Nora Akachar: ‘Ik ben altijd theatermaker geweest’
Ze vertelt over haar theaterproducties en haar geloof in God
8 februari 2024 · 12:00| Leestijd:8 min
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Log in en probeer Eva digitaal 2 weken gratis. (De proefperiode stopt automatisch.)
Gratis proefperiode aanvragenHeb je al een abonnement?
Gratis inloggen
Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
Nora Akachar is actrice en theatermaker, onder andere bekend van haar rollen in Meskina en Mocro Maffia. Samen met Sofie Tseng schreef ze het scenario voor de Telefilm Triq Salama (EO), geregisseerd door Najib Amhali en te zien op NPO Start. In deze humoristische roadmovie volg je een gezin op reis naar een bruiloft in Marokko. Net als in eerdere producties van Nora komen serieuze thema’s, zoals familietrauma’s, aan bod, maar mag er ook vooral hard gelachen worden.
Hoe is je Facebookpagina ‘Trauma’s van Nora’ ontstaan?
“Het begon als grapje, met een groep vriendinnen. Iedere keer dat we samen iets gingen drinken, kwamen er allemaal herinneringen boven waarvoor we ons vroeger schaamden. Ik besloot een Facebookgroep aan te maken voor een paar honderd mensen van mijn vriendenlijst, om mijn hele hebben en houden in te droppen. Binnen een week had de groep vijfduizend leden, en inmiddels zijn dat er ruim zestigduizend. Kennelijk was er behoefte aan het besef dat dingen niet aan ons lagen. Dat onze ouders veel dingen onhandig hebben aangepakt, niet met kwade opzet, maar omdat zij ook een product zijn van hun opvoeding, hun migratie en hun trauma’s.
Wat begon als grap is nu een plaats waar mensen hun ei kwijt kunnen.
Soms zijn dat grappige dingen, zoals mijn vader die naar school kwam op teenslippers, waardoor alle kinderen konden zien dat hij kalknagels had. Daar werd ik dan mee gepest. Vroeger vond ik dat verschrikkelijk, nu kan ik erom lachen. Zulke verhalen worden gedeeld in de Facebookgroep, maar er zijn ook verdrietige verhalen van mensen die geweld of misbruik hebben ervaren. Zij vinden herkenning en verbinding bij elkaar. Wat begon als grap is nu een plaats waar mensen hun ei kwijt kunnen en gehoord en gesteund worden. Er wordt mij vaak verweten dat ik hierdoor de vuile was buiten hang. Dan denk ik: als jij je vuile was binnen wilt laten, moet je dat doen, maar dat zal wel lekker stinken thuis.”
Hoe ben je in de theaterwereld beland?
“Het entertainen heb ik altijd al in mij gehad, ik hing in gezelschappen graag de clown uit. Toen ik een jaar of vijftien was, ging ik voor het eerst naar het theater om een sketch te zien, en ik voelde meteen dat dit iets voor mij was. De luchtige, humoristische manier om een boodschap over te brengen die verbindt en mensen aan het lachen krijgt, sprak mij erg aan. Ik heb mij toen aangemeld voor een theatergezelschap. Dat deed ik stiekem. Het was in mijn omgeving een taboe om als islamitische vrouw op de voorgrond te staan, in plaats van je te focussen op trouwen en kinderen krijgen.
Toen ik 23 was, ging ik trouwen, en stopte ik met theater. Het zat heel diep dat dat niet bij het getrouwde leventje hoorde. Het kriebelde wel altijd, en af en toe deed ik op verjaardagen nog korte sketches. Vier jaar geleden dacht ik: ik ga het gewoon weer doen. Ik ging het theater in met een voorstelling naar aanleiding van mijn Facebookpagina ‘Trauma’s van Nora’. Het is altijd een passie en een droom gebleven. Hoewel ik er lange tijd niets mee deed, ben ik altijd theatermaker geweest.”
In januari was de Telefilm Triq Salama op televisie, waaraan jij hebt meegeschreven. Kun je daar meer over vertellen?
“Bij de creatieve community ROSE Stories kreeg ik de kans om met begeleiding een filmscript te schrijven. NL Film had al laten weten dat ze iets wilden met mijn concept. Later bleek alleen dat er al een soortgelijke film in de maak was, dus ik mocht een ander scenario bedenken. Ik wilde iets maken wat voor ‘mijn mensen’ herkenbaar was, en ben gaan nadenken over wat wij gemeen hebben. De reis naar Marokko is iets wat we allemaal hebben ervaren, en als je niet Marokkaans bent, heb je vast een soortgelijke ervaring met autoritten naar Frankrijk of de Ardennen. Drie of vier dagen in een auto gepropt zitten met je broertjes en zusjes die je irritant vindt, je ouders die in je nek zitten – daarbij kan iedereen zich wel iets voorstellen.”
Drie dagen in een auto gepropt zitten – daarbij kan iedereen zich wel iets voorstellen.
Wat hoop je dat deze film teweegbrengt?
“Ik hoop dat het nostalgische terugkomt, maar ook de schaamte voor bepaalde familiedynamieken, zoals een afstandelijke ouder die wel liefdevol is, maar dat niet weet te uiten. Wat doet dat met een kind? Ik hoop dat dat de ruimte krijgt en besproken wordt, zodat mensen zien dat het niet raar is. Ik hoop dat de film op meerdere manieren herkenning biedt: de reis naar Marokko, de ruzies en spanningen, de onuitgesproken liefde voor elkaar … En ik hoop ook vooral dat het een entertainende film is, dat je je verstand op nul kunt zetten en lekker kunt kijken.”
Hoe ga je om met kritiek op je beroep vanuit je omgeving?
“Mijn ouders staan er nog steeds niet achter dat ik als islamitische vrouw zo zichtbaar op het podium sta, maar inmiddels ben ik zowel emotioneel als financieel niet van hen afhankelijk. Ze kunnen nog wel kritiek hebben op wat ik doe, maar ze wijzen me niet af, omdat ze mij ook nodig hebben. En ik hen ook hoor, don’t get me wrong.
Mijn theaterproducties gaan vaak over maatschappelijke thema’s, daar schuil ik ook een beetje achter. Dan mag ik opeens wél als vrouw op het podium staan, omdat ik niet alleen sta te dansen en zingen voor het vermaak. Begrijp me niet verkeerd, daar heb ik zelf geen waardeoordeel over, ik wou dat ik daar goed in was. Zelf probeer ik vooral dingen te maken waarin anderen zich kunnen herkennen. Mijn vorige voorstelling ging onder andere over hoe ik moest vechten voor het theater. Ik dacht dat die vooral herkenbaar zou zijn voor islamitisch-Marokkaanse vrouwen van mijn generatie, maar in de zaal riepen witte, Nederlandse vrouwen van boven de zeventig in tranen uit dat zij het herkenden. Toen dacht ik: wow, dit is zo’n universeel ding. Vrouwen die op de voorgrond willen treden en allerlei shit over zich heen krijgen. Zo kwam ik tot de conclusie dat de positie van vrouwen nog steeds heel wankel is. In oktober gaat mijn nieuwe voorstelling in première, die gaat daarover.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Betrek je je geloof in je werk?
“Voordat ik het podium op ga, doe ik altijd een gebedje, om God te danken en te vragen om bescherming en begeleiding. Mijn geloof is dus zeker verweven met mijn werk. Ik probeer altijd mijn dankbaarheid te uiten aan God, voor wat ik heb en wat ik niet heb. Er is Iemand die mij beter kent dan wie dan ook, en die heeft het beste met mij voor. Als er iets niet lukt, dan is het niet voor mij of nog niet voor mij. Dat geeft zo veel rust. Als mens ben je geneigd te vragen: waarom overkomt mij dit? Vanuit de islam leer ik dat die vraag niet is toegestaan. Je moet je lot accepteren en daar lering uit trekken.”
Gaat dat je makkelijk af, je lot accepteren, als er bijvoorbeeld een dierbare overlijdt?
“Natuurlijk raakt en emotioneert dat mij. Gelukkig heb ik mijn ouders en mijn broers allemaal nog. Wanneer een oom of tante die al wat ouder is, overlijdt, staat dat wat verder van je af. Niet zo lang geleden overleed een achternichtje door een motorongeluk, een prachtige dame van 25, in de bloei van haar leven. Op zo’n moment denk ik: was ik maar meer betrokken geweest in haar leven, had ik haar maar van die motor afgepraat … Dan nemen de emoties het over, omdat zij zo jong was. De engel des doods discrimineert niet, hij kijkt niet naar je kleur, je leeftijd of wat je nog wilt doen. Dat is voor mij een realisatiemoment: haal ik alles uit het leven wat ik eruit moet halen?”
Nora Akachar
Tekst: Lonneke Tijhof
Fotografie: Elisabeth Ismail
Styling en visagie: Kim Stegeman