Graceland-directeur Gerda van Veen: 'Ook al had ik een wild leven, ik had God niet losgelaten'
Persoonlijk verhaal
12 maart 2025 · 12:00| Leestijd:12 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Gerda van Veen groeide op in een ‘traditioneel gereformeerd’ gezin in Epe. Ze volgde, geheel in de lijn der verwachting, een opleiding tot verpleegkundige, maar worstelde zich daar los van dogma’s en tradities. Nu is ze directeur van Graceland Festival: “We creëren een plek van ruimte waar je onderweg mag zijn met jezelf, met de ander en voor wie wil met God.”
“Ik ben de enige uit ons gezin die het dorp heeft verlaten. Ik kan denk ik wel zeggen dat ik ‘anders’ ben. Ik ga graag mijn eigen weg. Mijn leven in Epe was heel overzichtelijk met familie, school en kerk. Als je als meisje goed kon leren werd je juf of zuster. Goed leren kon ik, dus ik ging verpleegkunde studeren. Op mijn zeventiende vertrok ik naar een zusterflat in Zwolle. Daar had ik een fantastische tijd. Niet vanwege de studie, maar vooral door alles eromheen.”
Wild leven
“Dat ik in Zwolle ging wonen, voelde voor mij als een bevrijding. Op zich ging ik altijd met veel plezier naar de kerk, maar ik merkte ook dat ik andere behoeftes had. Ik was alternatief. Ik droeg veel zwarte kleding en Dr. Martens en was niet echt mainstream in Epe in die tijd. In Zwolle ervoer ik veel meer ruimte om mezelf te zijn. Ik at voor eerst een pizza, ging voor het eerst naar de McDonald’s en zette mijn eerste tattoo. Ik had best een wild leven waarin ik veel uitging en vriendjes had, ik voelde me vaak gelukkig. Maar bij vlagen ook ongelukkig. Dat had te maken met het schuldgevoel dat aan me knaagde omdat ik nieuwe dingen probeerde. Was het mijn geweten? Was het God die me ergens van probeerde te overtuigen? Het belemmerde me in ieder geval om volop te kunnen genieten. Misschien was het wel daardoor dat ik in de eerste tijd best doorsloeg en later weer terug moest veren.
Directeur van Graceland Festival, Gerda van Veen, in Levensbepalend
Directeur van Graceland Festival, Gerda van Veen, in Levensbepalend
Ook al had ik een wild leven, ik had God niet losgelaten en kwam nog regelmatig in de kerk. Ik zat in een verwarrende tijd die bestond uit veel feesten en lol maken, maar ook uit zorgen maken. Op een zondag zat ik in de kerk achter een jongen met downsyndroom. Ik zat die dag behoorlijk in de stress over wat dingen. Tijdens een van de liederen draaide de jongen zich naar me om en terwijl hij me recht aankeek, zong hij: ‘Ik heb je lief met de liefde van de Heer.’ Dit kwam heel erg bij mij binnen. Het was precies wat ik nodig had. Ik miste God en de gemeenschap met andere christenen. Deze jongen voelde voor mij als een vertolking van Gods liefde die zei: ‘Ik houd van je zoals je bent.’ Dat raakte me heel erg. Het was voor mij een goddelijke boodschap, een omkeermoment. Niet dat mijn leven ineens een drastische wending nam, hoor. Maar vanaf dat moment ben ik meer gaan zoeken naar hoe ik mijn leven samen met God kon vormgeven en daarin ook mezelf kon blijven.”
Het roer om
“Vervolgens heb ik wel het roer omgegooid. Letterlijk. Ik vertrok met Mercy Ships naar Afrika. Mercy Ships is een christelijke organisatie die met twee ziekenhuisschepen medische hulp verleent aan mensen die leven in armoede en deze zorg niet kunnen betalen. De eerste maanden op het schip volgde ik de Bijbelschool DTS. Daarna ging ik aan boord aan het werk als verpleegkundige. We werkten met veel verschillende mensen uit allerlei culturen. Die tijd heeft me ontzettend veel gebracht. Ik leerde te werken vanuit gelijkwaardigheid, ongeacht iemands achtergrond. Ik ontwikkelde hier veel liefde voor de mens. En ik leerde hier nog iets. Namelijk dat het vak van verpleegkundige eigenlijk helemaal niet bij mij paste. Een vak waarin je zo specifiek bepaalde zorg moet verlenen, was niets voor mij. Lange tijd leefde ik met schuldgevoelens, omdat ik niet het pad bewandelde dat vanuit mijn achtergrond van mij verwacht werd. Maar langzaam begon ik daar afscheid van te nemen. De kern die overbleef was voor mij: God is liefde, daarmee kun je een heleboel verschillen overbruggen.
Ik bedacht dat we als christenen soms veel te lief zijn
Toen ik me weer op het vasteland begaf, raakte een vriendin van mij, met wie ik veel contact had, verslaafd. Ze werd opgevangen in een christelijke zorginstelling, maar dat ging helemaal niet goed. Hoe schrijnend het ook was, ik vond het allemaal reuze interessant. Ik bedacht dat we als christenen soms veel te lief zijn. Dit moest zowel professioneel als zakelijk beter kunnen, vond ik. Daarop besloot ik social work te gaan studeren.”
Combinatie kracht en mildheid
“Nadat ik afgestudeerd was, kwam ik in contact met vijf politieagenten die bezig waren om verslavingszorg vanuit een christelijke identiteit op te zetten. Samen met hen heb ik stichting Terwille opgezet. Ik was de allereerste betaalde kracht, inmiddels werken er zo’n 120 medewerkers. Eerst was ik vooral uitvoerend, later groeide ik vanzelf door naar een leidinggevende rol. Leidinggeven doe ik nu nog steeds, maar dan op interim-basis. Dat doe ik voornamelijk op directieniveau. Maar wel altijd vanuit gelijkwaardigheid. Ik denk dat de tijd van hiërarchisch leiderschap wel achter ons ligt. Ik geloof dat we veel meer gebaat zijn bij dienend leiderschap. Ik probeer in mijn werk altijd de combinatie te vinden tussen kracht en mildheid, coachend, maar ook zakelijk en duidelijk als het nodig is. Als je op een leidende positie zit, vinden mensen daar vaak wat van. Daarom is het belangrijk om als leider stevig in je schoenen te staan. En om als vrouw ook echt je vrouwelijke eigenschappen in te zetten. Zelf heb ik de neiging om m’n spierballen te tonen en me schrap te zetten als ik leidinggeef. Maar dat is eigenlijk een heel masculiene leiderschapsstijl. Ik heb nooit vrouwelijke rolmodellen gehad op dit gebied. Dan ga je al snel mannelijke leiders kopiëren en grote woorden gebruiken. Wanneer je meer je vrouwelijke kant naar voren laat komen, ben je zachter, intuïtiever en kwetsbaarder. Ik vind het superwaardevol om juist ook die kant te integreren in mijn leiderschapsstijl en zo authentiek te kunnen zijn.
Eva Nieuwsbrief
Schrijf je in voor de Eva nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag automatisch een selectie van levensverhalen, artikelen over mentale weerbaarheid, gezondheid en liefde & relaties in je inbox.
Lees onze privacyverklaring.
Vrouwelijk leiderschap
Ik verdiep me heel bewust in ‘vrouwelijk leiderschap’. De podcast New Female Leaders heeft me veel mooie inzichten gegeven. Vrouwen worden steeds meer onderdeel van het systeem dat vooral mannelijk gedreven was. Ik zeg niet dat mannen het fout doen en vrouwen goed, of andersom, maar het systeem is heel masculien ingericht. Daarom is het volgens mij ook belangrijk dat directies, besturen en raden voor minimaal dertig, veertig procent uit vrouwen bestaan. Vrouwen mogen zich wel wat meer bewust zijn van hun vrouw-zijn als ze leidinggeven. Dit doe je door dicht bij jezelf te blijven. Dat probeer ik zelf ook. Ik heb echt niet alleen maar zachte kanten, ik kan heel zakelijk en resultaatgericht zijn. Deels zit dat in mijn karakter, deels is het mijn copingstrategie geworden doordat ik best wat heb moeten bevechten in mijn leven. Zo was ik de eerste in mijn familie die, tegen de norm in, bleef werken toen er kinderen kwamen. Mijn ouders en mijn schoonouders konden hier niet achter staan en wilden niet op onze kinderen passen ‘omdat ik zonodig moest werken’. Ik heb dat heel moeilijk gevonden. Ik worstelde met schuldgevoelens richting mijn kinderen en met twijfel over of ik wel een goede moeder en vrouw was. Als je decennialang de boodschap hebt meegekregen dat bepaalde keuzes bij het leven horen, en je gaat daarin een andere weg, dan is het heel lastig om daar in één keer goed mee om te gaan.”
‘Vrouwen mogen zich wel wat meer bewust zijn van hun vrouw-zijn als ze leidinggeven’
Graceland Festival
“Ik heb vaak momenten in mijn leven gehad waarop ik dacht: ik ben geen christen meer, omdat ik me anders voelde dan andere christenen. Maar dan kwam ik in de zomer weer op het Flevo Festival, een christelijk festival met muziek, sprekers, theater en meer. Dit was ook een christelijke omgeving, maar anders dan ik gewend was. Ik ervoer hier alle ruimte om mezelf te zijn. Het Flevo Festival werd voor mij een belangrijke plek om ieder jaar weer bij te tanken. Toen ik kinderen kreeg, gingen die gewoon mee. Zij namen op hun beurt ook weer vriendjes mee, of ze nou kerkelijk waren of niet. Ik ben hier in totaal 27 keer geweest en toen stopte het. Dat vond ik echt heel jammer. Het festival overbrugde een gat tussen kerk en wereld. Het was een plek waar je God mocht vinden in plaats van moest vinden. Dat het stopte, vond ik een groot gemis. Daarom ben ik samen met twee vrienden in het gat gestapt dat was ontstaan en hebben we Graceland Festival opgericht. Een vierdaags cultureel evenement, geïnspireerd vanuit een christelijke bron. Graceland is een plek van ruimte, waar je onderweg mag zijn met jezelf, met de ander en voor wie wil met God. Je vindt er inspiratie en vrijheid om jezelf te zijn. Er zijn zo veel mensen die zich buiten de kerk voelen vallen. Voor hen willen we een veilige plek bieden.
Ik heb vaak momenten gehad waarop ik dacht: ik ben geen christen meer
Buitensluiten gebeurt helaas nog volop in de kerk: homoseksuelen die hun leven lang horen dat homo-zijn niet de bedoeling is, iemand die samenwoont en daarom niet meer mee mag spelen in de band van de kerk, ik vind het om te huilen. Ik twijfel overigens niet aan de intenties van de mensen in de kerk. Maar dat is tegelijk het trieste: ze zijn er echt van overtuigd dat het goed is om deze mensen van bepaalde posities te weren. Als je naar de kerkelijke geschiedenis kijkt, dan zie je dat we er wel vaker naast hebben gezeten: 120 jaar geleden vonden we het ook een heel goed idee dat zwarte en witte mensen ieder naar hun eigen kerk gingen, dat kun je je nu niet meer voorstellen. Of gescheiden mensen die niet aan het avondmaal mochten, maar nu gewoon de aanbidding staan te leiden op het podium. En wat dacht je van de positie van de vrouw? Ik denk dat het met onderwerpen als homoseksualiteit en samenwonen net zo gaat. Over een aantal jaren kijken we terug en kunnen we ons hopelijk niet meer voorstellen dat we ooit zo hebben gedacht. Ik vind dat je voorzichtig moet omgaan met dit soort onderwerpen en met je oordeel hierover, zeker als het niet over jezelf gaat. Steeds minder mensen kunnen zich verbinden met het mooie verhaal van God. Als je mensen buitensluit, ben je mijns inziens bezig met de verkeerde dingen. Ik vind dat heel moeilijk. Ik knap erop af en word er rebels van.”
Hoop vinden in de natuur
“Ik denk dat we op Graceland af en toe best kunnen schuren. En ik denk ook dat dat nodig is als je kijkt naar de leegloop van kerken. Mensen hebben een enorme behoefte om weer te verbinden met een verhaal. Het verhaal van God is zo krachtig en inclusief, dat is het verhaal dat wij proberen neer te zetten. Misschien lopen we daarmee soms op het randje, of met een teentje eroverheen. Maar ik denk dat Gods genade en liefde groot genoeg zijn dat we dat wel kunnen lijden. Wij blijven heel bewust kijken naar wat er gebeurt in de maatschappij en hoe we dat kunnen samenvoegen met Gods liefde. Kunst en cultuur spelen daar voor mij een heel belangrijke rol in. Net als duurzaamheid en natuur. Ik geloof dat God deze schepping heeft gemaakt voor ons om ervoor te zorgen. In de natuur kan ik me heel erg verbonden voelen met God. Ik vind er hoop in. Alleen al als je bedenkt dat er na de nacht weer een dag komt, het wordt altijd weer licht. Of de seizoenen: in de herfst sterft alles af, in de winter is het dood, in het voorjaar komt er weer nieuw leven, dat in de zomer volop tot uiting komt. Daar zit een hoopvolle, goddelijke boodschap in. In de donkere tijden van mijn leven voel ik me door de natuur verbonden met God.”
‘In de donkere tijden van mijn leven voel ik me door de natuur verbonden met God’
Stilgezet door een herseninfarct
“Een moeilijk moment was in 2017. Op een ochtend werd ik wakker en mijn linkerarm deed het niet meer. Later ging ook mijn mondhoek hangen. Ik bleek een herseninfarct te hebben gehad. Ik vond dit moeilijk te begrijpen. Ik was in de kracht van mijn leven en leefde hartstikke gezond. Het maakte me boos. Ik was bezig met goede dingen, deed enorm mijn best, werkte veel. Dit verdiende ik toch niet? Waarom overkwam mij dit? Later kwam ik erachter dat gezondheid ook maar een gift is, en niet iets waar je recht op hebt. Ik leerde noodgedwongen mijn voet van het gaspedaal te halen. Ik werkte wel zestig, zeventig uur per week en deed alles tegelijk. Na mijn infarct kon ik dat niet meer aan. Ik heb geleerd om meer stil te staan en te genieten van wat er om mij heen gebeurt. Het heeft mij uiteindelijk meer lucht gegeven. Ik ontdekte dat lijden onderdeel is van het leven. Dat bracht ontspanning. Lijden was niet langer iets wat ik weg hoefde te duwen. Je mag het erkennen en aandacht geven. Daarnaast mag je ook gewoon genieten en vieren. Rouwen en vieren horen er allebei bij.”
Van festival naar gemeenschap
“Als ik denk aan wat ik zou willen voor de toekomst, dan zou ik graag nog beter willen worden in verstillen. Stilstaan. De tijd nemen om te lezen en te wandelen. Leven met de seizoenen. Daarnaast zie ik dat Graceland steeds meer een nieuwe vorm van een geloofsgemeenschap aan het worden is met meerdere evenementen door het jaar heen. Ik geef mezelf de komende jaren de tijd om hier met veel passie vervolgstappen in te zetten. Van festival naar gemeenschap. Maar dat doe ik niet meer in zestig uur per week.”
Biografie
tekst: Francien van der Valk