Abonneer
Arachnes verhuisfiasco en hun eerste olijvenoogst in Italië. ‘We hebben een probleem’.
© Arachne Molema

Arachnes ver­huis­fi­as­co en hun eerste olijvenoogst in Italië. ‘We hebben een probleem’

Persoonlijk verhaal

31 juli 2025 · 08:00| Leestijd:8 min

Een lekkend dak, een te zware verhuisbus en een kar met een varkensschuurdeur als bodem. De verhuizing van Arachne en haar gezin liep anders dan gepland, maar langzaam voelt hun huis steeds meer als thuis. “Piano piano, zeggen de Italianen hier – hebben ze gelijk?”

Onder een andere zon

Wat als je alles achterlaat en opnieuw begint, ergens ver weg van huis? De hele zomer lang volgen we Arachne (37), die samen met haar man Sander (39) en zoontje Zev (1) emigreerde naar Toscane in Italië. Dit is deel 3 – de emigratie. (Lees hier deel 1 deel 2.)

“Drup drup... drup drup...”

“Heb je iets waar we de regen in op kunnen vangen?”, vraagt Nicole. “Een emmer is niet groot genoeg.” “Misschien het badje van Zev?” opper ik.

Och, och... dit is niet grappig. We hebben deze week klushulp van vrienden Bas en Marleen, die ook weer vrienden meenamen. Dat stel kennen wij niet. En natuurlijk is het uitgerekend hún slaapkamer waarin het dak lekt. Gelukkig kunnen ze erom lachen. “We wisten dat we op vakantie naar een klushuis gingen!”

Het is ergens een geluk bij ongeluk dat ze deze week hier zijn. Niet alleen extra klushanden, ook hulp bij het plukken van de olijven én – nu – bij het sjouwen van lichting twee van de verhuisspullen.

  • Verhuizen naar het buitenland: ‘15.000 km, één droom: een huis met grond onder de zon’

Verhuizen

Onze verhuizing ging niet helemaal zoals gepland. Na het vinden van onze trattorini (kleine tractor), hadden we meteen een verhuisbus geboekt vanuit Parma. Ik zette Sander donderdagavond in Parma af, en reed in de storm – door slingerwegen, tunnels en aquaplaning – de honderd kilometer terug naar huis met Zev. Voor het eerst alleen op de berg!

Een snelle heen-en-weeractie: zaterdag inladen in Nederland, en dan terugrijden met mijn broer Mathias. Ik krijg af en toe foto’s toegestuurd van de inpakvorderingen. Gaat alles passen in die 20 m²? Tetrapuzzel. Jawel! Wat een opluchting.

Maar dan krijg ik eind van de middag een telefoontje van mijn broer.

We hebben een probleem... de bus is te zwaar.

“We hebben een probleem.”
“Hoe bedoel je?” vraag ik. “Het past toch allemaal?”
“Ja, het past wel, maar de bus is te zwaar. We zijn voor de zekerheid naar een weegbrug gereden... en toen kwamen we erachter.”
“Aheeee... dat meen je niet.”
“We moeten de helft uitladen.”

En ik dacht dat we genoeg hadden ontspuld. Wat een gedoe, zowel qua geld als tijd. Oké – opnieuw inpakken dus. Gelukkig mogen de achterblijvende spullen iets langer bij mijn schoonmoeder staan. We besluiten dat Sander twee weken later nog een keer alleen terugrijdt.

Nadat we ons hebben neergelegd bij de teleurstelling, denken we maar wat alle dorpsbewoners hier tegen ons zeggen: “piano piano”. Alles op zijn tijd.

‘Gewoon in de bosjes kijken’

Dan volgt nog een logistiek probleem. Het aanhangkarretje – waar alle spullen in moeten – en dat ik ruim twee weken geleden online heb besteld, arriveert maar niet. Verwend als we zijn in Nederland, waar je de volgende dag je bestelling ontvangt, gaat dat hier anders.

In de bosjes vinden we een oplossing. Onder bramenstruiken naast het oude koeienschuurtje trekken we een halfvergaan karretje weg. Een band zit vast bij de as. Met wat hamerslagwerk krijgen de mannen de kar weer rijdend. Nu nog een bodem.

“Wat denk je van de oude varkenschuurdeur?” zegt Mathias. Goed idee! “Als je hier wat nodig hebt, kijk je gewoon in de bosjes!” grapt hij.

Tekst gaat hieronder verder.

Wat schroeven erin, huppakee – wij hebben een passende kar. Het contrast met de gelikte tractor ervoor is groot. Maar wij zijn blij met onze verschijning.

En jawel, op de dag dat alles verhuisd moet worden… regent het.

Een deel gaat onder een zeil en een grote parasol boven de kar. Het andere deel stoppen we in een leegstaande woning aan het begin van het dorp. Die tweede lichting komt morgen wel, als de zon schijnt. Dit zouden we in Nederland niet durven, hier gelden andere regels. Wie niet met zijn verhuisauto bij het huis kan komen, moet slim zijn!

's Avonds gaat de verhuisbus terug naar Parma. We maken een rondje door de stad en vieren dat deel één van de verhuizing erop zit – met een steengoede pizza.

Tekst gaat hieronder verder.

  • Bestel nu het Eva Zomerboek 2025 ☀️

    Een extra dikke editie vol zomerse inspiratie! Met o.a. een aangrijpend verhaal over het surfdrama in Scheveningen, meditatiemomenten, Tooske’s favoriete zomerplekken, kleurplaten, puzzels, mocktails én meer.

Woon-werkverkeer

Twee weken later volgt deel twee, als Sander in drie dagen alleen op en neer rijdt. Inmiddels voelt de 1250 km naar Nederland voor hem bijna als woon-werkverkeer. “Je hebt een verborgen talent als trucker, haha!” zeg ik.

De klusvrienden zijn er precies als Sander aankomt. En zo komt uiteindelijk alles op z’n verhuispootjes terecht. Die week leggen we de laatste hand aan de woonkamer: krabben, vullen, sauzen. In de oude raamkozijnen maakt dun en deels gebroken glas plaats voor dikker glas. Dubbel glas past niet. Maar Marleen appt vlak voor vertrek: “Ik kan hier bij een kas in de buurt oude kasramen meenemen voor een vriendenprijs.” Graag!

En zo worden raampjes gesneden, stopverf erin. “Dit gebruiken we in Nederland alleen nog bij monumentale panden”, zegt Bas, die kozijnenzetter is. Ha, we gaan terug in de tijd. Ik ben blij dat we onze authentieke deuren en kozijnen toch zo kunnen houden.

Als onze bank en grote houten eettafel naar boven worden gesleept, voelt de woonkamer eindelijk als van ons. We zijn niet langer in een vakantiehuis.

Onbereikbare kaki’s en granaatappels

Ik krijg een appelplukker cadeau en daarmee kunnen we de onbereikbare kaki’s en granaatappels plukken in ons dorp. Al een paar weken vroeg ik me af wie die granaatappels toch zou plukken bij de kasteeltoren. Als ik een buurman zie, grijp ik mijn kans.

“Zeg Silvano, van wie is die granaatappelboom?”

“Van het kasteel. Maar daar woont momenteel niemand. Pluk maar hoor!”

Ha! Dat is nog eens een cadeau. Granaatappels hebben we namelijk nog niet in onze eigen tuin. Zo ook kaki’s, die verderop in een verlaten tuin staan. Ik maak er jam van, cakes, zelfs een tiramisu-variant met kaki’s.

  • De eerste weken van Arachne en haar gezin in Italië: ‘Alles zit onder de schimmel!’

Kisten, olijfharken en netten

Maar dan volgt dé oogst waar we al sinds de koop van het huis naar uitkijken: de olijfbomen zijn aan de beurt!

De olijfgaard is al jaren niet onderhouden. Overal groeien bramen, de bomen zijn in tijden niet gesnoeid, de paden overwoekerd. Sommige bomen krijgen door grote eiken aan de rand van het perceel niet genoeg zonlicht. Toch geven ze nog genoeg olijven voor een oogst.

We hebben kisten, olijfharken en netten aangeschaft. En dan mag ons oogstfeest beginnen.

Bij de olijfpers een dorp verderop, hebben we een reservering staan om 13:00 uur. Omdat plukken en persen binnen 24 uur de beste olie geeft, beginnen we donderdagmiddag. Met zes man gaan we als een speer.

“Wie legt de netten neer?”
“Wie pakt de bamboestokken met hark? Sla maar raak tegen die takken!”
“Bas en Roel, schudden jullie aan de boom?”

De lange Nederlandse mannen van twee meter zijn extra handig.

De lange Nederlandse mannen van twee meter zijn extra handig.

“Yeahhhh!” – we slaan oerkreten als de olijven van de eerste boom naar beneden vallen. Kletter de kletter!

De punten van het net bij elkaar, en dan rollen de olijven het kistje in. Zev vermaakt zich ook – graait met zijn handjes door de olijven.

We snoeien ook uitlopers en struikgewas, anders kan het net niet worden neergelegd.

Van een oud vat maken de mannen een vuurton – daar verdwijnt al het snoeiafval in. We blijven toch wat brave Nederlanders, want Italianen maken van snoeiafval een open vuur.

Met zonsondergang, uitzicht over de bergen en het vuurtje aan, proosten we op onze eerste plukdag.

Tekst gaat hieronder verder.

Op naar de pers

De volgende ochtend: vroeg opstaan voor de laatste bomen. Kratten op de kar van de tractor, hup de kofferbak in. Op naar de pers!

Wat een opgewonden, feestelijke sfeer. Mensen staan in de rij met hun kistjes. Het minimumgewicht is 100 kilo, dus als een stel voor ons met één kistje aankomt, leven we met ze mee als ze teleurgesteld afdruipen...

Het mooie aan deze pers is: je krijgt echt je eigen olie mee. Onze olijven worden gescheiden van takjes, gaan over de lopende band, verdwijnen door een buis naar binnen. We kunnen het hele proces volgen – tot aan het moment waarop onze eigen, groene olijfolie naar buiten druppelt.

Eva nieuwsbrief

Meer van dit? Schrijf je in voor de Eva nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag een selectie van levensverhalen, artikelen over (mentale) gezondheid en liefde & relaties in je inbox.

Lees onze privacyverklaring.

“Ik begrijp nu waarom mensen dit vloeibaar goud noemen!” roep ik verheugd.

Snel naar huis. Eerst op een theelepel... mmm. Dan een stukje brood erin gedipt.

“Hij prikkelt een beetje in je keel.”
“Wat een diepe lagen, maar ook fruitig.”
“Dit is nog eens echte olijfolie. Niet te vergelijken met de supermarktvariant!”

Onze eerste olijfoogst is een feit. Op naar nog vele meer.

Tekst gaat hieronder verder.

En dat lekkende dak?

Bleek gelukkig te gaan om een paar scheve en gebroken dakpannen. Lekkage opgelost.
Zo repareren, renoveren en verfraaien we beetje bij beetje ons huis en gaarden. Soms in chaos, met onverwachte hobbels – maar altijd op zoek naar oplossingen, soms zelfs in de bosjes.

En op de momenten dat het me niet snel genoeg gaat, helpt het om een fles vloeibaar goud op tafel te zetten. Wanneer we dan samen de zon zien ondergaan achter de bergen, weten we meer dan ooit waarom we hier wilden wonen.

Piano piano.

Tekst & beeld: Arachne Molema

Meest gelezen

Lees ook