
PremiumColumnist Miloe: ‘Kinderen moeten zelf leren om in het touw te springen. Ik kan alleen maar het goede voorbeeld geven’
Column
9 december 2025 · 00:00| Leestijd:4 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Miloe van Beek is auteur en schrijfcoach. Ze is gefascineerd door familiesystemen en hoort graag wat er niet wordt gezegd. Miloe is getrouwd met Marcel en moeder van een tienerzoon en -dochter. Sinds kort woont ze in Californië.
‘Er zitten zo veel gedachten in mijn hoofd dat ik twijfel wat ik moet doen. De bal afspelen, zelf scoren. En dan wacht ik te lang. Die andere gasten zijn allemaal zo snel.’ Na de voetbaltraining rijdt mijn oudste naar huis. Dat mag in Amerika na twee uur rijles, mits er een volwassene naast zit. Terwijl hij te laat remt voor het rode stoplicht, vraag ik me af wat ik gekker vind. Dat ik passagier ben van mijn kind, of dat hij als 17-jarige eindelijk weer eens zielenroerselen met mij deelt. ‘Ik wil minder twijfelen en meer doen’, gaat hij verder. ‘Ik stel zo veel uit.’
Allebei hebben we de diagnose ADHD, maar we zijn geen impulsieve doeners. De drukte zit in ons hoofd, al zijn we in vertrouwd gezelschap snelle praters die gepassioneerd ons punt willen maken – een van de dingen waar we regelmatig samen op clashen. Alle scenario’s in ons hoofd maken ons ook afwachtend, wat ervoor zorgt dat we soms worden vergeten of gepasseerd.
Meestal droop ik stilletjes af. Niemand die me miste.
Zo gingen zijn vrienden afgelopen zomer zonder hem op vakantie naar Albufeira. Wat er precies misging in de communicatie bleef onduidelijk. Was het een misverstand over ons vertrek naar Amerika? Hadden zijn vrienden plannen gemaakt zonder hem? Het deed me denken aan al die Koninginnedagen en oud en nieuws waar ik als twintiger niet voor was uitgenodigd. Niet omdat ik niet gewenst was, maar omdat vrienden al door een ander groepje waren gevraagd.
Tijdens het speelkwartier op de basisschool kon ik al eindeloos wachten op het goede moment om in het touw te springen. Als ik ergens tijdens ‘In spin, de bocht gaat in, uit spuit de bocht gaat uit’ eindelijk achteroverleunde om me af te zetten, werd ik omver gebeukt door een ander kind dat zonder enige schroom sprong. Meestal droop ik stilletjes af. Niemand die me miste.
Op de middelbare school zocht ik tussen het meidengeweld naarstig naar die ene vriendin die het niet uitmaakte dat ik geen queen bee was. Maar altijd sloot ze ook vriendschap met een ander meisje, en was daar het buitensluit-gevoel. Ik begreep het wel. Wie houdt er nou van denkers, van zachte stemmen, van vragen moeten stellen om te weten wat er in iemand omgaat? Al jong bedacht ik dat de wereld meer bedoeld was voor snelle, initiatiefrijke kletsers wier hoofd geen eindeloze lijst bezwaren afvuurde.
Tekst gaat hieronder verder.
Miloe: ‘Opvoedadviezen vertellen niet wat te doen wanneer je kind je op je knieën dwingt’
Ik besloot schrijver te worden, ideaal voor denkers, maar hoopte wel dat mijn kinderen daadkrachtiger zouden zijn. Niets is minder waar. Beiden voelen zich vaak alleen, vaak ouder dan leeftijdsgenoten. Mijn zoons frustraties daarover raasden soms als een orkaan door het huis. Mijn dochter trekt zich zwijgend terug met haar telefoon. ‘Gevoelige jongens keren naar buiten, gevoelige meisjes naar binnen’, zei iemand ooit. Ik prikte, duwde, porde, ze zouden niet dezelfde fouten maken als ik. Maar je kinderen willen behoeden voor je eigen fouten is gedoemd te mislukken. Ze moeten zelf leren om in het touw te springen. En ik kan alleen maar elke dag opnieuw het goede voorbeeld geven.






