Hoe leef je goed in een jachtige wereld?
Bijbelse lessen over duurzaamheid
20 juni 2024 · 08:00| Leestijd:12 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Eten laten we thuisbezorgen en kleding bestellen we via een app. Alles wat we willen, kan morgen nog in huis zijn. Maar worden we wel gelukkig van die instant beloningen? Nemen we nog weleens ergens de tijd voor? Heeft de Bijbel goede voorbeelden van een vredig leven ondanks alle hectiek?
‘Als je komt, neem dan de mantel mee die ik in Troas bij Karpus heb laten liggen, en ook de boeken, vooral die van perkament.’ Dat is een zin waarvan veel mensen zich hebben afgevraagd: waarom moest die in de Bijbel staan? Hij is van Paulus, die in Rome zit. Hij vraagt zijn jongere mentorleerling Timoteüs om zijn mantel en wat boeken mee te nemen als hij een keer naar Rome komt. Klein detail: die mantel ligt helemaal in Turkije. Paulus zal hem daar maanden of misschien wel jaren geleden hebben laten liggen. Toch laat hij het er niet bij zitten: zijn jas moet en zal toch een keer naar hem terugkomen.
Kleding uit Turkije
De laatste keer dat ik in Turkije was, is zo’n twintig jaar geleden. Het was zo’n enorm all-inclusive hotel en resort. Stel je voor dat ik daar een jas had laten liggen, dan zou ik er tegen beter weten in één mailtje aan hebben gewijd. ‘Zeg, hebt u toevallig een blauwe jas gevonden?’ Natuurlijk zou het antwoord ‘Nee’ zijn geweest in die grote, onpersoonlijke toeristenfabriek. De oplossing? Die oude jas snel vergeten en onmiddellijk een nieuwe uitzoeken. Liefst online – vandaag voor 23.00 uur besteld, morgen in huis. Misschien wil het toeval wel dat ik dan alsnog een jas uit Turkije zou hebben gekregen, want de kledingindustrie in dat land is erg groot.
De meeste theologen zijn het erover eens dat dit zinnetje min of meer bij toeval in de Bijbel is beland. Paulus schreef allerlei wijze en diepzinnige dingen, en was toevallig ook zijn mantel kwijt. Kan gebeuren. Er is geen engel geweest die Paulus deze woorden in het oor fluisterde terwijl hij zijn brief aan Timoteüs schreef – hij had het misschien simpelweg koud. Toch zit er iets inspirerends in zijn zinnetje. Het komt namelijk uit een tijd en cultuur waarin er meer waarde werd gehecht aan zaken als kleding (en boeken!). Iets werd niet zomaar vervangen of opgegeven, iets werd opgespoord en zo nodig gerepareerd.
Massaproductie versus zelf maken
De moderne mens heeft dat economisch niet nodig. Veel consumenten die twijfelen tussen drie jurkjes voor een gala, bestellen ze alle drie. De mooiste houd je, de andere twee stuur je terug naar de winkel. Die winkel vindt het vaak duurder en moeilijker om de geretourneerde kleding terug te nemen dan het te laten verbranden of recyclen. Veel teruggestuurde jurkjes eindigen als vulling van je autostoel, bijvoorbeeld. Ze waren nog helemaal nieuw, maar ons consumentisme dankte ze al af voordat ze gedragen waren. Dat systeem hebben we met elkaar gecreëerd, en de meesten van ons zijn er niet trots op – maar ontkom maar eens aan die molen.
Waarom gunnen wij onszelf zo weinig rust voordat we weer doorjakkeren naar het volgende project?
Als antireactie op de onpersoonlijke industrie waarin we beland zijn, hebben sommige influencers besloten om DIY weer op de agenda te zetten: Do It Yourself. Ze doen voor hoe je zelf een trui kunt haken, hoe je met verse ingrediënten een brood bakt en hoe je je eigen wasverzachter maakt. Zulke accounts hebben op social media veel succes, omdat ze ons er allemaal aan herinneren hoe leuk het kan zijn om met eigen handen iets te maken. In plaats van het zomaar gedachteloos en achteloos uit het schap of van een webshop te plukken, besteed je er zelf tijd en aandacht aan. En met tijd en aandacht komt ook liefde.
Het voorbeeld van Tabita
In de Bijbel was er een jonge vrouw die Tabita heette (ook wel bekend als Dorkas). Zij stond erom bekend dat ze veel goede dingen deed voor de armen. Specifiek voor weduwen: vrouwen die sociaaleconomisch een heel kwetsbare positie hadden. Op een kwade dag werd Tabita helaas ernstig ziek. Ze overleefde haar ziekte niet en overleed voortijdig. Nadat ze was gewassen en opgebaard op een bovenkamer, stuurde men met grote haast vertegenwoordigers naar Petrus toe, een volgeling van Jezus. Ze vroegen om zijn gebed en hulp, en Petrus zegde toe: hij reisde mee naar het huis waar de overleden Tabita lag.
Zodra Petrus aankwam, werd hij omringd door een hele groep weduwen. Allemaal lieten ze hem hun gloednieuwe tunica’s en mantels zien. Wat bleek? Die waren allemaal voor hen gemaakt door Tabita. De liefde die zij tijdens haar leven had geïnvesteerd, liep via zorgvuldig gemaakte kledingstukken. De oogst was groot: een hele groep vrouwen die allemaal vurig van haar hielden. Ze konden zich ook na haar dood allemaal nog letterlijk omkleden met Tabita’s warmte. Samen hielden ze haar nagedachtenis levend. Of beter gezegd: ze hielden Tabita zélf levend – want Petrus bad voor de vrouw, en ze stond warempel op uit de dood.
We zijn verbonden
Alle kledingstukken die we dragen, zijn door mensenhanden gegaan. Ze verbinden ons dus met talloze anderen over de hele wereld. Dat maakt van elke aanschaf die we doen een sociale daad, of we het nu willen of niet. Je T-shirt kan worden gemaakt door iemand in Bangladesh die te weinig betaald wordt en onder erbarmelijke omstandigheden moet werken. Maar het kan ook anders: vele sociale ondernemingen gebruiken duurzame materialen, betalen eerlijk loon, en maken door hun productiewijze het leven van de werknemers beter. Zoals bijvoorbeeld zo’n bedrijf dat in het hele land eenzame ouderen verenigt in handwerkclubs, waar ze zonder tijdsdruk de mooiste sjaals breien. Zo’n sjaal zit ongetwijfeld lekkerder.
Met tijd en aandacht komt ook liefde.
Met eten en drinken werkt het net zo. Schrijver A.J. Jacobs zit bijna elke ochtend in een koffietentje en bestelt dan een lekkere koffie. Natuurlijk bedankt hij de barista daarvoor. Maar dan komt hij op het idee om te onderzoeken hoeveel mensen hij eigenlijk nog meer moet bedanken voor dat kopje koffie. Want de barista zet het en serveert het. Maar wie vervoert het? Wie brandt de bonen, wie verpakt ze, wie kweekt ze? Jacobs wilde eens weten wie hij nou écht allemaal moest bedanken voor zijn ochtendkoffie – en het boek kreeg de veelzeggende titel Thanks A Thousand.
Dankbaar zijn
Dankbaarheid is een van de sleutels om in onze jachtige tijd bewuster en gelukkiger te leven. Als je christelijk bent opgevoed, heb je misschien geleerd om meerdere keren per dag je dank uit te spreken naar God. Een schrijfster die daarvoor pleit, is bijvoorbeeld Ann Voskamp. Haar leven veranderde toen ze al haar dankpunten begon op te schrijven, vertelt ze in haar boek Duizendmaal dank. Maar ook mensen die niet in God geloven, zijn het mooie van dankbaar leven aan het herontdekken. Zo bracht De Correspondent, bepaald geen religieus platform, een Dankboek uit waarin je dagelijks dingen kunt opschrijven waarvoor je dankbaar bent. Het is goed voor de ziel en heeft onmiskenbare psychologische voordelen.
Als je een bijbel bij het begin openslaat, kom je eigenlijk al een God tegen die het goede voorbeeld geeft. Het scheppingsverhaal, waarin wordt verteld hoe God alles maakt, bestaat uit zeven dagen. Elke dag maakt God weer iets nieuws. Het begint bij het licht op dag 1 en op dag 6 worden de mensen gemaakt. Nadat God een dag bezig is geweest om alles precies goed te maken en neer te zetten, besluit Hij die dag met de constatering dat het goed is. Dat is een prachtig voorbeeld voor ons mensen. Elke dag even een momentje nemen om te zien dat het goed is. Of te zien wát er goed is.
Een prachtig voorbeeld: elke dag even een momentje nemen om te zien dat het goed is.
De tijd en rust nemen
Waarom zou God het niet allemaal in één vingerknip kunnen, het scheppen van licht en aarde en rivieren en dieren en mensen? Waarom moet het in zes lange dagen, en waarom werkt God eigenlijk ’s nachts niet door? Maar dat zijn de verkeerde vragen. Betere vragen zouden zijn: Waarom nemen wij nog maar zo weinig de tijd? Waarom moet alles bij ons snel, snel, snel? Waarom staan wij niet langer stil bij wat er allemaal gelukt is en gunnen wij onszelf zo weinig rust voordat we weer doorjakkeren naar het volgende project?
Op de zevende dag schept God rust. Hij doet even helemaal niets, maar kijkt nog eens rond en ziet hoe de schepping zichzelf bedruipt. Dat is iets geweldigs: een God die in het allereerste Bijbelverhaal al laat zien dat rust volledig bij de schepping hoort. Voortaan zou het ook bij de mensen horen. Bijbellezers komen de oproep tot verplichte rust continu tegen. Een dag in de week niet werken, een op de zeven jaar niet werken, en belangrijk: ook voldoende rust gunnen aan de mensen, dieren en stukken land die voor je werken. Want als we niet oppassen, worden we slaven van onze eigen bedrijvigheid.
Stilte en aandacht
Rust is iets wat we moeten terugwinnen anno 2024. De Zweedse voorganger Tomas Sjödin, die ook columns schrijft voor Eva, legde jaren geleden zijn agenda eens naast die van zijn vrouw. Ze hadden geen kinderen meer in huis, maar constateerden toch dat het nog vele weken zou duren voordat ze samen een avond vrij hadden om met vrienden uit eten te gaan. Op dat moment gooide Sjödin het roer om en begon hij te pleiten voor meer rust en stilte in ons leven. Zijn boek Leven vanuit rust schopte het zelfs tot in een Noorse parlementsvergadering. We hebben namelijk allemaal wel door dat we onszelf een beetje gek aan het maken zijn!
Als je iets ongezonds gaat eten, zorg dan dat je het zelf maakt.
Een manier om die rust en dankbaarheid meer in te bouwen, is om de dingen met aandacht te doen. Een kennis van mij, die veel weet van gezond en verantwoord consumeren, zei eens: “Als je iets ongezonds gaat eten, zorg dan dat je het zelf maakt.” Dus geen hele zak chips en geen hapklaar pak koekjes, maar een zelfgebakken taartje, bijvoorbeeld. Dat heeft tot gevolg dat je minder overdadig snoept, maar er wel extra tevreden mee bent. Dé manier om weer gezonder in contact te komen met onszelf en het mens-zijn hier op aarde, is om vaker zelf iets te regelen of maken in plaats van een kant-en-klare oplossing te kopen.
Samenwerken
Een ander cruciaal begrip is ‘samen’. Mijn vriend Paul Schenderling is econoom en probeert zo milieuvriendelijk mogelijk te leven. Toen hij eens een nieuw gereedschapsstuk nodig had, besloot hij om niet zo’n goedkoop pak met vijf formaten te kopen. Hij wist dat het troep was en dat het niet verantwoord was geproduceerd, en hij wist dat vier van de vijf artikelen al kapot zouden zijn voordat hij ze zou gebruiken. Dus kocht hij het benodigde gereedschap van een duurder merk. Een merk waarvan hij de kwaliteit en verantwoordelijkheid kon vertrouwen. Hij kocht alleen het formaat dat hij op dat moment nodig had, en vertelde dat aan de buren. “Jullie mogen deze altijd lenen,” zei hij daarbij, “en als jullie nou te zijner tijd allemaal zo’n sleutel in een ander formaat kopen, hebben we straks als straat een hele set compleet.”
Samen kun je heel ver komen zonder dat je direct moet grijpen naar een goedkope, luie en liefdeloze oplossing. Zo sprak ik een groep studentes die met z’n vieren een garderobe deelden. Iedereen heeft weleens een rood jurkje nodig, maar moesten ze echt alle vier een eigen rode jurk hebben? Nee. Zodra een van hen een kledingstuk zocht, gooide ze het in de whatsappgroep. ‘Heeft een van ons een rood jurkje voor me?’, vroeg ze dan. En een volgende keer leende de ander weer een blauwe trui van haar. Dat werkte efficiënt, het kostte een stuk minder én het was goed voor de vriendschap.
Ontspanning en vertrouwen
De mooiste manier om een goed leven te leiden in een wereld die doordraait, komt door een stuk ontspanning. Jezus zegt het zo: ‘Maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding?’ Een beetje relativering is een goed begin, dus. Niet omdat niets ertoe doet, maar omdat andere dingen belangrijker zijn. Denk aan gezondheid, vrede en veiligheid of geloof, hoop en liefde. Zodra je je blik daarop richt, vallen eten, kleding en de rest van je agenda beter op hun plek in je hart.
Samen kun je heel ver komen.
De basis van die les zit hem in vertrouwen, volgens Jezus. ‘Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren; het is jullie hemelse Vader die ze voedt.’ Dat is nogal een oproep. Niemand van ons kan helemaal zonder plannen of sparen. Ik zou het zelfs niet aanraden. Maar de spirituele oefening die Jezus ons aanbeveelt, zit hem in het vertrouwen van God. Als je weet dat je een geliefd kind van God bent, hoef je je bevestiging niet te zoeken in zo veel mogelijk kleding, zo lekker mogelijk eten en zo ver mogelijke vakanties voor de kiekjes op je Instagram.
De lessen van Paulus’ mantel
Als je alles zo beschouwt, staat die mantel van Paulus toch ook weer niet zo toevallig in de Bijbel. Paulus hechtte genoeg waarde aan zijn mantel om hem niet af te danken. Hij nam misschien wel maanden de tijd om te wachten totdat het kledingstuk bij hem terug zou komen. Daarvoor had hij een hoop vertrouwen nodig, want de mantel moest een lange en misschien niet al te veilige reis afleggen. En het verbond hem aan een ander – het was zijn jonge vriend Timoteüs die ervoor moest zorgen dat de mantel uiteindelijk in Rome zou belanden. In dat verhaal zitten alle lessen die we hierboven hebben getrokken: dankbaarheid, geduld, vertrouwen, rust, en niet te vergeten verbondenheid met andere mensen.
Tekst: Alain Verheij
Beeld: Mirjam de Ruiter