
PremiumVolg je hart, want dat klopt. Hoe doe je dat zonder je hoofd te verliezen?
Tot op de bodem
19 juli 2025 · 10:00| Leestijd:14 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Ons hart maakt sprongetjes, het kan breken, we houden het vast. We luchten het en dragen het op de tong. Soms verliezen we het aan iets of iemand. Aan het hart dichten we onze liefdes, intuïtie en hartstochten toe. Maar ons verstand huist in ons hoofd. Hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Hoe volg je je hart zonder je hoofd te verliezen?
Jarenlang leidde Marie-Lotte Esser een hectisch leven als advocaat. Totdat ze tot stilstand kwam na de diagnose van een chronische aandoening, endometriose. Op haar 27e kreeg ze te horen dat ze nooit zwanger zou kunnen worden. Het rigoureuze advies: laat je baarmoeder maar verwijderen. Een hevige schok.
“Altijd had ik geweten: kinderen krijgen, dat hoort bij mijn levenspad! Als je dát bij mij weghaalt, ontbreekt er iets essentieels aan wie ik ben. Toch werd die diagnose ook een wake-upcall. Ik nam mijn leefwijze onder de loep. En ik zag dat ik altijd met mijn hoofd bezig was; dat ik mijn identiteit ontleende aan mijn werkprestaties en op de automatische piloot leefde. Pas toen ik door de behandeling werd afgeremd, kwam de vraag: wat maakt mij nu eigenlijk écht blij en energiek? Wie ben ik nog meer − op een dieper niveau − dan die Amsterdamse Zuidas-advocaat met een appartement in De Pijp?”
Ze nam een kloek besluit: geen baarmoederoperatie. “Ik wilde het eerst op mijn eigen manier proberen. En wat bleek? Zodra ik vertraagde, de verstilling opzocht en me focuste op wat me blij maakte, kreeg ik minder fysieke klachten. Doordat ik minder in mijn hoofd zat, verminderden ook mijn slaapproblemen. Dat heeft zeker bijgedragen aan de zelfheling van mijn lijf. Nee, de endometriose is niet verdwenen. Maar ik was wel in staat om achtereenvolgens drie kinderen te dragen. De medische wereld sprak van een wonder.”
Het hart: richtingwijzer in het leven
Meestal worden hoofd en hart gezien als tegengesteld. Letterlijk is dat sowieso onzin: onze emoties worden immers aangestuurd door ons brein. En dat brein functioneert weer dankzij het hart dat ons bloed rondpompt. Zodra het hart ermee stopt, kunnen we niks meer met ons hoofd beginnen. Er is kortom sprake van innige samenwerking.
Maar ook in figuurlijke zin is die tegenstelling twijfelachtig. Het hart staat symbool voor intuïtie. Is intuïtie dan alleen een gevoelskwestie? “Tja, dat ligt er maar net aan hoe je intuïtie definieert”, zegt priester en internetpastor Nikolaas Sintobin. “Sommige mensen hebben een wiskundige intuïtie. Ze kunnen heel snel een wiskundeprobleem oplossen. Neem nu de filosoof Spinoza: voor hem was intuïtie vooral rationeel. Maar voor mij is intuïtie eerder een dieper voelen. En dan bedoel ik geen gevoel dat afhangt van mooi of slecht weer, waarvan je opgewekt of somber wordt. Nee, het is een diepere geraaktheid, die in een bepaalde richting wijst. Meestal ook een positieve geraaktheid, in de zin van: ja, het zit goed. Hier voel ik vertrouwen.”
Natuurlijk heb je je hoofd nodig, maar ik zie het hart als de echte richtingwijzer in het leven.
“Het hart klopt in een bepaalde richting”, beaamt Marie-Lotte Esser. “Natuurlijk heb je ook altijd je hoofd nodig, al was het maar om stil te staan bij een rood stoplicht. Of om vergissingen te maken, waardoor je weer dingen bij- of afleert. Maar ik zie het hart als de echte richtingwijzer in het leven. Het hart spoort je zachtjes aan tot een zoektocht naar wat jou inspireert, naar datgene waarvan je de energie krijgt om het leven te leven zoals het voor jou is bedoeld.”
Ze geeft een beknopte uitleg over het brein, met name de linker- en de rechterhersenhelft: “De linkerhersenhelft is rationeel en logisch, daar zit het analytisch denkvermogen. Je rechterhersenhelft denkt in beelden, is actief en meer verbindend, daar zitten de intuïtie en de creativiteit. Uit onderzoek blijkt dat wij in het Westen enorm worden beloond voor het gebruik van die linkerhersenhelft. Dat begint al van jongs af aan. Je brein ontwikkelt zich in een omgeving met allemaal leermeesters en voorbeelden. Na een aantal jaren hebben zich allerlei regels in je hoofd gevormd en je voegt je daarnaar; omdat je denkt dat dat normaal is, of omdat je niet buiten de lijntjes durft te kleuren. Maar we leren niet om ook voldoende aandacht te geven aan die rechterhersenhelft. Toen we een tijd in Guatemala woonden, kreeg mijn zevenjarige dochter dat op de basisschool al uitgelegd, met een plaatje erbij van de linker- en rechterhersenhelft. Maar ja, in Guatemala leven mensen dichter bij de natuur. In het Westen leren kinderen al heel vroeg rekenen. Maar als ze huilen, krijgen ze geen schouderklopje: ‘Wat goed dat je je emoties durft te voelen!’ Zo ontstaat er geleidelijk disbalans en kun je later onvrede ervaren, doordat je huidige leven toch niet helemaal bij je past. En dan komt het hart om de hoek kijken, dat je uitnodigt om te ontdekken wie jij in essentie bent.”
Op zoek naar nieuwe gedachten
Gelukkig is ons brein plastisch en veranderlijk, je kunt het trainen om in andere richtingen te denken. Al kost dat moeite: “We hebben ongeveer 50.000 gedachten per dag, en hiervan zijn er maar zo’n 500 nieuw. Het merendeel is herhaling en die herhaling vormt je routines en gedachten. Zulke getallen laten zien hoe lastig het is om patronen te doorbreken. Want in die nieuwe gedachten zit nu juist de creativiteit! Zeker bij een druk bestaan moet je daarvoor bewust ruimte maken. Je moet vertragen, zodat je beter kunt luisteren naar die stille stem van je hart. Dan kun je die uitnodiging beter verstaan.”
Dat klinkt aanlokkelijk. Maar hoe krijgen we, bij alle onrust in de buitenwereld en onze eigen overbloezende agenda, daarvoor genoeg tijd en concentratie? Marie-Lotte: “Ik roep altijd: ‘Geluk kun je plannen!’ Dat klinkt misschien flauw, maar toch is het zo. We beginnen onze weekplanning steevast met ons werk, de sportschool, de kinderactiviteiten… Waarom plannen we dan geen verstilling in? Dat zit niet in ons westerse systeem, maar het kan natuurlijk wél: momenten vastleggen waarop je je hart ruimte geeft om je actief te herinneren aan wat voor jou van wezensbelang is. Dat gaat niet gauw even tussendoor, want dan is het geen zuivere raadgeving. Je moet er serieus tijd voor inplannen.”
Tekst gaat heironder verder.
Sander Lusink: ‘Vóór mijn hartstilstand trok ik me te veel dingen aan’
Marie-Lottes levensveranderende ervaring inspireerde haar tot het boek Uit je hoofd in je hart. Inmiddels is het ook haar werk om andere mensen te begeleiden bij het zich verbinden met hun hart en hun intuïtie te volgen.
Nikolaas Sintobin schreef over dit thema zelfs meerdere boeken. Als jezuïet staat hij in de ‘ignatiaanse’ traditie: die van de jezuïetenorde, in 1534 opgericht door Ignatius van Loyola als ‘de Sociëteit van Jezus’. Nikolaas noemt het ignatiaanse levensgebed een simpele en doeltreffende methode van verstilling en zelfonderzoek.
“Het levensgebed gaat uit van alledaagse ervaringen, hoe banaal ook: een telefoontje plegen, eten koken, wandelen of een artikel schrijven… ’s Avonds blik je biddend terug op de dag, aan de hand van drie kernwoorden: dank – sorry – alstublieft. En dan in die volgorde! Niet beginnen bij sorry, zoals veel mensen doen. Volgens Ignatius is het cruciaal om te beginnen met het positieve: ‘Waarvoor ben ik dankbaar? Wanneer ben ik geraakt, hoe subtiel ook, door de Geest? Waar heb ik iets ervaren van blijheid, hoop, vertrouwen?’ Daarna komt sorry: ‘Wat ging er anders dan ik gewild had?’ En tot slot kijk je bij alstublieft naar de toekomst, de dag van morgen: ‘Wat heb ik nu geleerd? Wat bied ik God aan, of wat vraag ik Hem?’”
Misschien ten overvloede: voor de oefening van dank – sorry − alstublieft hoef je niet religieus te zijn, je kunt die aanpassen aan je eigen levensvisie. Deze oefening moet je liefst wel dagelijks doen, benadrukt Nikolaas. “Anders zie je alleen de grote dingen. En ja, die hoge pieken en diepe dalen zijn wel indrukwekkend maar niet zo relevant, want ze zijn zeldzaam en herhalen zich niet. Let dus vooral op kleine dingetjes, op dat zachte briesje dat voortdurend waait... En dan herken je uiteindelijk patronen. Zoals: ‘Hé, telkens als ik tijd met die-en-die heb doorgebracht, voel ik me achteraf uitgeput’ of ‘Altijd wanneer ik daar ben geweest, krijg ik zin om aan de slag te gaan.’”
Je lichaam luistert ook mee
Marie-Lotte en Nikolaas zijn het erover eens dat je bij het luisteren naar je hart ook de rest van het lichaam moet betrekken. “We hebben nu eenmaal vijf zintuigen”, vertelt Marie-Lotte. “Zelfbewustzijn houdt ook in dat je je zintuigen beter gaat gebruiken. Lichamelijke klachten willen je iets zeggen. Dat valt voor mij ook onder intuïtie. Maar we moeten leren hoe we die intuïtie kunnen inzetten als raadgever.”
We moeten leren hoe we die intuïtie kunnen inzetten als raadgever.
Nikolaas: “Als je lichaam heel gespannen is, kan het gevolg zijn dat je rusteloos van het ene naar het andere holt. Daar gaat je luisterbekwaamheid onder lijden. Het lichaam moet in een staat van ontvankelijkheid zijn. Een sterk punt van oosterse godsdiensten is dat ze daarvoor technieken hebben ontwikkeld. Wel is hun doelstelling bij meditatie anders. Het boeddhisme leert mensen los te laten om het loslaten zélf. Innerlijke stilte en onthechting zijn meteen het hoofddoel. Bij christelijke meditatie dient innerlijke stilte als middel om beter te kunnen luisteren naar wat de Geest ons influistert. Christenen willen loslaten wat niet van God komt, met als doel zich te hechten aan wat wel van God komt.”
Toch onderhouden westerse abdijen contacten met boeddhistische monniken en wisselen ze meditatietechnieken uit, voegt hij eraan toe. “We kunnen heel veel van elkaar leren. Ik weet dat vooral mensen in evangelische kringen argwanend staan tegenover oosterse meditatie, want die zou gevaarlijk zijn. Maar die angst is niet nodig, zolang je maar recht blijft doen aan die verschillende doelen.”
Een blikseminslag en twee weegschalen
Intuïtie komt vaak aan bod wanneer mensen voor een belangrijk dilemma staan. Volgens Nikolaas Sintobin biedt de ignatiaanse spiritualiteit daarvoor een gestructureerde methode, geschikt voor mensen uit alle christelijke tradities. Hij onderscheidt drie manieren waarop mensen tot een besluit kunnen komen: 1. de keuze die uit de hemel komt vallen, 2. de affectieve weegschaal en 3. de rationele weegschaal.
De eerste is zeldzaam: een plotseling inzicht, als een blikseminslag. Nikolaas noemt als voorbeeld de bekering van Paulus op weg naar Damascus. “Dat is uitzonderlijk. Het overvalt je, je hebt er geen greep op en je kunt het niet uitlokken. Maar het gebeurt. Ik ken mensen die daardoor een fundamentele levenskeuze maakten. En nee, dat is niet raar. Je bent niet geestesziek als zoiets je overkomt.”
Tekst gaat hieronder verder.
Steffi de Pous werkt met vluchtelingen op Lesbos: ‘Hoop is keihard werken’
De meeste mensen moeten hun besluitvormingsproces echter min of meer zelf organiseren. Daarbij kunnen de affectieve en de rationele weegschaal helpen. “Neem bij de affectieve weegschaal bijvoorbeeld de studiekeuze van een achttienjarige. Eerst formuleer je twee gelijkwaardige opties: A en B. Je leeft een week lang alsof je voor A hebt gekozen. Vraag jezelf een paar keer per dag af: hoe voel ik me hierbij? Ontspannen of gespannen? Ben ik opgewekt, of prikkelbaar? Noteer elke avond wat je die dag is opgevallen. De week erna doe je hetzelfde met optie B. De kans bestaat dat je na die twee weken een verschil merkt. Dat je in week A bijvoorbeeld rustiger was, opgewekter, meer ontspannen, en dat in week B van alles tegenviel: je was nerveus, prikkelbaar enzovoort.”
Levert de affectieve weegschaal geen heldere of bevredigende uitkomst op? Dan is er nog de rationele weegschaal. Opnieuw neem je de opties A en B. Je schrijft bij elk daarvan alle denkbare voor- en nadelen op en waardeert die met een cijfer van 1 tot 10. “Sociaal wenselijk of niet, alles wat bij jou meespeelt vermeld je,” zegt Nikolaas, “dus ook dingen als ‘Mijn ouders willen graag dat ik wiskunde kies’ of ‘Mijn vriend studeert ook wiskunde’. Een argument als ‘Eigenlijk heb ik altijd al gedacht aan een studie wiskunde’ − ja, dat weegt zwaar, dus dat geef je een negen.”
Soms slaan beide weegschalen door naar dezelfde kant. “Maar wanneer ze verschillen, is volgens Ignatius de affectieve weegschaal doorslaggevend. Die rationele afweging is weliswaar objectiever, maar ook afstandelijker en bijna blindelings. Je bent geen object, je bent een subject, een mens van vlees en bloed. De affectieve weegschaal geeft aan wat uit het diepste van jezelf komt. Daarom is die voor jou betrouwbaarder.”
Onderbuik of intuïtie?
Rijst de vraag: in hoeverre wordt onze intuïtie vertroebeld door onbewuste vooroordelen en foute aannames? Auteur Christiaan Weijts schrijft in NRC over “nadelen die je niet kunt negeren. Racistische vooroordelen, etnisch profileren: ook dat zijn intuïtieve processen. Degenen die op extreemrechts stemden, volgden ook hun gutfeeling. Onderbuik en intuïtie hebben een twijfelachtige overlapping” (11-04-2025).
Aangenomen dat ‘onderbuik’ hier staat voor de meer ‘primitieve’ impulsen: het betoog van Marie-Lotte en Nikolaas laat wel zien dat luisteren naar je hart iets heel anders is dan luisteren naar je onderbuik. Beide experts benadrukken het belang van oefening en onderscheidingsvermogen.
Marie-Lotte Esser: “Gelukkig kun je je intuïtie versterken en aanscherpen. En daar is veel behoefte aan, in een maatschappij die vooral de ratio waardeert. Mensen snakken momenteel naar authenticiteit en waarheid. Niet voor niets zijn trainingen in mindfulness en intuïtieve ontwikkeling nu zo populair. Daarmee leer je te verstillen, zodat je zorgvuldig informatie kunt putten uit je hart: wat is nu míjn waarheid? Waar sta ik eigenlijk voor? Het antwoord vind je alleen binnen in jezelf.”
Wat is nu míjn waarheid? Waar sta ik eigenlijk voor? Het antwoord vind je alleen binnen in jezelf.
Filmregisseur Ingmar Bergman zei ooit: “Intuïtie is de speer die je in de duisternis werpt, intellect is het leger dat je daar achteraan stuurt.” Wat in je hart ontkiemt − als een ingeving, een flits van inzicht – moet je vervolgens wel behoedzaam cultiveren. En daarbij speelt ook je hoofd een rol.
“Gevoelens worden betrouwbaarder naarmate je beter leert onderscheiden”, zegt Nikolaas Sintobin. “Maar dat onderscheiden is inspannend. Het volstaat niet om een paar minuten in je luie stoel te zitten wachten. En gevoelens moeten altijd geïnterpreteerd worden. Hart en hoofd zijn dus niet tegengesteld aan elkaar en sluiten elkaar evenmin uit. Ze vullen elkaar juist aan. Je kunt niet buiten je verstand. Want je moet datgene wat er in je hart gebeurt altijd duiden, analyseren en structureren.”
Meer lezen?
- Uit je hoofd, in je hart. Meer geluk thuis en in je werk. Marie-Lotte Esser, Aurora Concepts, 2021.
- Vertrouw op je gevoel. Keuzes leren maken met Ignatius van Loyola. Nikolaas Sintobin, KokBoekencentrum, 2021.
- Op het kompas van de vreugde. Ignatius van Loyola als levensgids. Nikolaas Sintobin, KokBoekencentrum, 2024.
Wiskundige intuïtie
Ignatiaanse keuzehulp
1) Neem de positie in van een buitenstaander. Stel jezelf bijvoorbeeld de vraag: “Wat zou ik mijn beste vriend nu adviseren?”
2) Meer confronterend: stel je voor dat je op je sterfbed ligt. Je weet dat het nog een kwestie van uren of zelfs minuten is. Welke keuze had je achteraf bezien willen maken?
Tekst: Margaretha Coornstra







