Duurzaam genieten: kan dat eigenlijk wel?
Naar een nieuwe onschuld
20 juni 2024 · 10:48| Leestijd:15 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Genieten. Het is anno 2024 een beladen woord, dat alleen nog lijkt te rijmen op ‘vernietigen’. Als 21e-eeuwers zijn we bijna alwetend, we kennen het goed en het kwaad van geitenkaas tot palmolie en van slavink tot avocado – en we krijgen het allemaal op ons bordje. Maar als alles naar schuld smaakt, hoe kunnen we dan nog genieten? Schrijfster Liesbeth Goedbloed gaat te rade bij natuurbeschermer Merijn van den Hoogenhoff en bij dierenactivist, politica en theologe Marianne Thieme.
Zestien jaar geleden begon mijn groene leven met de aanleg van een moestuin. Ik schreef erover: hoopvolle verhalen, alsof het paradijs zich om de hoek bevond en ik er nooit uit verdreven kon worden.
Sinds die tijd is er veel veranderd. Stukje bij beetje verloor ik mijn vertrouwen in het paradijs en een bepaalde groene moeheid trad in. Ik streefde het nog wel na, al die groene ambities. Ik hield mijn auto een maand lang uit de keuring om te kijken of ik het zou redden zonder. Ik kocht een vastentijd lang geen vlees, ging op fietsvakantie, verstookte een kwart minder gas, zocht een werkplek dichter bij huis. Maar de geest – de hoopvolle, lichtvoetige geest – was eruit en ik wist niet goed waarom. Was ik te streng voor mezelf geweest? Had ik te vaak het gevoel gehad dat ik alleen stond in mijn natuurliefde? Of was ik vooral teleurgesteld in mezelf, omdat het me, na drie mislukte pogingen, nog steeds niet gelukt was om vlees af te zweren? Hoe dan ook: het echte groene genieten was eruit.
Kleine stapjes
Voor nieuwe bevlogenheid klop ik aan bij Merijn van den Hoogenhoff: beheerder van natuurbezoekerscentrum Klein Profijt, maar ook muizenkenner, plasticruimer, autodidact en recordhoudend uilenballenpluizer. Hij komt allereerst met een erkenning van mijn ontmoediging: “Ik snap wel dat je de moed verliest. Er zit zo veel gemakzucht in onze maatschappij, het hele systeem is erop ingericht dat alles vanzelf komt.”
Waar haalt Merijn dan toch die bevlogenheid vandaan? “Wat mij overeind houdt, is hoop. Ik heb een mateloos vertrouwen in de natuur: die redt het wel. Het kan zijn dat de mens het niet redt, maar die gedachte slaat me niet lam. Ik vind het belangrijk dat iedereen de dingen doet die hij kan doen.”
Merijn van den Hoogenhoff
Wat mij overeind houdt, is hoop. Ik heb een mateloos vertrouwen in de natuur: die redt het wel.
Maar hoe haal je mensen dan over tot een duurzamer bestaan zonder hun bij voorbaat de moed te benemen of een verlammend schuldgevoel te bezorgen? Merijn: “Je moet gewoon niet te ambitieus willen zijn. Je kunt nu eenmaal niet van jezelf verwachten dat je van maandag op dinsdag 100% duurzaam kunt gaan leven. Dat hoeft ook niet. Kijk gewoon wat duurzamer kan. Elke stap is er één. En als jij twee, drie stappen zet, volgen er vanzelf meer, want het is leuk. Neem plasticrapen. Lekker buiten bezig zijn en weten dat de dieren geen last meer hebben van die zooi. Daar kan ik de lol wel van inzien. En ook kleine dingen helpen. Eén dag geen vlees eten heeft al heel veel impact. En het moet niet, hè? Het mag! Zelf zie ik het als een spel. Een noodzakelijk spel, dat wel, maar het moet wel leuk blijven.”
Vrede met de dieren
Leuk, leuk? Is leuk niet juist het probleem? Leuk en lekker zorgen vaak voor kortetermijnoplossingen die langetermijnproblemen creëren. Stel nou dat ik vegetarisch eten helemaal niet leuk vind, of maar een paar dagen per week? Wat dan?
Merijn: “Ik zou je zeggen wat het mij heeft opgeleverd. Als ik buiten loop en er schiet een haas voor me weg of er vliegt een vogel op, dan zeg ik altijd: ‘Je hoeft niet weg te vliegen, hoor, ik eet je echt niet op.’ Dat geeft me zo’n goed gevoel – nog steeds, na al die jaren.”
Ik denk aan het Bijbelse scheppingsverhaal, aan Adam en het paradijs. Daar lees ik ook niets over vluchtende dieren. Wel over Adam die alle dieren namen gaf: de vogels, de wilde dieren en de tamme. En namen geef je alleen aan degenen met wie je een persoonlijke band hebt. Je kinderen, je huisdieren, aan je geliefde een koosnaam. Waren de dieren en de mens toen nog vrienden? Er werd in elk geval geen vlees gegeten in het paradijs.
Liesbeth Goedbloed
Als ik een ander mens iets toegewijder zie doen dan ik het zelf doe, dan voel ik me al snel de mindere.
Het hele onderwerp ‘vlees eten’ roept irritatie, schuldgevoel, schaamte, jaloezie en weerzin op en die melange van negatieve gevoelens – noem het een ‘schuldreflex’ – is misschien wel het grootste struikelblok voor duurzaam genieten. Als ik een ander mens iets overtuigender, toegewijder, liefdevoller zie doen dan ik het zelf doe, dan voel ik me al snel de mindere: alsof ik achterblijf, alsof ik schuldig ben, alsof ik me minder verantwoordelijk zou voelen, minder liefde zou koesteren. Het gedrag van de ander voelt als commentaar op mijn gedrag. Ik denk dan soms zachtop wat anderen op social media hardop zeggen. Onvriendelijkheden in de trant van: “Je denkt toch niet dat je beter bent dan wij?”
Toch blijft die paradijsdroom aanlokkelijk. Een oude herinnering komt bovendrijven. Een krantenartikel dat ik ergens in de jaren negentig las: wetenschappers hadden een vallei ontdekt, een plek waar de dieren nog nooit mensen hadden gezien. Ook daar kwamen de dieren naar de wetenschappers toe, zonder enige angst. Het klinkt als een droom: dieren die niet vluchten. Een droom die ook de Bijbelse profeet Jesaja opschreef: ‘De wolf zal neerliggen naast een lam.’ Maar Jesaja kon makkelijk dromen – die had nooit torenflats, een oprukkende Randstad en in plastic gestikte dieren gezien. De 21e-eeuwse realiteit is hard en anders. Het is een realiteit waarin ik – gebukt onder schuldgevoelens, dat dan weer wel – nog steeds vlees eet. Een realiteit die mijn 14-jarige dochter de moed beneemt.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Bevlogen of onverschillig
Op een avond, na het eten, oogt ze terneergeslagen. Ik vraag haar wat er is. “Het komt niet goed”, zegt ze. “Met de natuur. Volgens mij denk jij nog dat het goed kan komen. Maar het komt niet goed. Het kan namelijk helemaal niemand echt wat schelen.”
Ik probeer haar gerust te stellen. Vertel haar dat er op dit moment zo veel mensen zijn – slimme, vindingrijke, toegewijde, creatieve mensen – die allemaal op hun eigen manier aan dit probleem werken. Dat al die kleine beetjes bij elkaar tot iets groots gaan leiden. Ik schotel haar een NRC-interview met klimaatjurist Roger Cox voor. Kijk maar, ze zijn er wel: de mensen die het echt wat kan schelen. Lees maar. Echt. We moeten gewoon allemaal onze bescheiden bijdrage blijven leveren.
Ze leest het interview. Klimaatzaken tegen Shell, tegen de Nederlandse overheid, de Belgische overheid. “Kun je een proces aanspannen tegen de overheid?” vraagt ze en er klinkt hoop in haar stem. “Ja, dat kan.” En ik citeer Roger Cox: “Ergens moet een mens een keer zeggen: tot hier en niet verder en nu kun je het krijgen.” Ze knikt, is maar half overtuigd, gaat aan haar huiswerk. Met een spoortje nieuwe veerkracht.
Medeschepselijkheid
Als het gaat om duurzaam genieten lijken de onderwerpen ‘vliegen’ en ‘vlees eten’ de heetste hangijzers. Omdat eten een keuze is die je elke dag maakt, concentreer ik me even op het vlees. Ik klop nogmaals aan bij iemand die mij qua idealisme imponeert en nooit opgebrand lijkt te raken: dierenbeschermer en oud-politica Marianne Thieme. Ze studeerde theologie en is bezig met een promotieonderzoek over de vraag: ‘Hoe kan het Bijbelse narratief een nieuw antwoord vormen voor mensen die teleurgesteld zijn in het vooruitgangsgeloof van deze neoliberale wereld?’ Daarnaast geeft ze lezingen en maakt ze samen met haar echtgenoot Ewald Engelen de podcast Van alles de Waarde: een omkering van het gezegde dat economen van alles de prijs weten en van niets de waarde.
Marianne Thieme
Door de mens centraal te stellen schuif je God aan de kant.
“We kijken vanuit een menselijk perspectief naar de natuur: de aarde is van ons en voor ons, om erdoorheen te crossen, om leeg te vissen, om op te eten”, stelt Marianne. “Door de mens centraal te stellen schuif je God aan de kant. Als je de Schepper centraal zou stellen, dan telt zijn hele schepping mee en heb je daar respect voor. Dan beseffen we dat we onlosmakelijk verbonden zijn met alle andere schepselen. God heeft zowel een verbond gesloten met de mens als met de dieren; dat schept niet alleen een band, een bondgenootschap, tussen ons en de dieren, maar ook een verantwoordelijkheid voor ons.”
Hoe kun je duurzaam genieten? Kan dat überhaupt zonder schuldgevoel? “Wat niet werkt, is jezelf torenhoge eisen stellen om zo perfect mogelijk te zijn of enkel handelen vanuit schuldgevoel. Vanuit het gevoel van medeschepselijkheid en je vermogen tot liefde en mededogen, ben je intrinsiek gemotiveerd om geen leed of schade te veroorzaken. Daarbij geldt: beter inconsequent goed, dan consequent fout! Echt genieten is inclusief en zonder leed. Als je naar de bio-industrie en de visserij kijkt, dan is er sprake van groot leed: het moet allemaal zo goedkoop mogelijk en die productie gaat ten koste van boer, dier, milieu en zelfs van onze gezondheid. En niemand verdient er echt wat aan, dat is nog het erge; alleen grote bedrijven en banken!”
Tekst gaat verder onder het kader.
Tips om duurzaam te genieten
- Weg met al dat duurzame perfectionisme. Onvolmaaktheid hou je langer vol (en is dus duurzamer).
- Zet kleine stapjes. De verwarming een halve graad koeler. Eén dag zonder vlees. Je kunt niet in één stap de berg op, je kunt niet in één dag je hele leven verduurzamen. Eén zo’n stap kan je trouwens wel veel verder brengen: uit onderzoek blijkt dat als alle Nederlanders één dag in de week geen vlees eten, dat dat net zoveel CO2 bespaart als 1 miljoen auto’s van de weg halen.
- Vertrouw de weg. Na de eerste stap dient zich vanzelf de volgende aan. Leef naar de woorden van rabbi Ben Azzai: ‘De beloning van een goede daad is de volgende goede daad, en de beloning van de zonde is een volgende zonde.’
- Geluk zit in een klein hoekje. En het meeste geluk is gratis. Geniet met voorbedachten rade. Leef zintuigelijk. Bewoon je hele lichaam. Wie zijn ogen, oren, huid de kost geeft, hoeft maar in de zon te zitten, in de wind te lopen, naar de wolken te kijken om te genieten. Duurzaam zon- en windgenot.
- Vier wat je wel doet in plaats van je blind te staren op wat je (nog) niet doet.
- Verbind je duurzame doelen met iets wat voor jou echt betekenis heeft: je geloof, je kinderen.
Spirituele functie
Hoe kijkt Marianne als theoloog naar het eten van vlees? “In het Oude Testament waren de mensen herders: je doodde niet zomaar een dier uit je kudde. Vlees werd zelden gegeten, alleen koningen en aristocraten deden het regelmatiger. In de Bijbel is bovendien een lange lijst met verboden dieren opgenomen, dus je zou kunnen zeggen dat vlees eten sterk ontmoedigd werd. Logisch ook, want in Gods ideale wereld is er geen dood. En als er wel een dier gedood werd, dan was dat in het kader van een offer: om je fouten te belijden, om je bewust te blijven van het feit dat de dood in de wereld was gekomen door onze verkeerde keuzes, en om contact te zoeken met God, de eigenaar van alles wat leeft. De dood van een offerdier verwees ook altijd naar het toekomstige offer dat Jezus met zijn leven bracht. Door Hem kwam er een einde aan die dieroffers. Het eten van vlees had dus een spirituele functie. Het was beladen, het maakte zichtbaar dat de wereld niet is zoals zij moet zijn: dat dood en verdriet en zonde niet de bedoeling zijn.
Wij zijn dat gevoel helemaal kwijt: dat vlees eten beladen zou zijn. In Nederland worden nu per jaar 650 miljoen dieren gedood.” Hoe zouden mensen die intrinsieke motivatie, die medeschepselijkheid meer kunnen voeden? “Uiteindelijk zoek je toch ook naar: waar draait het leven om?”, zegt Roger in het NRC-interview. Voor hem is het antwoord duidelijk: relaties. “De relatie met jezelf, de relatie met je naasten en de relatie met je leefomgeving. En ik denk ook: de relatie met God, of een hogere macht, het universele. Als kind zag ik de natuur als God. Daar voel je wat je in de samenleving niet voelt. Alsof je dichter bij de bron van het bestaan bent. In de natuur gedraagt alles zich precies zoals het bestemd is.”
Marianne Thieme
Als je verlangt naar een vreedzame, rechtvaardige en liefdevolle wereld, dan horen daar dus alle schepselen bij.
Marianne: “Als je verlangt naar een vreedzame, rechtvaardige en liefdevolle wereld, dan horen daar dus alle schepselen bij. Als mensen kunnen we ervoor kiezen om rechtvaardig, liefdevol en met compassie te leven met de rest van de schepping. Op die manier maken we die nieuwe wereld, zoals God haar bedoeld heeft, al zichtbaar. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Weet je hoe makkelijk vegetarisch of plantaardig eten tegenwoordig bijvoorbeeld is?”
Verleiding
Ik denk niet dat het mogelijk is om gesprekken over vlees eten, over vliegen of over overconsumptie te voeren zonder de genoemde schuldreflex bij anderen of jezelf te triggeren. Die schuldreflex heeft te maken met de diep ingebrande wetenschap dat wij beter voor de aarde, voor de lucht, voor de dieren en voor elkaar zouden moeten zorgen. Tegelijk werkt schuldgevoel niet motiverend, het geeft je geen toegang tot je dromen: het maakt je strijdlustig en licht ontvlambaar, maar het raakt je hart niet, het zet je niet in vuur en vlam.
Roger Cox
Het is niet mijn taak om het leven van een ander te veroordelen.
Dat is misschien ook de reden dat klimaatactivist Roger Cox “echt waar” blij voor zijn vrienden is wanneer er bitterballen rondgaan terwijl de vliegvakanties worden besproken. Hij zegt in het NRC-interview: “Ik kan niet mensen hun levensplezier ontnemen. Tenminste, niet één op één. Dan houd ik niemand meer over. Ik kan er wel iets van vinden in algemene termen (…), maar is het niet mijn taak om het leven van een ander te veroordelen.”
Maar schuldeloos genieten, wat klinkt dat verleidelijk! Dat wil ik ook! Net als Merijn van den Hoogenhoff tegen schuwe dieren kunnen zeggen: ‘Ik eet je echt niet op!’ Net als Marianne Thieme geen vlees meer eten en leven alsof dat allemaal klaar en over en uit is: nieuwe vrede op een nieuwe aarde.
Het is een hooggegrepen ideaal, maar als we dit verlangen naar zielsvrede in onszelf aanwakkeren, staan we onszelf toe om dat schuldbeladen duurzaamheidsverhaal te herschrijven tot iets wat ons vleugels geeft. Wat ons helpt aan een geluk dat groter, dieper en weidser is dan we ooit in onze kleine, post-paradijselijke dromen mogelijk hadden geacht.
Genot of geluk
Ga je voor genot of ga je voor geluk? Ja, je kunt leven voor de kortetermijnverlangens, voor die leuke, verre vakantie, voor je lekkere trek. En dat mag ook, niemand zal het je verbieden. Maar je ‘betaalt’ dan ook de prijs van het schuldgevoel. Terwijl de kalmte van een schuldenvrij leven ook voorhanden is, je ook kunt kiezen voor vrede, voor het gevoel van vriendschap met de dieren.
Liesbeth Goedbloed
Ik wil ook fouten mogen maken, vallen en weer opstaan, en liever inconsequent goed zijn dan consequent fout.
Mijn voorstel zou zijn: niet leven vanuit schuld, maar vanuit verleiding. En ja, ik wil ook fouten mogen maken, vallen en weer opstaan, en liever inconsequent goed zijn dan consequent fout. En mezelf en anderen verleiden tot een duurzamer leven. Een goed vegetarisch kookboek in de ene hand, een verhaal over vrede in de andere hand.
Stapje voor stapje struikelen we verder. Samen. Als we maar in beweging blijven, komen we heus wel ergens. En wie weet gaat de poort van het paradijs dan vanzelf weer voor ons open.
Een ander paradijs
Intussen word ook ik verleid. In de week dat ik Marianne interview, word ik gevraagd een voedselbos te beheren: een verwaarloosd bos, aangekocht door een familie die nog niet weet wat de bedoeling is van die aankoop, maar wel vertrouwt dat dit bos een bedoeling heeft: dat er nog iets gered kan worden van het verloren paradijs.
Op een dag in maart betreed ik het bos om voor het eerst kennis te maken met de bomen en de dieren, en om het licht in ogenschouw te nemen. ’s Avonds schrijf ik op de eerste bladzij van mijn voedselboswachtersdagboek: “In de vochtige kelders van het kreupelhout vermoed ik reeënjongen, een roofvogel vliegt op en naast de populier die bemost en zoveelstammig opschiet als wilde hij in zijn eentje een bos beginnen, kijkt een hermelijn mij aan. Hij heeft een heel klein, heel wit wintergezichtje met zwarte oogjes en een muts en manteltje van bruin. Ik hoop dat de dieren mij gaan vertrouwen.”
Lezen, luisteren, kijken
- De vegetarische topkok Yotam Ottolenghi schreef meerdere geweldige kookboeken (Plenty, Plenty more, Flavour). Als je vaker vegetarisch wilt eten én wilt genieten, is hij je man.
- Wil je makkelijk, goedkoop en verrukkelijk vegetarisch eten? Dan kun je goed terecht bij Meera Sodha, topkokkin, foodcolumniste van The Guardian en bekend van boeken als Azië, Puur India en Diner.
- Luister de podcast Van alles de Waarde, waarin Marianne Thieme en Ewald Engelen met hun gasten in gesprek gaan over wat een betekenisvolle maatschappij is.
- River Cottage: in deze charmante BBC-serie neemt kok Hugh Fearnley-Whittingstall je mee in zijn zoektocht naar een zelfvoorzienend leven. Onorthodoxe en vrolijke duurzaamheid. Zijn bijnaam (Hugh Fearlessly Eats it all) zegt genoeg.
- De duurzaamheidsapp Fork Ranger beantwoordt elke dag een vraag over duurzaamheid en je krijgt heerlijke recepten cadeau. Een leuke manier om goed geïnformeerd betere keuzes te maken.
Tekst: Liesbeth Goedbloed
Beeld: Cracco Illustration