Meral Polat: ‘De onrust die ik bij me draag, zal ongetwijfeld te maken hebben met mijn achtergrond’
Interview
gisteren · 13:44| Leestijd:12 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Bij het grote publiek werd ze bekend als Mel uit De Luizenmoeder. Maar Meral Polat is meer dan een actrice uit deze serie. Ze schrijft, zingt en maakt voorstellingen. Meral, die oorspronkelijk van Turks-Koerdische komaf is, vertelt over opgroeien als ‘de ander’, de invloed van haar vader op haar, en hoe muziek haar verbindt met haar roots. “Nadat mijn vader was gestorven, vonden we allemaal gedichten die hij heeft geschreven. Ik heb daar een album van gemaakt.”
“Ik was zestien en volgde een mbo-opleiding Toerisme in Zaandam. Ik had niet het idee dat dit heel goed bij me paste, maar ik wist ook niet wat ik anders moest doen. Op een dag riep mijn vader me bij zich. Hij zei: ‘Je bent ongelukkig.’ Dat had hij goed gezien. Hij vroeg me hoe dat kwam. Ik vertelde hem dat ik mijn opleiding niet leuk vond waarop hij vroeg: ‘Waar zou je gelukkig van worden?’ De mogelijkheden waar ik in dacht waren beperkt en ik zei dat Sociaal Pedagogisch Werk misschien iets voor me was, of toch een andere opleiding? Maar mijn vader zei: ‘Nee, zet je oogkleppen even af. Wat wil je worden? Wil je een wolk zijn? Wil je een astronaut zijn? Wil je een zeemeermin zijn?’ Daarmee zette hij de luikjes in mijn hoofd open. Als mijn vader zei dat ik een zeemeermin kon zijn, betekende dat dat ik me niet hoefde te laten beperken door de realiteit, door het bekende. Mijn vader vroeg me wat mijn hart gelukkig maakte. Niet wat ik wilde verdienen of hoe mijn carrière eruit zou moeten zien.
Ik vertelde hem dat ik toneelspelen leuk vond, dat had ik in het buurthuis wel eens gedaan, en dat ik graag muziek maakte. Ik had er geen idee van dat je daar ook een opleiding in kon volgen – totdat mijn vader een week later thuiskwam met een inschrijfformulier van de Toneelschool in Amsterdam. Hij legde het formulier voor me neer en zei: ‘Laat me je pink eens zien.’ Dus liet ik mijn pink zien. Hij vervolgde: ‘Er zijn mensen bereid om hun pink op te geven om deze opleiding te mogen doen. Als dit is wat je wilt, ga er dan voor.’ Dit gesprek heeft de loop van mijn leven nogal beïnvloed. Mijn vader bracht me naar mijn auditie en de rest is geschiedenis. Ik ben heel gelukkig dat ik dankzij mijn vader kon doen wat ik met mijn hele hart het liefste wilde doen.”
Eva nieuwsbrief
Schrijf je in voor de Eva nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag een selectie van levensverhalen, artikelen over (mentale) gezondheid en liefde & relaties in je inbox.
Dit is een ongeldig e-mailadres.
Lees onze privacyverklaring.
Een minderheid in een minderheid
“Uit mijn jeugd in Zaandam herinner ik me vooral veel groen, zon, ruimte en buiten spelen. We waren altijd met vrienden, familie of buren. We leefden in een heel andere tijd dan nu, veel minder individualistisch. Mijn ouders werkten allebei. Ik was regelmatig bij een tante, een oma of een buurvrouw. We vormden een gemeenschap. Er was altijd wel iets te vieren. Daardoor had ik een gelukkige kindertijd.
Mijn moeder kwam op haar twaalfde naar Nederland via gezinshereniging. Mijn vader kwam later, in 1980, na de staatsgreep in Turkije. Ze hebben elkaar hier ontmoet. Ik ben hier geboren. Toch weet ik hoe het voelt om ‘de ander’ te zijn, dat zit in mijn bloed. Mijn ouders zijn Koerdisch en Alevitisch. Het Alevitisme is een oude religieuze stroming Turkije. Ze vormden daarmee een minderheid in een minderheid. Ze werden als ‘secundaire burgers’ gezien. Er was geen plek voor de Koerden, zelfs hun eigen taal mocht niet worden gesproken. Als jongetje werd mijn vader in elkaar geslagen als hij Koerdisch sprak. De systemen in deze wereld lijken zo ingericht te zijn dat er altijd een groep is die moet lijden zodat een andere groep het goed heeft.
Er was geen plek voor de Koerden, zelfs hun eigen taal mocht niet worden gesproken.
Het is heel belangrijk om je uit te spreken. Voor je eigen verwerking, maar ook voor de mensen over wie het gaat, want de geschiedenis blijft zich helaas herhalen. De donkerte die in de mens zit, lijkt weer meer ruimte te krijgen. Misschien is de vorm anders, het effect is hetzelfde. Gelukkig zie ik tegelijkertijd meer acceptatie en gelijkwaardigheid dan vroeger voor migranten in Nederland, voor vrouwen. Al is er soms maar weinig nodig om voor je gevoel weer terug bij af te zijn. Tijdens rellen in Amsterdam die volop in het nieuws waren, zei onze minister-president Schoof: ‘De integratie is mislukt.’ Die uitspraak maakte me boos, hier worden zoveel mensen mee gekwetst die zich met hart en ziel hebben ingezet voor verbinding in de samenleving. Kinderen voelden zich na die uitspraak onveilig en werden uitgescholden op het schoolplein. Je denkt dat je iets hebt verworven, dat er ergens voor is gestreden, en dan moet je toch weer opnieuw beginnen.”
Alles blijft bestaan
“Ik heb ervaren hoe het voelt om gediscrimineerd, buitengesloten en onderdrukt te worden. Het zit letterlijk in mijn DNA. Alevitische Koerden zijn generaties lang systematisch uitgemoord, uitgesloten, hun huizen werden in de fik gestoken, hun taal was verboden, enzovoorts. Dat trauma zit heel diep. Maar als ik mijn leven vergelijk met dat van mijn hen, kan ik niet anders dan zeggen dat ik enorm bevoorrecht ben. Anders dan zij waren, ben ik vrij. Ik heb alle kansen gekregen die ik wilde en krijg die nog steeds.
Ook als ik op bepaalde gebieden ‘de ander’ ben, in gender, cultuur of in wat dan ook, ervaar ik dat niet als een belemmering. Ik sta op de schouders van alle mensen die mij voor zijn gegaan. Van mijn moeder, mijn oma, mijn overgrootoma. Van al die vrouwen die met zoveel bloed, zweet en tranen zichzelf en hun gezin hebben beschermd. Die de straat opgingen en hebben gevochten voor de rechten waar ik nu van mag profiteren. Ik sta ook op de schouders van de acteurs en kunstenaars die voor mij de weg hebben gebaand. En ik sta op de schouders van mijn vader, die me de muziek met de paplepel heeft ingegoten. Dat is iets wat bij mijn cultuur hoort. Iedereen zingt, speelt een instrument, gebruikt zijn stem, schrijft gedichten. Mijn vader speelde veel op de saz, een soort gitaar. Muziek was onderdeel van het dagelijks leven.
Dat is iets wat bij mijn cultuur hoort. Iedereen zingt, speelt een instrument, gebruikt zijn stem, schrijft gedichten.
Mijn vader overleed in 2020. Ik mis hem nog elke dag. Hij had veel impact op zijn omgeving en dus ook op mij. Hij werd het nooit zat om je te steunen of advies te geven. Mijn vader geloofde in me. Dat was, en is nog steeds, een enorme steun voor me. In het Alevitisme wordt gezegd dat zelfs als iemand sterft, niets vergaat. Alles blijft bestaan, het verandert alleen van vorm. Het is net als met een glas water. Ik kan het opdrinken en het glas is leeg. Maar het water is in mijn lichaam. Als het mijn lichaam weer verlaat, is het er nog steeds. Ook al is de vorm veranderd, het vergaat nooit. Het vindt zijn weg. Zo is mijn vader ook overal. Als ik zing, vooral als ik in het Koerdisch of in het Turks zing, de talen van mijn ouders, dan klinkt mijn vader in mijn stem, in de klanken die ik laat horen.”
Onderdeel van een groter geheel
“Nadat mijn vader was gestorven, vonden we allemaal gedichten die hij heeft geschreven. Ik heb daar een album van gemaakt. Ik vind het geweldig dat dat door mij heen mag voortbestaan. Bovendien vind ik het heel belangrijk om in het Koerdisch te zingen, omdat mijn ouders dat niet vrij konden doen. Hoewel ze moesten zwijgen, leeft de taal nog steeds. Mensen gaven de muziek en de verhalen aan elkaar door. Je kunt alles afpakken van mensen: hun rechten, hun land, maar de ziel kun je niet vernietigen. De bloem zal zijn weg weer vinden en tot bloei komen. Dat ik nu op het podium een Alevitisch liedje uit de zestiende eeuw kan zingen, komt doordat mijn voorouders dat ook zijn blijven doen. Daarin ben ik onderdeel van groter geheel.
De dood van mijn vader was een intense gebeurtenis in mijn leven. Ik kreeg vragen over sterfelijkheid en rouw. Waarom zijn we hier? Wie ben ik? Wie ben ik voor mijn vader? Ik ben me gaan verdiepen in alles waar hij voor stond. Ik was bekend met het Alevitisme, maar ben niet praktiserend of religieus opgevoed. Na zijn dood ging mijn zoektocht een laagje dieper. Ik noem mezelf niet religieus, omdat dat voor mij staat voor een systeem met regels die door mensen zijn gemaakt, een systeem van goed en fout. Dat past niet bij mij. Ik geloof wel in God. Al vind ik het ook lastig om het woord ‘God’ te gebruiken. Want daar hebben we ook allemaal een bepaald beeld bij. Ik geloof in de natuur, in het universum, in onze geest. Wat dat precies is, dat weet ik niet helemaal. Maar is er iemand die het wel weet?”
Herdenken
“In het leven van alledag kan ik een bepaalde onrust ervaren. Ik ben een chaotisch mens dat zichzelf, net als heel veel anderen, soms in de weg zit, zichzelf bevraagt en voortdurend zoekende is. Maar zodra ik op het podium sta, ervaar ik rust. Ik voel me er vrij, ik voel me er thuis. De onrust die ik bij me draag, zal ongetwijfeld te maken hebben met mijn achtergrond. Ik heb geleerd en gezien wat het betekent als het niet veilig is om te zijn wie je bent, je te uiten en je eigen taal te spreken. Als het niet veilig is om te bestaan. Dat doet iets met je van binnen. Het is onderdeel van mijn identiteit en die draag ik bij me in de muziek die ik maak.
Ik vind het belangrijk om stil te staan bij waar ik vandaan kom. Op 4 mei herdenk ik de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar ook de slachtoffers van de genocide in Dersim in 1938, toen duizenden Koerdische Alevieten werden vermoord door Turkse strijdkrachten. Maar ik denk ook aan Gaza, waar vandaag de dag een genocide plaatsvindt en kinderen sterven door de honger. Al die verschillende verhalen staan met elkaar in verbinding. Het gaat allemaal over het leed dat mensen elkaar aandoen omdat de ene mens anders is dan de ander.
Tekst gaat hieronder verder.
Adriaan van Dis, Kefah Allush en Meral Polat in nieuw seizoen 'Oorlog is erfelijk'
Ik denk dat het belangrijk is dat we ons veilig voelen. Hoewel je ook kunt zeggen dat veiligheid een illusie is. En je moet het ook niet verwarren met controle, dat is een recept voor anxiety. Controle houden kan niet. Dood en verlies horen nou eenmaal bij het leven. Als ik me onveilig voel, kan ik twee dingen doen: weggaan of de confrontatie opzoeken. Ik had bijvoorbeeld een paar opties in Turkije om een reeks concerten te geven. Dat is iets wat ik al heel lang heel graag wil. Maar ik kreeg te horen dat ik niet in het Koerdisch mocht zingen en er werd me gevraagd of ik niet te veel politiek beladen nummers wilde spelen. Ik moest me te veel confirmeren aan het gevoel van veiligheid voor de ander. Het voelde daardoor voor mezelf niet veilig om daar aan een politiek gekleurd debat deel te nemen. Ik ervaarde niet de ruimte om mezelf te kunnen zijn en besloot om het niet te doen – hoewel ik eigenlijk niet kan wachten om daar op te treden. Maar muziek is mijn religie, daar kan ik geen concessies aan doen.”
Moeder
“Nu ik een album heb gemaakt met mijn vaders gedichten en veel met hem bezig ben geweest, merk ik dat er een shift komt. Ik richt me nu meer op de moeder-dochterlijn. Er zijn zoveel vrouwen die de weg voor mij hebben vrijgemaakt. Zo ook mijn moeder, die opgroeide in de bergen – tot ze in een betonnen flat in Zaandam terechtkwam. Dat heeft haar beperkt. Ze ging naar de huishoudschool en kreeg een baan bij Verkade. Ze is een fantastische moeder, het is van onschatbare waarde hoe ze voor ons zorgde. Ze is een enorme steun. De verschuiving die ik bij mezelf bemerk, zal ook met mijn leeftijd te maken hebben. Ik ben nu 43. Straks kom ik in de overgang. Hoe ziet mijn tweede helft eruit?
Om hardop te zeggen: ‘Ik ga geen kinderen krijgen’, moet je een drempel over.
Over dat ik geen kinderen heb en krijg, ben ik altijd open geweest. Al merk ik dat daar best een taboe op zit. Het feit dat ik me afvroeg of ik het wel of niet wilde, maakte dat taboe voor mij inzichtelijk. Om hardop te zeggen: ‘Ik ga geen kinderen krijgen’, moet je een drempel over, je hebt er moed voor nodig, want het is niet de norm. Natuurlijk, het is een privéaangelegenheid die niemand iets aangaat. Tegelijk vind ik dat we als vrouwen, kunstenaars, schrijvers de plicht hebben om er werk van te maken. Iedereen vindt heel veel van elkaar, vooral van vrouwen. Ik denk dat we daar vanaf moeten. Ik vind het inspirerend als ik een andere vrouw hoor zeggen: ‘Ik ga geen kinderen baren en ik ben een volwaardig en heel mens.’ Dat is niet vanzelfsprekend.”
‘Muziek is alles’
“In wat ik maak, kan ik veel kwijt over hoe ik in het leven sta. Muziek is daarin voor mij de hoofdweg. Ik heb ontdekt dat ik floreer bij verschillende disciplines en samenwerken met verschillende mensen. Ik acteer en maak regelmatig een voorstelling. Alleen de balans slaat op dit moment meer uit naar de muziek. Door muziek kan ik intens geraakt worden. Daar hoef ik de taal niet eens voor te verstaan. Naast de tekst is er nog de muzikale entourage en je lichaam. Muziek verbindt op een andere laag. Het is voor mij de meest directe vorm om iets te vertellen. Als je acteert, heb je een kader nodig van een situatie, een scène, heb je te maken met een personage. Dat is heel leuk en ik acteer graag. Maar bij muziek hoef je eigenlijk alleen maar je mond te openen en je creëert zo een hele wereld. Er vindt direct een uitwisseling plaats in communicatie. Muziek biedt de mogelijkheid om een ruimte te transformeren. Als ik zing, ben ik het dichtst bij mijn eigen ziel. Muziek is alles voor me.”
Tekst: Francien van der Valk