Essay: Bij Jezus in de buurt telt elke seconde
'Iedereen die Hem ontmoet, voelt dat het erom spant'
15 mei 2025 · 09:29| Leestijd:7 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
De Bijbel is een dik en oud boek, geschreven in de loop van eeuwen. Daarvoor was alle tijd, zou je zeggen. Toch verbaast het je hoeveel haast er ook voorkomt in de Bijbel. Wist je bijvoorbeeld dat Jezus’ boodschap begon met: “het moment is nú”?
Ho kairos. Zo klonken volgens het oudste evangelie (Marcus) de eerste twee woorden van Jezus’ eerste openbare toespraak. We vertalen het als ‘de tijd’, want Jezus kwam vertellen dat de tijd was aangebroken en het koninkrijk van God nabij was. Daarmee begon zijn prediking: “het moment is nú”.
In de taal van de evangeliën, het Grieks, had je twee belangrijke woorden voor ‘tijd’. Het eerste is chronos. Dat betekent de tijd die gewoon verstrijkt zoals de klok maar doortikt. Chronologie is een tijdbalk met een overzichtelijke volgorde. Chronische stress is een doorgaande staat van zijn. Daar staat het woord kairos tegenover, Jezus’ eerste zelfstandige naamwoord. Kairos betekent: het juiste moment, misschien zelfs: nu of nooit. Tegen het einde van de apartheid publiceerden theologen uit Zuid-Afrika bijvoorbeeld het Kairos Document. De onderliggende gedachte van dat document was: “En nú moet het maar eens klaar zijn!”
Voortdurende hoogspanning
In de boodschap en levensstijl van Jezus zat vaak een urgentie die op haast leek. Hij kon niet op alle plekken tegelijk zijn, Hij kon niet alle mensen tegelijkertijd aanraken. Intussen zag Hij wel dat zo ontzettend veel mensen er verloren bij liepen en snakten naar een reddende hand. De drie jaren waarin Jezus rondtrok, genas en onderwees, leken wel een chronisch kairos-moment te zijn. Het was voortdurende hoogspanning, het was een jarenlang ‘nú, nú, nú’. Het is een wonder dat zijn discipelen dat ongeveer konden bijbenen. In een normaal mensenleven beleef je namelijk maar zelden zo’n moment dat de tijd lijkt stil te staan.
Spoedeisende hulp
In een bekende scène komen beide soorten tijd interessant bij elkaar in Jezus’ werk. Jezus meert net aan met zijn boot of er komt een man op Hem af: Jaïrus, de leider van een lokale synagoge. Hij smeekt Jezus om hulp voor zijn 12-jarige dochter, die op sterven ligt. Dat het om een kairos-moment gaat voor hem, om een absoluut nu of nooit, is direct duidelijk. Volgens een van de evangeliën is het meisje zelfs al overleden – zo ernstig is de situatie. Jezus gaat mee richting het huis waar Jaïrus’ dochter ligt.
In de tussentijd loopt er een vrouw in de menigte die al twaalf jaar aan bloedverlies lijdt. Ze heeft alle artsen al geprobeerd, tegen hoge prijzen. Niets of niemand kon haar helpen. Waarschijnlijk kwam er ook nog sociale schaamte en misschien zelfs religieuze onreinheid kijken bij haar ziekte. Het is naar, maar wel typisch een geval van chronos: een chronische ziekte waarbij een dag meer of minder na al die jaren maar weinig verschil maakt. De vrouw wurmt zich door de mensen heen om richting Jezus te komen. Ze raakt de zoom van Jezus’ bovenkleed stilletjes aan in het vertrouwen dat dat genoeg is om te worden genezen. En zo gebeurt het.
Voor een Godswonder is het nooit te laat
Vertraging tijdens de haast
Op dat moment staat Jezus stil en draait zich om. Hij wil weten wie Hem heeft aangeraakt. Daarop worden zijn leerlingen een beetje boos. Er staan namelijk tientallen mensen om Jezus heen: iederéén heeft Hem aangeraakt. Bovendien zijn er wel belangrijkere dingen om je op te richten terwijl er een meisje van 12 op sterven ligt. “Heer, loop toch door!” Maar nu neemt Jezus ineens alle tijd. Hij kijkt de genezen vrouw aan en zegt: “Wees gerust, dochter, je geloof heeft je gered.” In een moment van eeuwigheid is de vrouw ineens weer een dochter – een kind van God, gestreeld door zijn helende hand.
Een prachtige gebeurtenis voor deze vrouw, maar nog voordat Jezus is uitgesproken, komen er bedienden naar Jaïrus toe met deze keiharde zin: “Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig?” Het is te laat. Jezus heeft zich laten afleiden en nu is er een kind gestorven. Waarom neemt de man die altijd haast lijkt te hebben uitgerekend in deze dringende situatie alle tijd? En dat voor een vrouw die helemaal niet om aandacht vroeg, maar alleen de achterkant van zijn jas wilde aanraken? Misschien om te laten zien dat het voor een Godswonder nooit te laat is – want natuurlijk geneest Hij ook de dochter van Jaïrus.
Pak je kans
De zussen Marta en Maria zijn een ander koppel dat onderwerp is van Jezus’ lessen over kairos en chronos. Op een dag is Hij in hun huis aan het onderwijzen. Maria grijpt haar kans en gaat aan Jezus’ voeten zitten. Marta wordt daar geïrriteerd door. Ze hebben heel veel gasten en iemand moet voor hen zorgen. Daarom spreekt ze Jezus aan: “Zeg tegen mijn zus dat ze mij moet helpen!” Maar Hij kijkt haar aan en zegt: “Maria heeft het juiste deel gekozen.”
Wat bedoelt Jezus daarmee? Waarschijnlijk dat huishoudelijke en andersoortige klusjes een chronische aanwezigheid zijn in ons leven. De vaat moet ik elke dag doen, belastingaangifte om de zoveel maanden. Die dingen horen erbij en zullen altijd bij je zijn. Maar hoe vaak krijg je de kans om aan Jezus’ voeten te zitten? Dat is een echte kairos voor Maria. Op dat moment weet ze nog niet half hoe belangrijk Jezus is en hoe kort Hij in hun midden zal verblijven. Daarom is het exact de goede keuze die ze maakt. Niets ten nadele van de gastvrijheid waarvoor haar zus Marta zich inspant – maar soms moet je alles uit handen laten vallen omdat er een moment vol van Gods genade is aangebroken.
Nooit te laat
Niet veel later wordt de broer van deze beide zussen ziek: Lazarus. En hij overlijdt. Jezus is op dat moment niet ver bij hen vandaan, maar komt pas richting hun dorp als Lazarus vier dagen in zijn graf ligt. Maria blijft thuis – misschien denkt ze dat Jezus nu toch niets meer kan doen – maar Marta gaat alsnog voor haar persoonlijke kairos-inhaalmoment. Ze rent direct naar Jezus toe en zegt eerst: “Was U hier maar eerder geweest!”, maar herstelt zich dan en zegt: “Maar zelfs nu nog weet ik dat God alles zal doen wat U vraagt.” En inderdaad: Marta’s broer wordt uit de dood teruggeroepen door Jezus.
Groot vertrouwen
Wat heeft Marta gaandeweg geleerd over tijd met Jezus? Een heel dubbele boodschap. Overal waar Jezus komt, is het nu of nooit. Hét moment is aangebroken, overal waar je Hem ziet. Maar bij die grote urgentie komt nog een extra waarheid kijken: overal waar Jezus komt, is het nog niet te laat. Niet voor het dochtertje van Jaïrus dat net is gestorven, niet voor Lazarus die al vier dagen dood is, niet voor de bloedvloeiende vrouw die al twaalf jaar ziek is. Ook niet voor Marta zelf, die haar eerste kans miste om Jezus goed te leren kennen, maar bij de eerstvolgende gelegenheid laat zien hoe groot haar vertrouwen in Hem is.
Dat is de missie van Jezus. Iedereen die Hem ontmoet, voelt dat het erom spant, dat het ergens om gaat. En dat is geen dreigende, maar een genadige boodschap. “God heeft een eeuwigheid vol liefde voor je. Dus pak zijn hand. Nú, nú, nú!”