
PremiumChristelijk geloof geeft modeontwerper Maria Tailor rust en comfort: ‘Ik had het gevoel dat er meer was’
Interview
gisteren · 06:00| Leestijd:6 min
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Lees gratis verder
Meld je nu aan en krijg 3 maanden gratis onbeperkt toegang tot alle artikelen en digitale magazines van Eva.
Ondanks dat Maria Tailor (42) het geloof niet met de paplepel ingegoten krijgt, verdiept ze zich op latere leeftijd in religie. Ze is gefascineerd door de wijze lessen die er te vinden zijn. “Het zingen en bidden in de kerk zorgt ervoor dat ik nadenk over het leven.”
Tekst: Nathalie de Graaf
“Mijn ouders spraken vroeger weleens over God”, begint model en mediapersoonlijkheid Maria ons gesprek over haar geloof. “Ik herinner me vooral uitspraken als ‘Het is Gods wil’ en ‘God straft onmiddellijk.’ In ons huis stonden veel Mariabeeldjes en toen ik werd geboren, kreeg ik de naam Maria. Zo af en toe gingen mijn ouders naar de kerk. Het geloof was bij ons heel vrij. Er werd voor het eten niet gebeden en ook niet uit de Bijbel gelezen. Mijn broer en ik zijn niet gedoopt en hoefden niet mee naar de kerk als we dat niet wilden.”
‘Het gevoel dat er meer was’
Na de scheiding van haar ouders blijft Maria bij haar moeder wonen. Ze wordt in de jaren daarna door diverse pleeggezinnen opgevangen, omdat haar moeder psychische problemen heeft. Ze merkt dat ze interesse begint te krijgen in religie. “Ik heb een tijdje bij een pleeggezin gewoond dat Doopsgezind was. Niet dat zij mij het geloof opdrongen – helemaal niet – maar één en ander versterkte elkaar misschien, omdat ik er in die periode zelf al mee bezig was. Ik had het gevoel dat er meer was. Dat ik beschermd werd. Het hele idee van geloven sprak me ook aan. Het zou me wellicht hoop en vertrouwen bieden. Begeleiding misschien. Zo af en toe ging ik mee naar de kerk.”
Op haar 21e verliest Maria haar vader aan kanker. Als ze een jaar later gaat zingen bij een gospelkoor merkt ze dat het zingen haar helpt bij het rouwen. “De liedjes die we zongen waren zo positief. Ze gingen over ‘He’ en ‘Our Father’ en ik dacht: misschien is er behalve mijn eigen vader wel een overkoepelende vader. Dat idee gaf me rust.” In de jaren die volgen gaat ze af en aan naar een aantal kerken. Ze verdiept zich in verschillende religies, onder andere de islam. “Ik heb vrienden met een islamitische achtergrond. Het islamitische geloof vind ik net zo fascinerend als het christendom. Het geloven in een hogere macht is voor mij niet gebonden aan één specifieke geloofsovertuiging. Veel bijbelverhalen komen overeen. Wat mij fascineert zijn de wijze lessen die je leert. En of dat nu in een kerk is of een moskee maakt voor mij niet uit. Ik heb me in de islam verdiept, maar forceer niets bij mezelf. Als het op mijn pad komt dan is dat zo. Ik volg mijn gevoel.”
Tekst gaat hieronder verder.
Drang naar zingeving groeit. Waar komt deze trend vandaan? ‘Ik ervaar nu de rust waar ik altijd al naar zocht’
Bidden
En dat gevoel brengt Maria momenteel naar de Hillsong Church in Amsterdam. Een wereldwijde kerk die oorspronkelijk uit Australië komt. “Mijn leven is heel snel en er gebeurt veel”, zegt ze. “Als ik in de kerk ben dan voelt dat voor mij als een moment van bezinning. Alsof ik terugga naar de basis. Het is een warm welkom. Een heel andere omgeving ook. Mensen zijn niet bezig met wie ik ben of met status. Alhoewel ik niet per se heel close ben met de mensen uit de gemeente of heel veel doe in de kerk voel ik me thuis bij Hillsong. Ik maak altijd even een praatje met degene die naast me zit. Het zingen en bidden in de kerk zorgt ervoor dat ik nadenk over het leven. Met name waar ik dankbaar voor ben. Ik haal ook mooie boodschappen uit de preek. Er wordt vaak over identiteit en de visie op het leven gesproken. Voor mij is dat een reality check, omdat ik me in een oppervlakkige wereld begeef. Dan realiseer ik me weer even waar het nu eigenlijk allemaal om gaat.”
Bidden doet Maria thuis ook. Niet volgens een vast stramien, maar gewoon: als ze daar behoefte aan heeft. Dan doet ze haar handen in elkaar of reikt haar handen naar de lucht. Met haar ogen dicht en in gedachten zegt ze haar gebed op. “Zoals nu, voor mijn moeder bijvoorbeeld. Ze is ziek en dan bid ik dat ze beter wordt. Ik wil haar niet verliezen, maar ik besef ook: als ik haar wel kwijtraak dan is dat Gods plan. Dan heeft dat zo moeten zijn.” Ook bidt ze als ze ergens dankbaar voor is. “Voor een mooie dag bijvoorbeeld.”
Er wordt vaak over identiteit en de visie op het leven gesproken. Voor mij is dat een reality check.
Verwarring
De Bijbel kan soms wel voor wat verwarring zorgen, vindt Maria. “De ene keer denk ik: het is precies zo gegaan als in dit verhaal beschreven wordt. Terwijl ik de volgende keer denk: is dit echt zo? Is dit niet in al die jaren een eigen leven gaan leiden? Alsof je iemand iets doorvertelt en het verhaal er dan uiteindelijk heel anders uit komt te zien.”
In haar omgeving kijkt niemand ervan op dat Maria naar de kerk gaat en met het geloof bezig is. “Ik heb vrienden die gelovig zijn, maar ook vrienden die dat niet zijn. Alles is prima. Iedereen moet doen waar hij of zij zich goed bij voelt. Ik vind ook niet dat iedereen moet geloven. Doe wat bij je past. Zo voed ik mijn kinderen ook op. Net als ik zijn mijn zoon en dochter niet gedoopt. Ik laat ze in dat opzicht vrij. Mijn zoon is nu negen en stelt veel vragen. Ook is hij laatst mee geweest naar de kerk. Hij wil dan weten hoe ik het één en ander zie. ‘Mama denkt dat er iemand is’, zeg ik dan. ‘Mama gelooft in een God.’ Maar dat roept dan natuurlijk ook allemaal ingewikkelde vragen op. ‘Waarom gaan er dan kleine kindjes dood?’ vroeg hij. Daar hebben we dan een gesprek over.”
Olcay Gulsen: ‘Voor mij bestaat God, dat is voor mij genoeg’
Rust
Maria gelooft dat er een energie is die groter is dan wij. “Of die energie God en Jezus is, daar struggle ik soms mee. Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat het geloof mij rust brengt. Dat ik geloof in wie goed doet, goed ontmoet. Dat het gezinsleven centraal staat en dat je je beter niet met duistere dingen bezig kunt houden. Zo lang het goed voelt blijf ik naar de kerk gaan. Ik kom altijd weer met een voldaan gevoel thuis.”







