René (32) kreeg een donorlever – met daarin kanker
Nieuw leven én kanker via een donororgaan
gisteren · 14:59| Leestijd:7 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Visie digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
René Ruizendaal (32) heeft in zijn leven al veel tijd in ziekenhuizen doorgebracht. Door de jaren heen wordt hij geconfronteerd met verschillende medische tegenslagen. Toch blijft René door alles heen optimistisch. Na een tweede levertransplantatie lijkt zijn nieuwe leven eindelijk begonnen. Tot hij opnieuw verschrikkelijk nieuws krijgt.
René wordt geboren in Spakenburg als het vijfde kind in het gezin Ruizendaal. Bij zijn geboorte feliciteert de arts zijn ouders met hun 'oergezonde Hollandse zoon'. Een onbezorgde kraamtijd volgt, maar die duurt niet lang. René vertelt: “Toen ik ongeveer zes weken oud was, begon mijn huid geel te kleuren. Normaal gesproken verdwijnt dat vanzelf. Maar in mijn geval volgde een ziekenhuisopname. Na diverse onderzoeken bleek dat ik een leveraandoening had: galgangatresie.”
Wat is galgangatresie?
“De operatie was geslaagd, maar de artsen gaven aan dat een levertransplantatie op termijn onvermijdelijk zou zijn,” vertelt René. “Mijn lever zou het uiteindelijk begeven. Mijn omgeving maakte zich grote zorgen. Mijn oma zei toen: ‘Een kind van veel gebed en tranen laat God niet zomaar gaan.’ Die woorden zijn mijn ouders altijd bijgebleven.”
Uitvalverschijnselen
Lange tijd gaat het goed. Maar in 2015 krijgt René opnieuw klachten. “Ik kreeg weer een gele huid en had last van ondraaglijke jeuk. Duidelijke signalen dat mijn lever het zwaar had.” Onderzoek bevestigt dat zijn lever begint te falen en dat een transplantatie nodig is. René komt op de wachtlijst. “Ik heb vier maanden moeten wachten op een geschikte lever. In die tijd lag ik geregeld in het ziekenhuis met ontstekingen en complicaties. Het was een zware tijd.”
Transplantatie
René wordt met spoed opgenomen voor transplantatie. Alles staat klaar, maar de lever wordt uiteindelijk afgekeurd. Teleurgesteld gaat hij naar huis, opnieuw in afwachting. Op 2 februari 2016 volgt dan eindelijk het verlossende telefoontje: er is een nieuwe lever. De operatie slaagt en René kijkt vol vertrouwen vooruit.
Zestien weken lag ik in het ziekenhuis
“Ik voelde me fantastisch en kon weer alles. Maar vier maanden later ging het mis. Na een fietstocht voelde ik me beroerd en kreeg ik hoge koorts. Ik werd opnieuw opgenomen. Een abces op de lever werd ontdekt. Normaal is dat te behandelen, maar bij mij lukte dat niet. Zestien weken lag ik in het ziekenhuis met koorts, ontstekingen en bloedvergiftiging. Gelukkig kwam ik meteen op de spoedlijst.”
Genezing van het hart
In september 2016 wordt opnieuw een lever gevonden. Dit keer lijkt alles goed te gaan en René herstelt snel. In september 2017 schrijft hij op Facebook: ‘Vandaag is het precies een jaar geleden dat ik mijn tweede donorlever heb mogen ontvangen. Ik heb veel meegemaakt, maar ook Gods liefde mogen ervaren. Wat een geweldige God was Hij toen en is Hij nu nog steeds. Zijn liefde kent geen grenzen. Als je mij vraagt wat genezing is, zeg ik: genezing van het hart is de mooiste die er is.’
Verbijsterend nieuws
René geniet weer van het leven. Wielrennen is zijn grote passie. Maar in mei 2018 krijgt hij opnieuw koorts. “Ik dacht: ‘heb ik niet al genoeg gehad?’ Na diverse onderzoeken kwam het schokkende nieuws. In mijn donorlever zat een kwaadaardige tumor. Ik was verbijsterd, verdrietig en boos. Hoe kan het dat ze mij een lever met kanker gaven? Hoeveel pech kan iemand hebben?”
Uitzaaiingen
Ondanks de zware klap wil René blijven vechten. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor zijn dierbaren. De artsen stellen voor om de tumor operatief te verwijderen. “Ik was dolblij toen ik hoorde dat er geen uitzaaiingen waren. Ik ging met goede moed de operatie in.”
Tijdens de ingreep stuiten de artsen echter op een nare verrassing: de kanker blijkt toch uitgezaaid, ook naar zijn maag. Er is geen genezing meer mogelijk. Alleen levensverlengende chemotherapie is nog een optie. René wordt ook aangemeld voor een experimentele behandeling. Omdat de kankercellen afkomstig zijn van de orgaandonor, stoppen de artsen met de afstotingsmedicatie, in de hoop dat zijn lichaam de vreemde cellen zal aanvallen.
Prognose
“Het is loodzwaar,” vertelt René. “De ene dag gaat het goed, de andere dag snap ik er niets van. Heb ik niet genoeg meegemaakt? De experimentele behandeling is het enige sprankje hoop dat ik nog heb. De artsen zeiden voorzichtig dat de prognose rond een jaar ligt. Maar in een hoekje gaan zitten? Dat past niet bij mij.”
Kanker door orgaan van donor
Leven in het nu
“Je moet eigenlijk niet vragen naar een prognose,” zegt René tot besluit. “Leef gewoon nu. Maar wees ook eerlijk: ergens houdt het op. Ik ben realistisch. En ik weet dat ik straks naar een betere plek ga. Gelukkig ben ik nog niet aan bed gekluisterd en kan ik nog fietsen. Daar ben ik dankbaar voor. Tel je zegeningen!”
Afscheid van een geliefde zoon en broer
René’s verhaal eindigt niet bij zijn overlijden. In de uitzending van Ik mis je vertellen zijn moeder en zus over die laatste, intense periode van zijn leven en het afscheid dat hen voor altijd bijblijft.
Zijn moeder vertelt hoe René, ondanks alles, tot het laatst toe hoopvol en strijdlustig bleef. Maar ook hoe zwaar het voor hem werd, lichamelijk én geestelijk. “Hij was op. Geestelijk en lichamelijk op. En dan zei hij: ‘Ik ga naar een betere plek. Daar is geen pijn meer. Geen lijden.’”
Jouw problemen zijn oplosbaar, die van mij niet meer
Maar René had uiteraard ook zijn kwetsbare momenten. Tegen zijn zus zei hij in een zware ziekenhuisperiode: 'Jouw problemen zijn oplosbaar, maar die van mij niet meer.’ En: ‘Ik had ook dromen. Ik had ook graag willen trouwen. Een gezin willen hebben. Maar dat zit er voor mij niet meer in.'
Zijn moeder vertelt in 'Ik mis je' hoe zwaar het was om haar zoon te zien lijden. “René vond het verschrikkelijk. Hij zei: ‘Jullie moeten mij naar het graf brengen. Het hoort andersom te zijn.”
Op de dag van zijn overlijden kon ze hem nog vasthouden. “Ik zei: ‘Ga maar, jongen. Het is goed zo. Je hebt je strijd gestreden.’ Hij blies zijn laatste adem uit. Zo rustig. En er kwam zo’n vrede over zijn gezicht. Alsof hij zei: het is goed.”
We hebben hem zelf in de kist gelegd
De familie nam afscheid in liefde. “We hebben hem zelf gewassen, aangekleed, in de kist gelegd. Alles met het gezin. Dat is ons zó dierbaar.” Tijdens de afscheidsdienst klonken René’s geliefde liederen. Het lied ‘Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer, mijn God, hoe groot zijt Gij’ werd gezongen. “In het ziekenhuis zong hij dat vaak mee, hand op zijn hart, huilend. Dat lied raakte hem diep.”
En nu? “Het gemis is er. Dat blijft. Maar ik weet: hij is ons voorgegaan naar de hemel. Hij heeft geleden, maar nu is hij vrij. En dat geeft troost.”