Als de relatie met je moeder moeizaam is: ‘Ik schaamde me dat ze zo depressief was’
Het eerlijke verhaal
22 augustus 2024 · 11:57| Leestijd:14 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Urenlang met je moeder kletsen, samen winkelen of vakantie vieren. Het lijkt soms zo vanzelfsprekend, goed kunnen opschieten met je moeder. Maar het kan ook anders. Bijvoorbeeld als je moeder jong is overleden, verslaafd, ziek of depressief is. Misschien is jullie band dan niet zo hecht en zorg jij voor haar in plaats van andersom. Journalist Jikke Zijlstra weet hoe dat voelt en praat erover met andere dochters.
Let op: Dit artikel gaat over zelfdoding. Heb je hulp of informatie nodig? Ga naar 113.nl of bel gratis 0800-0113.
Eerste kerstdag, 2002. Mijn broer en ik proosten met onze partners en oom en tante op ons samenzijn. Het is een gezellige avond, maar wel eentje met een scherp randje, want onze ouders ontbreken. Na onze studies ging zowel mijn broer als ik op wereldreis. Het was inmiddels drie jaar na papa’s dood, met mama ging het goed. Ik vertrok een half jaar na mijn broer, in een tijd dat mobieltjes nog niet bestonden en mailen alleen kon in internetwinkels.
Ongemerkt depressief
Tijdens en misschien wel door onze afwezigheid, werd mama ongemerkt depressief. Toen ik een jaar later terugkwam, hield ze het contact zo veel mogelijk af. Ik mocht niet bij haar thuiskomen, in plaats daarvan zagen we elkaar kort, in een restaurant. Op mijn verjaardag kwam ze niet op bezoek en Kerst vierden we dus zonder haar. En niet alleen ons hield ze op afstand, ook vrienden, buren en andere familie.
Jikke Zijlstra
Niet alleen ons hield ze op afstand, ook vrienden, buren en andere familie.
Het was een verwarrende en verdrietige periode voor mijn broer en mij. We misten onze moeder en waren bezorgd over haar geestelijke gezondheid. De rollen waren omgedraaid: zij zorgde niet voor ons, maar wij voor haar, al liet ze dat amper toe.
Een narcistische moeder
Ook Jasmina (38)* begrijpt hoe het is als de relatie met je moeder verstoord is. Vier jaar geleden verbrak zij het contact met haar narcistische moeder – een besluit waar bijna twee decennia van worstelen, verdriet en therapie aan voorafgingen.
Over dit proces schreef Jasmina twee boeken. ‘Mijn moeder wilde controle en macht. Over mij, mijn leven en mijn keuzes’, schrijft ze daarin. “Waarschijnlijk zag ze in mij wat ze zelf nooit had gekund of gedaan. Ze reageerde dat af op mij, met verwijten, afgunstige opmerkingen en nare, onderhuidse reacties. Zoals: ‘Je zit weer aardig vol van jezelf, hè?’ Of: ‘Je bent zo’n onzeker meisje.’ En: ‘Ondankbaar kreng.’”
Ook kreeg Jasmina vaak de schuld van alle wrijving binnen het gezin. “Narcisten voelen zich superieur aan anderen. Ze zijn vaak competitief ingesteld en geven anderen de schuld van problemen. Op de buitenwereld komen ze vaak charmant en warm over, maar onder dat masker schuilt een manipulatieve man of vrouw zonder empathie of mededogen.”
Liefde verdienen
Iets ‘zomaar’ krijgen was er niet bij. Zelfs liefde moest je verdienen, zo leerde Jasmina. “Mijn moeder wilde er altijd iets voor terug. Ze vroeg nooit hoe ik me voelde, hoe het met mij ging. Ze respecteerde nooit mijn grenzen. En alles moest slagen in mijn leven, koste wat het kost. Als ik een succes boekte, had ik dat aan mijn moeder te danken. Maar zodra het iets minder met me ging, was dat zielig voor haar. Zo was ik een verlengstuk van haar en zij van mij; een ongezonde, symbiotische relatie.”
Jasmina
Zo was ik een verlengstuk van haar en zij van mij; een ongezonde, symbiotische relatie
Mede door deze opvoeding voelde Jasmina zich als puber erg ongelukkig. “Uit pure wanhoop heb ik toen in mijn armen gekrast. Ik dacht dat dat misschien zou helpen om de aandacht van mijn moeder te krijgen. Ik wilde warmte, praten, een knuffel, begrip en goedkeuring. Maar toen mijn moeder mijn beschadigde arm zag, reageerde ze met een stalen gezicht: ‘Wat heb jij nou gedaan? Trek maar lange mouwen aan. Gekkie.’ En dat was het. Ik ben naar school gefietst en klaar. Het geeft wel aan hoe wanhopig ik was. En eenzaam.”
Contact verbreken
Toen ze begin dertig was, nam bij Jasmina ‘de energie om te leven drastisch af’. Een dierbare overleed en ze kwam thuis te zitten van haar werk. Door intensieve traumatherapie krabbelde ze weer op. “Dat heeft mijn leven gered. Mijn eigen, spontane kern kwam weer naar boven. Daar was niets van overgebleven nadat ik jarenlang klein was gehouden.”
De therapie vormde een omslagpunt voor Jasmina. “Ik heb mijn moeder gemaild dat ik het contact met haar voor onbepaalde tijd wilde verbreken, omdat dat beter was voor mijn gezondheid.” Geen makkelijke keuze: “Breken met je moeder druist tegen alles in: je loyaliteit naar haar, naar wat geaccepteerd is in de maatschappij. Familie gaat toch boven alles? Om er dan toch tussenuit te stappen, is nogal wat.”
Jasmina
In plaats van opluchting, voel ik me nu banger, verdrietiger en eenzamer dan ooit.
Ze beschrijft hoe dat voelde: ‘Na zoveel jaar heb ik mezelf eindelijk verlost uit mijn moeders mentale onderdrukking en de psychische mishandeling. Maar in plaats van opluchting, voel ik me nu banger, verdrietiger en eenzamer dan ooit. Ik ben daadwerkelijk alleen. Geen gezin, geen ouders, geen vriend en geen werk.’
Toch even bellen
Haar moeder schreef een mail terug, waarin ze aangaf dat ze niet begreep waar haar dochters besluit vandaan kwam. “Dat was voor mij de bevestiging: hier is geen beginnen aan. Ik had ook geen energie meer om het haar nog verder uit te leggen.”
Haar moeder bleef contact zoeken via mails en om de zoveel maanden kwam er weer een kaartje. Jasmina heeft die nooit geopend, uit zelfbescherming. “Ik zou er heel verdrietig van worden. Het is wel je moeder. Het kost veel kracht om de kaartjes niet te openen.”
Jasmina
Maar ik weet dat als ik haar bel, ik mezelf daar pijn mee zou doen.
Jasmina kwam de afgelopen jaren soms in de verleiding om haar moeder toch te bellen. “Als je een week helemaal alleen bent, komt die kinderlijke eenzaamheid weer naar boven. Maar ik weet dat als ik haar bel, ik mezelf daar pijn mee zou doen.”
Anderhalf jaar geleden met Kerst deed ze het toch. “Ik wilde weten hoever ik was in mijn verwerkingsproces en hoe ik zou reageren. Zodra ik mijn moeder aan de telefoon had, merkte ik dat er niets was veranderd. De vragen die ze stelde, hoe ze zichzelf weer vooropstelde. Toen ik zei dat ik mijn donorvader had gevonden, reageerde ze daar nauwelijks op. Het was een goede check voor mezelf, dat ik nooit zou krijgen wat ik van haar verlang.”
Familiepatronen doorbreken
En dus gaat ze verder, zonder haar moeder. Of ze haar mist? “Nog iedere dag.” Dan verwoordt ze het anders: “Ik mis niet zozeer mijn moeder. Wel een soort moederliefde en een gevoel van warmte.”
En ja, het is verscheurend, op een bepaalde manier. “Maar het gaat erom dat je verantwoordelijkheid neemt voor je eigen leven. Dat heeft mijn moeder niet gedaan. Haar gedrag komt natuurlijk ergens vandaan. Het is doorgegeven vanuit haar gezin. Mijn moeder heeft dat familiepatroon nooit doorbroken. Ik wel. Ik wil niet dat dit mijn hele leven voortduurt.”
Gerrie Reijersen van Buuren
Contextueel therapeut en docent intergenerationele familiedynamiekDe schade die moeders in hun jeugd opliepen, geven ze vaak onbedoeld weer door aan hun kinderen.
Contextueel therapeut en docent intergenerationele familiedynamiek Gerrie Reijersen van Buuren herkent wat Jasmina beschrijft, over het doorgeven van problemen, generatie op generatie. Zelf noemt ze dat ‘schade’. “Moeders zijn ook kinderen geweest. Die hebben in hun jeugd misschien ook iets niet gekregen wat ze wel nodig hebben. De schade die zij in hun jeugd opliepen, geven ze vaak onbedoeld weer door aan hun kinderen, en die weer aan hun kinderen.”
Wat is er wél mogelijk?
Reijersen van Buuren organiseerde tot enkele jaren terug tientallen moeder-dochterdagen, voor honderden vrouwen. En ook in haar praktijk heeft ze er al tientallen geholpen. Ook dochters die geen contact meer met hun moeder hadden. “Dat komt vaker voor”, zegt ze. “Alleen kun je qua familiedynamiek die bloedband niet verbreken. Veel mensen die dat deden, dachten toch steeds aan hun moeder. Zij bleef in hun hoofd rondspoken.”
Reijersen van Buuren begrijpt dat een kind het contact met zijn vader of moeder verbreekt, als die persoon heel schadelijk is voor het kind. “Maar probeer liever te kijken naar wat nog wél mogelijk is. Kun je een kwartiertje langsgaan bij je moeder, of op een terrasje afspreken in plaats van thuis?”
Ook adviseert ze kinderen om zich te verdiepen in het leven van hun ouders. “Hoe was het leven van mijn moeder als kind? Welke schade liep zij op waardoor het haar niet is gelukt om er voor mij te zijn, zoals ik nodig had? Uiteindelijk moet je je verzoenen met wat er is. Soms is het fijn om te zeggen: ‘Ik hoef jou een tijdje even niet te zien.’ Maar als het kan, is het beter om samen een manier te vinden hoe je met elkaar wilt en kunt omgaan.”
Als je moeder depressief is
Verzoenen met wat er is. Daar is journalist en schrijfster Sanne van Rij (27) al haar hele leven mee bezig. Toen Sanne tien jaar was, kreeg haar moeder een psychose, die overging in een vijf jaar durende depressie. In 2012 pleegde haar moeder zelfmoord.
“Ik heb mijn moeder voor een groot deel depressief gekend. Überhaupt een gezonde moeder, daar heb ik niet veel herinneringen aan. Zij kon niet in haar eentje voor mijn broertje en mij zorgen”, vertelt Sanne. Haar moeder was vaak verdrietig. Erg irritant, vond Sanne destijds, want op die momenten had haar moeder geen aandacht voor haar dochter. “Ik was vaak best wel boos op haar, voelde me onbegrepen, schaamde me ook dat ze zo depressief was.”
Sanne
Ik schaamde me dat ze zo depressief was.
Toch had Sanne een warme band met haar moeder. “Mijn vader bracht stabiliteit. Hij regelde dingen, was een enorme reddingsboei. Mijn moeder zat meer op het emotionele. Ze kon goed luisteren, we voerden lange gesprekken aan de keukentafel. Zelfs toen ze zo ziek was, kon ze nog altijd heel empathisch zijn. We leken heel erg op elkaar.”
Shockeffect
De zelfmoord van haar moeder kwam erg onverwachts. “Het had een soort shockeffect op me, het was erg traumatiserend.” Sanne bleef achter met veel vragen. “Het was moeilijk om de oorzaak niet bij mezelf te zoeken. Om in te zien dat het niet had uitgemaakt wat ik had gedaan, want ze had er toch wel voor gekozen. Ik wist wel dat mijn moeder veel van ons hield. Ze had een afscheidsbrief van één A4’tje achtergelaten. Maar natuurlijk is dat altijd te kort.”
De eerste jaren na haar moeders dood kon Sanne niet echt rouwen. Ze ging wel met haar vader en broertje naar haar graf, maar dat voelde geforceerd. En eigenlijk voelde ze er niet veel bij. Pas nadat haar broertje een psychose had gekregen, kwam er ruimte voor verdriet. “Die psychose kwam onverwachts, net als de dood van mijn moeder. Ik vond het eng, voelde me machteloos. Er kwamen angstgevoelens boven waar ik controle over probeerde te krijgen.”
Een nieuwe fase
Met haar vader bekeek ze op zolder urenlang oude foto’s en films van haar moeder. “Toen pas had ik het gevoel dat ik er klaar voor was om het ‘rond’ te maken. Het voelde als een soort erkenning: ze is er niet meer, maar ze is wel altijd in mijn leven. Het was een soort fijne nieuwe fase, waarin ik ook meer over haar ging schrijven.”
Sanne
Ik kwam bij bepaalde gevoelens en herinneringen waarvan ik niet wist dat ze er nog waren.
Dat schrijven mondde uit in een boek: Ik weet zeker dat het liefde was, een ode aan haar moeder. “Ik kwam door het schrijven bij bepaalde gevoelens en herinneringen waarvan ik niet wist dat ze er nog waren. Bijvoorbeeld over de periode dat mijn moeder depressief was, dingen waar ik verdrietig of gefrustreerd over was geweest. Het was een nieuw stukje pijn dat ik aanboorde.”
Sanne ontdekte ook andere kanten van haar moeder dankzij de verhalen van vriendinnen over haar moeder. “Ze vertelden dat ze heel zorgzaam was, bijvoorbeeld. Dat was heel leuk om te horen.”
Even uit evenwicht
Natuurlijk vraagt Sanne zich weleens af hoe haar leven eruit zou zien als haar moeder nog had geleefd. Via haar vriend krijgt ze af en toe een inkijkje in een wereld waarin de moeder er nog wél is.
“Toen ik voor het eerst bij mijn schoonfamilie kwam, raakte het me om die dynamiek te zien tussen mijn vriend en zijn moeder. Van die kleine dingen, zoals naar elkaar snauwen, omdat ze zich veilig voelen bij elkaar. Samen koffiedrinken, helpen verhuizen. Het is soms wel droevig makend om die vanzelfsprekendheid te zien bij andere moeder-kindrelaties.
Tegelijkertijd is mijn moeder ook alweer zo lang geleden overleden. Ik weet niet meer beter. Het zit al zo lang niet meer in mijn systeem om haar te willen bellen, bijvoorbeeld.” Toch wordt ze soms nog even uit haar evenwicht gebracht. “Mijn vriend en ik wonen sinds een jaar samen. Het was leuk geweest als ze ons huis had kunnen zien.”
Wat je wel en niet gekregen hebt
Hoe je als dochter omgaat met het gegeven dat je moeder zelfmoord heeft gepleegd, en welke gevolgen dat kan hebben, hangt van veel factoren af, zegt therapeut Gerrie Reijersen van Buuren. “De schade is per persoon verschillend. Het heeft te maken met je eigen karaktereigenschappen, je hulpbronnen en je genetisch pakket. Maar sowieso is het heel pijnlijk als je moeder niet kan moederen. Je zult rouwen om wat je niet gekregen hebt.”
Hoe groot het verlies en het verdriet ook zijn, het helpt om op een gegeven moment in je leven te kijken naar wat er nog wél is, zegt Reijersen van Buuren. “Om het te doen met wat je wél hebt gekregen.”
Gerrie Reijersen van Buuren
Contextueel therapeut en docent intergenerationele familiedynamiekJe zult rouwen om wat je niet gekregen hebt.
Sanne past dat advies zeker toe. Vier jaar geleden liet ze het woord ‘ster’ op haar lichaam tatoeëren. Een woord uit haar moeders afscheidsbrief. “Zo is ze een beetje bij me en kan ik met haar bezig zijn zonder dat het me naar de keel grijpt. Het is iets moois en warms.”
Ook Jasmina kijkt naar wat er nog wel is: door niet uit te sluiten dat ze ooit weer contact met haar moeder zal opnemen. “Misschien wordt ze wel zachter en toegeeflijker met de jaren, en kan het dan weer. Maar nu ben ik daar nog niet klaar voor.”
Kleine stapjes
En ook ik herken het advies van Reijersen van Buuren, heel goed zelfs. Mijn moeder zocht destijds gelukkig hulp en herstelde langzaam van haar depressie. Ze liet ons weer toe in haar leven, ook al duurde het jaren, en met kleine stapjes.
Ze heeft inmiddels al heel wat Kersten en verjaardagen met onze gezinnen en oom en tante kunnen vieren. Soms haakt ze kort van tevoren toch af, omdat ze te moe of gespannen is. We weten dat dit kan gebeuren en vinden het niet erg. We zijn allang blij dat het meestal weer goed met haar gaat.
Haar depressie heeft me geleerd blij te zijn met wat ik nog wel kan doen met mijn moeder. En dat is heel veel, als ik het maar wil zien.
*De naam Jasmina is gefingeerd. Haar echte naam en de titel van haar boeken zijn bij de redactie bekend.
Tips van Jasmina, Sanne en Gerrie
Jasmina: “Wat mij veel heeft geholpen, is kennis. Al lezend leerde ik patronen herkennen en begreep ik beter waar mijn eigen gedrag vandaan kwam. Ook heb ik veel gehad aan familieopstellingen. Daarin kijk je, onder begeleiding van een therapeut, naar personen en gebeurtenissen binnen je gezin van herkomst die van invloed kunnen zijn op je verleden en heden. Verder omring ik me heel bewust met positieve mensen. En ik oefen elke dag met zachter zijn voor mezelf.”
Sanne: “Ik was vijftien toen mijn moeder overleed en wist niet hoe je moest rouwen. Als ik nu weer zoiets zou meemaken, zou ik een plek zoeken waar ik even verdrietig kan zijn. Zoals een lotgenotengroep, therapie of, voor anderen, een kerk. Als je leven maar doorgaat, is het best lastig om ruimte te maken voor rouwen, terwijl dat wel nodig is. Wat ik ook heb geleerd: je kunt niets veranderen aan wat je is overkomen. Maar je moet wel een manier vinden om dat te integreren in je leven. Ik heb dat (onbewust) gedaan door te schrijven.”
Tekst: Jikke Zijlstra
Beeld: Shutterstock