouwen werkt alleen van twee kanten.
Een eenzame Jezus
Ik vind het verhaal van Jezus hier ontroerend bij. Hij voelt op een gegeven moment aan dat Hij zal worden gearresteerd, onterecht. Hij heeft nog één nacht met zijn vrienden. Ze slapen buiten in de openlucht, in de stad Jeruzalem zijn geen logementen meer. Jezus wordt doodsbang, begint te zweten van angst, en vraagt zijn vrienden wakker te blijven en Hem te steunen. Dat is een kwetsbaar moment, want Hij is ook hun rabbijn, hun leermeester. Maar Hij keert nu de rollen om. Hij heeft vaak voor hen gezorgd, nu mag het andersom. Er moet evenwicht zijn.
Maar ze vallen in slaap. Drie keer achter elkaar. Dan komt de politie en ze arresteren Jezus. De vrienden schrikken wakker, proberen wat onbeholpen te knokken, maar vluchten dan. Bij het corrupte snelrecht die nacht staat Jezus er compleet alleen voor, en zelfs nadat Hij is opgestaan uit de dood vinden ze het lastig Hem te geloven.
Zelfs nadat Jezus is opgestaan uit de dood vinden ze het lastig Hem te geloven.
Dat lijkt allemaal geen voorbeeld van vriendschap, en toch ook weer wel. Want mijn vriendschappen gaan ook niet perfect. Toen bij dat kampvuur wist ik evenmin wat ik moest zeggen. We hebben ons allemaal verraden gevoeld en we hebben anderen verraden. Zo gaat het, ook soms tussen vrienden. Vrienden zijn net mensen! Je bent niet vrienden om samen perfect te zijn. Juist niet. De hele clou van vriendschappen is dat je samen niet perfect bent.
Elkaar vergeven
Het weer goed leren maken is daarom essentieel in een vriendschap. Jezus zoekt na zijn dood zijn vrienden op, legt uit wat Hij bedoelde, vergeeft zijn vrienden en herstelt de relaties. Ik heb regelmatig mijn excuses moeten aanbieden en heb ook naar die vriend bij het kampvuur moeten terugkeren en opnieuw beginnen. Dat lukt niet altijd, maar toen gelukkig wel.
Elke vriendschap kent crisissen. Moet crisissen kennen. Bij onze vrienden zijn we uiteraard vriendelijk, maar we blijven niet bij die buitenkant. We laten ook onze twijfel zien, onze angsten, onze dwaze gedachten. En dus wordt het weleens een beetje onbeholpen en zelfs rauw. Dat hoort erbij. Anders gaat het niet diep genoeg. Maar soms wordt het té rauw en moeten we het herstellen.
Maar liever dat, dan een leven doorbrengen met schone schijn en oppervlakkig geklets.
Hoe verdiep je een vriendschap?
- Stel open vragen: Hoe werkte dat voor jou? Hoe voelde dat? Wat gebeurde er toen? Wat wil je nu?
- Voorkom ‘autobiografisch’ luisteren: telkens meteen ‘dat had ik ook’ zeggen. Jouw verhaal doet er echt toe, maar niet meteen. Diep verhalen uit, zonder meteen te spiegelen.
- Vraag naar specifieke gebeurtenissen uit iemands verleden, vooral de emoties erbij. Hoe was het op school? Hoe was die ene ontmoeting? Hoe werkte een bepaalde verliefdheid? Waar was je trots op? Waar was je bang voor?
- Duik onder het oppervlak: zoek met elkaar naar de kant die je niet publiek deelt. Jullie angsten, jullie twijfels, jullie ‘verboden’ gedachten.
- Wees te vertrouwen. Vertel nooit geheimen door. Alleen dan zullen je vrienden diep durven gaan.
Tekst: Reinier Sonneveld
Beeld: Mirjam de Ruijter