'Narcisme maakt je klein, maar ik heb mezelf hervonden'
Marion Lutke over haar tijd bij de EO, haar boek en haar coachingspraktijk
7 februari 2025 · 14:36| Leestijd:8 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Twintig jaar lang werkte Marion Lutke voor de EO. Ze presenteerde verschillende programma’s, waaronder 'Onverwacht Bezoek', en reisde daarvoor de halve wereld over. Toen ze er genoeg van had, zette ze haar eigen coachingspraktijk op en schreef ze verschillende boeken. Nu staat Marion op de drempel van haar pensioen. “Ik vind het best een beetje spannend, maar ik heb er ook enorm veel zin in.”
Hoe is het nu met?
Hoe gaat het met je?
“Buitengewoon goed! Ik ben happy met mijn leven, met wat ik doe en met wat er komen gaat. Op dit moment ben ik mijn coachingspraktijk aan het afronden, omdat ik met pensioen ga. Dat neemt me nu behoorlijk in beslag. Mijn leven lang heb ik veel gewerkt, ik dacht ook altijd dat ik eeuwig door zou werken. Maar nu ik bijna de pensioengerechtigde leeftijd bereik, merk ik dat ik het fijn vind om meer tijd te hebben voor andere dingen. Mijn moeder is 91, mijn dochter gaat emigreren – ik wil graag nog tijd met hen doorbrengen. En ik heb zin in wat meer vrijheid.”
‘Stilzitten past niet bij me’
“De neiging om mijn agenda al helemaal in te vullen is groot, maar die probeer ik te onderdrukken, want dat wil ik juist niet. Ik laat het maar op me afkomen. Stilzitten past in ieder geval niet bij me, dus dat ga ik niet doen. Ik wil graag wat meer reizen, vrijwilligerswerk doen en als het gaat kriebelen schrijf ik misschien nog wel een boek. Ik zie het wel!”
Hoe kijk je terug op je twintig jaar bij de EO?
“Het was een prachtige tijd. We hebben veel mogen pionieren. Ik had geen enkele ervaring met tv. Bij de allereerste opnames van Vrouw-zijn was ik zo zenuwachtig, dat ik spontaan een black-out kreeg. Ik had wel ervaring om te spreken voor groepen en trainingen gevolgd, maar dit was toch wel even andere koek. Ik denk dat als ik die eerste aflevering nu terugkijk, het schaamrood me op de kaken staat. Wat me het meest is bijgebleven uit mijn EO-tijd, is dat ik altijd met ontzettend leuke mensen heb samengewerkt. Bijvoorbeeld met Menno Helmus, met wie ik Man/Vrouw presenteerde. Ik gaf hem tijdens de opnames gerust een schop onder tafel als hij iets verkeerds zei, haha! Ook aan de gasten heb ik erg leuke herinneringen. Ik vond programma’s als Onverwacht Bezoek – waarin mensen die elkaar al lang niet hadden gezien herenigd werden – en Grenzeloos Verlangen, over adoptie, heel mooi om te maken. Bij deze programma’s werden mensen met elkaar in verbinding gebracht, met alle emoties die daarbij komen kijken. Dat vind ik uiteindelijk het allermooiste om te doen: mensen met zichzelf en met elkaar in verbinding brengen. In mijn coachingspraktijk heb ik dat ook al die jaren gedaan.”
Waarom hield je ermee op?
“De laatste jaren was ik zoekende naar wat ik wilde. Ik was inmiddels dik in de vijftig en al dat reizen vond ik best vermoeiend. Ik merkte dat ik er genoeg van had. Bovendien kwamen er bezuinigingen en samen met de EO trok ik de conclusie dat het goed was zo. Ik besloot te stoppen. Wat ik zou gaan doen? Ik had geen idee.”
Eenzaamheid rondom narcisme kan heel groot zijn
“Aan het eind van mijn tijd bij de EO werd er nog een ontmoeting georganiseerd met iemand die mij kende van tv. De vrouw met wie ik ging lunchen, werkte bij een opleidingsinstituut voor coaching en vroeg me of ik interesse had om daar les te gaan geven. Zo is het balletje gaan rollen. Voor mijn EO-tijd had ik al de nodige coachingservaring opgedaan. Ik ging lesgeven, liet mezelf ondertussen ook bijscholen en zette mijn praktijk op. Toen ik stopte met lesgeven, begon ik met boeken schrijven over thema’s die mij zelf erg bezighielden: hooggevoeligheid, trauma, narcisme. Toen ik hier zelf mee te maken had, vond ik geen boeken die me konden helpen. Er waren wel boeken, maar die waren soms zo zweverig, dat het heel erg tegen new age aan schuurde. Ik had graag iets gehad wat dichter bij mezelf lag, vanuit christelijk perspectief. Daarom ben ik ze zelf maar gaan schrijven.”
Jij was getrouwd met iemand met narcisme. Welk effect heeft dat op jou gehad?
“Ik heb hier een enorm trauma door opgelopen. Het maakte me heel onzeker en eenzaam. Eenzaamheid rondom narcisme kan heel groot zijn. Zeker omdat de narcist zich naar de buitenwereld heel anders voordoet, waardoor er weinig begrip is vanuit de omgeving. Het ging in mijn huwelijk van kwaad tot erger. Mijn partner werd ook gewelddadig. Op een gegeven moment kwam ik op het punt dat ik dacht: nu moet ik weg, anders overleef ik het niet.”
Klein gemaakt
“In eerste instantie stortte ik me op mijn werk. Ik heb heel lang hard gewerkt om maar niet te hoeven voelen. Maar het bood niet de oplossing. Onderhuids speelde er van alles waardoor ik mijn leven niet op de rit kreeg. Ik moest dit aangaan. En dat moest ik zelf doen. De verantwoordelijkheid van mijn proces lag bij mij. Het moeilijke aan een trauma als gevolg van narcisme is dat iemand je zo klein heeft gemaakt, dat je identiteit zo geknakt en verbrijzeld kan zijn dat hulp zoeken heel spannend is. Ik had anderen nodig, maar vond het lastig om mensen te vertrouwen. Mijn vertrouwen in anderen was helemaal kapotgemaakt. Toch zette ik de stap en nam ik zeggenschap over de situatie. Gelukkig heb ik, met hulp, mezelf weer kunnen hervinden en heb ik echt herstel ervaren. Er is alleen wel een ‘Marion voor’ en een ‘Marion na’. Ik ben niet meer dezelfde.
Ik wil mensen helpen op zoek te gaan naar wie ze werkelijk zijn
Het moeilijkste vind ik dat ik een stukje onbevangenheid ben kwijtgeraakt. Tegelijkertijd heeft het me uiteindelijk veel opgeleverd en heeft het me dichter bij mezelf en bij God gebracht. Af en toe kan er nog een trigger zijn waardoor ik het gevoel heb weer onderuit te gaan, bijvoorbeeld als iemand mijn grenzen overgaat. Dat maakt dat ik me machteloos voel, een gevoel dat ik heel sterk had als gevolg van het kleineren door mijn ex. Maar ik heb geleerd om dit te herkennen en mezelf tot de orde te roepen. Dan houd ik mezelf voor dat ik niet meer in die situatie zit van toen en dat ik er wel degelijk iets aan kan doen. Ik draai het als het ware om. Dat gun ik andere mensen ook.”
Wie zaten er in de afgelopen jaren bij jou op de bank?
“Allerlei mensen. Veel mensen die te maken hadden met de gevolgen van narcisme, maar ook met andere problematiek. Wat je overkomen is, daar kun je heel vaak niets aan doen. Je kunt niet de ander veranderen, maar wel jezelf. Ik wil mensen graag helpen op zoek te gaan naar wie ze werkelijk zijn, naar hoe God hen bedoeld heeft. Soms is het een moeizame weg. Er kan zo veel pijn en schaamte zijn! Hoe ouder je bent, hoe moeilijker het is om eruit te komen. Maar het is niet onmogelijk. Ik had een keer een vrouw in mijn praktijk van dik in de tachtig. Ze ontdekte dat ze weer van zichzelf kon houden, legde contact met andere mensen en ging weer muziek maken. Ze had haar levensvreugde weer gevonden! Dat is het allerbelangrijkste, dat het vuurtje in jezelf weer aangewakkerd wordt. God doet dat bij iedereen weer op een andere manier.”
Je praat hier heel bevlogen over, ga je dit werk niet vreselijk missen?
“Het zou heel goed kunnen dat ik wel even moet afkicken, ja. Ik hoop dat ik iets kan vinden waarin ik dit alsnog kwijt kan. Het zit in me, dus het komt er vanzelf wel uit. In vrijwilligerswerk, spreekbeurten, in contact met andere mensen.”
Jouw vijfde boek ‘Dichtbij zijn!’ is net verschenen. Waar gaat het over?
“Dit boek is weer een voortvloeisel van het vorige. Zo gaat het eigenlijk altijd. Dichtbij zijn! gaat over het belang van intimiteit met God, jezelf en de ander. Het was het lastigste boek om te schrijven, ook omdat mijn vader overleed toen ik hieraan werkte. Dat had veel impact op me. Maar uiteindelijk is het er gekomen. Als ik een boek schrijf, kost dat me allereerst een hoop denkwerk. Het moet rijpen. De eerste hoofdstukken zijn altijd een drama, maar hoe verder ik kom, hoe makkelijker het gaat. Als het boek klaar is, vind ik dat zalig, want dan heb ik ineens weer tijd voor andere dingen. Ik denk dan ook altijd: ik doe dit nooit meer. Maar wie weet begint het ooit weer te kriebelen.”
Tekst: Francien Valk