Ze was altijd al een harde werker. Haar werk als docent HBO-v deed Nel Ruitenberg secuur en goed voorbereid. Ook thuis zorgde ze er voor dat alles tiptop in orde was. Altijd was ze in de weer. Ze wilde vooral dat haar twee zoons tijdens hun kindertijd niets tekortkwamen.
“Eigenlijk ontspande ze vooral op zondag,” vertelt zoon Romhild (51). “Dan was ze vrij van werk en van alles dat ze thuis wilde doen. “En tijdens vakanties natuurlijk, maar verder was ze altijd bezig. Ze toonde haar liefde vooral door hard voor ons te werken en goed voor ons te zorgen. Als mijn skateboard weer eens stuk was, reden we samen naar de winkel in Zeist. Niets was haar te gek - we zijn als kinderen best verwend. Ze vond het ook belangrijk dat we er netjes uitzagen, dus kocht ze vaak kleding voor ons.”
Het laatste woord
In ‘Het Laatste Woord’ delen nabestaanden het laatste gesprek, appje of moment met een overleden dierbare. Persoonlijke verhalen over het afscheid én het leven ervoor. Over liefde, herinneringen en de woorden die blijven hangen.
Sloffen
Als Nel met pensioen gaat, hoopt Romhild dat ze het wat rustiger aan kan gaan doen. Maar echt genieten kan ze niet. Ze krijgt depressieve klachten en begint wat moeilijker te lopen. “Nel, til je been eens op,” reageerde haar man wat geïrriteerd als ze sloffend door de kamer liep. Totdat blijkt dat Nel er niets aan kan doen: ze heeft Parkinson en gaat langzaam achteruit.
Enkele keren valt ze zo hard dat ze met een gebroken heup in het ziekenhuis moet worden opgenomen. Ze krijgt moeite met spreken en komt er vaak niet uit als ze iets wil vertellen. “Laat maar zitten,” zegt ze dan. Steeds vaker herhaalt ze dezelfde verhalen. Uiteindelijk blijkt ze ook dementie te hebben en komt ze in een verpleeghuis terecht.
Ik vertelde meestal dezelfde dingen: dat het goed ging me de kinderen. Maar vaak begreep ze me niet
Op bezoek
“Mijn moeder was altijd zo’n krachtige en deskundige vrouw geweest, met wie ik goede gesprekken kon voeren. Maar inmiddels ging dat niet meer”, vertelt Romhild. “Mijn vader bezocht haar trouw elke dag en ik zorgde ervoor dat ik er was als hij er ook was. Met lood in mijn schoenen liep ik de trap op naar de etage waar ze woonde. Ik vertelde meestal dezelfde dingen: dat het goed ging me de kinderen. Maar vaak begreep ze me niet.”
Afscheid
Als Romhild met zijn gezin een paar dagen naar Brugge gaat, besluit hij eerst nog even bij zijn moeder langs te gaan. Anders dan anders besluit hij er nu ’s morgens naartoe te gaan, zodat hij alleen met haar kan zijn. “Ze lag in bed, behoorlijk verzwakt. Ik hield mijn hoofd vlak naast het hare en zei dat ze altijd zo’n lieve moeder voor me was geweest. Onverwacht haalde ze haar broze, dunne arm onder de deken vandaan. Ze keek me aan en streek zachtjes met de rug van haar vingers over mijn wang. Het duurde misschien een halve minuut. Maar ik voelde zo’n diepe erkenning: ze weet wie ik ben. Ik ben haar kind, zij is mijn moeder. Dat gebaar had zoveel zeggingskracht. Voor mij waren dit als het ware haar laatste woorden voor mij.”
Ik voelde zo’n diepe erkenning: ze weet wie ik ben. Ik ben haar kind, zij is mijn moeder
Rechtop gezet
Enkele dagen later overlijdt Nel. Tijdens de afscheidsdienst klinkt het lied ‘Witter dan sneeuw’ van The Psalm Project:
Laat mij weer juichen, weer dansen in ‘t licht Laat mij weer leven voor Uw aangezicht
Romhild: “Tijdens de dienst heb ik verteld dat mama het moeilijk had gehad tijdens haar leven. Maar ook over een droom die ik had: ik kwam bij haar en zag dat ze weer de stralende en charmante vrouw was die ik me herinnerde uit mijn kindertijd. Ik vroeg haar: ‘Mama, hoe kan dit?’ Ze pakte mijn hoofd en kuste me. Toen werd ik wakker. Voor mij was dat de bevestiging dat ze weer rechtop gezet is. Ze mag juichen en dansen. Ze leeft voort voor het aangezicht van God.”