Tussen de broccoli in de supermarkt heeft Miloe een ongemakkelijke ontmoeting met de moeder van een voormalige beste vriendin van haar dochter. “We hadden het natuurlijk over de meiden. Ik zei niet hoe mijn dochter zich voelde.”
Een of twee bakken tomaatjes? Nog een pak pasta? Zelf pesto maken of een potje mee grissen? Terwijl ik besluiteloos heen en weer zwalk tussen basilicum en penne zie ik haar. Waar ik normaal nog weleens wegduik als ik een bekende spot in de supermarkt, rolt er nu een enthousiast ‘heeee’ uit mijn mond. De broccoli valt uit haar handen als we midden in het gangpad een onhandige poging doen tot een omhelzing. In hoog tempo wisselen we de highlights uit van het afgelopen half jaar en dan stelt ze de vraag waarvan ik wist dat-ie zou komen. “En hoe is het met je dochter?”
Op zich goed hoor, ze kan haar draai nog niet helemaal vinden, maar ja, logisch in de brugklas hè.
“Op zich goed hoor, ze kan haar draai nog niet helemaal vinden, maar ja, logisch in de brugklas hè, en alleen naar een nieuwe school ver weg is ook lastig, net als 25 meiden in één klas”, ratel ik zonder adem te halen.
Eromheen en eroverheen. De codes van de vluchtige ontmoeting, ik begin ze op mijn bijna vijftigste levensjaar eindelijk door te krijgen. Te vaak maakte ik mee dat mensen me wazig aankeken of zich uit de voeten maakten als ik antwoordde met de rauwe waarheid. Zeker in een tl-verlichte zaterdagmiddagsupermarkt is smalltalk een beter idee.
“En hoe is het bij jou?” vraag ik snel en zet een stap richting het schap gesneden groente om irritaties bij de overige supermarktbezoekers te voorkomen.
Ze deelt de opstartproblemen van haar dochter, vertelt dat de groepjes populaire meiden zich gaan onderscheiden, dat dat soms lastig voor haar is.
Sociale codes
Ik knik begrijpend en denk terug aan die heerlijk overzichtelijke tijd die kleuterschool heet. Ze waren al snel beste vriendinnen, haar en mijn dochter. Jarenlang zagen ze elkaar meerdere keren per week, ze gingen van opblaasbad naar ponykamp, en van poppen naar mascara. Haar dochter een extraverte spring-in-’t-veld, die van mij een binnenvetter, maar samen hadden ze de grootste lol. Wij moeders dronken af en toe koffie, gingen over op wijntjes en BBQ’s met onze partners erbij. Onze gesprekken verdiepten zich, en toen we na lang twijfelen onze dochter van school wisselden, volgde ze. Tijdens corona deelden we het homeschoolen en toen was daar groep acht. Haar dochter bewoog zich richting een andere groep meiden, de mijne worstelde tussen vasthouden en loslaten. Ze snapte de nieuwe sociale codes niet, waar het vanzelfsprekende afspreken was gebleven, sloot zich meer en meer op en af, greep meer en meer naar haar telefoon.
Binnenkort een borrel?
Ze kozen voor verschillende middelbare scholen, en net voor de zomervakantie gingen wij moeders samen nog wat eten. We hadden het natuurlijk over de meiden. Ik zei niet hoe mijn dochter zich voelde. Hoe ik dacht over wat er was gebeurd. Wat had het voor zin? Moeders staan pal voor, naast en achter hun dochter.
“Zullen we binnenkort een keer een borrel doen?”
Ik schrik op uit mijn gepeins en staar naar de inmiddels opgeraapte broccoli.
“Ja leuk!” zeg ik enthousiast, terwijl ik weet dat het er niet van zal komen.
Miloe van Beek is journalist, schrijfcoach en heeft vier boeken op haar naam staan. Ze is gefascineerd door familiesystemen en ontrafelt het liefst bestaande patronen. Daar schrijft ze dan ook over in haar columns voor Eva. Miloe is getrouwd met Marcel en samen hebben ze een tienerzoon en -dochter, twee honden en een kat.