
PremiumRachel: ‘Mozes wordt oud. In hondenjaren: het moment dat je elke ochtend je scootmobiel moet opladen’
Column
30 september 2025 · 20:00| Leestijd:4 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Elke zomer brengt columnist Rachel haar hond Mozes naar twee vrouwen op een eiland in Friesland. Dit jaar viel haar iets op wat ze liever nog niet had willen zien.
Onze hond Mozes wordt echt oud. Dertien jaar. Dat is in hondenjaren het moment dat je elke ochtend je scootmobiel moet opladen. Het was laatst extra confronterend, want onze oppassen hadden het dit jaar voor het eerst ook door.
Elke zomer wanneer wij op vakantie gaan, breng ik Mozes naar twee vrouwen in Friesland. Dat klinkt eenvoudig, maar om er te komen moet ik twee uur rijden, een weiland oversteken en mezelf met een vlot naar het eiland trekken. Als je geluk hebt, word je op het vlot vergezeld door een aardige kat – een van de veertien die het eiland bewonen. Maar soms, zoals bij mij de vorige keer het geval was, heb je pech. Dan staat aan de andere kant Wappie, de gans, je op te wachten, geflankeerd door de vier vrouwen die hij in de loop der jaren in zijn harem heeft verzameld. Wappie schuwt geen geweld, laat ik het zo zeggen, en als je je eindelijk als een ninja door zijn aanval hebt gemanoeuvreerd, blijft de vraag welk nieuw dier het eiland nu weer heeft bevolkt.
Tekst gaat hieronder verder.
Rachel: ‘Dit verhaal kan ik dus niet vertellen, dit absurd goede verhaal’
Ik heb er heel wat zien komen en gaan de afgelopen jaren. Er waren nestjes verweesde kittens, een wiebelend lam, overspannen kippen en de vorige keer zelfs een verstoten babyhert dat vrij over het eiland galoppeerde en na elke voeding binnen, op de bank, in slaap viel.
Te midden van al dat toeval staat een tiny house. (Daarvoor sliepen de dames Esther en Yvonne een poosje in hun zelfgetimmerde kattenren.) Een ruimte net groot genoeg voor een bank, tv en stapelbed, maar op de een of andere manier is er altijd genoeg plek voor een hulpbehoevend dier. Zo past Mozes ’s nachts bij Esther in het onderste stapelbed. Dat hij verhaart maakt Esther helemaal niks uit, want die is wel gekkere dingen gewend. Regelmatig een verweesd muizennest bijvoorbeeld. Dan gaat elke drie uur de wekker, zodat ze ze allemaal de fles kan geven. De laatste keer gingen ze allemaal dood, helaas, maar soms overleeft er één. Zoals Jip de rat, die inmiddels groot is en ergens op het eiland ronddwaalt. Hij komt alleen nog tevoorschijn om zijn bak voer op te eten.
Een paar dagen later overleed kip Sophietje zelf, ‘van verdriet’…
Och ja, en dan nog dat witte kipje. Sophietje. De vorige keer, toen ik het vlot over was en Wappie van mijn enkels had geschud, zag ik haar zitten aan de waterkant. Onder een struikje zat ze onbeweeglijk voor zich uit te turen. “Ze is in de rouw”, zei Esther toen ik vroeg wat er scheelde. Ze had die dag haar man Siebe en haar zusje Suus aan ouderdom verloren. Een paar dagen later overleed ze zelf, ‘van verdriet’…
Hoe kwam ik hier nou op? O ja, Mozes. Nou, hij wilde dit jaar dus voor het eerst niet buiten een grote wandeling maken met de geiten en de ganzen, bleef liever liggen. “Helemaal niks voor Mozes”, zei Yvonne. Ik knikte.
Maar goed, zeg, dat hoeft natuurlijk niks te betekenen, hè. Ik zou er tenslotte ook niet aan moeten denken met Wappie op een vlot te moeten. Mozes kan nog jaren mee.







