EO-presentator Kefah Allush: ‘Wat mij het gelukkigst maakt, is dat wat ik het engst vind’
Hij deelt zijn levenslessen aan de hand van Spreuken
18 april 2024 · 12:00| Leestijd:8 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Hij kan uren, het liefst dagen, in zijn eentje rondscharrelen in de moestuin – zijn nieuwste ‘gekke’ hobby – zonder ook maar een mens te zien. Het omgaan met mensen is volgens de presentator van het EO-programma De Kist een vaardigheid die hij zichzelf heeft aangeleerd. Eigenlijk is Kefah Allush van nature heel verlegen en onaardig, vindt hijzelf.
Voordat hij zich laat verrassen met een aantal spreuken, vertelt hij dat hij als peuter van bijna anderhalf vanuit de Palestijnse stad Nablus naar Nederland kwam met zijn moeder, broers en zusje. Zijn vader was er al. Kefah groeit op als cultuurmoslim, maar heeft er verder niet zoveel mee en noemt zichzelf als volwassene lange tijd zelfs atheïst. Vandaag de dag kan hij ook niks met de labels ‘christen’ of ‘christelijk’, omdat daar volgens hem allerlei ideeën over bestaan. Kefah Allush is allesbehalve in een hokje te plaatsen. Zijn mediterraanse uiterlijk zorgt voor een zeker mysterie en daar kan hij van genieten, want hij houdt mensen graag in het ongewisse over hem. “Ik ben altijd wel iemand geweest die probeerde zijn eigen gang te gaan en dacht: als ik oorbellen wil dragen, dan draag ik oorbellen. Poep aan de wereld.”
Ik ben altijd wel iemand geweest die probeerde zijn eigen gang te gaan.
Angst voor mensen is een valstrik. (Spreuken 29:25)
“Eigenlijk ben ik heel verlegen en vind ik alles en iedereen eng. Laat mij maar klooien in mijn moestuin, want dan kan ik prima hele dagen in m’n eentje rondscharrelen en met mezelf in de weer zijn. Maar ik heb ook geleerd dat dat niet goed voor me is – mens-zijn kan niet in je eentje. Dat is natuurlijk de paradox, want je denkt: ah, ik vind het fijn in m’n eentje. Maar als je echt diep graaft, dan ben je eenzaam en niet echt gelukkig. Wat mij het gelukkigst maakt, is dat wat ik het engst vind en ook het moeilijkst: contact met een ander. Ik heb nu gekozen voor deze ontmoeting, om contact te maken met jou, en daarmee kom ik dichter bij what I was designed to be en dat is: human. Dat kan alleen maar in relatie tot een ander en dat is hartstikke eng. Contact maken voelt hartstikke naakt. Dat is verschillend in diverse contexten, maar het draait om de vraag: durf jij jouw huid tegen mijn huid te laten komen? Als ik jou een hand geef, voel ik niet alleen jouw huid, jij voelt die van mij ook. Al die dingen spelen mee in het krachtenveld van mens-zijn.”
Hoogmoed leidt tot schande, wijsheid maakt een mens bescheiden. (Spreuken 11:2)
“Deze spreuk gaat een beetje over social media, hè. Als je iets te hoog van de toren blaast, word je tegenwoordig gecanceld. Hoogmoed is overtuigd zijn van je eigen ‘geweldigheid’. Ik denk dat ik daar wel aanleg voor heb. Omdat ik geen opleiding heb, heb ik geleerd om heel goed om me heen te kijken. Het is een drijfveer in mijn leven dat ik wil snappen wat er aan de hand is. Ik heb dingen redelijk snel door en daar vind ik vervolgens van alles van. Ik ben redelijk overtuigd van mijn inzichten, dus daarin ben ik denk ik best hoogmoedig. Ik denk dat er in mijn hoofd een geluksstofje vrijkomt op het moment dat ik iets snap. Als een soort beloning. Ik wil gewoon heel graag dingen leren. Dat houdt me in beweging.
Contact maken voelt hartstikke naakt.
Bescheidenheid is niet gelijk aan downplayen. Ik ben in heel veel dingen goed, maar in een aantal dingen ook niet. Ik ben bijvoorbeeld niet heel geduldig, heb de neiging te generaliseren en omdat ik zo goed kan analyseren, categoriseer ik iemand heel snel. Dat is geen fijne eigenschap. Ik weet ook van mezelf dat ik niet zo aardig ben. Hoe ik dat weet? Ik woon aan de binnenkant van mezelf. Ik snap wel hoe ik me moet gedragen om aardig te lijken, maar aan de binnenkant denk ik van alles. Maar als ik niet aardig ben, doe ik mezelf ook tekort. Ik ontneem mezelf iets. Ik weet dat als ik niet meteen ergens wat van vind, maar afwacht en liefdevoller ben, ik daar beter van word. Anders loop je groot gevaar dingen niet te zien.
Als reminder heb ik op mijn arm ‘Heb lief’ laten tatoeëren. Het is niet toevallig dat ik van alle spirituele wegen die je kunt bewandelen, de weg van Jezus Christus heb gevonden en ben gaan volgen, omdat daar liefde in resoneert. De meeste mensen zijn aan het overleven op aarde, ik niet. Ik heb me altijd geliefd gevoeld. Als je het pad van de liefde bewandelt, vallen dingen op hun plek. Alles in de wereld wordt beter van liefde.”
De ouderdom is een prachtige kroon die je verwerft door rechtvaardig te leven. (Spreuken 16:31)
“Met rechtvaardigheid kan ik nooit zoveel. Ik ben zelf een groot aanhanger van een verhaal in de Bijbel dat Jezus vertelt over de terugkeer van de verloren zoon. Die gelijkenis zet rechtvaardigheid in een heel ander perspectief. In het verhaal is er een oudste zoon die hard z’n best doet en een jongste zoon die er een zootje van heeft gemaakt. Wij denken: als iemand iets verkeerd doet, dan moet je die op z’n donder geven, maar de vader in dat verhaal beloont juist die jongste zoon. Dat is heel erg onrechtvaardig voor die andere zoon die wel z’n best doet, zou je denken. Juist dat vind ik zo fantastisch aan Jezus: Hij laat je altijd anders kijken naar dingen waarvan jij dacht: dat is toch heel helder? Maar wat Jezus duidelijk maakt, is dat het helemaal niet gaat om een optelsom van wat je allemaal wel en niet hebt gedaan. Het gaat erom dat je van elkaar houdt, dat je er voor elkaar bent. Dus als God een God is zoals die vader die niet bijhoudt wat je goed of fout hebt gedaan, als ik God op die manier kan zien en begrijpen, dan kan ik daar wat mee.
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Ik moet denken aan een tatoeage die ik nog wil zetten. Dat is 1313, verwijzend naar het Bijbelvers 1 Korintiërs 13:13: ‘Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.’ Liefde gaat niet over knuffelen, maar in elk aspect van je leven voortdurend de ander zien en voorbijgaan aan je eigen belangen. Ik ben gewoon een eikel en daar heb ik ook mee te dealen, maar op deze manier probeer ik dat een beetje recht te breien.
Ouderdom vind ik wel een ding. Als je 54 bent, ben je over dat heuveltje heen. Dat het een kroon is, vind ik interessant. Als je ouder bent, zie je pas hoe mooi het was om jong te zijn. Ik zou nu heel graag 25 zijn met wat ik nu allemaal weet. Dan zou ik zoveel meer uit het leven hebben gehaald. Ik zou me veel meer hebben overgeleverd aan de momenten die voorbijkwamen. Ik zou met veel meer overgave hebben gedanst, veel minder bezig geweest zijn met hoe de mensen mij zien. Nu denk ik: ik vind het lekker om dit te doen en dan doe ik het gewoon. En dat zou ik de 25-jarige Kefah heel erg gunnen. Dus in die zin is ouderdom een kroon, maar ik zou deze graag op het hoofd zetten van die 25-jarige Kefah. Hem had ik graag die kroon gegund: die kroon van weten, van ervaring, van vallen en opstaan, al die dingen die je leert als je ouder wordt.”
Welke spreuk inspireert jou?
‘I’m not dead yet’
“Ik zeg altijd dat ik categorisch en principieel tegen doodgaan ben, want ik vind het leven geweldig! Daarom heb ik deze lijfspreuk van een bandje uit de jaren tachtig. Het is voor mij een aansporing om te leven, om het leven op te slurpen als een oester. Ik weet dat aan het eind van het pad de dood is, dat is een zekerheid, maar ten diepste wil ik niet dood. In mijn geloofsleven speelt de vraag of er leven na de dood is helemaal geen rol, terwijl ik die vraag wel altijd aan mijn gasten in De Kist stel. Voor mij is het totaal irrelevant en niet belangrijk. Ik ben daar ook veel te veel een ‘hoofd-mens’ voor. Ik kan dat niet beredeneren, een hemel hierna. Ik kan wél een hemel op aarde creëren, daar kan ik handen en voeten aan geven.”
Kefah Allush
Gezinssituatie: Kefah is getrouwd. Uit een eerdere relatie heeft hij een dochter (31) en Kefah’s partner een zoon (34). Samen hebben ze een zoon van 24.
Beroep: Presentator van televisie- en radioprogramma’s en auteur van het boek De munt van Judea.
Levensloop: Kefah begint zijn carrière in 1987 als redacteur bij de educatieve omroep Feduco en Omroep Rotterdam. In 2009 komt hij bij de EO en is daar programma-maker en televisiepresentator. Hij maakt onder meer de programma’s De Kist, Oases in de Oriënt, Mijn vlakke land en De middag van ’44. Ook is hij te horen als presentator van het NPO Radio 1-programma Dit is de Dag. In 2019 won hij de Sonja Barend Award voor zijn interview in De Kist met oud-commandant der strijdkrachten Peter van Uhm.
Tekst: Jeannette Coppoolse
Beeld: Nienke van Denderen