Zo maak je schoon schip in je leven: ‘Wat houdt me nu precies tegen?’
De bezem erdoor
9 februari 2024 · 00:00| Leestijd:13 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Schoon schip maken: het klinkt verfrissend, maar kan loodzwaar zijn. Je ruimt het huis van je overleden ouders leeg en wordt overweldigd door een vloedgolf aan herinneringen. Of je merkt dat een ooit fijne vriendschap je steeds meer kost dan oplevert. Hoe laat je achter je wat het leven onnodig moeilijk maakt? Journalist Margaretha Coornstra vroeg het aan gz-psycholoog Mieke de Boer-Sonnenschein en aan theoloog Alexander Veerman.
Of het nu om ontspullen gaat, om gewoontes of om relaties: schoon schip maken begint met bewustwording. Opeens of geleidelijk daagt het inzicht: nu moet de bezem erdoor! Er is een teveel aan spullen, aan taken, aan onverwerkt verdriet. En dat leidt tot gebrek aan ruimte, vrijheid en levensvreugde.
“Zodra je je realiseert: ‘wat ik nu probeer vast te houden, is niet goed voor mij’, weet je dat je keuzes moet maken”, zegt psycholoog Mieke de Boer-Sonnenschein. “En dat gaat vaak gepaard met dubbele gevoelens. Misschien wilde je al eerder dingen veranderen, maar lukte het niet. Het vasthouden van het oude, vertrouwde leverde nog te veel op. Hoefde je zo een bepaalde pijn niet te voelen? Of was het angst dat je niet zonder zou kunnen?
Mieke de Boer-Sonnenschein
Meestal vergt schoon schip maken dat je afdaalt naar je gevoel en kijkt: wat houdt me nu precies tegen?
Er kunnen veel vragen en twijfels opkomen: houd ik me staande als ik dit loslaat? Krijg ik geen spijt? Ga ik me niet schuldig voelen?
Je kunt dan puur cognitief redeneren: dit brengt me niet verder, dus ik laat het los. En sommige mensen zijn inderdaad zo rationeel dat ze dat kunnen: loslaten, huppakee! Maar meestal vergt schoon schip maken dat je afdaalt naar je gevoel en kijkt: wat houdt me nu precies tegen?”
Bagage of ballast?
Theoloog Alexander Veerman beaamt dat: “Wie schoon schip maakt, kijkt zowel achterom als naar het nu. Je kijkt in het nu naar wat geweest is, en je stelt jezelf de vraag: wat wil ik meenemen en waarvan moet ik afscheid nemen? Op het niveau van ont-spullen denk ik automatisch aan de quote: ‘Mensen zijn om van te houden, spullen zijn om te gebruiken. En het gaat mis als we het andersom doen.’ Maar ja, aan veel spullen zit een verhaal vast. Ze herinneren je aan opa, oma, vader of moeder, of aan situaties die allang niet meer bestaan. Ze vertellen iets over jouw levensverhaal. En dan moet je ze aandachtig bekijken: wat hoort bij bagage en wat bij ballast?”
Dat klinkt als de beroemde kreet van opruimgoeroe Marie Kondo: ‘Does it spark joy?’ Word je blij van bepaalde spullen − of juist niet?
Alexander Veerman
Het kan een symbolische waarde hebben om dingen weg te doen.
Veerman: “Soms vertelt een voorwerp wel een onderdeel van je levensverhaal, maar geen mooi onderdeel. Toch wil je het nog even bewaren om met dat onderdeel in het reine te komen. Maar het kan ook symbolische waarde hebben om dingen weg te doen. Je kreeg bijvoorbeeld ooit koffiekopjes cadeau van iemand die jou pijn heeft gedaan. En je dacht altijd: dat zijn dure kopjes, die moet ik bewaren. Maar op een gegeven moment zeg je toch: ‘Nee. En ik breng ze ook niet naar de kringloop. Ik gooi ze kapot, omdat ik af wil rekenen met het gevoel dat die persoon mij altijd gaf.’ Ook dan maak je schoon schip; zo verwerk je een stukje verleden.”
Schoon schip in relaties
Het beeld van bagage en ballast komt ook terug bij relaties: familie, vrienden, partners. “Zodra een relatie voelt als ballast, moet je misschien afscheid nemen. Of misschien is het daar nog te vroeg voor, maar moet je er hard aan werken om bínnen die relatie schoon schip te maken en van koers te veranderen.”
Dan rijst de vraag: hoe weet je wanneer het tijd is om je koers te verleggen? Volgens Mieke de Boer kan dat op diverse manieren. “Soms zegt je lichaam het. Je merkt bijvoorbeeld dat je in de omgang met iemand steeds weer uitgeput of gespannen raakt, of hoofdpijn krijgt. Maar het kan ook zijn dat je telkens opnieuw met iemand in dezelfde nare situatie belandt. Of dat diegene jou vraagt om dingen te doen die niet passen bij je eigen normen. Ik zeg niet dat je dan per se met zo iemand moet breken, maar het is wel een reden om die relatie nader te onderzoeken.”
Mieke de Boer-Sonnenschein
Luister naar mensen die jou goed kennen, en van wie je weet dat ze het beste met je voorhebben.
Soms raakt een relatie verziekt door toxische invloeden. Bijvoorbeeld een stel van wie de een verslaafd is aan alcohol of drugs, en de ander eindeloos liefhebbend en meegaand daarmee omgaat. Of denk aan de gestreste carrièretijger die zegt te moeten overwerken, maar eigenlijk in de kroeg zit of ergens een cokelijntje snuift. En thuis zit de partner die dat allang doorheeft en zwijgend alles met de mantel der liefde bedekt, bang om deze relatie te verliezen. “En steeds maar weer met open armen staat te wachten …”, schetst Mieke de Boer. “Wat heel mooi is, en tegelijk niet helpend.”
Nog een voorbeeld: de vrouw die door haar man ogenschijnlijk op handen wordt gedragen, maar zich niet echt gezien voelt binnen hun relatie. Misschien neemt ze ’s avonds een paar wijntjes om te kunnen slapen, hoewel ze beseft dat dit dicht bij verslaving komt. Of ze zoekt het in materiële zaken: wéér de woning restylen, wéér nieuwe kleren aanschaffen – alles om dat gevoel van eenzaamheid te dempen.
Wanneer een relatie – met een partner, familielid of vriend – zo destructief wordt dat je mentale en/of lichamelijke gezondheid eronder lijdt, zit er niets anders op dan afstand te nemen. Ook al vraagt dat om een radicale breuk. “En ik denk dat je daarbij hulp van anderen nodig hebt”, zegt Mieke de Boer. “Dat je moet luisteren naar mensen die jou goed kennen, en van wie je weet dat ze het beste met je voorhebben. Die kijken vaak scherper dan jijzelf, want zij zitten niet in die complexe dynamiek die jou vasthoudt. Misschien zeggen ze: ‘Is die persoon wel geschikt voor jou?’ of: ‘Hé, ik hoor je telkens over hetzelfde probleem vertellen; waarom doe je er niks aan?’, of ronduit: ‘Je kunt beter stoppen.’ Als al je vrienden zoiets zeggen, moet je actie ondernemen.”
Tekst gaat hieronder verder.
‘Als je bijna stikt in je boosheid is de gave van vergeving zo’n krachtig middel’
Maak schoon schip met je ideeën
Niet alleen in relaties is het soms nodig schoon schip te maken – ook je eigen overtuigingen kunnen af en toe een opruimbeurt gebruiken. “In je opvoeding krijg je heel veel mee. Ellendig genoeg weten we dat daar meestal ballast bij zit. Als de lessen uit je jeugd slechte lessen blijken, zoals: ‘Je moet harder werken’ of ‘Jij bent niet goed genoeg’, of als je behandeld werd als een gebruiksvoorwerp, dan is dat ballast”, vertelt Veerman. “Dat kun je wel een tijd meezeulen, maar het gaat je niet helpen, en uiteindelijk zul je erdoor uit balans raken. Het deel van je opvoeding dat nuttige bagage blijkt, heeft meestal te maken met wijsheid. Je hebt thuis bijvoorbeeld geleerd dat je geliefd bent, of dat het de moeite waard is om naar elkaar te luisteren.
Veel christelijke ouders willen daarnaast ook graag een geloofsovertuiging meegeven. En die kan een ballast vormen, maar kan ook − al is het maar gedeeltelijk − bagage worden waaruit je toch weer tools haalt voor het leven nu. Alleen voelt het ballastgedeelte van die overtuiging vaak zó vertrouwd, dat je meent dat je dit nog steeds nodig hebt.” Daarom is het goed ook de overtuigingen die je van huis uit hebt meegekregen eens onder de loep te nemen. En de Bijbel zou daarbij kunnen helpen (zie kader). Kortom: er is niks mis mee om af en toe de bezem erdoor te halen. Niet alleen door je huis en spullen, maar ook door je eigen opvattingen.
Hoe kan de Bijbel helpen om schoon schip te maken?
De eerste bede is: Geef ons heden ons dagelijks brood
“Interessant is dat hier op twee manieren een afgrenzing in zit. ‘Brood’ staat voor alles wat je nodig hebt; dus ook vriendschap en een dak boven je hoofd. ‘Dagelijks’ vraagt je om genoegen te nemen met voldoende, en dat zet een rem op onze begeerten. Daarnaast vraagt het je om vertrouwen te hebben, en niet krampachtig van alles te bewaren voor als het ooit nog van pas komt.”
De tweede bede is: Vergeef ons onze schulden
“In je levensverhaal zijn er altijd dingen die je niet goed hebt gedaan. De joden vieren jaarlijks Jom Kipoer en vragen vlak daarvoor aan vrienden en familie vergeving voor al hun fouten. Bij moslims staat de vastenmaand ramadan ook in het teken van schuld en vergeving. Jammer genoeg zijn christenen dit wat kwijtgeraakt. Het is heilzaam om te kijken: waar heb ik mijn naaste tekortgedaan? Zie je fouten onder ogen en ga het goedmaken met de mensen die je verkeerd hebt behandeld. Zeg: ‘Ik heb jou tekortgedaan en ik vraag om vergeving.’ Dat laat die ander vrij om jou te vergeven of niet, maar het schept wel de ruimte waarin jíj verder kunt.”
De derde bede is: Verlos ons van de boze
“Er zijn problemen die jou overstijgen. Kenmerkend voor bijvoorbeeld een verslaving is dat die sterker is dan jij en dat je die niet op eigen kracht kunt overwinnen. Daarom is een belangrijk onderdeel van het twaalfstappenplan van de Anonieme Alcoholisten (AA) dat je gelooft in een macht die groter is dan jij. Dat mag God zijn, dat mag jouw liefde voor een dierbare zijn – als het maar iets is wat je boven jouzelf en jouw verslaving stelt.
Mensen die verslaafd zijn, voelen zich vaak schuldig. Maar als je steeds vergeving vraagt voor die verslaving, kom je er niet uit. Je hebt namelijk geen vergeving nodig, maar verlossing. Dat is een belangrijk verschil. Daarbij hoort dat je om de benodigde hulp vraagt.”
Wat Veerman betreft geldt dit ook voor uit de hand gelopen gewoontes die symptomatisch zijn voor een dwangstoornis en gewelddadige relaties. “Vreemd genoeg is het buitengewoon moeilijk om uit zo’n relatie te komen; er is iets wat jou gevangenhoudt. Ook dan past verlossing: dat mensen je laten zien hoe het anders kan, dat ze je nabij zijn en dat ze je ondersteunen en op weg helpen.”
Ontspullen als rouwtherapie
Mijn moeder was enig kind, mijn dochter is enig kind en ik ben zelf ook enig kind. Drie generaties vrouwen, door verschillende omstandigheden alle drie vrijgezel. Maar vooral: drie geestverwanten. Al hadden mijn dochter en ik een eigen woonadres, toch brachten we de meeste tijd in mijn moeders huis door. Een ruime dienstwoning, waarin onze familie al sinds 1941 was gehuisvest; ik ben er geboren en opgegroeid. Op de grote zolder lagen al spullen van drie generaties. In de loop der jaren voegde ik daar het nodige aan toe: de wieg van mijn dochter, haar doopjurk, haar liefste speelgoed, jeugdboeken − noem maar op.
In 2017 bleek mijn moeder ongeneeslijk ziek. Omdat ze haar dood zag naderen, sprak ze meermaals over opruimen. Ik deinsde dan terug: te veel oud zeer van een ingewikkelde jeugd, te veel tastbare herinneringen aan de mooie momenten. Als mantelzorgers verbleven mijn dochter (toen 19) en ik dag en nacht in haar huis, waar ze in 2018 overleed.
We moesten haar dienstwoning leeg opleveren. Een nachtmerrie. Dochter en ik rouwden: om onze moeder en ‘beppe’, én om het afscheid van de enige plek waar we ons werkelijk thuis voelden. Wanhopig bekeken we de talloze emotioneel beladen spullen: honderden boeken, kasten vol kleding, gigantische schilderijen van mijn overleden stiefvader, die kunstenaar was.
Een aantal meubels kon probleemloos naar de kringloop. Voor de rest van de inboedel huurde ik een opslagruimte. Vervolgens ging mijn dochter uit huis, om zich op haar studie en in een nieuwe levensfase te storten. Ik bleef alleen achter − zo voelde het.
Trouw betaalde ik maandelijks de huur voor de opslagruimte. Intussen drukte de gedachte aan al die spullen steeds zwaarder op mijn schouders en mijn hart. Enerzijds snakte ik ernaar om dingen los te laten, anderzijds gruwde ik van de pijn die dat zou doen. Soms probeerde mijn dochter te helpen met sorteren, maar mijn emoties bleken te heftig.
Eind 2021 besefte ik: er moet professionele hulp komen, ik heb een opruimcoach nodig. Doodeng leek me dat: stel dat het een al te kordaat type zou zijn …?
Maar o, opluchting: het bleek een lieve, wijze vrouw die de regie bij mij liet. En dat doet ze nog steeds, want zo lang zijn we al bezig. Ze toont begrip en belangstelling, laat mij eindeloos vertellen over elk voorwerp. Kriskras gaan we door mijn levensverhaal. De passerdoos van opa Hidde. De tabaksdoos van overgrootvader Auke. Brieven van mijn ex. Het stenen poesje met het echte strikje, dat ik als kind van oma kreeg. Oude kinderboeken met lieve dierenplaatjes. Mijn schriftjes van de basisschool waar ik zo werd gepest. Vintage jurken die we op hoogtijdagen droegen. Babylakentjes van mijn dochter. Prachtige speelgoeddieren die mijn moeder zelf maakte. Kleutertekeningen van mijn dochter. De sierlijke, donkergroene vulpen waarmee mijn toen dertigjarige moeder ijverig haar Russische taaloefeningen neerschreef. Het porseleinen poppenserviesje dat zij vroeger van haar eigen grootouders had gekregen en waar ze, vlak voor haar dood, plotseling huilend overheen gebogen zat: ‘Ik wil naar ze toe!’
Nee, de spullen die ik hierboven opnoem, heb ik niet allemaal weggedaan. Maar ik heb me weten los te scheuren van mijn dochters wieg; daar heeft inmiddels alweer een Eritrees jongetje in geslapen. Tassen vol boeken, kleren en cd’s heb ik naar de kringloop gebracht. Zelfs de pendule van opa en oma gaf ik weg. Ik heb de opslagruimte al tweemaal kunnen downsizen.
Langzamerhand schep ik ruimte, ook voor het inzicht: ik moet mijn dochter de ellende besparen waar ik nu doorheen ga. En, heel belangrijk: een deel van mijn verdriet is plaatsvervangend verdriet. Ik identificeer me met mijn moeder en mijn grootouders. Ik huil ook om hún herinneringen. Maar ik wil mijn kind niet opzadelen met de ballast van haar voorouders. Zij heeft die ruimte nodig voor haar eigen herinneringen.
Die gedachte maakt dat ik doorzet. Het ontspullen is mijn rouwtherapie geworden.
Leestips
- Een warme band met God, Mieke de Boer-Sonnenschein, KokBoekencentrum
- Verbonden. Hechting en liefde, Amir Levine & Rachel Heller, Boom
- Vertrouw op je gevoel, Nikolaas Sintobin, KokBoekencentrum
- Kracht uit geweld, Esther Veerman (red.), Buijten & Schipperheijn
Tekst: Margaretha Coornstra
Beeld: Cracco Illustration