
‘Het was gewoon geen optie, want ik ben een zwarte vrouw’
Cynthia Haaswijk wordt tot haar eigen verbazing dominee
gisteren · 12:00| Leestijd:12 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. Geen verplichtingen, stopt automatisch.
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement? .
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Ze straalt als ze het over haar roeping heeft. Want Cynthia Haaswijk geniet van theologie, kerk en geloof. En ze praat er graag en hartelijk over. Maar de weg ernaartoe was lang en ingewikkeld. “Het klagen van Jona en Mozes over hun roeping was niets vergeleken met mijn gezeur.”
Aan haar tongval hoor je het direct: Cynthia Haaswijk (52) is geboren en getogen Rotterdammer. Ze is dominee in opleiding, maar wie bij dat woord aan een grijze man in een pak of toga denkt, moet dat beeld bij Cynthia wat bijstellen. Een kleurrijk geklede zwarte vrouw. Haar grote bril heeft een doorzichtig montuur en haar nagels zijn stuk voor stuk kunstwerkjes. Vragen beantwoordt ze direct en vaak met een aanstekelijke lach.
Geen beschuldiging
Binnenkort is ze te zien in de EO-serie Met de dominee. Ze moet er een beetje om grijnzen. Vooral vanwege dat woord ‘dominee’. Want Cynthia had nooit verwacht op de kansel te staan. “Sowieso: wie wordt er nou dominee? Het stond nooit op mijn radar. Maar ja, ik kwam erachter dat ik geroepen was. Dan kom je er op een gegeven moment niet meer onderuit.”
Waarom het predikantschap niet op haar radar stond? “Dat heeft alles te maken met het gebrek aan representatie. Het was gewoon geen optie, want ik ben een zwarte vrouw. Die zie je nu eenmaal niet vaak op de preekstoel. Trouwens, waar zag ik als jonge vrouw wél mensen die op mij leken in een publieke functie? Je had journalist en nieuwslezer Noraly Beyer, dat was het wel. Laat het duidelijk zijn: dit is geen beschuldiging. Het is een simpel feit. Maar wel eentje die mijn leven stempelde.”
Vooral dansen en zingen
Later in het interview benadrukt ze hoe belangrijk ze dit onderwerp vindt. Want ze weet hoe het is om als jonge, zwarte vrouw je weg te zoeken in het leven en niemand te zien die op je lijkt. Niemand die een voorbeeld kan zijn, die je laat zien: dit kun jij ook! “Laat ik het heel plat zeggen: als je kijkt naar de media, denk je al snel dat je als zwarte vrouw vooral kunt dansen, zingen en misschien beauty-influencer kunt zijn. En daar is allemaal niets mis mee. Maar hoeveel potentieel laten we lopen als we niet laten zien dat je – ik zeg maar iets raars – ook dominee kunt worden!”
Zelf ontdekte ze pas recent dat ze zeker niet de enige vrouwelijke dominee van kleur is. Op aanraden van een andere theoloog, die ze ontmoette tijdens een studentenreis, ging ze op zoek naar vrouwelijke leiders. Wat bleek? Sinds oktober vorig jaar heeft de Evangelische Broedergemeente een vrouwelijke bisschop van Surinaamse afkomst. “Dat vind ik prachtig!”
Zo is ze ook betrokken geraakt bij een netwerk dat ‘Women in ministry’ heet. Een groep vrouwen die leidinggevende in de kerk of ‘vrouw van’ zijn. “Daar heb ik zo veel aan! Gewoon ervaringen uitwisselen, elkaar bemoedigen. Ik waardeer dat enorm en zou dit zelfs willen uitbreiden met retraites en conferenties. Daar zit dus wat in de pijplijn!”
Historische redenen
In het kerkgenootschap waar ze zelf actief is – de Evangelische Broedergemeente, ook wel bekend als de Hernhutters – was er “gelukkig” geen discussie of vrouwen een leidinggevende rol mochten hebben. Al kent ze uit haar jeugd dus weinig vrouwelijke dominees. “Dat heeft een historische reden”, legt ze uit. “In Suriname is de Evangelische Broedergemeente een grote kerkgemeenschap. Toen in 1975 een grote groep Surinamers naar Nederland kwam, groeide het kerkgenootschap in Nederland dus enorm. Zaten ze eerst alleen in Zeist en Haarlem, nu ontstonden verspreid over het hele land gemeenten. Daar waren dominees voor nodig. Die had je niet in Nederland, dus kwamen ze over uit Duitsland: meestal wat oudere, witte mannen.”
Even is ze stil. Dan, nadenkend: “Grappig genoeg was juist de dominee die aan mij vroeg of het predikantschap niet iets voor mij was, een Surinaamse man.”
‘Ik was het pispaaltje’
De opmerking van deze dominee was het begin van een grote omslag. Cynthia was na een moeilijke periode weer actief geworden in haar gemeente in Rotterdam, vooral in het jeugdwerk. Namens de jongerengroep mocht ze op een zondag voorgaan in de dienst. Na afloop zei haar toenmalige predikant tegen haar: “Ik denk echt dat het spreken in de kerk iets voor jou is. Ga erover nadenken en ga in gebed, en wat de Here zegt, doe dat. Ik zal je steunen.” Cynthia: “Vanaf toen wist ik: dit moet ik doen. Dat bedoel ik met roeping. En misschien wist ik het onbewust al veel langer.”
Met dat laatste doelt ze op de rol die het geloof in haar jeugd speelde. “Ik had niet de meest rooskleurige jeugd – al heeft mijn moeder het ontzettend goed gedaan. Wij zijn nog steeds enorm close. Ze is inmiddels 80, maar een krachtige vrouw! Mijn vader overleed toen hij nog maar 33 was. Ik was toen 5, dus ik heb geen echte herinneringen aan hem. En hoewel ik nooit iets tekortkwam, stempelde dit verlies wel mijn leven. Ik was op school om twee redenen bijzonder: ik had geen vader, en mijn zusje en ik waren de enige twee zwarte kinderen in een witte wereld.
Dat kwam mede omdat mijn ouders een huis hadden gekocht in een nieuwbouwwijk. Voor mensen met een Surinaamse afkomst was dat toen niet vanzelfsprekend. Ik ben heel trots dat ze die stap durfden zetten, maar het zorgde er wel voor dat ik het enige gekleurde kindje in de klas was. Tot en met de zesde klas (groep acht, red.) ben ik echt gepest. Ik was het pispaaltje, en een pestprotocol bestond nog niet. De kerk was in die tijd een veilige plek, een mooie wereld. En die verhalen! Ik ben altijd gek geweest op de gelijkenissen van Jezus.”
Reddende engel
Het opgroeien zonder vader had meer impact op Cynthia dan ze dacht. Zo ontdekte ze – pas veel later – dat het bijvoorbeeld invloed had op de manier waarop mannen naar haar keken. “Als er geen vader is om over zijn dochter te waken, gaan mannen sneller over je grenzen heen. Helaas wist ik dat als jonge vrouw niet. Ik belandde in een huwelijk dat echt niet goed was. Gevaarlijk zelfs. Op een absoluut dieptepunt kwam ik met een jonge dochter alleen te staan. Ik moest vluchten uit Curaçao, waar ik toen als expat met mijn man woonde. Onder marechaussee-begeleiding ging ik het vliegtuig in, met niets anders dan een koffer met kleding. Ik kwam terug in Nederland en had geen dak boven mijn hoofd, geen baan, niets. Mijn moeder was, samen met mijn zus, de reddende engel. Zij hebben me opgevangen. Zonder die twee vrouwen had ik het niet gered.”
Onder marechaussee-begeleiding ging ik het vliegtuig in
In de schuldsanering
Goed ging het niet met haar, in die tijd. Ze belandde in de schulden, en vervolgens in de schuldsanering. “Ik heb jarenlang onder bewind gestaan. Die moeilijke periode zorgde voor een diepe depressie. Ik had suïcidale gedachten en het kostte me jaren van intensieve therapie om erbovenop te komen. Toen er weer wat ruimte kwam, ben ik opnieuw mijn geloofsleven ingedoken. De Heer is nooit weggeweest, maar ik had in mijn donkere jaren wel afstand van Hem genomen. Ik dacht: de Here zal vast van me houden, maar Hij heeft het nu even druk met andere mensen. Achteraf zag ik dat Hij zich wel degelijk druk om me maakte. Maar zo voelde dat toen.”
‘Ik heb vast koorts’
Cynthia praat open over deze moeilijke periodes in haar leven. Sterker nog, ze maakt al jaren een podcastserie over geloven in moeilijke omstandigheden. Want, legt ze uit, God vertelde haar dat ze haar verhaal moest delen. Lachend: “Dat ging letterlijk zo: ik hoorde in gedachten een stem die zei dat ik mijn ervaringen moest doorvertellen. Ik dacht: ik heb vast koorts, doe niet zo gek, dat ga ik echt niet doen. Ik probeerde het op alle mogelijke manieren weg te duwen. Echt waar, het klagen van Jona en Mozes over hun roeping was niets vergeleken met mijn gezeur. Ik wilde helemaal niets delen. Ik schaamde me voor mijn schulden, en ik loop niet graag te koop met het feit dat ik al jaren single ben. Hoe zouden mensen wel niet naar me kijken als ik dit vertelde? Kon ik dan nog wel een voorbeeldfiguur zijn?
Ik loop niet graag te koop met het feit dat ik al jaren single ben
Op die vragen gaf God geen antwoord. Hij zei alleen: ‘Kom op, we gaan gewoon’. Toen ik tegenwierp dat ik helemaal geen geld had voor een dure laptop, kreeg ik van iemand ineens een super-de-luxe laptop. Toen ik uitriep: ‘Here, ik weet toch niets van techniek?’ bleek een vriend een cursus beeld- en geluidsbewerking te hebben gedaan. Op een gegeven moment had ik geen smoesjes meer over. Toen móést ik wel.”
Knikkende knieën
Onder de titel Challenge in Faith behandelt Cynthia in haar podcast allerlei onderwerpen. De eerste aflevering gaat over depressie en het hebben van suïcidale gedachten. “Nou, zie je het voor je: een dominee die vertelt dat ze daarmee geworsteld heeft? Ik heb dat nog nooit van een voorganger gehoord. Met knikkende knieën heb ik het opgenomen, je wilt niet weten hoelang ik met mijn vinger boven de enterknop heb gehangen, bang om de opname te publiceren. Maar toen ik de knop eenmaal ingedrukt had, voelde ik me bevrijd. Want ook de moeilijke onderwerpen, de pijnlijke kanten, mogen er zijn.”
Dus staan er nu dik dertig afleveringen online, over onderwerpen als geldproblemen, schoonheidsidealen, depressie en vrouw-zijn. “Onderwerpen die heel gewoon zijn, maar waar het volgens mij te weinig over gaat. Want geloven gaat juist over zulke praktische zaken. Als mensen daarover horen zonder dat ze veroordeeld worden of aan de kant gezet, helpt dat. Want zo vaak hoor ik dat mensen eerst hun leven op orde willen hebben, en dan pas God gaan zoeken. Nee, lieverd, het is andersom. Zoek Jezus, en al het andere vloeit daaruit voort.”
Geen seconde
Cynthia heeft een duidelijke missie: “We hebben elkaar nodig als christenen.” Over de vraag waarover ze zou preken als ze heel Nederland zou mogen toespreken, hoeft ze dan ook geen seconde na te denken. “1 Korintiërs 12 en Galaten 3. Over dat we één lichaam zijn met z’n allen, en dat er geen onderscheid meer is tussen man en vrouw, Jood of Griek. Dat geldt net zo goed voor de kerk van vandaag als voor die van tweeduizend jaar geleden.”
En zo zijn we terug bij het onderwerp waar het gesprek mee begon: veelkleurigheid in de kerk. “In mijn stadje, Rotterdam, is de kerk zó enorm divers! Ik denk dat weinig mensen beseffen hoe níét wit christelijk Nederland is. Een groot en groeiend deel van de kerk bestaat uit migranten. Het lijkt me fantastisch als dat mengt. Want dan daalt vanzelf het besef in dat het christendom geen westerse godsdienst is. Natuurlijk niet, zeggen christenen dan. Maar diep vanbinnen denken veel christenen dat wel. Men noemt Nederland een joods-christelijke samenleving. Alsof Jezus een westerse Man was! En Israël een Europees land!”
Buitenstaanders
Het is zeker niet haar bedoeling met een beschuldigende vinger te wijzen, zegt ze. Want die scheiding gebeurt nu eenmaal. “Dat is gewoon een kwestie van niet mengen. Segregatie. Antropologisch gezien is dat helemaal niet gek. Mensen hebben nu eenmaal een natuurlijke voorkeur voor wat ze herkennen. Je voelt je niet snel thuis op een plek waar niemand op je lijkt. Maar als we dat weten, kunnen we er iets aan doen. Want het begint bij bewustzijn. En hopelijk stoppen we dan met denken over anderen als buitenstaanders. Want als je naar de Here luistert, ontkom je volgens mij niet aan de conclusie dat zo’n vorm van segregatie niet christelijk is. Dan zouden we best wat harder mogen werken om ervoor te zorgen dat een gemeente voor iedereen een veilige thuishaven is om het geloof te belijden en te vieren.”
Ik denk dat weinig mensen beseffen hoe níét wit christelijk Nederland is
‘Zo schattig’
Daarom, benadrukt ze, is het ook zo belangrijk dat er meer diversiteit is, óók op het podium. “Al meerdere keren zeiden mensen tegen mij dat ze zich ontzettend bemoedigd voelden om een zwarte vrouw voorin de kerk te zien staan, die er kleurrijk uitziet en enthousiast spreekt.” Glimlachend: “Het is één keer voorgekomen dat mensen zich afvroegen of de dominee er al was. Tot iemand zei: ‘Maar dat ís de dominee.’ Maar hé, als ik eenmaal op het podium of op de kansel sta en het woord deel, gaat het om de inhoud. Niet meer om de verpakking.”
Weer lacht ze haar aanstekelijke schaterlach: “Ik heb een buurvrouw van een jaar of 90. Zij keek pas naar mijn nagels en vroeg: ‘Mag jij zo op de kansel?’ Zo schattig! En het mooiste is: ja, dat mag gewoon!”
Wie is Cynthia Haaswijk?
Nieuwe docuserie: ‘Met de dominee’
Vanaf zondag 14 september, 17.15 uur, NPO 2