‘Er is altijd genoeg liefde en vergeving’
Hoe is het nu met Rebecca Bijker?
24 maart 2025 · 13:55| Leestijd:8 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Start nu je gratis proefperiodeHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Haar grote idolen waren moeder Teresa en Steven Spielberg. Het is dan ook niet zo gek dat hulpverlening én media een grote rol spelen in het leven van Rebecca Bijker. Ze presenteerde voor de EO de programma’s Mir@kel, Blinq en Nederland Helpt. Daarnaast is ze oprichter van het kindertehuis Home of Hope in Sri Lanka, dat in 25 jaar tijd al meer dan vijfhonderd kinderen heeft geholpen.
Hoe is het nu met?
Hoe gaat het met je?
“Heel erg goed, ik zit letterlijk en figuurlijk op een goede plek in mijn leven. Sinds een paar maanden woon ik met mijn man en zoons in Barcelona. Het gezinsleven bestaat uit seizoenen: eerst is het volle bak aanstaan voor de kinderen, met luiers en een speeltuin om de hoek. Maar met dat de jongste naar de middelbare school ging, kwamen we in een heel andere fase terecht. We dachten: als we dit nog met de jongens willen doen, dan is dit het moment. We hadden alleen net ons huis in Amsterdam gerenoveerd, haha!
Mijn man is fantastisch en ondernemend, we zijn al heel wat avonturen aangegaan in ons leven. We hebben het uitvoerig met elkaar besproken en een bord vol post-its gemaakt. We zagen het alle vier zitten. Mijn oudste zoon zei tegen zijn broertje over het missen van vrienden: ‘De hele wereld zit vol met leuke mensen.’ En eerlijk: Barcelona is niet echt heel ver weg, hè. Als er vrienden of familie over de vloer komen, dan hebben we vaak een heel mooie tijd, zo’n bezoek is heel intentioneel. Je komt niet even een bakkie doen en dan ga je weer weg.”
Jouw ouders Dirk-Jan en Tonneke Bijker waren ook bekende EO’ers, hoe was het om als ‘dochter van’ ook voor de EO te werken?
“Ik had daar niet zoveel last van. Natuurlijk heeft het voor- en nadelen, maar ik ben nu eenmaal ook honderd procent ‘de dochter van’, daarom ben ik ook wie ik ben. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik me op een bepaalde manier moest gedragen, of zo. Ik ben heel trots op wat mijn ouders hebben gedaan en dat ik hun passie, die missiegedrevenheid, ook in me heb.
Mijn tijd bij de EO was fantastisch! Het voelde niet echt als werk, het was meer een way of life. Bij mijn eerste programma Mir@kel, dat ik samen met Herman Boon presenteerde, zaten we met kids aan tafel en gingen we met ze in gesprek. Het was in de tijd rond 11 september 2001. Daar hebben we het toen ook over gehad. Maar we spraken bijvoorbeeld ook over hoe het is om een hazenlip te hebben. Dan zetten we er een volwassene bij die dat ook had. Het werd een mooie uitzending waar we veel reacties op kregen. Met Mir@kel konden we echt impact hebben en kinderen verder helpen. Dat was heel tof om te doen. Ik vind tv maken heel leuk, maar er moet wel een boodschap in zitten. Net zoals bij het programma Nederland Helpt, dat lag ook dicht bij wie ik ben. Het was voor mij de ultieme combinatie van reizen, verbinding leggen met mensen, verhalen vertellen en hulp bieden.”
Jouw vader overleed in 2001 vrij plotseling aan hartfalen. Mis je hem nog erg?
“In de periode nadat hij overleden was, kon ik gelijk volschieten als iemand erover begon. Door de jaren heen krijgt dat wel een plekje. Ik vind het heel mooi dat ik hetzelfde DNA, bepaalde overtuigingen, van hem heb meegekregen. Ik ben dankbaar voor de inspiratie die hij me gaf. Ik heb wel heimwee, maar het is vooral een mooi gevoel als ik aan hem terugdenk.”
Hoe is jouw kindertehuis Home of Hope in Sri Lanka ontstaan?
“Toen ik in Amerika studeerde, had ik een kamergenootje van wie de ouders een kindertehuis in Sri Lanka runden. Ik ging daar in die tijd elke zomer naartoe en deed daar vrijwilligerswerk. Op een dag kreeg ik een telefoontje dat er vijf kindsoldaten voor de deur van dat tehuis stonden. Omdat die kinderen tot een andere bevolkingsgroep behoorden – dat ligt heel gevoelig in Sri Lanka – konden zij hen niet opvangen. Er moest een nieuw tehuis komen en ze vroegen mij of ik dat kon oppakken. Zelf had ik de middelen niet, maar ik belde mijn vader om te vragen of mijn ouders dit wilden steunen. Een week later zijn we begonnen met wat nu Home of Hope is. Er stond al een echtpaar stand-by om het tehuis te runnen: Alfy en Sharmini Perera. Zij maakten de locatie op orde en vingen de kinderen op. In de afgelopen 25 jaar heeft het zich steeds verder ontwikkeld. Alfy en Sharmini hebben met het aansturen van Home of Hope echt hun roeping gevonden, ze zitten er nog steeds. Inmiddels is het een soort mini-dorp met een school, kassen, een timmerwerkplaats, een auditorium en meer. Er wonen gemiddeld honderd kinderen in Home of Hope.”
Voor welke kinderen is Home of Hope bedoeld?
“We begonnen vrij specifiek met kindsoldaten, maar later werd dat breder. We vangen kinderen op die in volwassengevangenissen opgesloten zaten bij gebrek aan een andere plek, slachtoffers van huiselijk geweld of seksueel misbruik, kinderen die uit de prostitutie komen, enzovoorts. Als je puur naar de verhalen kijkt, dan zie je een en al duisternis en is er weinig hoop te vinden. Wij willen met Home of Hope juist weer licht in het leven van deze kinderen brengen en ze helpen een leven op te bouwen.
En dat lukt heel goed. We staan inmiddels bekend als het beste kindertehuis van Sri Lanka. Rechters, instanties en zelfs andere hulpverleningsorganisaties weten ons ook te vinden. Met alle lof voor Alfy en Sharmini trouwens, hoor. Ik ben wel nauw betrokken, maar zij hebben de dagelijkse leiding. Ik opereer voornamelijk op de achtergrond. Inmiddels werken er dertig locals uit Sri Lanka in vaste dienst voor Home of Hope, dat is fantastisch.”
Zijn er plannen om uit te breiden?
“Ja, we willen uitbreiden door bestaande kindertehuizen te helpen en zo een sneeuwbaleffect creëren om mensen te inspireren, te trainen en kennis te delen. Wij hebben inmiddels best wel wat kennis in huis over hoe we kinderen kunnen helpen die met grote trauma’s rondlopen. De volgende stap is dat we naar Cambodja gaan om samen te werken met andere organisaties en zo meer kinderen te kunnen helpen die fysiek of mentaal niet mee kunnen komen in het schoolsysteem.”
Ik heb baby’s tussen de ratten door zien kruipen
Jij bent op jouw reizen veel ellende tegengekomen. Hoe rijm je dat met jouw geloof in een goede God?
“Natuurlijk heb ik daar wel mijn vragen over gehad. Ik heb baby’s tussen de ratten door zien kruipen. Op mijn 17e was ik op Smokey Mountain, een vuilnisbelt in Manilla op de Filipijnen. Ik raakte bevriend met een jonge vrouw. Zij leerde mij een belangrijke les. Ze vertelde me dat God, juist in deze ellende op de vuilnisbelt, haar steun en toeverlaat was. Hij wast onze voeten. We mogen intiem met Hem zijn en kwetsbaar, ongeacht onze omstandigheden. Natuurlijk mag je je vragen aan God hebben, maar stel ze wel vanuit het juiste perspectief. Het was zo’n openbaring om dat van mijn Filipijnse vriendin te horen!
Toen ik veel later zwanger was, merkte ik dat ik soms meer moeite had met zo veel ellende en dat minder goed aankon. Ik vroeg aan Sharmini hoe zij dat deed, zij zat er dag in dag uit met haar neus bovenop. Ze vertelde mij: ‘Altijd als ik een verhaal hoor, denk ik: dit kind is op de goede plek. Er is altijd genoeg liefde en vergeving.’ Dat vind ik heel inspirerend. Ik wil niet focussen op wat voor een zooi het is in de wereld, maar op dat er genoeg liefde, hoop en vrijheid is om te kunnen doorgeven. Dat zijn de enige dingen waar we echt mee uit de voeten kunnen. Laten we ons daar dan ook op richten. Hoe dichter ik bij de Schepper kom, hoe meer ik met Hem in verbinding sta, hoe meer ik de hoop zie. Om je niet af te laten leiden, is het heel belangrijk om jezelf scherp te houden en verbonden te blijven met God. Het is soms echt een wilsbesluit hoor, om zo te kijken. Ik wil leven vanuit de overvloed die God heeft en niet vanuit de nood en het tekort.”
Wat hoop jij je kinderen mee te geven?
“Blijf heel dicht bij jezelf en heel dicht bij je Schepper. Het bewustzijn van je afhankelijkheid houdt je nederig, de connectie met je Schepper maakt je groots. Cijfers en resultaten zijn niet het belangrijkste, maar geef wat je hebt. Leef vanuit je hart, vanuit wat je in je hebt en niet vanuit wat er op je afkomt. Dat geeft vrijheid. Het leven is soms een strijd. Sommige dingen lukken, andere dingen lukken niet. Bovenal ben ik vooral heel dankbaar met waar ik nu sta en wat ik kan doen. Ik ervaar het als een heel rijk, doorleefd leven. En voor de toekomst denk ik: ‘Uw koninkrijk kome.’ Ik ben heel benieuwd hoe dat eruit gaat zien.”