
Wat we leren van Gods rondzwervende volk
Essay Alain Verheij
vandaag · 14:03| Leestijd:7 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. Geen verplichtingen, stopt automatisch.
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement? .
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Wie het verhaal van Mozes leest, ontdekt dat Gods navigatie zelden de kortste route kiest. Het Beloofde Land lonkt als een oase in de woestijn: een samenleving zonder slavernij, zonder angst. Toch strandt Mozes’ generatie midden in het zand. Wat kunnen we leren van de woestijnreis van de Israëlieten?
Het is zo’n prachtige term, het Beloofde Land. Je voelt er gelijk wat bij: de godsman Mozes die een heel volk bevrijdde uit de slavernij. Dwars door de woestijn heen naar een nieuw soort bestaan. Een samenleving zonder dwang, zonder armoede, zonder angst. Het voelt goed om te zien dat er een God is die een plan had met een heel volk. Een plan voor een mooiere toekomst dan zij ooit durfden te dromen.
En toch zitten er ook rafelranden aan dit beroemde verhaal van de eerste vijf Bijbelboeken – het overgrote deel van de bevrijde slaven zou het Beloofde Land nooit bereiken.
De reis naar het Beloofde Land is een tocht die elke gelovige maakt. Daarom is het goed om te leren van het verhaal van Mozes en zijn volk. In de taal van Jezus heet het Beloofde Land het koninkrijk van God, maar eigenlijk rijmen die dingen op elkaar. Het zijn beloften waarnaartoe je voortdurend onderweg bent, maar af en toe mag je er al een glimp van opvangen. Je avontuur speelt zich af in de loop van verschillende fasen.
Van gevangenschap naar vrijheid
De eerste fase is een bevrijding. Toen Mozes zijn volksgenoten voor het eerst aansprak in Egypte, leefden ze daar in een overzichtelijk, klein, benauwd wereldje. Ze waren niet vrij en niet gelukkig. Dankzij God kwamen ze daaruit los. Hun onderdrukkers werden gestraft en zijzelf mochten Egypte eindelijk verlaten. Op diezelfde manier kan God mensen nog steeds bevrijden uit alle ellende waarin zij vastzitten. God is de God van de underdogs, de wanhopigen en kwetsbaren. Juist voor hen liggen de grootste beloften klaar.
De tweede fase in het verhaal van Mozes was dat het volk ook innerlijk moest worden bevrijd. Zij waren dan wel weg uit Egypte, maar was Egypte ook weg uit hen? Helaas niet. Bij het eerste stukje tegenspoed begonnen ze alweer terug te verlangen naar de duidelijkheid van hun slavernij. Natuurlijk, het was er vreselijk, maar je wist tenminste wat je wanneer te eten kreeg. Je hoefde geen verantwoordelijkheid te nemen voor je leven, omdat iemand anders de baas over jou speelde. Het had iets vertrouwds. Een funeste gedachtegang natuurlijk, maar het komt vaker voor bij mensen die van gevangenschap naar de vrijheid reizen.
Nog steeds hebben we daarmee te maken. Het evangelie van Jezus staat voor ultieme vrijheid. Daarmee kunnen we maar moeilijk omgaan. Wat als je zelf moet leren onderscheiden wat goed en wat niet goed is? Dat is enger dan leven volgens de regeltjes die je van je ouders, op school en in de kerk hebt geleerd. Vrijheid is iets actiefs: ineens moet je beslissingen nemen die vroeger altijd voor jou werden genomen. Dat vraagt iets van je volwassen ziel. Velen van ons blijven liever wat jeugdiger en afhankelijk.
Nieuwe moraal
De derde fase voor Mozes’ volk was dat ze leerden leven als mensen die passen in het Beloofde Land. Je kon niet volgens de Egyptische manier met elkaar omgaan in je nieuwe land – dan zou je Egypte gaan kopiëren en dat zou rampzalig uitpakken. Er moest dus een nieuwe moraal komen. Een liefdevolle levenswijze. Met dat doel gaf Mozes zijn volk de Tien Geboden en de honderden toepassingen daarvan in de joodse wet. Allemaal richtlijnen en voorbeelden die moesten illustreren hoe dat nou werkt, een leven als Gods volk in Gods koninkrijk. Dat werkt heel anders dan alles wat we gewend zijn, dus er is veel oefen- en schakeltijd nodig. Daarom trok Mozes’ volk veertig jaar door de woestijn, terwijl de reis ook in elf dagen had gekund. Je wordt niet zomaar even een volleerde volgeling van God.
Zo’n langdurig proces is nogal wennen voor de moderne consument. Ik ben eraan gehecht geraakt dat ik alles wat ik maar wil eten, binnen een uur bezorgd kan krijgen. Elk soort informatie die ik opzoek, heb ik binnen een paar seconden binnen handbereik. Stel je dan eens een reis voor die wel veertig jaar duurt. Veertig jaar afkicken van je oude leven, je met vallen en opstaan oefenen in een nieuw soort bestaan, stapje voor stapje je ziel laten vormen en kneden zodat je compatibel bent met het koninkrijk van God. Dat willen we helemaal niet. We willen hier en nu direct klaar zijn voor het echte werk. Veertig minuten wachten is al nauwelijks vol te houden, laat staan veertig jaar!
De finish niet halen
Maar het venijn zit ‘m in de staart. Want niet alleen duurde het wachten op het Beloofde Land immens lang. Het is nog veel erger: noch Mozes, noch de meerderheid van zijn bevrijde mensen zou dat land ooit bewonen. Die generatie stierf uit voordat ze de oversteek hadden voltooid. Ze zouden voor altijd tussenmensen blijven: gestrand in de woestijn tussen de hel en de hemel in. Wat moeten we met dat besef? Het stuitte hun al tegen de borst, maar ons als hedendaagse mens is het al helemaal wezensvreemd. Wie reist er nou decennialang richting een doel dat hijzelf nooit bereiken zal?
Toch zit daarin misschien juist een les voor de individualistische cultuur waarin wij leven. Het heeft iets bijzonder charmants dat Mozes en zijn leeftijdgenoten dwars door de zee van onmogelijkheden heen liepen, van de slavernij richting de woestijn, alleen maar opdat de vólgende generatie een beter leven zou hebben. Niet zijzelf zouden de vruchten plukken, maar hun kinderen en kleinkinderen zou de kwelling van de Egyptische onderdrukking worden bespaard dankzij hun tocht door de woestijn. Die wetenschap bood hun troost en dat is een inspiratie voor vandaag de dag.
Alles wat wij doen, heeft impact op de volgende generaties. Als wij ons best doen om de opwarming van de aarde te beperken, hebben mensen over veertig jaar een fijner leven. Of wij daar nou bij zijn of niet, dat zou de moeite waard moeten zijn. En andersom werkt het net zo. Als wij niet meer naar de kerk gaan omdat wij de kerkdienst niet leuk genoeg vinden, wordt die kerk in no time gesloten. Dat heeft als gevolg dat de generatie na ons al niet eens meer de keuze heeft om wél naar die kerk te gaan – de tent is dicht.
De oogst volgt later
De Bijbelse mensen wisten zich verbonden met de generaties voor én na hen. De reis die zij maakten, zou hun nakomelingen voorsorteren. Trek jij je leven lang in de richting van het koninkrijk van God, dan breng je de mensen die na jou komen dichter bij die nieuwe wereld. Dat geldt niet alleen voor jouw kinderen en kleinkinderen, maar voor iedereen die de gevolgen ondervindt van jouw levensstijl. En dat zijn voor ons allemaal meer mensen dan we denken: iedereen is met iedereen verbonden.
Dit is de ultieme les van de reisverhalen van Mozes en zijn volk: we mogen onze focus op individueel en snel resultaat laten varen. We mogen wegreizen van kwalijke systemen en stapje voor stapje oefenen om als kinderen van God te leven. Misschien zullen we de vruchten daar zelf niet van plukken, maar uiteindelijk zal er in onze naam een rijke oogst worden binnengehaald.