
Simone verbrak het contact met haar moeder: ‘Ik heb nooit aandacht of liefde gekregen’
Persoonlijk verhaal
vandaag · 06:00| Leestijd:10 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Thuis hoort een veilige plek te zijn. Voor Simone is het precies het tegenovergestelde. Haar jeugd speelt zich af in een sfeer van verwaarlozing, onveiligheid en liefdeloosheid. “Mijn moeder heeft me nooit als dochter gezien – nog altijd niet. Daarom heb ik het contact verbroken, alleen vind ik dat als christen best ingewikkeld.”
Simones ouders scheiden als ze amper zes weken oud is en niet veel later staat er een nieuwe man in huis: haar moeders nieuwe partner, haar stiefvader. “Ik wist niet beter dan dat hij mijn biologische vader was. Tegelijk fluisterde iets in mij dat er een geheim in huis hing, al kreeg ik er de vinger niet achter.”
Met geen woord
Als Simone acht is, verbreekt een van haar twee oudere broers het familiegeheim. Hij vertelt haar dat ze een andere vader heeft. “Heel bizar natuurlijk, dat mijn moeder dit altijd heeft verzwegen en mij die belangrijke informatie nooit zelf heeft durven vertellen.”
Jaren later gaat Simone zelf op zoek naar haar biologische vader. Ze ontdekt waar hij woont en belt bij hem aan. Toch houdt haar moeder ook dan haar kaken stijf op elkaar. “Mijn oma haalde me daar op. Toen wisten ze dat ik het wist, maar er is met geen woord over gesproken. Contact met mijn vader onderhouden vond ik lastig, ik wist niet goed wat ik met hem moest. Hij is later wel op mijn bruiloft geweest en was er rond de geboorte van mijn vier kinderen. Vlak daarna is hij overleden.”
Tekst gaat hieronder verder.
Roos heeft vijf zoons, maar wilde ook graag een dochter: ‘Ik voel me helemaal geen jongensmoeder’
Onveilig
Na de onthulling van haar broer groeit het gevoel van onveiligheid meer en meer bij Simone. Ze woont samen met haar moeder, stiefvader, twee oudere broers en een jonger halfzusje. “Zij was het prinsesje in huis, de liefdesbaby van mijn stiefvader en moeder. Hij deed alles voor haar en liet ons heel erg merken dat wij er niet toe deden. Dat voelde ontzettend onveilig.”
Niet per se de afwezigheid van haar biologische vader, maar juist de aanwezigheid van haar stiefvader veroorzaakt de meeste ellende. Simone wordt het slachtoffer van verwaarlozing, agressie en zelfs seksueel misbruik. “Als kind weet je niet beter, maar ik heb nooit aandacht of liefde gekregen. Mijn moeder gaf niet thuis op al die moeilijke momenten en dus trok ik me steeds verder terug.”
Stil muisje
Gelukkig vindt Simone in die jaren een veilige haven bij haar hartsvriendin thuis. Voor het eerst ervaart ze wat er in haar eigen huis volledig ontbreekt. “Ik ontdekte wat geborgenheid en onvoorwaardelijke liefde betekenen. Ook leerde ik er simpele basisdingen: mezelf verzorgen, schone kleding dragen, gezonde voeding eten. Door de verwaarlozing thuis had ik daar totaal geen weet van.”
Bij thuiskomst stapt ze altijd met lood in de schoenen over de drempel van haar ouderlijk huis. “Ik stelde thuis nooit een vraag en veranderde uit zelfbescherming in een stil muisje. Ik sloot me op in mijn slaapkamer en stortte me volledig op school. Dat gaf me tenminste iets wat op veiligheid leek – een uitlaatklep voor alle stress.”
School gaf me iets wat op veiligheid leek – een uitlaatklep voor alle stress.
Uithuisplaatsing
Langzaam dringt het besef door: haar moeder kán haar niet beschermen. “Ik denk dat angst een grote rol speelde in haar zwijgen. Als je er niet over praat, bestaat het niet. Dat zal haar manier zijn geweest om te overleven.” Alleen is voor Simone rond haar vijftiende de rek er volledig uit. “Ik kon het niet meer aan en ben op mijn witte sokken naar mijn broer gevlucht, die een paar straten verderop woonde. Mijn moeder en stiefvader lieten niets van zich horen.” Niet lang daarna volgt een uithuisplaatsing en komt Simone in een pleeggezin terecht. “Het contrast met thuis kon bijna niet groter, want dit gezin ving mij zo liefdevol op – echt een warm bad. Ik kreeg langzaam weer wat vertrouwen in mensen. Echt een geschenk uit de hemel.”
Leger des Heils
Na twee jaar stroomt Simone door naar kamertraining bij wat nu Stichting Timon heet. “Ik leerde daar zelfstandig koken en een huishouden runnen – vaardigheden die ik thuis nooit had meegekregen. Stap voor stap leerde ik op eigen benen staan.”
Het contact met haar moeder verwatert steeds meer en in diezelfde periode komt ze bewuster in aanraking met het christelijk geloof. Dat kent ze van haar opa en oma, die haar als kind meenemen naar samenkomsten van het Leger des Heils. “Het muziekkorps, de liedjes, het uniform van mijn opa – ik vond het geweldig, al begreep ik de boodschap niet.” Diezelfde warmte ervaart ze later op de christelijke pinksterconferentie Opwekking in Biddinghuizen. “De muziek raakte me, maar vooral de oproep om je hart aan Jezus te geven. Zo eenvoudig als ik het nu vertel, zo simpel ging dat. Ik werd geraakt door Jezus’ boodschap en wilde bij Hem horen.”
Tekst gaat hieronder verder.
Theatermaakster Carla Veldhuis kwam tot geloof door een theaterstuk
Kinderdiensten
Terug in haar woonplaats klopt Simone aan bij een plaatselijke kerk. “Ik zei meteen tegen de dominee dat ik het tienerwerk wilde oppakken, maar hij vond dat ik wel erg hard van stapel liep. Hij stelde voor om te beginnen bij de kinderdienst en dat bleek achteraf een gouden zet.”
Tussen de jongere kinderen leert Simone stap voor stap het evangelie beter begrijpen. “De taal in de kinderdiensten sprak me aan en ik vond de liedjes geweldig. Vooral de verhalen uit de kinderbijbel hielpen mijn geloof langzaam groeien.”
Huwelijk
Op haar 23e ontmoet Simone haar man, Aart. Zijn familie sluit haar meteen in het hart. Bij haar schoonouders durft ze voor het eerst openlijk te praten over haar jeugd. Rond haar huwelijk moedigen ze haar aan om ook haar moeder uit te nodigen. “Ik vond dat ontzettend ingewikkeld, want ze had al jaren niets van zich laten horen. Ook worstelde ik nog altijd met de onveiligheid uit mijn jeugd en met de rol die mijn moeder daarin had gespeeld. Of beter: níét had gespeeld.”
Toch stuurt ze de uitnodiging voor de bruiloft, waar haar moeder ook verschijnt. Een periode lijkt er voorzichtig wat contact op gang te komen en doet vooral Simone enorm haar best. “Ik wilde als christen laten zien dat ik mijn moeder eerde, hoe moeilijk ook, alleen kreeg ik bijna niets van haar terug. Aan de oude situatie van vroeger was niets veranderd. Ze behandelde me nog altijd niet als haar dochter.”
Ik wilde als christen laten zien dat ik mijn moeder eerde, maar ik kreeg bijna niets van haar terug.
Diepe angst
In die jaren blijft Simone worstelen met zichzelf. Na de bruiloft groeit de wens om kinderen te krijgen, maar juist daar zit haar diepste angst. “Wat ik van mijn moeder heb gemist, wilde ik mijn eigen kinderen wél geven. Tegelijk was dat ook mijn grootste angst: dat ik hetzelfde zou doorgeven. Die angst zat heel diep, want lange tijd zei ik tegen mezelf dat ik nooit mocht trouwen en al helemaal geen moeder mocht worden.”
Toch lukt het haar om haar verleden niet alles te laten bepalen. Samen met Aart krijgt ze drie dochters en een zoon, al laat de oude pijn zich niet zomaar uitwissen. Zo durft Simone buiten haar kleine veilige kring met niemand over haar verleden te praten. “Ik had echt het idee dat er dan instanties op de stoep zouden staan om mijn kinderen bij me weg te halen.”
De spanning wordt extra voelbaar wanneer haar kinderen de leeftijd bereiken waarop zij zelf werd misbruikt. “Mijn man zag dat ik aan het overbeschermen was. Hij vond terecht dat ik daar hulp voor moest zoeken, want het voelde voor hem niet gezond meer. Ik liep voortdurend als een overbezorgde moeder achter hen aan.”
Tekst gaat hieronder verder.
Cindy werkt voor een christelijke werkgever, maar: ‘De cultuur is streng, zakelijk en afstandelijk’
Oude patronen
Intussen probeert Simone een vertrouwelijke band met haar moeder op te bouwen, vooral nadat haar kinderen geboren zijn. Ze hoopt dat haar moeder een zorgzame oma wordt. “Helaas bleven alle oude patronen gewoon bestaan. Als ze een keer op bezoek kwam, voelde ze als een vreemde gast in huis. Natuurlijk gunde ik mijn kinderen een lieve oma, maar ik merkte al snel dat er totaal geen klik was.”
Een gesprek over het verleden is er nooit gekomen, ook al probeerde Simone dat wel. “Ik heb zo’n tien jaar geleden mijn laatste handreiking gedaan en toen benoemde ik ook het misbruik. Ik zei: ‘Ik ben je kind. Waar wás je al die jaren?’ Helaas kon mijn moeder de confrontatie niet goed verwerken en keek ze alleen maar zwijgend uit het raam. Ze zei geen woord, net als vroeger. Toen brak er iets in mij, want als je dit enorme pijnpunt niet wilt of kunt bespreken, dan moet ik voor mezelf kiezen.”
Zwarte schaap
Om zichzelf te beschermen en nieuwe teleurstellingen te voorkomen, verbreekt Simone ongeveer tien jaar geleden het contact definitief. Een pijnlijke beslissing, mét gevolgen. “Sindsdien krijg ik geen uitnodigingen meer voor belangrijke familiegebeurtenissen. Ik hoor er echt niet meer bij en word behandeld als het zwarte schaap.” Haar broers houden nog wel contact met hun moeder, maar Simone wordt buitengesloten. “Het gaat niet alleen om het feit dat ik ben weggelopen en uit huis geplaatst. Wat zeker meespeelt, is dat ik – tegen de zin van mijn ouders in – ben gaan studeren, wat ongebruikelijk was in onze familie. Mijn persoonlijke ontwikkeling heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het vergroten van de afstand; we zitten gewoon niet meer op dezelfde golflengte.”
We zitten gewoon niet meer op dezelfde golflengte.
Jaloers
Het liefst gaat Simone vandaag nog bij haar moeder langs en probeert ze het opnieuw. “Ik wil ook, net als mijn vriendinnen, leuke dingen doen met mijn moeder. Soms ben ik jaloers op hen als ik hoor dat ze bijvoorbeeld samen op vakantie gaan. Ik gun het hun natuurlijk, maar het blijft lastig.”
Ondanks haar wens goed contact te hebben met haar moeder, ziet Simone daar geen verandering meer in komen nu haar moeder halverwege de zeventig is. “Daarin ben ik heel realistisch – tenzij er nog een wonder gebeurt, hè. Maar ik bespaar mezelf de teleurstelling en heb nul verwachtingen meer. Een relatie bouwen moet van twee kanten komen. Als mijn moeder niet voor mij kan zorgen, zorg ik wel voor mezelf.”
Stemmetje
Heel soms belt Simone haar moeder, bijvoorbeeld bij een overlijden in de familie, maar die gesprekken zijn nooit warm en eindigen vaak in teleurstelling. “Vaak heb ik achteraf spijt dat ik heb gebeld, omdat ze mij nooit een vraag stelt en alleen maar over zichzelf praat.”
Ze heeft daarom vrede met hoe het nu is, hoewel ze soms met schuldgevoelens worstelt. “Dan klinkt er een stemmetje dat zegt dat ik geen goede dochter ben, dat ik als christen meer mijn best moet doen om het gebod ‘eer uw vader en uw moeder’ te volgen. Want wat als ze morgen overlijdt?”
Wat als ze morgen overlijdt?
Kleur
Eind dit jaar trouwt haar oudste dochter. Op zulke momenten laait de pijn weer op en blijft de leegte voelbaar, want daar zal ‘oma’ niet bij zijn. “Heel verdrietig.” Toch vindt Simone kracht in wat haar leven kleur geeft: haar gezin, haar geloof en muziek maken. Ook begeleidt ze ouders binnen de ggz die vastlopen in de relatie met hun kind. “Mijn belangrijkste boodschap is dat iedereen bestaansrecht heeft. Je mag er zijn en doet ertoe. Dat is het fundament waarop je je leven bouwt. Die boodschap geef ik door aan anderen én aan mezelf.”
Tekst: Maarten Nota